Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Before yesterdayMain stream

Nieuw kabinet gaat hard “maar behoedzaam” bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap

13 September 2024 at 14:30

Het kabinet gaat inderdaad hard bezuinigen op het hoger onderwijs en de wetenschap, blijkt uit het regeeraprogramma van kabinet Schoof dat vandaag is gepresenteerd. “We maken scherpe keuzes om de overheidsfinanciën gezond te kunnen houden. Ook op onderwijs en onderzoek wordt bezuinigd. Met de sector zorgen wij ervoor dat dit zorgvuldig gebeurt”, schrijft het kabinet.

Concreet wordt bezuinigd op onder meer de starters- en stimuleringsbeurzen, internationale studenten, en vanaf 2030 ook op de financiering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Verder komt er, door het schrappen van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap, minder investeringen in grootschalige wetenschappelijke infrastructuur.

Universiteiten moeten zich meer gaan profileren en meer samenwerken, zowel nationaal als internationaal, vindt het kabinet. Op de sectorplannen, die daartoe nuttige instrumenten worden geacht, wordt dan ook niet bezuinigd. In plaats daarvan zijn de starters- en stimuleringsbeurzen de klos.

De kwaliteitsmiddelen worden per 1 januari 2025 toegevoegd aan de vaste voet van het hbo en wo, wat moet zorgen voor “meer rust in de financiering”. Dit was reeds een maatregel van het vorige kabinet. Daarnaast gaat dit kabinet werk maken van capaciteitsbekostiging.

WIB komt eraan, maar uitzonderingen blijven mogelijk

De Wet Internationalisering in Balans, door voormalig minister Robbert Dijkgraaf opgetuigd om het Nederlands als wetenschapstaal te versterken en buitenlandse studenten te weren, wordt doorgezet. Vrijwel alle opleidingen in het hoger onderwijs zullen voor maximaal een derde uit Engelstalige onderdelen mogen bestaan. Uitzonderingen worden gemaakt voor opleidingen in bepaalde tekortsectoren, “zoals bèta en techniek, en met oog voor regionale omstandigheden.:

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Universiteiten en hogescholen krijgen daarnaast meer mogelijkheden om te sturen op studentenstromen, onder andere door een numerus fixus op trajectniveau. Ook wordt een noodfixus voor niet-EER studenten mogelijk. Zij hebben niet dezelfde rechten als studenten van binnen de EER, en kunnen dus makkelijker geweigerd worden. Met het terugdringen van het aantal buitenlandse studenten mikt het kabinet op een besparing tot 293 miljoen euro structureel.

“Naast wettelijke maatregelen zetten we in op aanpalend beleid, bijvoorbeeld op het gebied van
beurzenprogramma’s en studiefinanciering, en op de Europese samenwerking die nodig is om daarop
gerichter te sturen”, voegt het kabinet nog toe.

Belang van leven lang ontwikkelen

Ondanks de bezuinigingen benadrukt de regering het belang van ‘leven lang ontwikkelen’ (LLO). Dit wordt gezien als cruciaal om mensen weerbaar en wendbaar te maken voor de arbeidsmarkt. Het kabinet zet de uitvoering van de LLO-onderwijsagenda voort, wat moet bijdragen aan de continue ontwikkeling van werkenden in een tijd van grote maatschappelijke opgaven en een veranderende arbeidsmarkt.

Daar ligt een forse opdracht: uit recent OESO-onderzoek bleek dat de kosten van onderwijs voor 53 procent van de Nederlandse volwassenen een probleem zijn. Dat is het hoogste percentage binnen de OESO.

Kabinet zet langstudeerboete door

Ook in het hbo zal het bloed warm zijn. Het verenigde verzet van hogescholen tegen de langstudeerboete heeft niets uitgehaald, blijkt uit het regeerprogramma. Daar zegt het kabinet in overleg met onderwijsinstellingen en studenten te werken aan deze “langstudeermaatregel”. Hogescholen, die sowieso al te maken hebben met krimpende studentenaantallen, vrezen door de langstudeerboete nog meer studenten mis te lopen.

