Reading view

There are new articles available, click to refresh the page.

Gemeente Maastricht gaat naar Boston omdat te veel buitenlandse studenten vertrekken 

De regio Zuid-Limburg presenteert zich voortaan internationaal als de ‘Maastricht Region’. Dat moet helpen bij het aantrekken en behouden van hoogopgeleid talent, legde een ambtenaar uit tijdens een recente bijeenkomst van de Maastrichtse gemeenteraad over het regionale talentenbeleid. De gemeente gaat zelfs buitenlandse beurzen af om studenten enthousiast te maken voor een baan in en rondom Maastricht. 

South Limburg spreekt niet tot de verbeelding in Boston 

“‘South Limburg’ spreekt niet echt tot de verbeelding als je op een beurs staat in Boston”, legde gemeenteambtenaar Ramona Corsius uit. “Daarom hebben we ervoor gekozen om ons samen met de andere centrumgemeenten te presenteren als ‘Welcome to Maastricht Region’.” 

Een belangrijke stap in deze richting is de aansluiting bij de Landelijke Talent Coalition, een samenwerkingsverband van Nederlandse regio’s die zich inzetten voor het aantrekken van internationaal talent. Deze samenwerking brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, vooral in vergelijking met gevestigde regio’s, zo zei de Maastrichtse ambtenaar. “Ik zit aan tafel met mijn evenknie van Brainport Eindhoven. Het is best een uitdaging als je hen hoort vertellen wat zij allemaal doen. Daar hoeven wij niet naar te streven, maar het is wel een voorbeeld dat laat zien dat wij nog best wat te doen hebben aan internationale profilering.” 

Om de ambities waar te maken, heeft de regio een praktische aanpak ontwikkeld via gerichte samenwerkingsverbanden, waaronder een ‘werktafel’ met de Universiteit Maastricht, Zuyd Hogeschool en het mbo Vista College. 

De studenten moeten hier blijven 

De samenwerking komt voort uit een duidelijk probleem: internationale studenten komen wel naar de regio om te studeren, maar vertrekken vaak na hun opleiding. “Dat wil je niet”, benadrukte de gemeenteambtenaar. “Je wilt ze hier houden, want we hebben hier voldoende uitdagingen die ingevuld moeten worden.” 

De werktafels hanteren daarbij een proactieve benadering. In plaats van te wachten tot studenten bijna afstuderen, wordt er vanaf het begin ingezet op binding met de regio. “We gaan het niet alleen maar hebben over een carrièrebeurs in het vierde jaar van: ‘oh ja, die studenten gaan vertrekken, we moeten nog iets organiseren met elkaar'”, legde de ambtenaar uit. “Nee, dat moet je vanaf jaar één doen. Vanaf het moment dat ze hier naartoe komen en hier instromen, moeten ze kennismaken met het bedrijfsleven.” 

Deze aanpak werd dit jaar al in praktijk gebracht tijdens de introductieweek voor nieuwe studenten. “Heel concreet: tijdens de Inkom hebben we de hele woensdag georganiseerd in het teken van het Euregionale bedrijfsleven”, vertelde de spreker. “Alle internationale studenten van de UM en Zuyd Hogeschool hebben kennisgemaakt met een aantal werkgevers en workshops gevolgd.” 

Eerste successen in internationale talentenwerving 

De nieuwe strategie van Maastricht Region werpt al zijn eerste vruchten af. Een van de meest in het oog springende resultaten is de deelname aan de internationale talentenbeurs in Boston. “We zijn begin dit jaar voor de eerste keer naar Boston gegaan om te onderzoeken hoe dat er nou eigenlijk aan toegaat”, vertelde de ambtenaar. 

De beurs bracht de regio in contact met een groot aantal hoogopgeleide Europese studenten die studeren aan vooraanstaande Amerikaanse universiteiten MIT, Harvard, Boston University en New York University. 

Niet voor een opleiding in Maastricht, maar voor werk 

De focus ligt daarbij niet op het werven van nieuwe studenten voor de onderwijsinstellingen, maar op het direct verbinden van talent aan de regionale arbeidsmarkt. “De werkgevers kunnen daar zelf de gesprekken met studenten voeren om ze naar hier te halen. Niet om hier een opleiding te volgen, maar om hier aan het werk te gaan of een stage te vervullen.” 

Vooral de stageregeling van MIT biedt kansen voor de regio Maastricht. “Als je die studenten hier haalt voor een stage en ze proeven van de regio en zien wat hier te doen is, dan zullen ze altijd heel even terug moeten voor hun studie naar de VS. Maar vervolgens heb je wel laten zien wat we hier te bieden hebben.” 

