Breder scala aan selectiemethoden verhoogt diversiteit aan universiteit
Recent onderzoek van de Erasmus Universiteit biedt nieuwe inzichten over de effectiviteit en eerlijkheid van verschillende selectiemethoden voor het hoger onderwijs. De Rotterdamse onderzoekers wilden bepalen welke selectiemethoden de beste voorspelling van studiesucces bieden, en tevens zorgen voor een diverse studentpopulatie. Daartoe onderzochten ze het gebruik van verschillende selectie-instrumenten: eindexamencijfers van de middelbare school (pu-GPA), een curriculum-sample test (CST), een beoordeling van de motivatie om psychologie te studeren, en een algemene studiemotivatietest.
Diversiteit bij selectie blijft een uitdaging
Universiteiten worstelen met het vinden van een balans tussen het selecteren van de meest geschikte kandidaten en het waarborgen van gelijke kansen voor studenten met verschillende achtergronden, schrijven de onderzoekers. In Nederland hebben studenten met een allochtone achtergrond – gedefinieerd als studenten met ten minste één ouder die buiten Nederland is geboren – een lagere kans hebben op toelating tot selectieve programma’s, wees eerder onderzoek uit.
Hoewel eindcijfers op de middelbare school een sterke voorspeller zijn van studiesucces in het hoger onderwijs, vermindert het ook de selectiekansen voor studenten uit etnische minderheidsgroepen. Daarom maken veel Nederlandse onderwijsinstellingen gebruik van aanvullende selectiemethoden. Zeventig procent van de selectieve opleidingen gebruikt motivatiebeoordelingen, en zo’n dertig procent van de selectieve programma’s selecteert studenten op basis van inhoudspecifieke examens, toont eerder onderzoek van de Onderwijsinspectie.
Aanvullende instrumenten
Het gebruik van deze aanvullende instrumenten zou de selectiekansen van studenten uit etnische minderheidsgroepen kunnen vergroten. Deze instrumenten vertonen mogelijk kleinere etnisch gebaseerde scoreverschillen dan de eindcijfers op de middelbare school. Eerder onderzoek suggereerde daarom dat het combineren van verschillende toelatingsinstrumenten tot een diversere studentenpopulatie kan leiden.
De Rotterdamse onderzoekers namen de proef op de som en verzamelden gegevens van 306 studenten die in 2020 aan een psychologieopleiding begonnen bij een niet nader gespecificeerde universiteit in Nederland. De kandidaten moesten een toelatingsbeoordeling afleggen die bestond uit vier componenten: pu-GPA, een CST, motivatiesterkte voor het studeren van psychologie (PSY-motivatie) en een algemene studiemotivatie. De CST en motivatiebeoordelingen werden online afgenomen na een voorbereidingsperiode waarin kandidaten studiemateriaal kregen aangeboden.
In het onderzoek werd specifiek gekeken naar verschillen tussen studenten met een Nederlandse achtergrond en studenten met een niet-westerse migratieachtergrond. De onderzoekers analyseerden de scores van deze studenten op de verschillende selectie-instrumenten en vergeleken deze met hun academische prestaties in het eerste jaar. Voor elk aanvullend selectie-instrument werd bepaald of er sprake was van differentiële predictie – oftewel, of de instrumenten even nauwkeurig waren in het voorspellen van succes voor verschillende etnische groepen.
Verschillen tussen etnische groepen
Uit de resultaten blijkt dat eindexamencijfers van de middelbare school een sterke voorspeller zijn van studiesucces in het eerste jaar van de universitaire studie. Dit selectie-instrument laat echter ook de grootste verschillen tussen etnische groepen zien, waarbij studenten met een niet-westerse migratieachtergrond gemiddeld lagere scores behaalden.
De curriculum-sample test, waarbij studenten taken uitvoeren die vergelijkbaar zijn met het echte studieprogramma, geeft daarentegen veelbelovende resultaten. Deze test vertoonde kleinere verschillen tussen etnische groepen in vergelijking met eindexamencijfers, terwijl de voorspellende waarde voor studiesucces behouden bleef. Dit suggereert dat de CST een waardevol alternatief zou kunnen zijn voor traditionele selectiemethoden.
Beperkte voorspellende waarde
Interessant genoeg bleken de motivatiebeoordelingen, die nu door de meeste selectieve opleidingen worden gebruikt, weinig tot geen verschillen te vertonen tussen etnische groepen. Dit is een positieve bevinding vanuit het oogpunt van diversiteit. De voorspellende waarde van motivatiebeoordelingen voor academische prestaties is echter beperkt. De onderzoekers suggereren dat dit mogelijk te wijten is aan sociaal wenselijke antwoorden die kandidaten geven.
Een samengestelde score, die alle selectie-instrumenten combineerde, verminderde de etnische verschillen in de uiteindelijke selectie, luidt een andere belangrijke bevinding. Dit ondersteunt het idee dat een diverse reeks selectiemethoden kan bijdragen aan een meer diverse studentenpopulatie.
Selectie voor diverse studentenpopulatie
De curriculum-sample tests hebben veel potentieel als middel om etnische verschillen in selectiescores te verminderen, zonder in te boeten aan voorspellende waarde, concluderen de onderzoekers. Ze suggereren dat het gebruik van CST’s, in combinatie met andere selectiemethoden, kan helpen bij het creëren van een meer diverse studentenpopulatie in het hoger onderwijs.
De auteurs pleiten daarom voor verder onderzoek naar curriculum-sample tests in verschillende studierichtingen en contexten om de generaliseerbaarheid van hun bevindingen te bevestigen. Daarnaast suggereren ze dat universiteiten zouden kunnen experimenteren met samengestelde selectiescores die verschillende instrumenten combineren.
The post Breder scala aan selectiemethoden verhoogt diversiteit aan universiteit first appeared on ScienceGuide.
Het bericht Breder scala aan selectiemethoden verhoogt diversiteit aan universiteit verscheen eerst op ScienceGuide.