Reading view

There are new articles available, click to refresh the page.

‘Bezuinigingen dwingen tot nieuwe keuzes: waarin willen universiteiten goed zijn?’ 

Tijdens een debat in Nieuwspoort, georganiseerd door NWO, gingen beleidsmakers in gesprek over het rapport van Mario Draghi. De oud-president van de ECB stelde onlangs voor om honderden miljarden extra te investeren in Europees onderzoek en innovatie. Dat is nodig om niet verder achterop te raken bij grootmachten zoals China en de VS. De sprekers waren het hierover eens, maar benadrukten dat dit om duidelijke keuzes vraagt. Ook de gevolgen van de huidige bezuinigingen, die nu al zichtbaar zijn bij de universiteiten in Leiden en Utrecht bij de kleine talenstudies, vragen hierom. 

Van koeien en kippen moeten we het niet meer hebben 

Volgens NWO-voorzitter Marcel Levi is het “een verwarrende tijd voor de Nederlandse wetenschap, om het voorzichtig uit te drukken. Er komen steeds meer signalen dat de toekomst van Europa, maar zeker ook die van Nederland, voor een belangrijk deel afhankelijk is van ons vermogen om iets te doen met kennis, innovatie en wetenschap – iets waar we juist heel goed in zijn. Ik heb al vaker gezegd: van de koeien en de kippen hoeven we het in de toekomst echt niet meer te hebben. Dat is eigenlijk precies wat Draghi ook zegt.” 

Het Nederlandse kabinet doet echter juist het tegenovergestelde, zei Levi. “Iedereen zegt steeds dat dit kabinet 1 miljard bezuinigt, omdat dat zo’n fijn rond getal is, maar het is veel meer dan dat, omdat ook het Groeifonds is opgeschort. Het gaat om een aantal miljarden.” 

Ook Laurens Dassen, voorman van VOLT, ziet een groot gat tussen de ambitie van Draghi en het beleid van het kabinet. “Draghi gebruikte heel duidelijke woorden over de urgentie en het belang van investeren. Als we als Europa niet een soort openluchtmuseum willen worden, moeten we echt samen die investeringen doen.” 

Het kabinet zegt wel dit te begrijpen, aldus Dassen, maar hij is minder enthousiast over de conclusies die het kabinet hieraan verbindt. “Je ziet dat dit kabinet het tegenovergestelde doet en daar ook heel open over is. Ze zeggen dat ze nu investeren in de korte termijn, zodat de welvaart tijdelijk groter wordt, maar dat dit ten koste gaat van de toekomst. Helaas wordt er nu gekozen voor beleid dat ten koste gaat van onze innovatiekracht, banen en uiteindelijk ook de welvaart op de lange termijn.” 

Vergelijking met Amerika baart zorgen 

De voorzitter van de TU Eindhoven, Robbert-Jan Smits, die zijn carrière heeft opgebouwd als topambtenaar in het Europese innovatiebeleid, ziet met zorg de vergelijking die Draghi met Amerika maakt. “In de Verenigde Staten is het bruto binnenlands product sinds de jaren negentig met 30 procent gegroeid ten opzichte van Europa. Kijk je naar de arbeidsproductiviteit, dan is die daar veel hoger, en ook de winstgevendheid van bedrijven ligt in Amerika 20 procent hoger dan bij ons.” 

Europa heeft dus een probleem, aldus Smits. “Met de huidige geopolitieke situatie en mogelijke politieke veranderingen in de VS, kan dat enorme gevolgen hebben. Wij als EU worden geplet in de strijd tussen China en Amerika, en we moeten onze eigen positie versterken, maar daarvoor is een gevoel van urgentie nodig.” 

Duitsland onder druk 

Volgens Smits laat Duitsland momenteel zien dat het de verkeerde kant opgaat met Europa. “Alles lijkt nu goed te gaan: er is geen werkloosheid, en we hebben het goed. Maar is er een crisis nodig om die stap vooruit te maken? In Duitsland is die crisis al begonnen. Kijk naar Volkswagen, BASF en de fabrieken die daar sluiten. Er staat behoorlijk wat te gebeuren, en waarschijnlijk al op korte termijn, vrees ik.” 

Positief is volgens Smits dat ook Nederland dit nu begint in te zien, al was daarvoor eerst een dreigement van ASML nodig. “Op dit moment zie ik een positieve ontwikkeling in de Semicon-sector. In Den Haag lijkt nu een duidelijk besef te bestaan, maar ook hier was een crisis nodig voordat er echt beweging kwam, bijvoorbeeld toen ASML dreigde Nederland te verlaten. Nu wordt er een nationale strategie voor halfgeleiders ontwikkeld, wat een zeer positieve ontwikkeling is.” 