Het vooruitzicht dat het kabinet de ‘opwaartse druk’ uit het vervolgonderwijs wil halen en jongeren wil stimuleren om naar het hbo te gaan, zal beter worden ontvangen bij hogescholen. Daarnaast zal het kabinet met geld komen om belangrijke opleidingen in krimpgebieden te kunnen behouden.

Het BSA wordt niet versoepeld

Voor studenten bevat het regeerprogramma veel zure druiven. Naast de invoering van de langstudeerboete zal het bindend studieadvies juist niet worden afgeschaft of versoepeld, en blijft selectie aan de poort “onverminderd mogelijk”.

Vanaf 2027 komt er wel 1,4 miljard beschikbaar voor een extra tegemoetkoming aan studenten die onder het leenstelsel studeerden. Dit bedrag komt bovenop de eenmalige tegemoetkomingen die al eerder waren aangekondigd. Daarnaast krijgen hoger-onderwijsinstellingen een zorgplicht van sociale veiligheid.

Handschoenen af

Hoewel het nog wachten is op de financiële paragraaf die bij deze kabinetsplannen hoort, lijken de reeds aangekondigde bezuinigen werkelijk te worden, en zullen de handschoenen afgaan. Actiegroep WOinActie beloofde bij aanvang van het academisch jaar al de “meest disruptieve staking aller tijden” te organiseren als deze bezuinigingen doorgang vinden.

Naar verluidt overlegt de groep na Prinsjesdag met de vakbonden over de precieze invulling van de aangekondigde staking. In de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) zullen ze een bondgenoot vinden. “De jonge generaties van ons land worden door dit kabinet kapot bezuinigd. Dus er zit nog maar één ding op: keihard actievoeren!”, aldus LSVb-voorzitter Abdelkader Karbache.

The post Nieuw kabinet gaat hard “maar behoedzaam” bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Nieuw kabinet gaat hard “maar behoedzaam” bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap verscheen eerst op ScienceGuide.

VVD wil geen Europese graad uit vrees voor toename internationalisering 

13 September 2024 at 09:45

Tijdens een Kamerdebat over de aankomende informele bijeenkomst van Europese onderwijs- en onderzoeksministers diende VVD-Kamerlid Martens-America een motie die zich uitspreekt tegen de Europese graad. Deze graad dient als een verdere vervolmaking van de Bologna-afspraken en moet studentmobiliteit binnen de Europese Unie verder aanjagen, diploma-erkenning tussen landen vereenvoudigen en Leven Lang Leren faciliteren.  

De druk van internationalisering 

De VVD vreest dat de invoering van deze graad de problemen met de hoge instroom van internationale studenten zal verergeren. “Mijn fractie maakt zich al enige tijd zorgen over de druk van internationalisering in het onderwijs op de leefomgeving en op de onderwijskwaliteit”, stelde Martens-America.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De invoering van een Europese graad zou zorgen voor verdere internationalisering, terwijl het kabinet juist streeft naar een evenwichtigere balans binnen de Europese mobiliteit, betoogde ze. Middels een motie riep ze de minister daarom op zich ten aanzien van zijn Europese collega’s uit te spreken tegen een dergelijke Europese graad.  

Er ligt geen concreet voorstel 

Minister Bruins erkende de gevoeligheden rond het onderwerp. “Ik ben evenals mevrouw Martens-America kritisch op de door de Europese Commissie gepresenteerde visie op een gemeenschappelijke Europese graad. Ik begrijp ook wel haar zorgen”, zei de minister. Hij benadrukte echter dat er op dit moment nog geen concreet voorstel ligt, hoewel reeds gesprekken plaatsvinden over de mogelijke invulling van zo’n graad. 

De minister pleitte ervoor om betrokken te blijven bij deze gesprekken. “Ik vind het wel belangrijk om aan tafel te blijven zitten, zodat we mee kunnen blijven praten.” Hij zag zelfs potentiële voordelen in een goed uitgewerkt systeem. “Als dat concept waaraan nu wordt gewerkt, kan leiden tot een beter evenwicht in studentmobiliteit in Europa, dus beide kanten op, dus ook voor Nederlandse studenten die naar het buitenland gaan, dan zou zo’n graad voor Nederland wellicht ook positief kunnen zijn.” 

