Reading view

There are new articles available, click to refresh the page.

Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB 

Vorige week wierp D66-Kamerlid Jan Paternotte het nog voor de voeten van de nieuwe minister van Onderwijs, Eppo Bruins: Rabobank heeft berekend dat de twaalf miljard euro aan bezuinigingen op innovatie, zoals vastgelegd in het hoofdlijnakkoord, volgens een conservatieve schatting zou leiden tot een welvaartsverlies van 27 miljard euro voor Nederland. Dergelijke cijfers, met name van de Rabobank, worden vaak gebruikt door lobbyisten uit de kennissector. Zij willen daarmee aantonen dat het niet investeren in of zelfs bezuinigen op ‘kennis’ langdurige economische schade veroorzaakt. 

Tijdens een overleg in de Kamer met het Centraal Planbureau (CPB) en de Nederlandse Bank, stelde Senna Maatoug van GroenLinks-PvdA aan Pieter Hasekamp, directeur van het CPB, een vraag over de economische effecten van de door het nieuwe kabinet voorgestelde bezuinigingen op hoger onderwijs en innovatie. 

CPB: op macroniveau zijn er best verbanden te vinden 

“Dit is een langlopende discussie”, zei de rekenmeester van het CPB. “Het CPB heeft in een aantal studies gekeken naar het verband tussen investeren in onderwijs en innovatie, en de economische groei. Op macroniveau zijn er best verbanden te vinden.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Investeringen in bijvoorbeeld het Groeifonds zijn echter heel moeilijk te koppelen aan concrete economische groeicijfers in de toekomst, legde Hasekamp uit. “Op microniveau kun je soms iets zeggen over hele specifieke interventies, maar je kunt heel moeilijk het effect van bijvoorbeeld zo’n groeifondsinvestering koppelen aan een hogere economische groei over een x-aantal jaar. Daar lopen we tegen de grenzen van ons instrumentarium aan. Ik heb ook niet zo heel veel vertrouwen in degenen die zeggen dat wel te kunnen, want uiteindelijk is het toch een beetje: wat je erin stopt, krijg je eruit.” 

Het is zeer de vraag of dit geldt voor specifieke interventies 

Deze vraag, die ook voortdurend terugkomt in de aanloop naar Tweede Kamerverkiezingen, moet je eigenlijk niet willen beantwoorden, vindt Hasekamp. In verkiezingstijd willen partijen echter dat investeringen in kennis en innovatie door de CPB-modellen worden beloond met het vooruitzicht van economische groei in de toekomst. “Bij doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s of coalitieakkoorden moeten we voorzichtig zijn, omdat we anders politieke keuzes zouden kunnen dicteren. Als we investeringen in onderwijs aantrekkelijk maken in onze modellen, wordt men daarvoor beloond. Het is echter zeer de vraag of dit ook geldt voor een specifieke interventie.” 

Als voorbeeld gebruikte Hasekamp investeringen in Defensie. Daar kijkt men nu heel anders naar dan in het verleden. “Wat voor onderwijs geldt, geldt ook voor andere sectoren, zoals defensie. Vijftien jaar geleden zou het CPB wellicht negatief hebben gereageerd op de vraag of investeren in defensie economische opbrengsten oplevert. We moeten daarom voorzichtig zijn met het vertalen van dergelijke investeringen naar economische groei, en veeleer een bredere blik hanteren. Samen met andere planbureaus kunnen we wel iets kwalitatiefs zeggen over de richting en verbanden.” 

Het is heel lastig om daar harde getallen op te plakken, zegt CPB 

Ook zonder harde gegevens over economisch groei kan men besluiten om te investeren in kennis en innovatie, bedoelde Hasekamp. “Het CPB is zeker niet de enige die hier onderzoek naar doet. Ik verwijs hierbij ook graag naar het rapport ‘De Waarden van Wetenschap’ van de KNAW. Het is aannemelijk dat goede investeringen in het hoger onderwijs en innovatie bijdragen aan economische groei, en ook aan andere belangrijke zaken. Kennis heeft daarnaast waarde in zichzelf. Het is echter heel lastig om daar harde getallen op te plakken.” 

The post Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB  verscheen eerst op ScienceGuide.

NSC levert minister voor het hoger onderwijs 

Naast de minister voor hoger onderwijs krijgt het ministerie van OCW ook twee staatssecretarissen; een voor primair en voortgezet onderwijs, en een voor het mbo. Dit staatssecretariaat zal worden ingevuld door de VVD. Het vervolgonderwijs zal dus onder één minister vallen, zoals ook afgelopen kabinetsperiode het geval was onder minister Dijkgraaf.  