Herschikking van universiteiten gewenst 

NWO-voorzitter Levi pleitte tijdens het debat voor een lichte herschikking van het universitaire landschap in Nederland. “In Nederland proberen we min of meer alle universiteiten op topniveau te brengen. Maar je kunt er ook voor kiezen om niet elke universiteit op dat niveau te tillen, maar juist enkele te selecteren. Dat past echter niet helemaal bij onze Nederlandse volksaard.” 

De filosofie van “pieken op een hoogvlakte” spreekt Levi wel aan. “Ik denk dat het goed is dat we, ook vanuit onze onderwijsfunctie, supergoede universiteiten hebben waar mensen op hoog niveau worden opgeleid. Ik zou het echter geen probleem vinden als we op een aantal specifieke onderwerpen echt zouden uitblinken.” 

Specialisatie van universiteiten 

Smits kon zich goed vinden in Levi’s idee. “Ik ben het hier volledig mee eens. Dit noemen we ‘smart specialisation’, een term die we ook in Brussel gebruiken. Daar moeten we naartoe. Kijk naar landbouwkundig onderzoek: dan moet je in Wageningen zijn, voor luchtvaart in Delft, en voor de Semicon-industrie zit zeventig procent rondom Eindhoven.” 

Smits merkt echter op dat dit lastiger blijkt in de praktijk, nu hij al enkele jaren bestuursvoorzitter is van een universiteit. “Het maken van keuzes blijft moeilijk, en binnen universiteiten wordt er nog meer vergaderd dan in Brussel – iets wat niemand zou geloven, maar het is wel zo.” 

Het is volgens Smits daarom betreurenswaardig dat er niet blijvend wordt geïnvesteerd in kennis. “Draghi benadrukt twee zaken: investeer in kennis en zorg dat internationaal talent hierheen komt, zelfs uit de VS. Helaas nemen kabinetsmaatregelen nu juist maatregelen die de instroom van internationaal toptalent beperken, terwijl we dat meer dan ooit nodig hebben, ook om demografische redenen.” 

Levi wees erop dat veel wetenschappelijk werk in Nederland door gastonderzoekers uit andere landen wordt uitgevoerd. “Een aanzienlijk deel van de ERC-beurzen, waar we trots op zijn, wordt toegekend aan buitenlandse onderzoekers. Het kabinet maakt het hen echter moeilijker om hier te werken, wat ik zie als een gebrek aan visie.” 

Zorgen over bepaalde groepen buitenlanders 

Dat dit kabinet het kenniswerkers moeilijker wil maken, vindt de NWO-voorzitter laakbaar. “Misschien komt het voort uit zorgen over bepaalde groepen buitenlanders die men liever niet binnen de landsgrenzen ziet. Wat je daar ook van vindt, maar dat zou je niet op kenniswerkers van toepassing moeten laten zijn.” 

Ook VOLT-Kamerlid Dassen sprak tijdens in Nieuwspoort zijn zorgen uit over deze maatregelen. “Deze maatregel is op meerdere vlakken zeer kostbaar en ineffectief. Als je wilt dat toptalent zich aan universiteiten blijft ontwikkelen, moet je er ook voor zorgen dat deze mensen uiteindelijk hier kunnen doceren. Ze komen hier naartoe omdat ze internationaal onderzoek kunnen doen. Als het beleid wordt dat alles in het Nederlands moet, dan wordt er een signaal afgegeven dat we eigenlijk niet zoveel mensen van buiten willen aantrekken, en dat schaadt ons enorm.” 

Zorgen over talenstudies en internationalisering universiteiten 

Dassen uitte ook zijn zorgen over de bezuinigingen op talenstudies in Leiden en Utrecht, waar nu volledige studies verdwijnen, bijvoorbeeld Keltisch. Terwijl VVD-Kamerlid Claire Martens onlangs liet optekenen dat ze liever voor kwantummechanica kiest dan voor genderstudies, ziet Dassen vooraleerst die noodgedwongen keuze als een probleem. 

“Ik denk dat we als samenleving het onderspit delven als we zulke keuzes maken”, zei het Kamerlid. “De kennis die verloren gaat, kan internationaal van waarde zijn en is maatschappelijk relevant. Als je met het mes op de keel kiest tussen genderstudies en kwantummechanica, maak je een verkeerde keuze voor de korte termijn.” 