Daar ga ik niet in mee 

Tegelijkertijd stelt Bruins een duidelijke grens, zo liet hij aan Martens-America weten. “Als een Europese graad zou betekenen dat een deel van ons Nederlandse systeem wordt vervangen, of dat de Nederlandse graden zouden worden vervangen door een Europese graad, dan sta ik meteen aan haar zijde; daar ga ik niet in mee.” 

Het VVD-Kamerlid toonde begrip voor de positie van de minister, maar bleef bezorgd over de mogelijkheid dat de Tweede Kamer voor een voldongen feit zou komen te staan. “Op het moment dat er in Europa een deal ligt, ligt er een deal, en dan kunnen wij daar niks meer aan doen”, waarschuwde ze. 

Waar de visie zou kunnen eindigen 

Als compromis stelde de minister voor om na de informele raad een brief aan de Kamer te sturen. “Dan stuur ik na die raad een brief aan de Kamer om een nadere appreciatie te geven van de ontwikkeling die gaande is, waar die visie die nu wordt neergelegd, zou kunnen eindigen, en wat het kabinet daarvan vindt”, beloofde Bruins. 

Deze toezegging was voor Martens-America voldoende om haar motie aan te houden. Al eerder bleek dat NSC zeer kritisch is op de Europese Graad en een waslijst aan bezwaren heeft. NSC vreest, net als de VVD, dat de Europese graad een aanzuigende werking heeft. Bovendien kan zo’n graad de kwaliteit en imago van het Nederlandse hoger onderwijs schaden, denkt NSC.  

The post VVD wil geen Europese graad uit vrees voor toename internationalisering  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht VVD wil geen Europese graad uit vrees voor toename internationalisering  verscheen eerst op ScienceGuide.

“Laten we eerlijk zijn: de drie procent-norm wordt gewoon niet gehaald” 

12 September 2024 at 10:38

In aanloop naar een informele raad van Europese ministers van onderwijs en onderzoek, gaf de Tweede Kamer minister Bruins nog een boodschap over de drie procent-norm mee . 

GroenLinks-PvdA Kamerlid Joris Thijssen uitte zijn zorgen over de gevolgen van de bezuinigingen voor de Nederlandse innovatiekracht. “We hebben in Nederland een doelstelling om drie procent van ons bruto nationaal product te besteden aan onderzoek en innovatie. Nu bezuinigt dit kabinet heel erg veel geld op onderwijs, op innovatie en op onderzoek. Dat baart ons zorgen, want hoe kunnen we dan die doelstelling halen?”, wilde Thijssen weten. 

Stuur opties voor behalen drie procent-norm naar Kamer 

Hij verwees daarbij naar het deze week verschenen rapport van de voormalige president van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi. Daarin bepleit hij meer investeringen in onderzoek en innovatie om het Europese concurrentievermogen te versterken. Zeker bij bestuurders in het hoger onderwijs zal dit op grote instemming kunnen rekenen, want Draghi stelt voor dat de Europese Unie honderden miljarden moet investeren in wetenschap en innovatie om niet verder achterop te raken bij de VS en China.  

Om het kabinet aan te sporen tot actie, diende Thijssen een motie in waarin hij de regering verzoekt “opties voor het behalen van deze norm in Nederland en de EU naar de Kamer te sturen.” Deze doelstelling is volgens de motie in overeenstemming met het deze week gepresenteerde rapport-Draghi. 

Zonder doorkijk roeien bij tegenwind 

Er wordt inderdaad bezuinigd in vergelijking met het vorige kabinet, maar er worden ook investeringen gedaan, wierp OCW-minister Eppo Bruins tegen. “Tegelijkertijd maakt de regering wel middelen vrij, bijvoorbeeld voor Invest-NL. Tevens wordt er ook de komende jaren uitvoering gegeven aan de reeds toegekende grote projecten binnen het Nationaal Groeifonds. We blijven ook inzetten op de Nationale Technologiestrategie, dus er gebeurt heel wat”, zei de minister. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Bruins wilde echter niet vooruitlopen op de plannen die op Prinsjesdag bekend worden gemaakt, en ontraadde daarom de motie van Thijssen. “Die nadere invullingen krijgt de Kamer te horen op Prinsjesdag. Daar kan ik niet op vooruitlopen, dus ik wil op dit moment de motie ontraden, en eerst wachten totdat Prinsjesdag is geweest en we gaan kijken naar het verdere doorkijkje voor de komende jaren”, aldus de minister. 