Bij Zuyd vertrekt ook veel buitenlands talent 

Gemeenteraadsleden vroegen zich af of de focus niet beter liggen op het behouden van de huidige internationale studenten in Maastricht. Met name bij de Universiteit Maastricht, waar 61 procent van de studentenpopulatie uit het buitenland komt, lijkt hier potentieel te liggen, stelden ze. Het probleem is echter dat een groot deel van hen na afstuderen weer vertrekt.  

Bij Zuyd Hogeschool speelt hetzelfde probleem, schetste een raadslid van de VVD, die bij Zuyd begeleider is van afstudeerders. “Al een aantal jaar begeleid ik heel veel studenten van de Hogeschool Zuyd in een thesistraject, maar ongeveer 70 tot 80 procent gaat weer naar het buitenland en komt niet meer terug.” Deze constatering leidde bij de VVD tot de vraag hoe Zuid-Limburg deze talenten kan terugkrijgen naar de regio, en tegelijkertijd studenten van andere onderwijsinstellingen naar Maastricht kan trekken. 

Juist de zorgen over het wegtrekkende talent hebben geleid tot een intensieve samenwerking met de onderwijsinstellingen in de regio, antwoordde de ambtenaar. Zo neemt Hogeschool Zuyd deel aan de werktafel over carrièreperspectieven en de ontwikkeling van een Euregionale mindset, een initiatief dat ook bij de Universiteit Maastricht wordt uitgerold, schetste ze. “De boodschap aan internationale studenten is daarbij helder: je kunt gewoon hier blijven, je hoeft niet naar de Randstad of naar Brainport. Hier is veel meer te doen, als je maar even goed om je heen kijkt.” 

De Limburgse hoger-onderwijsinstellingen moeten voorlichting over die kwesties structureel inbedden in hun curricula, vindt de gemeente Maastricht. “Daarbij is de boodschap vanaf het eerste studiejaar consistent: Je hoeft niet weg, je kunt hier blijven. Sterker nog: je moet hier blijven.” 

Daar is veel winst te behalen 

De primaire focus van Zuid-Limburg ligt dan ook niet primair op het aantrekken van studenten uit andere landen “Het aantrekken van talent bedraagt 30 procent van onze focus. 70 procent van onze tijd gaat naar het houden van het talent hier, want daar is echt veel meer winst te behalen”, verzekerde de ambtenaar.

Momenteel loopt ook een onderzoek naar de hbo-wo-kloof op de arbeidsmarkt in Zuid-Limburg, vooral met het oog op de komst van de Einsteintelescoop. “We laten onderzoeken wat die kloof is. Uit die analyse zal blijken welke profielen we binnen nu en twee, drie, vier jaar nodig hebben. Daarom moeten wij ook de grens over, want die studenten zitten soms in Helsinki of in Boston.” 

Zorgen over nieuwe politieke wind in Nederland 

De huidige maatschappelijke discussie over internationalisering vormt wel een punt van zorg, zo zei de ambtenaar in reactie op vragen hierover van VOLT. “We zien het al terug in de soort vragen die we krijgen”, merkte de ambtenaar op.  

“Men is zich ervan bewust dat in Nederland een heel andere wind is gaan waaien. ‘Zijn wij daar eigenlijk nog wel welkom?’ Soms proberen we daar heel naïef overheen te kijken in gesprek met studenten, maar je wilt dat talent hier wel behouden, dus dan probeer je daar maar even geen aandacht aan te besteden. We zijn ons daar echter zeker bewust van.” 

The post Gemeente Maastricht gaat naar Boston omdat te veel buitenlandse studenten vertrekken  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Gemeente Maastricht gaat naar Boston omdat te veel buitenlandse studenten vertrekken  verscheen eerst op ScienceGuide.

University colleges zijn niet beter voor baankansen dan reguliere bachelors

Een recent onderzoek uitgevoerd door Milan Kovačević, Teun Dekker en Rolf van der Velden van de Universiteit Maastricht werpt nieuw licht op de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van Nederlandse university colleges. De studie, gepubliceerd in het tijdschrift Research in Higher Education, vergelijkt de arbeidsmarktuitkomsten van liberal arts afgestudeerden met die van hun leeftijdsgenoten met een regulier bachelordiploma.

De onderzoekers wilden nagaan hoe afgestudeerden van university colleges het doen op de arbeidsmarkt in vergelijking met afgestudeerden van reguliere bachelorprogramma’s aan Nederlandse universiteiten. Deze vraag is relevant omdat university colleges een relatief nieuwe vorm van onderwijs bieden in Nederland. Hun brede, interdisciplinaire liberal arts programma’s wijken af van de meer gespecialiseerde bacheloropleidingen die veelal gebruikelijk zijn in het Nederlandse hoger onderwijs.

Een selectieve toelatingsprocedure

Daarnaast hebben de university colleges in Nederland een selectieve toelatingsprocedure, in tegenstelling tot de meeste reguliere bachelors. De selectieprocedure omvat meestal een beoordeling van eerdere onderwijsprestaties, aanbevelingsbrieven, een motivatiebrief, een persoonlijk essay en een toelatingsinterview.

