Reading view

There are new articles available, click to refresh the page.

Nederlandse universiteiten spelen belangrijke rol in aantrekken internationaal talent 

Recent onderzoek van Regioplan, uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid, biedt nieuwe inzichten in de aantrekkingskracht van Nederland voor internationale kenniswerkers, waaronder wetenschappers en studenten. Het rapport richt zich op de factoren die een rol spelen in de keuze van kennismigranten, zoekjaarders, zelfstandigen en start-ups om zich in Nederland te vestigen. 

Experts en kenniswerkers 

De kern van het onderzoek bestond uit diepte-interviews met 39 kenniswerkers, waaronder kennismigranten in Nederland, zoekjaarders, start-ups, zelfstandigen, en kennismigranten in andere Europese landen. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Ondanks de verschillende uitdagingen die de groei van het aantal kenniswerkers met zich meebrengt, kan het weren van deze groep aanzienlijke gevolgen hebben, waarschuwt Regioplan. Daarbij is te denken aan verplaatsing van hoogwaardige bedrijven naar het buitenland, wat de basis voor kennisontwikkeling in Nederland zou kunnen verkleinen, en kan resulteren in hogere gederfde inkomsten voor de staatskas. 

Hoogwaardig Engelstalig onderwijs 

Het onderzoek benadrukt de belangrijke rol die Nederlandse universiteiten spelen in het aantrekken van internationaal talent. De kwaliteit van het Engelstalige onderwijs aan Nederlandse universiteiten blijkt voor internationale studenten een belangrijke reden te zijn om voor Nederland te kiezen. Dit is met name relevant voor de groep ‘zoekjaarders’, recent afgestudeerden die een jaar in Nederland mogen verblijven om werk te zoeken of een bedrijf op te starten. 

Ook in het ecosysteem voor start-ups en innovatie zijn universiteiten belangrijk, aldus het onderzoek. De aanwezigheid van topuniversiteiten en de mogelijkheid tot samenwerking met academische instellingen worden genoemd als aantrekkelijke aspecten voor ondernemers en start-ups. Dit onderstreept volgens Regioplan dat universiteiten niet alleen een rol spelen in onderwijs en onderzoek, maar ook in het stimuleren van innovatie en ondernemerschap. 

Met alleen Engels kun je prima uit de voeten 

De mogelijkheid om Engels als voertaal te gebruiken blijkt één van de factoren die voor hoogopgeleide arbeidsmigranten doorslaggevend is om naar Nederland te komen. Respondenten waarderen dat ze zich in het dagelijks leven kunnen redden met Engels.  

Een interessante bevinding is de behoefte aan meer ondersteuning bij het leren van de Nederlandse taal. Hoewel de mogelijkheid om in het Engels te werken en studeren als een groot pluspunt wordt gezien, geven veel respondenten aan dat ze graag Nederlands willen leren om beter te kunnen integreren. Het rapport stelt dat dat universiteiten en werkgevers een actievere rol zouden kunnen spelen in het faciliteren van taalcursussen. 

Wetenschappers vormen een essentieel onderdeel van de kennismigrantenpopulatie in Nederland. Het rapport noemt expliciet artsen in opleiding (aio’s), onderzoekers en docenten als belangrijke subgroepen binnen de bredere categorie van kennismigranten. Voor deze groep zijn de carrièremogelijkheden en de reputatie van Nederlandse onderzoeksinstituten doorslaggevende factoren in hun keuze voor Nederland. 

Nederland wordt bij toeval ontdekt 

Opvallend genoeg blijken veel internationale kenniswerkers, waaronder wetenschappers en studenten, Nederland vaak bij toeval te hebben ontdekt als potentiële bestemming. Dit suggereert dat er ruimte is voor verbetering in de internationale profilering van Nederland als kennisbestemming, aldus Regioplan. Nederland zou zich daarom onder topuniversiteiten wereldwijd meer moeten profileren als kennisbestemming. 

De aanwezigheid van een lokaal netwerk blijkt met name voor zoekjaarders relevant. Indien ze een studie in Nederland hebben genoten, hebben ze vaak een al een netwerk dat het eenvoudiger maakt om een passende baan te vinden. Dit vergroot de kans dat ze blijven. 