Deze reactie leidde tot verbazing bij Thijssen, die de minister vroeg of dit betekende dat de drie procent-norm niet gehaald zou worden. Bruins sprak daarop in raadselachtige metaforen. “Het is verstandig om de drie procent-norm vast te houden. Ook bij tegenwind moet je blijven roeien en misschien wel een stukje harder roeien. Tegelijkertijd wordt er bezuinigd. Zo’n doorkijkje naar het halen van die drie procent zit er bij Prinsjesdag niet bij”, liet hij optekenen. 

Laten we eerlijk zijn over drie procent-norm 

Thijssen drong dan ook aan op meer duidelijkheid van de minister. “Laten we dan eerlijk tegen elkaar zijn: dan wordt de drie procent-norm gewoon niet gehaald. Ik probeer nu juist dit kabinet te verleiden om te zeggen: we bezuinigen meer dan twaalf miljard op onderwijs, onderzoek en innovatie, maar er zijn misschien ook wel andere manieren om die drie procent-norm te halen.” Die geruststelling kreeg hij echter niet. 

Vandaag wordt over de motie van Thijssen gestemd, en zal duidelijk worden met welke boodschap Bruins naar Brussel wordt gestuurd.  

The post “Laten we eerlijk zijn: de drie procent-norm wordt gewoon niet gehaald”  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Laten we eerlijk zijn: de drie procent-norm wordt gewoon niet gehaald”  verscheen eerst op ScienceGuide.

Nieuwe internationaliseringswet veroorzaakt onnodige administratieve lasten

19 August 2024 at 10:51

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft zich kritisch uitgelaten over voorgestelde nieuwe regels voor anderstalig hoger onderwijs in Nederland, die onderdeel zijn van de Wet Internationalisering in Balans. In een advies aan de minister van OCW, Eppo Bruins, stelt het ATR dat de gevolgen van de nieuwe regelgeving onvoldoende in kaart zijn gebracht.

De primaire taak van het ATR is het toetsen van de regeldruk van nieuwe en bestaande regelgeving die wordt voorgesteld door de Nederlandse overheid. Dit betekent dat het ATR beoordeelt of de regeldruk proportioneel is in verhouding tot het beoogde doel van de regelgeving.

Groei Engelstalig onderwijs afremmen

De nieuwe regels van Bruins vloeien voort uit de Wet Internationalisering in Balans, die eerder dit jaar naar de Kamer werd gestuurd. Deze wet verplicht hoger-onderwijsinstellingen om toestemming te vragen aan de minister voor Associate degree- of bacheloropleidingen die voor meer dan een derde in een andere taal dan het Nederlands worden aangeboden. Het doel is om de groei van Engelstalig onderwijs in Nederland af te remmen en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor Nederlandse studenten te waarborgen.

Het ministerie heeft onlangs ook een uitvoeringsbesluit en een regeling opgesteld die de details van deze ‘toets anderstalig onderwijs’ vastleggen. Het ATR is gevraagd hierover te adviseren, met name wat betreft de regeldruk voor betrokken partijen.

Hbo uitzonderen van strengere regels internationalisering

Deze regeling heeft eerder opengestaan voor internetconsultatie; toen waarschuwden universiteiten en in het bijzonder UNL reeds voor de hoge regeldruk. Hogescholen wilden zelfs minder streng gecontroleerd worden, omdat in het hbo minder sprake is van verengelsing dan in het wetenschappelijk onderwijs.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Het ATR signaleert verschillende knelpunten in de regeling. Ten eerste stelt het college dat de verwachte effecten van de nieuwe regels onvoldoende zijn onderbouwd. “Om te beoordelen of de keuzes in het besluit leiden tot een toegankelijker onderwijs en minder druk op bijvoorbeeld de werk- en leefomgeving door internationale studenten, zoals met de wet is beoogd, is het in kaart brengen van de verwachte gevolgen nodig”, aldus het ATR in zijn advies.