Robert-Jan Smits herinnerde zich dat het maken van keuzes over wie wat aanbiedt niet nieuw is. “We weten nog dat sterrenkunde van Utrecht naar Leiden verhuisde en Portugees van Utrecht naar Leiden ging. Universiteiten hebben vaker bekeken wat hun unieke selling point is, maar ik vind dat er nu onvoldoende overleg plaatsvindt. Ik denk dat we dit samen moeten doen, en ik heb dit ook op de agenda gezet.” 

Dit is een crisisperiode voor universiteiten 

Volgens Smits ontslaat dit universiteiten niet van hun taak om te kijken waarin Nederland echt wil uitblinken. “Dit is immers een crisisperiode voor de universiteiten, met 3,3 miljard aan bezuinigingen over een paar jaar. We moeten daarom kijken hoe we via smart specialisation onze sterke punten kunnen benutten en welke grote keuzes daarbij horen. Daarvoor moet je echt samen om tafel zitten.” 

Gezamenlijk proberen universiteiten te bepalen hoe ze door deze periode kunnen komen, aldus Smits. “Zoals Marcel Levi al zei, zou het wenselijk zijn als we in Nederland twee universiteiten hebben die tot de wereldtop behoren. Door ons op specifieke specialisaties te richten, kan dat bereikt worden.” 

The post ‘Bezuinigingen dwingen tot nieuwe keuzes: waarin willen universiteiten goed zijn?’  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Bezuinigingen dwingen tot nieuwe keuzes: waarin willen universiteiten goed zijn?’  verscheen eerst op ScienceGuide.

Minister waakt voor ‘strategisch gedrag’ bij nieuwe verdeling geld voor ongebonden onderzoek

Het geld voor ongebonden onderzoek wordt verdeeld via de Open Competitie en het Talentprogramma van NWO. De manier waarop NWO dat geld verdeeld, is de afgelopen twintig jaar echter amper veranderd, terwijl het stelsel van onderzoek dat wel is. Voor NWO was dit reden om het Rathenau Instituut te vragen welke mogelijke grondslagen voor de verdeling van het geld voor ongebonden onderzoek bestaan. Het Rathenau heeft daarom vorig jaar met belanghebbenden gesproken en gekeken hoe buitenlandse onderzoeksfinanciers hiermee omgaan.  

Criteria voor verdeling middelen ongebonden onderzoek 

Het verdelen van geld voor ongebonden onderzoek kan langs drie wegen, aldus het Rathenau: op basis van het aantal aanvragen per domein, op basis van de kwaliteit van onderzoek, of op basis van de impact van onderzoek. De kwaliteit en impact van onderzoek zijn echter lastig te meten, en bovendien lastig te vergelijken tussen verschillende sectoren. Het is daarom moeilijk om alleen deze criteria als grondslag voor een verdeling van onderzoeksgeld te gebruiken. 

Het aantal aanvragen vanuit een domein is echter wel te meten, namelijk “door te kijken naar feitelijke aanvragen, of indirect, aan de hand van aantallen promoties in een domein, wetenschappelijke staf of onderzoeksoutput. Afhankelijk van het gewicht dat dergelijke indicatoren krijgen in een grondslag, is te verwachten dat het gebruik ervan leidt tot kleinere of grotere verschuivingen in de budgetverdeling ten gunste van de domeinen met de laagste honoreringskansen.” 

Meeste geld uit pilot naar SGW en ENS 

Het aantal aanvragen per domein is één van de twee factoren die NWO gaat gebruiken in de pilot met de verdeling van het Talentprogramma-budget voor de jaren 2024-2026. Zo’n twintig procent van dat budget, 37,5 miljoen euro, zal over domeinen worden verdeeld op basis van het aantal aanvragen en de kwaliteit. De overige 153,7 miljoen euro uit het Talentprogramma zal komende jaren op de huidige manier verdeeld worden. Het criterium ‘kwaliteit’ zal in de pilot overigens gewoon worden gemeten zoals NWO dat nu ook doet, laat een woordvoerder aan ScienceGuide weten. 

Van de 37,5 miljoen euro komt in 2025 het meest bij de sociale en geesteswetenschappen terecht, namelijk 15,2 miljoen. Daarna volgen de exacte en natuurwetenschappen met 12,5 miljoen. Zowel de medische wetenschappen (5,9 miljoen) en de toegepaste en technische wetenschappen (3,9 miljoen) krijgen beduidend minder.  

Was overigens een andere indicator dan ‘aantal aanvragen’ gebruikt om de financieringsbehoefte te bepalen, dan hadden de medische wetenschappen wellicht meer gekregen, suggereren cijfers uit het Rathenau-rapport. In 2022 overlegden de medische wetenschappen namelijk een groter aandeel van zowel de totale promoties (38 procent om 19 procent) als het wetenschappelijk personeel (37 procent om 13 procent) en de onderzoeksoutput (39 procent om 34 procent) dan de exacte en natuurwetenschappen. Die laatsten krijgen in 2025 echter 33 procent van de 37,5 miljoen euro, en de medische wetenschappen slechts 16 procent. 