Afgestudeerden moeten snel hun studentenwoning verlaten 

Het rapport signaleert echter ook uitdagingen. Huisvesting wordt genoemd als een significant knelpunt voor zowel studenten, wetenschappers als andere kenniswerkers. Uit een recent Nuffic-onderzoek onder (voormalige) zoekjaarders in Nederland blijkt eveneens dat de huizenprijzen in Nederland een grote rol spelen in de keuze tussen blijven of gaan. Recent afgestudeerden moeten vaak binnen afzienbare tijd hun studentenwoning verlaten, en de huurprijzen zijn vaak te hoog voor het salaris dat ze net na afstuderen krijgen. 

Regioplan adviseert het WODC om meer in te zetten op de internationale positionering van Nederland als kennisbestemming. Daarnaast wordt aanbevolen om de ondersteuning voor kenniswerkers te verbeteren, met name op het gebied van huisvesting en Nederlands taalonderwijs. 

The post Nederlandse universiteiten spelen belangrijke rol in aantrekken internationaal talent  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Nederlandse universiteiten spelen belangrijke rol in aantrekken internationaal talent  verscheen eerst op ScienceGuide.

‘Postdocs verdienen meer ondersteuning, in het bijzonder van onderzoeksfinanciers’ 

Een recent onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Exchanges, stelt dat postdocs een cruciale rol spelen in universiteiten en benadrukt de noodzaak om hun arbeidsomstandigheden te verbeteren. Onderzoeker Fiona Fisher van het Institute of Advanced Study aan de Universiteit van Warwick onderzocht de uitdagingen waarmee postdocs wereldwijd worden geconfronteerd.  

Inzicht krijgen 

Fisher gebruikte literatuuronderzoek, data uit de Nature Postdoctoral Survey en focusgroepen met postdocs aan de Universiteit van Warwick en andere instellingen. Het doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in de uitdagingen waarmee postdocs worden geconfronteerd en manieren te vinden om hun situatie te verbeteren. 

Een van de belangrijkste bevindingen is dat postdocs vaak gevangen zitten in een tredmolen van kortlopende contracten, wat leidt tot onzekerheid en stress. Veel postdocs verhuizen daarnaast regelmatig voor een nieuwe aanstelling, wat hun privéleven ontwricht. Bovendien is de overgang naar een vaste aanstelling steeds moeilijker geworden omdat deze posities schaarser worden door bezuinigingen op universiteiten. 

Mentale gezondheidsproblemen 

De meerderheid van de postdocs is gepassioneerd over hun werk en streeft een academische carrière na, toont het onderzoek. Toch ervaart een aanzienlijk deel mentale gezondheidsproblemen. De Nature Postdoctoral Survey, uitgevoerd onder duizenden postdocs wereldwijd, laat zien dat 49 procent van de respondenten hulp wilde voor werkgerelateerde depressie en angst, terwijl 51 procent overwoog de wetenschap te verlaten vanwege mentale gezondheidsproblemen. 

Fisher benadrukt dat de rol van postdocs in de loop der tijd is veranderd. Wat ooit werd gezien als een korte overgangsfase naar een vaste academische positie, is nu vaak een langdurige periode van onzekerheid. Postdocs leveren belangrijke bijdragen aan onderzoek, onderwijs en begeleiding van promovendi, maar worden voor deze inzet lang niet altijd erkend of gewaardeerd. 

Leidinggevende is cruciaal 

Het onderzoek identificeert verschillende factoren die bijdragen aan de negatieve ervaringen van postdocs. Een gebrek aan loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, uitsluiting op de afdeling en het gevoel slechts als ‘een paar extra handen’ te worden gezien, zijn veelvoorkomende ervaringen. De relatie met de leidinggevende wordt genoemd als een cruciale factor in het bepalen of de postdoctorale ervaring positief of negatief is. 