De toelichting op het wetsvoorstel verbindt evenmin verwachte gevolgen aan de doelstellingen van de wet, zo stelt het ATR. “Dit is wel van belang, omdat de gemaakte keuzes in het besluit ertoe kunnen leiden dat specifieke opleidingen uitgesloten worden van instemming, terwijl andere opleidingen door kunnen. Dat heeft gevolgen voor de (internationale) studenten.”

Zet CDHO aan het werk, niet de instellingen

Een ander punt van kritiek betreft de informatievereisten voor onderwijsinstellingen. Volgens de nieuwe regels moeten instellingen bij hun aanvraag voor een anderstalige opleiding onder meer aantonen dat deze past binnen het geheel van voorzieningen in het hoger onderwijs. Ook het bestaan van een arbeidsmarktbehoefte moet worden aangetoond.

Het ATR merkt op dat veel van deze informatie al bij de overheid bekend is, en stelt voor om de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) deze gegevens zelf te laten verzamelen. Zo kan de administratieve last voor instellingen worden verminderd.

Laat technische opleidingen ongemoeid bij taaltoets

Verder plaatst het ATR vraagtekens bij de keuze om bepaalde opleidingen wel en andere niet uit te zonderen van de verplichte toets. Zo zijn specifieke taalopleidingen en zogenaamde ‘joint programmes’ (internationale samenwerkingsopleidingen) vrijgesteld, maar technische en ICT-opleidingen niet. Het ATR adviseert om te overwegen ook deze laatste categorie vrij te stellen, gezien het grote economische en maatschappelijke belang van internationaal talent in deze sectoren.

Ook de werkbaarheid van de nieuwe regels baart het ATR zorgen. Het college merkt op dat het beoordelingskader in het besluit summier is uitgewerkt, terwijl de toelichting juist zeer uitgebreid is. “Dat maakt de inschatting van de kansen van een geslaagde aanvraag om instemming mogelijk moeilijk voor een instellingsbestuur”, stelt het ATR. Het college adviseert daarom om de werkbaarheid van de regels te toetsen bij de instellingen zelf.

Tot slot is het ATR kritisch op de berekening van de regeldrukgevolgen. Volgens het college zijn deze niet adequaat in beeld gebracht. Zo is er onvoldoende onderscheid gemaakt tussen eenmalige en structurele kosten, en zijn de mogelijke gevolgen van het niet verkrijgen van instemming voor een anderstalige opleiding niet meegenomen in de berekeningen.

Regelgeving internationalisering beter onderbouwen

Op basis van deze bevindingen adviseert het ATR de minister om de voorgestelde regelgeving niet vast te stellen, tenzij met de genoemde punten rekening wordt gehouden. Het college dringt aan op een betere onderbouwing van de verwachte effecten, een vermindering van de administratieve lasten voor instellingen, en een grondiger analyse van de regeldruk gevolgen.

De bal ligt nu bij minister Bruins, die moet beslissen hoe hij omgaat met het advies van het ATR en of hij het commentaar meeneemt in de uiteindelijke regeling, die ook nog goedgekeurd moet worden door de Kamer. De Kamer heeft onlangs vragen gesteld over het wetsvoorstel en zal later ook deze regeling in behandeling nemen nadat de minister een definitieve versie aan het parlement heeft gestuurd.

The post Nieuwe internationaliseringswet veroorzaakt onnodige administratieve lasten first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Nieuwe internationaliseringswet veroorzaakt onnodige administratieve lasten verscheen eerst op ScienceGuide.

Advies aan OCW: minder autonomie, meer samenwerking en meer bezuinigen op hoger onderwijs 

18 July 2024 at 10:42

In opdracht van het ministerie van OCW is een Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar de doelmatigheid van het hoger-onderwijsbeleid in Nederland uitgevoerd. Bij zo’n onderzoek zijn ambtenaren van verschillende ministeries betrokken, die een reeks gesprekken met experts voeren en bureauonderzoek doen.  