Minister voorziet strategisch gedrag bij nieuwe verdeling 

Minister Eppo Bruins is blij dat NWO begint met een pilot. “De verschillende domeinen kennen immers verschillende indienculturen, werkwijzen en randvoorwaarden die passen bij het karakter van die domeinen”, schrijft hij.  

Daarnaast kan een verdeling op basis van het aantal aanvragen een prikkel zijn om zoveel mogelijk aanvragen te doen, en dus meer budget te krijgen. “Vanuit de afzonderlijke wetenschapsdomeinen kan dit rationeel gedrag zijn, maar op stelselniveau kan dit suboptimale uitkomsten geven.” Daarom is een goede monitoring belangrijk, benadrukt Bruins, die daarover in gesprek zal blijven met NWO.

Verdeling geld voor domeinoverstijgend onderzoek 

Ook universiteiten hebben een rol in dit geheel, schrijft Bruins. Doordat zij vanuit de eerste geldstroom middelen verdelen over domeinen, hebben zij invloed op de verhouding tussen financiering uit de eerste en de tweede geldstroom per wetenschapsdomein. Dat heeft invloed op het aantal aanvragen om tweede geldstroomfinanciering bij NWO, en daarmee, door deze pilot, ook op de verdeling van die tweede geldstroom. 

Het Rathenau heeft NWO overigens ook geadviseerd over het toekennen van financiering voor domeinoverstijgend onderzoek. Daarvoor is nu geen aparte procedure, waarom aanvragen altijd binnen één van de vier domeinen worden beoordeeld. NWO kan echter meer ruimte maken voor zulke voorstellen, bijvoorbeeld “door de vraag naar financiering voor dit type onderzoek te meten door te inventariseren welke ingediende voorstellen aan criteria voor dit type onderzoek voldoen.” NWO denkt nog na over de eventuele implementatie van het advies. 

The post Minister waakt voor ‘strategisch gedrag’ bij nieuwe verdeling geld voor ongebonden onderzoek first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Minister waakt voor ‘strategisch gedrag’ bij nieuwe verdeling geld voor ongebonden onderzoek verscheen eerst op ScienceGuide.

‘Geen vast contract, geen kans: verborgen ongelijkheid in NWO-beleid voor Vidi-subsidies’

Sinds 2019 voert NWO een beleid waarbij universiteiten verplicht zijn een inbeddingsgarantie te bieden voor kandidaten die zich aanmelden voor het Vidi Talentprogramma. Dit beleid vereist dat een onderzoeker een tenure-track aanstelling of een vaste positie moet worden aangeboden als die de financiering ontvangt. Het beleid is ingevoerd om gelijke behandeling voor Vidi-laureaten te waarborgen en eerdere gevallen te corrigeren waarin universiteiten niet voldoende steun verleenden aan beursontvangers.

Hoewel ik de intentie achter de inbeddingsgarantie volledig ondersteun, heeft de uitvoering van dit beleid in de afgelopen vijf jaar geleid tot aanzienlijke uitdagingen voor wetenschappers met tijdelijke contracten. Ondanks de goede bedoelingen van NWO, is het duidelijk geworden dat universiteiten – volgens een ongeschreven conventie – vaak terughoudend zijn om inbeddingsgaranties te verstrekken aan onderzoekers met tijdelijke contracten. In plaats daarvan worden deze garanties over het algemeen gereserveerd voor de huidige vaste medewerkers.

Beperkte concurrentie voor Vidi-beurzen

Deze praktijk heeft de concurrentie om Vidi-beurzen effectief beperkt tot interne afdelingskandidaten die al een vaste positie binnen hun respectieve afdelingen hebben, in plaats van de Vidi-beurzen open te stellen voor de meest gekwalificeerde kandidaten binnen de bredere academische gemeenschap. Tijdens een workshop voor Vidi-beursaanvragers van de Universiteit Utrecht (in april 2023) verklaarde een instructeur bijvoorbeeld expliciet dat medewerkers zonder vaste contract niet in aanmerking kwamen voor Vidi-beurzen, omdat de Universiteit Utrecht geen inbeddingsgarantie voor hen zou afgeven. Deze houding lijkt gangbaar onder universiteiten in Nederland.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Een beoordeling van de VIDI-ronde van 2022, waarvoor de beurzen werden toegekend in 2023 (gegevens beschikbaar op de website van NWO), bevestigt dit probleem verder. Alle Vidi-ontvangers in het domein Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen (SSH) waren al vaste medewerkers bij hun faculteit. Dit roept vragen op over de eerlijkheid en gelijkheid van het Vidi-beurzenproces, aangezien benadelend werkt voor hooggekwalificeerde wetenschappers met tijdelijke contracten. Hoewel er misschien in 2022 ook aanvragers waren met tijdelijke contracten, wat onzeker blijft, blijkt er een duidelijke vooringenomenheid uit het feit dat alle ontvangers wél vaste faculteitsleden waren.