Om de situatie te verbeteren, doet Fisher verschillende aanbevelingen – waaronder het integreren van vaardigheden- en loopbaanontwikkeling als een essentieel onderdeel van de postdoctorale rol. Dit omvat niet alleen algemene vaardigheden zoals het schrijven van cv’s en sollicitatiebrieven, maar ook specifieke kennis die nodig is voor een academische carrière, zoals het schrijven van succesvolle subsidieaanvragen. 

Het creëren van een ondersteunende gemeenschap voor postdocs wordt ook benadrukt in het onderzoek. Regelmatige bijeenkomsten voor training, onderzoekspresentaties en sociale bijeenkomsten kunnen gevoelens van isolement verminderen en kansen bieden voor het ontwikkelen van onafhankelijke ideeën voor onderzoek.  

Een andere belangrijke aanbeveling is het bevorderen en waarderen van niet-academische carrières. Gezien het lage percentage postdocs dat uiteindelijk een vaste academische positie bemachtigt, is het cruciaal om eerlijk te zijn over carrièreperspectieven en gelijke waarde te hechten aan niet-academische loopbanen. 

Onderzoeksfinanciers hebben grote invloed op beleid universiteiten 

Fisher roept vooral onderzoeksfinanciers op om een actieve rol te spelen in het verbeteren van de postdoctorale ervaring. Onderzoeksfinanciers hebben een grote invloed op het beleid en de activiteiten van universiteiten. Daardoor kunnen ze effectieve veranderingen in de postdoctorale ervaring stimuleren, onder meer door het verplicht stellen van een minimumniveau aan training en ontwikkeling voor postdocs die op subsidies worden aangesteld. 

De Wellcome Trust, een liefdadigheidsorganisatie die wereldwijd onderzoek financiert, vraagt nu bijvoorbeeld om personeelsontwikkelingsplannen als onderdeel van subsidieaanvragen. Het is echter nog onduidelijk hoe de uitvoering van deze plannen aan het einde van een subsidie wordt beoordeeld. 

Verslag uitbrengen van ervaringen 

Fisher stelt financiers ook voor om postdocs de mogelijkheid te geven om aan het einde van een subsidie onafhankelijk verslag uit te brengen over hun ervaring. Dit zou financiers in staat stellen een beeld te krijgen op institutioneel en afdelingsniveau. 

Postdocs die zich gewaardeerd en ondersteund voelen, zullen naar verwachting betere prestaties leveren en eerder in de sector blijven werken. Fisher benadrukt dat zowel instellingen, onderzoeksafdelingen als onderzoeksfinanciers een sleutelrol spelen bij het doorvoeren van de veranderingen die daarvoor nodig zijn. 

The post ‘Postdocs verdienen meer ondersteuning, in het bijzonder van onderzoeksfinanciers’  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Postdocs verdienen meer ondersteuning, in het bijzonder van onderzoeksfinanciers’  verscheen eerst op ScienceGuide.

Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland

De Amerikaanse ambassadeur in Nederland heeft vorig jaar aan de voorzitter van de TU Eindhoven, Robert-Jan Smits, laten weten dat zij zich afvraagt waarom er zoveel Chinese studenten in Eindhoven studeren. Zo liet Smits onlangs optekenen in het Amerikaanse zakenblad Bloomberg. “Ik krijg voortdurend vragen van Amerikanen over Chinese studenten,” zei Smits. Vorig jaar ondervroeg de Amerikaanse ambassadeur in Nederland hem over het grote aantal studenten uit China.

Nederland zal toptalent verliezen

In Chinese media zijn zorgen ontstaan over de Amerikaanse bemoeienis met Chinese studenten in Nederland, in het bijzonder bij de TU Eindhoven. “Nederland zal toptalent uit de halfgeleiderindustrie verliezen als het land doorgaat met het controleren van de nationale veiligheid van Chinese studenten aan zijn universiteiten.” Dat stellen Chinese staatsmedia en nationalistische commentatoren, zoals Yang Rong, die columnist is van Guancha.cn, een staatsgezinde nieuwssite.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Nederland zit midden in de chipoorlog tussen de VS en China. In 2019 heeft de VS de Nederlandse overheid gevraagd om de export van extreme ultraviolet lithography (EUV) lithografiemachines naar China niet langer toe te staan. De VS heeft inspraak in de kwestie, omdat het een aantal essentiële patenten bezit voor het maken van EUV-systemen.

