Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Before yesterdayMain stream

Kamer wil tegenmacht in hoger onderwijs beter organiseren 

25 October 2024 at 13:39

In een Kamerdebat over het hoger onderwijs, dat vooral gedomineerd werd door de actuele discussies over bezuinigingen, internationalisering en de langstudeerboete, werd ook de sociale veiligheid in het hoger onderwijs en de rol van bestuurders hierin besproken. 

Het is zorgwekkend gesteld met de sociale veiligheid in het hoger onderwijs 

NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger, die al eerder aandacht vroeg voor de situatie in Delft, stond wederom stil bij de laatste ontwikkelingen. “Het is zorgwekkend hoe het gesteld is met de sociale veiligheid in het hoger onderwijs. Steeds vaker bereiken ons berichten, zoals recent bij de TU Delft, die aantonen dat het hier niet om op zichzelf staande incidenten gaat, maar om een structureel probleem.” 

Dat de Onderwijsinspectie hier voor het eerst in de geschiedenis wanbeheer bij een universiteit heeft vastgesteld, onderstreept de ernst van de situatie, zo stelde ze. “Dan rijst de vraag of de minister overweegt maatregelen te nemen om dit aan te pakken. En als dat niet gebeurt, hoe geloofwaardig is het dat er iets wezenlijks zal veranderen aan de cultuur binnen het hoger onderwijs?” 

Niet alleen Delft het speelt breder 

De bestuurscultuur in het hoger onderwijs zou eens tegen het licht moeten worden gehouden, vindt Hertzberger. “Dit probleem beperkt zich niet tot Delft; het speelt breder in het gehele hoger onderwijs. Daarom is het belangrijk om kritisch te kijken naar de kwaliteit van het bestuur binnen hogescholen en universiteiten. Tegenmacht, toezicht, controle en een vrije pers spelen hierin een cruciale rol.” 

Ook de minister maakt zich grote zorgen over de conclusies van de Inspectie, zei hij. “Dat is ook precies de reden waarom ik direct na mijn aantreden in gesprek ben gegaan met de Raad van Toezicht in Delft.” 

Ik heb de voorzitter nog apart gesproken 

Onlangs heeft minister Bruins met de Delftse RvT-voorzitter gesproken naar aanleiding van een brief van de vakbond CNV, die opriep om de collegevoorzitter van de TU Delft te ontslaan. 

Aankomend voorjaar voert de Inspectie een herstelonderzoek uit, zei Bruins. “De inspectie moet dan met een herstelonderzoek komen om een oordeel te vormen over het actieplan, dat concreet genoeg moet zijn, en de uitvoering van dat actieplan. Februari is een ijkpunt: dan wordt er gekeken waar de TU Delft staat. Ik heb nog steeds de mogelijkheid tot het geven van een aanwijzing. Maar dat is echt het ultimum remedium voor een minister.” 

Hertzberger stelde ook vragen over de externe onderzoeksbureaus die vaak rondom kwesties bij sociale veiligheid worden ingeschakeld. “We zien namelijk niet alleen dat kennisinstellingen deze bureaus inschakelen voor onderzoeken. Er is vaak sprake van grote sturing in zowel de onderzoeksmethodes als de opzet van het onderzoek”, was ze kritisch. 

Hun leven en carrière worden ernstig beschadigd 

Deze externe onderzoeken kunnen grote schade veroorzaken, aldus de NSC’er. “Aan de ene kant aan mogelijke slachtoffers van sociale onveiligheid, en aan de andere kant aan mensen die onterecht worden beschuldigd, waarbij hun leven en carrière daardoor ernstig worden beschadigd. De schade is dus zichtbaar aan beide kanten.” 

De minister erkende dat dit niet altijd goed gaat en dat hij met Mariëtte Hamer, de Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, hierover in gesprek gaat. “Ik maak mij ook zorgen over datzelfde verschijnsel. Misschien is de minister van OCW wel degene die hier dieper over moet nadenken. Ik zal dit onderwerp oppakken met mevrouw Hamer. Vervolgens ga ik kijken hoe ik hier verder op kan reageren.” 