De exacte verdeling wordt later bekend

De exacte verdeling van de portefeuilles wordt duidelijk bij het ‘constituerend beraad’, een eerste beraad van de nieuwe ministersploeg. Dan moet ook duidelijk worden wie op OCW de portefeuille voor leven lang ontwikkelen krijgt. 

Een van de belangrijkste taken voor de nieuwe NSC-minister wordt het realiseren van forse bezuinigingen. Er ligt een bezuinigingsopdracht van bijna een miljard euro voor het hoger onderwijs. Volgens het onderhandelaarsakkoord moet die deels worden verwerkelijkt door kortingen op de sectorplannen en het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. 

Zelfregie en wet 

Daarnaast is er een bezuiniging van bijna 300 miljoen euro ingecalculeerd op de internationalisering van het hoger onderwijs. Dit moet worden bereikt door het verminderen van de instroom van internationale studenten, wat alleen mogelijk is door de Wet internationalisering in balans (WIB) en zelfregie van universiteiten. Die zullen veel bacheloropleidingen moeten omzetten naar het Nederlands. Universiteiten hebben al laten weten het nieuwe coalitieakkoord en de bijbehorende bezuinigingsopdracht deze opgave een stuk straffer maken. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Bij de zelfregieplannen die tot nu toe zijn gepresenteerd, hopen universiteiten vooral meer Nederlandse opleidingen aan te bieden naast de Engelstalige opleidingen die de afgelopen jaren veelvuldig zijn gecreëerd. Of de nieuwe NSC-minister daarmee genoegen neemt, is nog maar de vraag; de bezuiniging van 293 miljoen euro moet wel worden verwezenlijkt.  

Engels alleen nog op plekken van strategisch belang 

Het bevorderen van het Nederlands wordt weer een kerntaak van het hoger onderwijs, aldus een van de hoofdlijnen in het onderhandelaarsakkoord. Het Nederlands lijkt daarin nog veel meer prioriteit te hebben dan in de huidige Wet internationalisering in balans, die onlangs door demissionair minister Dijkgraaf naar de Kamer werd gestuurd. Het Engels moet in het hoger onderwijs dusdanig worden teruggedrongen dat het alleen nog wordt aangeboden op plekken die voor Nederland van strategisch belang zijn, aldus de nieuwe coalitie. Ook hierin lijkt men verder te willen gaan dan de WIB van minister Dijkgraaf; diens wetsvoorstel kent tal van uitzonderingen en bevat een ingewikkeld controlesysteem. 

De nieuwe NSC-minister moet daarnaast de langstudeerboete invoeren. Minister Dijkgraaf gaf gisteren nog aan dat het lastig zal zijn om dat al in 2026 te doen; de benodigde wetgeving moet dan al voor januari 2025 door beide Kamers zijn. Dit zou kunnen betekenen dat deze zomer alle verloven op het ministerie van OCW worden ingetrokken om de wetten nog dit jaar nog door de Kamers te loodsen, maar erg waarschijnlijk is dat niet. Deze langstudeerboete kan bij studenten op veel verzet rekenen: demonstraties op het Malieveld liggen in het verschiet. 

Alsof dat nog niet genoeg is, is dit nieuwe kabinet ook van plan om een nieuw bekostigingsplan in te voeren, namelijk dat van capaciteitsbekostiging. Dit is een majeure operatie die veel schikken en plooien vraagt: een nieuw bekostigingsmodel betekent immers ook dat er instellingen zijn die er op achteruitgaan. 

Komt Omtzigt zijn belofte na met iemand van buiten? 

De grote vraag is vooralsnog wie de post van minister voor hoger onderwijs zal bekleden en wie de staatssecretarissen worden. Voor andere ministeries en staatssecretariaten zingen reeds allerlei namen rond, vrijwel allen afkomstig uit fracties van coalitiepartijen.  

Dat de meeste kandidaten voor ministerposten momenteel in de Kamer zitten, staat in schril contrast met de belofte van NSC-voorman Pieter Omtzigt om een extraparlementair kabinet te vormen. Daarin zouden ook veel bewindslieden van buiten de politiek worden aangetrokken om het extraparlementaire karakter van het nieuwe kabinet te benadrukken. 

Houdt NSC zichzelf daar wel aan, dan zou een kandidaat als NSC-Kamerlid Rozanne Hertzberger afvallen voor de ministerpost op het ministerie van OCW. Enkele namen die wel opkomen zijn bijvoorbeeld Ad Verbrugge, UHD bij de VU en een bondgenoot van Pieter Omtzigt in diens strijd tegen het verengelste hoger onderwijs, en de Nijmeegse hoogleraar Lotte Jensen, eveneens een vocaal tegenstander van de verengelsing van het hoger onderwijs. 

The post NSC levert minister voor het hoger onderwijs  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht NSC levert minister voor het hoger onderwijs  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