Studenten worden het slachtoffer van de machtsstrijd

Volgens Chinese media hebben de Amerikanen geen bevoegdheid om in een soeverein land als Nederland te bepalen uit welke landen studenten daar gaan studeren. “De VS weet dat ons land in dit opzicht zeer zwak is en vraagt daarom Nederland om ons technologisch te blokkeren. De technologische blokkade van Nederland is ook ontmoedigend voor ons land. Studenten zouden niet het slachtoffer moeten worden van de machtsstrijd tussen landen.”

Peking hoopt dat Chinese studenten die in Nederland studeren, westerse chiptechnologientechnieken leren en deze vaardigheden mee naar huis nemen om de achterblijvende halfgeleiderindustrie van China te verbeteren.

Wij zijn extreem voorzichtig met China

In China is er ook grote ergernis ontstaan over de opmerking van de voorzitter van de TU Eindhoven Robert-Jan Smits tegenover de Amerikaanse zakenwebsite Bloomberg. Smits stelde dat hij, net als de Amerikanen, ook niet wil dat de kroonjuwelen uit Eindhoven en omgeving gestolen worden. Smits erkende tegen Bloomberg dat er al enkele beperkingen gelden in Eindhoven. “Ik zeg niet dat we de poort openzetten voor Chinese studenten. Wij zijn daar extreem voorzichtig mee wie we toegang geven tot onze eersteklas gevoelige technologie. Wij willen niet dat onze kroonjuwelen worden gestolen.”

Deze opmerking van de voorzitter van de TU Eindhoven valt in slechte aarde bij een Chinese student, zo schrijft hij op een blog voor studenten die buiten China studeren. “Wat hebben de Chinese studenten precies van u gestolen? De afgelopen jaren hebben Chinese studenten die in het buitenland studeren hard gewerkt en veel bereikt. Deze prestaties zijn verdiend door hun eigen inspanningen en niet gestolen.”

Hypocriet

Dit soort vooroordelen en discriminatie schaadt niet alleen de gevoelens van Chinese studenten, maar beïnvloedt ook de relatie tussen China en Nederland, zegt de student. “Deze studenten leveren niet alleen economische voordelen op voor de Nederlandse universiteiten, maar dragen ook bij aan het wetenschappelijk onderzoek en de academische ontwikkeling van Nederland. Terwijl u geniet van de voordelen die Chinese studenten bieden, bent u nog steeds op uw hoede voor hen. Is deze aanpak niet hypocriet?”

Er wordt in China daarnaast ook met zorg gekeken naar de nieuwe wet op kennisveiligheid, die het voor studenten en onderzoekers uit landen zoals China moeilijker maakt om in Nederland onderzoek te doen of zich aan te melden voor bepaalde studies vanwege gevaren voor de kennisveiligheid. China waarschuwt dat dergelijke wetgeving discriminatoir kan zijn.

The post Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland verscheen eerst op ScienceGuide.

Toekomst Nederlandse halfgeleiderindustrie onzeker door vijandig klimaat voor internationale student 

Met wereldleider ASML en een aantal andere prominente bedrijven zoals ASMI, NXP en Nexperia heeft Nederland een sterke positie in de halfgeleiderindustrie. De Nederlandse regering heeft verschillende initiatieven ondernomen om de halfgeleiderindustrie te ondersteunen, bijvoorbeeld oor het project Beethoven, dat zich richt op investeringen in onderzoek en onderwijs binnen deze sector, schetsen de Leidse onderzoekers.  

Recente ontwikkelingen zijn ondermijnend  

Ondanks deze positieve stappen bestaan binnen de Nederlandse halfgeleiderindustrie grote zorgen zijn over de politieke koers van de Nederlandse regering, toont hun rapport. Er is met name veel onrust over het besluit om de 30%-regeling voor kennismigranten te beperken, blijkt uit gesprekken met professionals uit de sector. Daarnaast is bekeken hoe Nederland en Zuid-Korea meer van elkaar kunnen leren en beter kunnen samenwerken binnen deze industrie. 