Concrete afspraken met de sector

Ook de persvrijheid in het hoger onderwijs, en soms het gebrek daaraan, kwam ter sprake. Hierin trokken de SP en NSC gezamenlijk op: zij willen dat de minister dit op de agenda zet bij een gesprek met hoger-onderwijsbestuurders. NSC wil dat de minister concreet afspraken maakt met de sector over de onafhankelijkheid van de pers, zodat er een transparante en eerlijke controle blijft bestaan.De minister zei aanvankelijk dat hij daar niet veel voor voelde.  

“Het is nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van instellingen om de journalistieke onafhankelijkheid van eigen nieuwsmedia te bewaken en hierover gesprek te voeren binnen de instellingen. Ik verwacht van alle instellingen dat de journalistieke onafhankelijkheid expliciet is vastgelegd, bijvoorbeeld in een redactiestatuut, en dat er plaats is voor artikelen die kritisch staan ten opzichte van de eigen organisatie”, toonde Bruins zich goed van vertrouwen. “Over het algemeen is de situatie zo dat ik nu geen aanleiding zie om nadere afspraken te maken met de sector hierover.” 

‘Glossificering’ van communicatie 

Kamerleden Sandra Beckerman (SP) en Hertzberger lieten het daar niet bij zitten. “We zien steeds, en dat zagen we bijvoorbeeld bij Cursor en Delta, dat de ‘glossificering’ van communicatie binnen universiteiten steeds verder oprukt. Het lijkt erop dat er steeds meer druk wordt uitgeoefend op onwelgevallige verhalen, zeker omdat de betrokken journalisten vaak zelf werkzaam zijn binnen de universiteit.” 

Beckerman wees erop dat ook haar voorgangers bij de SP hier ook voortdurend aandacht voor hebben gevraagd. Ironisch genoeg is een van die voorgangers, voormalig SP-Kamerlid Frank Futselaar, nu als columnist bij SaxNow onderdeel van een controverse over persvrijheid in het hoger onderwijs. Beckerman vroeg de minister daarom om een wettelijke verankering. “Het lijkt steeds meer marketing en steeds minder goede journalistiek. Zou ik mogen vragen of de minister niet alleen daarover in gesprek wil gaan, maar ook wil overwegen om het belang van die onafhankelijke journalistiek eventueel bij wet vast te leggen?” 

Ook daarvoor voelt de minister vooralsnog weinig, antwoordde hij, maar hij gaat het wel bespreken met bestuurders. “Het goede nieuws is dat ik natuurlijk ook cultuur en media onder mij heb en juist daar pleit voor onafhankelijke journalistiek en persvrijheid. Ook de rol van onafhankelijke journalistiek in het behoud van democratie en rechtsstaat. Ik zie het allemaal, maar ik ga eerst in gesprek, en dan verdiep ik mij er verder in.” 

The post Kamer wil tegenmacht in hoger onderwijs beter organiseren  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Kamer wil tegenmacht in hoger onderwijs beter organiseren  verscheen eerst op ScienceGuide.

IEEE-USA’s New Guide Helps Companies Navigate AI Risks



Organizations that develop or deploy artificial intelligence systems know that the use of AI entails a diverse array of risks including legal and regulatory consequences, potential reputational damage, and ethical issues such as bias and lack of transparency. They also know that with good governance, they can mitigate the risks and ensure that AI systems are developed and used responsibly. The objectives include ensuring that the systems are fair, transparent, accountable, and beneficial to society.

Even organizations that are striving for responsible AI struggle to evaluate whether they are meeting their goals. That’s why the IEEE-USA AI Policy Committee published “A Flexible Maturity Model for AI Governance Based on the NIST AI Risk Management Framework,” which helps organizations assess and track their progress. The maturity model is based on guidance laid out in the U.S. National Institute of Standards and Technology’s AI Risk Management Framework (RMF) and other NIST documents.

