Reading view

There are new articles available, click to refresh the page.

“Exotisch genoeg voor diversiteitscampagnes, maar genegeerd voor wetenschappelijk werk” 

Vrouwelijke wetenschappers van kleur hebben te maken met verschillende vormen van intersectionele uitsluiting binnen de Nederlandse academische wereld, toont onderzoek van de University of Connecticut. 

Onderbelichte positie van zwarte vrouwelijke academici 

Het onderzoek richt zich specifiek op de ervaringen van zwarte vrouwen in de Nederlandse academische context. Hoewel structureel racisme binnen academische instellingen steeds meer aandacht krijgt, is de positie van zwarte vrouwelijke academici tot nu toe onderbelicht gebleven, aldus de onderzoekers. 

Veel van deze vrouwen kampen met ondervertegenwoordiging in facultaire posities, ongelijke toegang tot onderzoeksfinanciering, en de devaluatie van hun wetenschappelijke bijdragen. De academische wereld zelf wordt nog sterk beïnvloed door het koloniale verleden, waarin witte Europese mannen de norm zijn, schrijven de auteurs. Diversiteitsinitiatieven richten zich daarom eerder op witte vrouwelijke wetenschappers, wat de problemen van zwarte vrouwelijke academici minder zichtbaar maakt. 

Kleine steekproef, rijke verhalen 

De onderzoekers namen diepte-interviews af bij vijf zwarte vrouwelijke academici die werkzaam zijn aan Nederlandse universiteiten en hogescholen – drie aan universiteiten, twee aan hogescholen. Hoewel de steekproefgrootte klein is, benadrukken de onderzoekers dat de verhalen diepgaand en rijk aan informatie zijn, wat resulteert in duidelijke bevindingen. 

 Het onderzoek maakt overigens deel uit van een groter internationaal project waarin 22 zwarte vrouwelijke academici uit verschillende landen worden geïnterviewd.  

Tegelijk zichtbaar en onzichtbaar 

Uit de analyse van de interviews komen vier hoofdthema’s naar voren die verschillende vormen van uitsluiting beschrijven: hyper-onzichtbaarheid, hyper-zichtbaarheid, hypo-onzichtbaarheid en hypo-zichtbaarheid. Deze thema’s illustreren hoe zwarte vrouwelijke academici te maken hebben met schijnbaar tegenstrijdige ervaringen van zowel zichtbaar als onzichtbaar zijn binnen de academische omgeving. Dit weerspiegelt de internationale reputatie van Nederlandse universiteiten en hogescholen en hun vermogen om talent van over de hele wereld aan te trekken, aldus de onderzoekers. 

Het eerste thema, ‘hyper-onzichtbaarheid’, verwijst naar situaties waarin de bijdragen en kwalificaties van zwarte vrouwelijke academici over het hoofd worden gezien. Meerdere geïnterviewden beschreven hoe zij ondanks uitstekende kwalificaties werden gepasseerd voor promoties of andere carrièrekansen. Anuke, een van de geïnterviewden met een fingeerde naam, zei: “Ik solliciteerde voor een functie als lector waarvoor ik zeer gekwalificeerd was. Ik had alle vereiste ervaring, publicaties en erkenning. Toch kreeg ik de baan niet, terwijl ik veruit de meest gekwalificeerde kandidaat was.” 

Tegelijkertijd ervaren zwarte vrouwelijke academici momenten van ‘hyper-zichtbaarheid’, bijvoorbeeld wanneer ze als ‘exotisch’ worden gezien en worden ingezet voor diversiteitscampagnes, terwijl ze vaak de enige zwarte vrouw in hun onderzoeksgroep of faculteit zijn. “Ik word vaak gevraagd om in onderzoeksgroepen te zitten waar ik de enige zwarte vrouw ben. Het voelt alsof ik er ben om diversiteit uit te stralen, niet vanwege mijn expertise”, vertelde een respondent. 

Vernederend gebruik voor onderzoeksaanvragen 

Daarnaast worden deze vrouwen vaak gevraagd om deel te nemen aan onderzoeksaanvragen om zo de kans op honorering te vergroten. Dit wordt door hen als zeer vernederend ervaren. Een van de respondenten zegt zich dan meer een studieobject dan een gelijkwaardige onderzoeker te voelen. 

Het derde thema, ‘hypo-onzichtbaarheid’, beschrijft de strategieën die zwarte vrouwelijke academici toepassen om zich terug te trekken uit schadelijke omgevingen. “Ik probeer bewust mijn netwerken te veranderen en situaties te vermijden waarin ik me ongemakkelijk voel. Het is een vorm van zelfbescherming”, laat een van hen optekenen 

‘Hypo-zichtbaarheid’ verwijst naar de onzichtbare uitdagingen van zwarte vrouwelijke academici, zoals het combineren van moederschap en een academische carrière. Een van de respondenten, een jonge moeder, vertelde: “Tijdens de pandemie moest ik online lesgeven, vergaderen en adviseren terwijl ik voor jonge kinderen zorgde. Het was ongelooflijk zwaar, maar er was weinig begrip voor mijn situatie.” 

Belemmeringen in wetenschappelijke carrières 

Doordat hun wetenschappelijke vaardigheden vaak niet worden erkend, worden deze vrouwen vaker ingezet voor onderwijs, wat hun carrièrekansen in de wetenschap onder druk zet, zien de onderzoekers. Voor een van de geïnterviewden was dit de reden om de universiteit te verlaten voor een positie aan een hogeschool. 

Het onderzoek toont aan dat deze vormen van uitsluiting diepgeworteld zijn in de Nederlandse onderzoekscultuur. Koloniale denkbeelden en het negeren van ras en etniciteit in diversiteitsbeleid leiden ertoe dat de specifieke ervaringen van zwarte vrouwen vaak over het hoofd worden gezien aldus de Amerikaanse auteurs. 

Netwerken voor mentorschap 

De onderzoekers doen een aantal aanbevelingen om de positie van zwarte vrouwelijke academici te verbeteren. Ten eerste pleiten ze voor de oprichting van professionele netwerken en ondersteuningsgroepen die specifiek zijn gericht op zwarte vrouwen in de academische wereld. Deze netwerken kunnen zorgen voor mentorschap, uitwisseling van ervaringen en onderlinge ondersteuning. 

Daarnaast adviseren de onderzoekers gerichte programma’s en workshops voor de professionele ontwikkeling en onderzoeksmogelijkheden van zwarte vrouwelijke academici. Ook moet er op institutioneel niveau inclusiever beleid komen dat expliciet gericht is op het behoud en succes van zwarte vrouwelijke academici. Dit omvat het herzien van wervings- en promotieprocedures en het creëren van groeitrajecten op maat. 

Tegelijkertijd onderstrepen de bevindingen de noodzaak van verder onderzoek naar de complexe realiteit van verschillende gemarginaliseerde groepen binnen de onderzoeksgemeenschap, zeggen de onderzoekers. Alleen door deze ervaringen serieus te nemen en te vertalen naar gerichte acties, kan een werkelijk inclusieve academische cultuur worden gecreëerd. 

The post “Exotisch genoeg voor diversiteitscampagnes, maar genegeerd voor wetenschappelijk werk”  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Exotisch genoeg voor diversiteitscampagnes, maar genegeerd voor wetenschappelijk werk”  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