Daarnaast leidt het negatieve politieke discours over de internationalisering van het hoger onderwijs en de bescherming van de Nederlandse taal tot hoofdbrekens. Gezamenlijk hebben deze factoren gezorgd voor onzekerheid over het aantrekken van toekomstig buitenlands talent bij bedrijven in de geavanceerde halfgeleiderindustrie.  

Negatieve politieke discours over de internationalisering 

In het bijzonder bestaan er zorgen over de nieuwe coalitie. Bij het schrijven van het rapport was nog niet duidelijk hoe die precies zou uitpakken, maar het was wel duidelijk dat deze coalitie zeer kritisch zou staan tegenover internationalisering van het hoger onderwijs, schrijven de Leidse onderzoekers. 

Bij bedrijven zoals ASML is echter veertig procent van de medewerkers van buitenlandse afkomst. Tegelijkertijd zijn er nu al ernstige tekorten aan personeel. Met het nieuwe beleid ten aanzien van internationaal talent zullen deze tekorten alleen nog maar toenemen, is de verwachting. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Nederland is echter juist succesvol in het aantrekken van internationaal talent, en in het bijzonder van studenten. Maar liefst 30,4 procent van de Nederlandse beroepsbevolking komt uit het buitenland, net als vijftien procent van de studenten in het hoger onderwijs, schrijven de onderzoekers. Van deze internationale studenten kiest één op de vijf ervoor om na het afstuderen in Nederland te blijven, wat een belangrijke bron van hoogopgeleide arbeidskrachten vormt voor sectoren zoals de halfgeleiderindustrie, staat in het rapport. 

Zuid-Korea wil wel juist meer internationale studenten 

Voor het onderzoek heeft het Leiden Asia Centre ook naar Zuid-Korea gekeken. Tijdens een recent staatsbezoek zijn met dat land afspraken gemaakt om intensiever samen te werken bij onderzoek, ontwikkeling en uitwisseling van studenten voor de halfgeleiderindustrie. Ook Zuid-Korea kampt namelijk met een chronisch tekort aan werknemers in deze sector, wat de groei en innovatiecapaciteit van de Zuid-Koreaanse technologiebedrijven hindert. 

Zuid-Korea heeft zich daarom ten doel gesteld om rond 2027 zo’n 300.000 buitenlandse studenten aan te trekken. In 2023 trok Zuid-Korea al 182.000 internationale studenten, een aanzienlijke toename ten opzichte van eerdere jaren. Het land neemt dan ook tal van maatregelen om ervoor te zorgen dat talent die kant op komt. Zo biedt de Zuid-Koreaanse overheid diverse beurzen aan voor internationale studenten om studeren in Zuid-Korea aantrekkelijker te maken. Deze beurzen dekken vaak collegegeld, levensonderhoud en andere studiekosten. Daarnaast investeert Zuid-Korea grote bedragen in faciliteiten voor het opleiden van studenten voor de halfgeleiderindustrie. 

Nederland is altijd sterk geweest in het aantrekken van internationaal talent

Het aangekondigde beleid van het nieuwe kabinet zet druk op de afspraken die het vorige kabinet maakte bij het Zuid-Koreaanse staatsbezoek, bijvoorbeeld over de studentenuitwisseling tussen Nederland en Zuid-Korea. Nederland is altijd sterk geweest in het aantrekken en behouden van buitenlands talent, terwijl Zuid-Korea nu hetzelfde wil doen.  

De Nederlandse regering zou dan ook niet de 30%-regeling voor expats moeten afschaffen of versoberen, maar juist extra moeten investeren om aantrekkelijk te blijven voor internationaal talent, aldus de onderzoekers van het Leiden Asia Centre. 

The post Toekomst Nederlandse halfgeleiderindustrie onzeker door vijandig klimaat voor internationale student  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Toekomst Nederlandse halfgeleiderindustrie onzeker door vijandig klimaat voor internationale student  verscheen eerst op ScienceGuide.

Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB 

Vorige week wierp D66-Kamerlid Jan Paternotte het nog voor de voeten van de nieuwe minister van Onderwijs, Eppo Bruins: Rabobank heeft berekend dat de twaalf miljard euro aan bezuinigingen op innovatie, zoals vastgelegd in het hoofdlijnakkoord, volgens een conservatieve schatting zou leiden tot een welvaartsverlies van 27 miljard euro voor Nederland. Dergelijke cijfers, met name van de Rabobank, worden vaak gebruikt door lobbyisten uit de kennissector. Zij willen daarmee aantonen dat het niet investeren in of zelfs bezuinigen op ‘kennis’ langdurige economische schade veroorzaakt. 

Tijdens een overleg in de Kamer met het Centraal Planbureau (CPB) en de Nederlandse Bank, stelde Senna Maatoug van GroenLinks-PvdA aan Pieter Hasekamp, directeur van het CPB, een vraag over de economische effecten van de door het nieuwe kabinet voorgestelde bezuinigingen op hoger onderwijs en innovatie. 

CPB: op macroniveau zijn er best verbanden te vinden 

“Dit is een langlopende discussie”, zei de rekenmeester van het CPB. “Het CPB heeft in een aantal studies gekeken naar het verband tussen investeren in onderwijs en innovatie, en de economische groei. Op macroniveau zijn er best verbanden te vinden.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Investeringen in bijvoorbeeld het Groeifonds zijn echter heel moeilijk te koppelen aan concrete economische groeicijfers in de toekomst, legde Hasekamp uit. “Op microniveau kun je soms iets zeggen over hele specifieke interventies, maar je kunt heel moeilijk het effect van bijvoorbeeld zo’n groeifondsinvestering koppelen aan een hogere economische groei over een x-aantal jaar. Daar lopen we tegen de grenzen van ons instrumentarium aan. Ik heb ook niet zo heel veel vertrouwen in degenen die zeggen dat wel te kunnen, want uiteindelijk is het toch een beetje: wat je erin stopt, krijg je eruit.” 

Het is zeer de vraag of dit geldt voor specifieke interventies 

Deze vraag, die ook voortdurend terugkomt in de aanloop naar Tweede Kamerverkiezingen, moet je eigenlijk niet willen beantwoorden, vindt Hasekamp. In verkiezingstijd willen partijen echter dat investeringen in kennis en innovatie door de CPB-modellen worden beloond met het vooruitzicht van economische groei in de toekomst. “Bij doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s of coalitieakkoorden moeten we voorzichtig zijn, omdat we anders politieke keuzes zouden kunnen dicteren. Als we investeringen in onderwijs aantrekkelijk maken in onze modellen, wordt men daarvoor beloond. Het is echter zeer de vraag of dit ook geldt voor een specifieke interventie.” 

Als voorbeeld gebruikte Hasekamp investeringen in Defensie. Daar kijkt men nu heel anders naar dan in het verleden. “Wat voor onderwijs geldt, geldt ook voor andere sectoren, zoals defensie. Vijftien jaar geleden zou het CPB wellicht negatief hebben gereageerd op de vraag of investeren in defensie economische opbrengsten oplevert. We moeten daarom voorzichtig zijn met het vertalen van dergelijke investeringen naar economische groei, en veeleer een bredere blik hanteren. Samen met andere planbureaus kunnen we wel iets kwalitatiefs zeggen over de richting en verbanden.” 

Het is heel lastig om daar harde getallen op te plakken, zegt CPB 

Ook zonder harde gegevens over economisch groei kan men besluiten om te investeren in kennis en innovatie, bedoelde Hasekamp. “Het CPB is zeker niet de enige die hier onderzoek naar doet. Ik verwijs hierbij ook graag naar het rapport ‘De Waarden van Wetenschap’ van de KNAW. Het is aannemelijk dat goede investeringen in het hoger onderwijs en innovatie bijdragen aan economische groei, en ook aan andere belangrijke zaken. Kennis heeft daarnaast waarde in zichzelf. Het is echter heel lastig om daar harde getallen op te plakken.” 

The post Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