Verschil tussen Veni- en Vidi-subsidies      

In mijn correspondentie met de NWO heb ik voorgesteld om flexibelere criteria of alternatieve vormen van institutionele steun in te voeren die niet noodzakelijk een tenure-track of vaste positie vereisen, maar toch het succes van het project en de integratie van de onderzoeker in de gastinstelling waarborgen. Deze benadering is succesvol toegepast in het geval van de Veni-beurs, waarbij een tenure-track of vaste positie niet in de inbeddingsgarantie is opgenomen.

Als gevolg hiervan hebben universiteiten een grotere bereidheid getoond om garanties af te geven voor Veni-projecten, waardoor wetenschappers die nog geen vaste positie hebben verworven hun onderzoek kunnen voortzetten en een betekenisvolle bijdrage kunnen leveren aan de academische gemeenschap. NWO reageerde echter door het onderscheid tussen het Veni- en Vidi-programma te benadrukken, waarbij werd opgemerkt dat de eerste bedoeld is voor junior-onderzoekers en de laatste voor senior wetenschappers, zonder in te gaan op de kern van mijn zorg.

Daarnaast heb ik alternatieve oplossingen voorgesteld, zoals het gefaseerd implementeren van de inbeddingsvereiste. Dit zou universiteiten en onderzoeksinstellingen meer tijd geven om zich aan deze verwachtingen aan te passen, waardoor de onmiddellijke diskwalificatie van verdienstelijke kandidaten wordt vermeden.

Inbeddingsgarantie Vidi-subsidies sluit groep onderzoekers uit

Het is essentieel een belangrijk punt te verduidelijken om misverstanden te voorkomen. De kern van het probleem gaat verder dan het al dan niet simpelweg prioriteren van bepaalde kandidaten boven anderen in een competitie- of evaluatieproces tussen faculteitsleden en degenen met tijdelijke contracten. Momenteel ontbreekt het binnen universiteiten aan een transparant proces om te beoordelen wie de meest geschikte kandidaten voor Vidi-beurzen zijn. 

Het primaire punt van zorg is dat de clausule voor vaste contracten binnen de inbeddingsgarantie onderzoekers met tijdelijke contracten effectief uitsluit van de overweging voor Vidi-aanvragen door universiteiten. Als gevolg daarvan zijn Vidi-beurzen voorbehouden aan degenen met vaste posities of faculteitsleden, in plaats van toegankelijk te zijn voor de meest veelbelovende kandidaten, ongeacht hun contractstatus. 

NWO moet verantwoordelijkheid nemen

Deze uitsluiting ondermijnt de doelstellingen van de Vidi-beurs, beperkt de diversiteit van de aanvragers en kan bestaande machtsdynamieken in stand houden. NWO moet haar verantwoordelijkheid in deze context erkennen; als sleutelspeler in het systeem van onderzoeksfinanciering bij universiteiten zijn beslissingen van NWO nauw verbonden met het bredere academische kader, wat de noodzaak van gedeelde verantwoordelijkheid met universiteiten benadrukt.

In het licht van deze bevindingen is er een dringende noodzaak om het huidige beleid te heroverwegen en aan te passen. Hoewel universiteiten verantwoordelijk zijn voor hun praktijken, moet NWO ook háár rol erkennen en proactieve maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het VIDI-beurzenproces eerlijk en inclusief is voor alle in aanmerking komende onderzoekers.

Mehrdad Alipour is onderzoeker op het gebied van islamitische studies. Zijn onderzoek richt zich voornamelijk op islamitisch recht, rechtstheorie, Sji’i studies en Perzische intellectuele tradities. In september 2022 startte zijn NWO Veni-project ‘Beyond Binaries: Intersex in Islamic Legal Tradition’.

The post ‘Geen vast contract, geen kans: verborgen ongelijkheid in NWO-beleid voor Vidi-subsidies’ first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Geen vast contract, geen kans: verborgen ongelijkheid in NWO-beleid voor Vidi-subsidies’ verscheen eerst op ScienceGuide.

❌