Building on NIST’s work

NIST’s RMF, a well-respected document on AI governance, describes best practices for AI risk management. But the framework does not provide specific guidance on how organizations might evolve toward the best practices it outlines, nor does it suggest how organizations can evaluate the extent to which they’re following the guidelines. Organizations therefore can struggle with questions about how to implement the framework. What’s more, external stakeholders including investors and consumers can find it challenging to use the document to assess the practices of an AI provider.

The new IEEE-USA maturity model complements the RMF, enabling organizations to determine their stage along their responsible AI governance journey, track their progress, and create a road map for improvement. Maturity models are tools for measuring an organization’s degree of engagement or compliance with a technical standard and its ability to continuously improve in a particular discipline. Organizations have used the models since the 1980a to help them assess and develop complex capabilities.

The framework’s activities are built around the RMF’s four pillars, which enable dialogue, understanding, and activities to manage AI risks and responsibility in developing trustworthy AI systems. The pillars are:

  • Map: The context is recognized, and risks relating to the context are identified.
  • Measure: Identified risks are assessed, analyzed, or tracked.
  • Manage: Risks are prioritized and acted upon based on a projected impact.
  • Govern: A culture of risk management is cultivated and present.

A flexible questionnaire

The foundation of the IEEE-USA maturity model is a flexible questionnaire based on the RMF. The questionnaire has a list of statements, each of which covers one or more of the recommended RMF activities. For example, one statement is: “We evaluate and document bias and fairness issues caused by our AI systems.” The statements focus on concrete, verifiable actions that companies can perform while avoiding general and abstract statements such as “Our AI systems are fair.”

The statements are organized into topics that align with the RFM’s pillars. Topics, in turn, are organized into the stages of the AI development life cycle, as described in the RMF: planning and design, data collection and model building, and deployment. An evaluator who’s assessing an AI system at a particular stage can easily examine only the relevant topics.

Scoring guidelines

The maturity model includes these scoring guidelines, which reflect the ideals set out in the RMF:

  • Robustness, extending from ad-hoc to systematic implementation of the activities.
  • Coverage, ranging from engaging in none of the activities to engaging in all of them.
  • Input diversity, ranging from having activities informed by inputs from a single team to diverse input from internal and external stakeholders.

Evaluators can choose to assess individual statements or larger topics, thus controlling the level of granularity of the assessment. In addition, the evaluators are meant to provide documentary evidence to explain their assigned scores. The evidence can include internal company documents such as procedure manuals, as well as annual reports, news articles, and other external material.

After scoring individual statements or topics, evaluators aggregate the results to get an overall score. The maturity model allows for flexibility, depending on the evaluator’s interests. For example, scores can be aggregated by the NIST pillars, producing scores for the “map,” “measure,” “manage,” and “govern” functions.

When used internally, the maturity model can help organizations determine where they stand on responsible AI and can identify steps to improve their governance.

The aggregation can expose systematic weaknesses in an organization’s approach to AI responsibility. If a company’s score is high for “govern” activities but low for the other pillars, for example, it might be creating sound policies that aren’t being implemented.

Another option for scoring is to aggregate the numbers by some of the dimensions of AI responsibility highlighted in the RMF: performance, fairness, privacy, ecology, transparency, security, explainability, safety, and third-party (intellectual property and copyright). This aggregation method can help determine if organizations are ignoring certain issues. Some organizations, for example, might boast about their AI responsibility based on their activity in a handful of risk areas while ignoring other categories.

A road toward better decision-making

When used internally, the maturity model can help organizations determine where they stand on responsible AI and can identify steps to improve their governance. The model enables companies to set goals and track their progress through repeated evaluations. Investors, buyers, consumers, and other external stakeholders can employ the model to inform decisions about the company and its products.

When used by internal or external stakeholders, the new IEEE-USA maturity model can complement the NIST AI RMF and help track an organization’s progress along the path of responsible governance.

❌
❌