Om dit te onderzoeken, maakten de wetenschappers gebruik van gegevens uit de Nationale Alumni Enquête, een tweejaarlijks onderzoek onder afgestudeerde masterstudenten van Nederlandse universiteiten. Ze analyseerden de gegevens van in totaal 14.933 respondenten die een masteropleiding hadden afgerond aan een Nederlandse onderzoeksuniversiteit, waarvan er 210 een liberal arts bacheloropleiding hadden afgerond, alvorens ze hun master behaalden.

Zes verschillende arbeidsmarktuitkomsten

De onderzoekers keken naar zes verschillende arbeidsmarktuitkomsten: werkgelegenheidsstatus, tijd tot het vinden van de eerste betaalde baan, ook naar de verticale match. Dat wil zeggen of het opleidingsniveau past bij de baan, maar ook de horizontale match of de studierichting aansluit bij het werk, een combinatie van verticale en horizontale match, en het uurloon.

Om de invloed van andere factoren uit te sluiten, hielden de wetenschappers in hun analyses rekening met persoonlijke achtergrondkenmerken, werk- en studiekenmerken die de arbeidsmarktuitkomsten zouden kunnen beïnvloeden. Zo controleerden ze onder meer voor geslacht, leeftijd, studierichting van de masteropleiding, gemiddeld cijfer, stage-ervaring, relevante werkervaring tijdens de studie, en migratieachtergrond.

De onderzoekers gebruikten verschillende statistische methoden om de data te analyseren. Om de robuustheid van de resultaten te controleren, pasten ze ook propensity score matching toe. Deze techniek maakt het mogelijk om liberal arts afgestudeerden te vergelijken met vergelijkbare afgestudeerden van reguliere bachelors.

Uit de resultaten blijkt dat liberal arts afgestudeerden over het algemeen niet significant beter of slechter presteren op de arbeidsmarkt dan hun tegenhangers met een normale bachelorgraad. Voor de meeste onderzochte uitkomsten werden geen statistisch significante verschillen gevonden tussen de twee groepen.

Wel minder kans op een baan in de STEM-richtingen

De enige uitzondering hierop betreft de werkgelegenheidsstatus van afgestudeerden met een master in de STEM-richtingen. Liberal arts afgestudeerden met een STEM-master hadden een 13,3 procentpunt lagere kans op het hebben van een baan in vergelijking met afgestudeerden van reguliere bachelors. Bij afgestudeerden in andere studierichtingen werd dit verschil niet gevonden.

De onderzoekers verklaren dat door erop te wijzen dat werkgevers graag een werknemer in dienst nemen met zoveel mogelijk direct toepasbare vaardigheden. De onderzoekers concluderen dat negatieve signalering de belangrijkste factor lijkt te zijn die de toegang van liberal arts afgestudeerden tot STEM-banen belemmert, eerder dan een daadwerkelijk gebrek aan gespecialiseerde vaardigheden.

Selectie heeft geen effect op baankansen

De resultaten van het onderzoek toonden ook geen selectiviteitseffect aan, aangezien liberal arts afgestudeerden hun leeftijdsgenoten niet overtroffen in enige van de onderzochte arbeidsmarktuitkomsten.

Desondanks leveren de bevindingen belangrijke nieuwe inzichten op over de arbeidsmarktwaarde van liberal arts opleidingen in Nederland. De Limburgse onderzoekers weerleggen de veelgehoorde kritiek dat liberal arts afgestudeerden slechte arbeidsmarktperspectieven zouden hebben. De resultaten suggereren dat university colleges wel degelijk in staat zijn om studenten adequaat voor te bereiden op de arbeidsmarkt, zo stellen de onderzoekers.

Liberal arts model niet overschatten

Tegelijkertijd waarschuwen de onderzoekers ervoor de verdiensten van het liberal arts model niet te overschatten. Ze vonden immers ook geen bewijs dat liberal arts afgestudeerden het beter doen dan hun leeftijdsgenoten met een regulier bachelordiploma. De veronderstelling dat er een toenemende behoefte is aan generieke vaardigheden op de arbeidsmarkt, wat vaak als argument voor liberal arts onderwijs wordt gebruikt, wordt niet ondersteund door de data.

De onderzoekers willen wel graag benadrukken dat de in deze studie gebruikte methoden zijn ontworpen om verbanden en relaties te onderzoeken, niet om causaliteit af te leiden. Daarom moeten de resultaten worden geïnterpreteerd als suggestief bewijs in plaats van als definitieve causale conclusies.

The post University colleges zijn niet beter voor baankansen dan reguliere bachelors first appeared on ScienceGuide.

Het bericht University colleges zijn niet beter voor baankansen dan reguliere bachelors verscheen eerst op ScienceGuide.

❌