Universiteit Utrecht verliest rechtszaak in juridisch conflict rondom investeringsvehikel
De universiteit had de medewerker ontslagen vanwege vermeend ernstig verwijtbaar handelen. Ze stelde dat de jurist zonder toestemming betaalde nevenwerkzaamheden had verricht bij een spin-off bedrijf genaamd GenDx, waarin de universiteit via Utrecht Holdings aandelen hield. Daarnaast werd hem verweten dat hij had nagelaten melding te maken van een mogelijk tegenstrijdig belang van zijn leidinggevende, die ook betrokken was bij GenDx. Bovendien had de medewerker een aanzienlijke miljoenenwinst gemaakt met aandelen in GenDx.
Wetenschappelijk onderzoek vermarkten
De Universiteit Utrecht kampt al geruime tijd met problemen rond GenDx, een bedrijf van het investeringsvehikel Utrecht Holdings, waarvan de universiteit 100 procent aandeelhouder is. Via Utrecht Holdings probeert de UU wetenschappelijk onderzoek te vermarkten. Toen vorig jaar bekend werd dat Gom van Strien, een PVV-senator, informateur zou worden van een nieuw kabinet, werd ook bekend dat er aangifte was gedaan tegen Van Strien wegens zelfverrijking via Utrecht Holdings. Het Openbaar Ministerie onderzoekt deze aangifte en de FIOD heeft inmiddels een huiszoeking gedaan bij Van Strien.
De huidige voorzitter van de Universiteit Utrecht, Anton Pijpers, was al langer op de hoogte van de vermeende misstanden, meldde de Volkskrant vorig jaar. Pijpers had één van de meldingen wel onderzocht en vond geen onregelmatigheden. In 2019 besloot hij geen verder onderzoek in te stellen. Uit het onderzoek dat eind 2021 alsnog plaatsvond, bleek echter dat twee medewerkers en een oud-medewerker, waaronder PVV-senator Gom van Strien, mogelijk betrokken waren bij fraude. Van Strien was van 2002 tot 2009 directeur van de Holding.
De kantonrechter had aanvankelijk het ontslag van de jurist, die al decennia in dienst was bij de UU, bekrachtigd. De medewerker ging echter in hoger beroep, betwistte de beschuldigingen en stelde dat hij wel degelijk toestemming had gekregen voor zijn betaalde nevenwerkzaamheden en het aandeelhouderschap in GenDx. Bovendien voerde hij aan dat er geen meldingsplicht was.
Onvoldoende grond voor ontslag
Het gerechtshof oordeelde nu dat het merendeel van de verwijten van de UU jegens de medewerker ongegrond is. Hoewel de jurist enkele nevenwerkzaamheden heeft verricht zonder formele melding en toestemming, acht het hof dit onvoldoende reden voor ontslag. Het hof stelde vast dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door de medewerker. Deze conclusie baseerde het hof op een uitgebreide weergave van de feiten, bevindingen en standpunten van beide partijen in deze zaak.
Een cruciaal punt in de uitspraak is dat het hof oordeelde dat de medewerker mocht vertrouwen op de mondelinge toestemming die hij van zijn leidinggevende had gekregen voor het verrichten van betaalde nevenwerkzaamheden bij GenDx. Het hof stelde dat er voor de medewerker op dat moment geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van deze mededeling. Ook had de medewerker mondelinge toestemming gekregen van de voorzitter van de Raad van Commissarissen om middels aandelen te investeren in GenDx.
Verschillende juridische procedures
Ondanks dat het hof het ontslag onterecht acht, ziet het geen reden om de arbeidsovereenkomst te herstellen. De verhoudingen tussen de partijen zijn inmiddels dermate verstoord geraakt, mede door de verschillende juridische procedures, dat het hof een herstel van de arbeidsrelatie niet zinvol acht.
De universiteit wordt in het vonnis bekritiseerd voor haar handelwijze. Het hof stelt dat van de UU als goed werkgever een andere houding verwacht had mogen worden, gezien het lange dienstverband van de medewerker. De verwijten aan het adres van de jurist zijn volgens het hof grotendeels onterecht en volgen niet redelijkerwijs uit het feitenonderzoek dat de universiteit heeft laten uitvoeren.
Multimiljonair toch recht op billijke vergoeding
Ook het verzoek van de UU om te verklaren dat de medewerker geen aanspraak kan maken op een bovenwettelijke werkloosheidsregeling, werd afgewezen. Het hof stelde de transitievergoeding vast op 72.000 euro. Daarnaast kende het hof een billijke vergoeding toe van 60.000 euro bruto. Bij het bepalen van deze vergoeding hield het hof rekening met factoren zoals de duur van het dienstverband, de inkomensderving als gevolg van het ontslag, en de impact op de reputatie en het leven van de medewerker.
De UU betoogde dat de jurist geen recht had op deze vergoeding, aangezien hij multimiljonair is geworden door de verkoop van aandelen en verwacht wordt dat hij hierop rendement maakt. De rechter ging echter niet mee in dit argument.
The post Universiteit Utrecht verliest rechtszaak in juridisch conflict rondom investeringsvehikel first appeared on ScienceGuide.
Het bericht Universiteit Utrecht verliest rechtszaak in juridisch conflict rondom investeringsvehikel verscheen eerst op ScienceGuide.