Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Before yesterdayMain stream

Eén op de vijf studenten worstelt met ‘executieve functies’ zoals plannen 

11 July 2024 at 10:04

Executieve functies omvatten een groep cognitieve processen die invloed hebben op de regulatie van gedrag, beïnvloeding en cognitie, leggen de auteurs uit. Ze worden actief als gewone reacties of routines niet voldoende blijken, vooral in nieuwe of complexe situaties – bijvoorbeeld als een student iets nieuws leert.  

Er zijn drie executieve kernfuncties; ten eerste remming (inhibition), oftewel controle over de aandacht, gedachten en emoties – bijvoorbeeld een tekst kunnen lezen zonder afgeleid te worden. De tweede kernfunctie is werkgeheugen, het actief vasthouden en manipuleren van informatie – bijvoorbeeld luisteren naar een uitspraak en tegelijkertijd een antwoord formuleren. Als derde is er cognitieve flexibiliteit, oftewel in staat zijn om van perspectief te veranderen, irrelevante informatie te negeren, nieuwe informatie op te nemen of van gedrag te veranderen. Op deze drie executieve kernfuncties zijn complexe executieve functies gebaseerd – bijvoorbeeld plannen, organiseren en zelfcontrole.  

Studiesucces hangt samen met deze executieve functies, blijkt uit eerdere onderzoeken. Studenten hebben immers vaak te maken met complexe of nieuwe situaties, het toewerken naar een doel, of aanpassing aan nieuwe omstandigheden. Door zicht te krijgen op studenten wier executieve vaardigheden minder ontwikkeld zijn, kunnen docenten preventieve actie ondernemen, schetsen de auteurs.   

Combinatie van metingen executieve functies 

Het meten van executieve functies gebeurt voornamelijk op twee manieren: door neuropsychologische assessments, die de executieve kernfuncties kunnen meten, of door vragenlijsten, die de executieve functies indirect en subjectief meten. Tussen die twee soorten metingen bestaat weinig correlatie, wat suggereert dat ze verschillende onderliggende mechanismen van executieve functies meten, aldus de onderzoekers.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Ondanks die mogelijke aanvulling op elkaar, worden beide soorten metingen nooit gecombineerd. De onderzoekers van Saxion en de RUG hebben dat wel gedaan om te zien hoe die gecombineerde meting studiesucces voorspelt. Daarvoor gebruikten ze data van ongeveer 570 hbo-studenten Toegepaste Psychologie uit de jaren 2020-2021 en 2021-2022. Zij voltooiden drie neuropsychologische opdrachten en vulden een vragenlijst in.  

Gedrag belangrijker dan capaciteit 

Eén op de vijf respondenten (21,5 procent) had serieuze problemen met executieve functies, blijkt uit de onderzoeksresultaten. Het studiesucces werd uitgedrukt in studiepunten, en het gemiddelde aantal studiepunten na het eerste jaar van de opleiding was 45,57. Een gecombineerde meting van executieve functies (neuropsychologisch en zelf-gerapporteerd) kon 16 procent van de variatie daarin verklaren. De zelf-gerapporteerde alleen verklaarde 13 procent van de variatie. Overigens toonden beiden soorten metingen, conform eerdere onderzoeken, weinig overlap.  

Dat vooral zelf-beoordeelde executieve functies verklaren waarde hebben, “impliceert dat aangeleerde gedragingen of strategieën van studenten een meer significante rol spelen in hun studiesucces dan de effectiviteit van hun cognitieve functies”, aldus de onderzoekers, die daarvoor meerdere verklaringen aandragen. Vooral het verschil tussen capaciteit en gedrag is van belang. “Zelfs als studenten slecht presteren bij cognitieve metingen van hun werkgeheugen, kunnen ze nog steeds academisch excelleren vanwege hun gebruik van aangeleerde gedragingen of strategieën”, geven ze als voorbeeld. 

Meten executieve functies heeft zin 

Hoewel de executieve functies slechts een bescheiden deel van de variatie in studiesucces verklaren, kan het meten en monitoren van executieve functies wel helpen om zicht te krijgen op de twintig procent studenten die ermee worstelt, aldus de auteurs. “Aangezien executieve functies integraal deel uitmaken van denk- en leerprocessen, kan het optimaliseren van executieve functies van studenten hun leereffectiviteit verbeteren.” 

Kies dan wel voor de zelf-gerapporteerde metingen, blijkt uit hun artikel. Die zijn zonder veel praktische moeite in een curriculum te verwerken – in tegenstelling tot neuropsychologische metingen. Dat zijn “arbeidsintensieve neuropsychologische testen, meestal duur, en de interpretatie van de resultaten vergt specifieke diagnostische en neuropsychologische kennis.” 

Voorbeeld van Saxion 

Bij een opleiding van Saxion worden zelf-gerapporteerde metingen gebruikt door studenten gedurende het eerste studiejaar online vragenlijsten te laten invullen, geven de auteurs als voorbeeld. Die vragenlijsten zijn onderdeel van een persoonlijke en professionele ontwikkelingsmodule.  

De resultaten krijgen studenten via de mail, inclusief een instructievideo voor de interpretatie ervan. Daarna gaan studenten een-op-een in gesprek met een mentor om de resultaten te bespreken en plannen te maken om executieve functies te verbeteren waarop ze slechter presteerden. Daarnaast gaan studenten in kleine groepen in gesprek over executieve functies om gezamenlijk te reflecteren en ervaringen te delen.  

The post Eén op de vijf studenten worstelt met ‘executieve functies’ zoals plannen  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Eén op de vijf studenten worstelt met ‘executieve functies’ zoals plannen  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