Uit het IBO blijkt dat de kwaliteit van het hoger onderwijs hoog is, maar dat de doelmatigheid van de overheidsuitgaven nog verbetering nodig heeft. Zo is de uitval te hoog en worden er te weinig studenten opgeleid voor beroepen met grote tekorten op de arbeidsmarkt. Daarnaast blijven te weinig internationale studenten in Nederland, hoewel hun aantal de afgelopen tien jaar bijna verdubbelde.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Een nieuw bekostingsmodel is een belangrijk voornemen van de nieuwe regering, maar de ambtelijke werkgroep denkt dat dit niet nodig is. “Er zijn andere bekostigingsmodellen denkbaar, zoals capaciteitsbekostiging. Een doel van capaciteitsbekostiging is om de instroom meer te reguleren, waardoor bijvoorbeeld meer studenten een opleiding voor een tekortsector volgen. Bovendien is er voor instellingen geen directe relatie tussen toename van bekostiging door wervingsbeleid. Het nadeel hiervan is dat de keuzevrijheid van studenten aanzienlijk wordt beperkt. Elke bekostigingsvariant heeft voor- en nadelen ten opzichte van de huidige systematiek. Dit IBO ziet geen aanleiding om over te stappen naar een ander systeem, maar wel mogelijkheden voor verbetering binnen het huidige stelsel”, aldus de commissie. 

Weinig samenwerking door veel autonomie 

Sinds de HOAK-nota halverwege de jaren tachtig hebben instellingen veel beleidsvrijheid om via de lumpsum zelf onderwijsmiddelen te verdelen. Deze manier van financiering leidt er wel toe dat er weinig samengewerkt wordt tussen instellingen, stelt het IBO. “De huidige invulling van de stelselverantwoordelijkheid van het Rijk biedt momenteel beperkte mogelijkheid tot sturing op meer samenwerking. Dit leidt ertoe dat samenwerking tussen instellingen moeilijk tot stand komt, tenzij het ministerie van OCW geld in het vooruitzicht stelt of wetgeving aankondigt.” 

Onderwijsbesturen nemen dagelijks beslissingen vanuit hun verantwoordelijkheid op instellingsniveau. De optelsom van al die beslissingen op instellingsniveau is echter niet per definitie de beste optelsom op stelselniveau, zegt het IBO. “Het opnieuw doordenken van de relatie overheid-onderwijsveld vraagt om een verduidelijking van doelstellingen met daarbij behorende concretisering van rollen, taken en bevoegdheden.” 

Krimp zet alles onder druk 

Samenwerking wordt van steeds groter belang , zeker met het oog op demografische krimp die zich nu al doet voelen in het hbo, en binnen enkele jaren ook de universiteiten zal treffen. Een substantiële krimp leidt ertoe dat onderwijsaanbod moeilijker in stand kan worden gehouden. Vooralsnog geldt dit risico vooral voor specifieke hbo-opleidingen en monosectorale instellingen. Nu kunnen instellingen zulke kleine opleidingen nog middels kruisfinanciering bekostigen, oftewel door kleine opleidingen te financieren met de opbrengsten van grote opleidingen. Algehele krimp zet dit mechanisme echter onder druk. 

Door de lumpsumbekostiging is er daarnaast weinig zicht op een doelmatige verdeling van de Rijksbijdrage binnen instellingen, zegt de commissie. Het IBO stelt dat er te weinig verantwoording over de lumpsum wordt afgelegd, terwijl de verantwoording over incidentele middelen, zoals bij de kwaliteitsafspraken, juist leidt tot extra administratieve lasten. Hier moet een nieuwe balans worden gevonden, vinden de ambtenaren. 

Zorgen over de kwaliteit van de instroom 

De kwaliteit van het hoger onderwijs is, is op orde, stelt de commissie met het oog op de accreditaties van de NVAO, die vrijwel alle opleidingen succesvol doorlopen. Op kwantitatief niveau is het echter moeilijk om vergelijkingen te maken tussen instellingen. Zo is niet duidelijk wat de student/staf-ratio is per instelling. Daarnaast zijn er zorgen over de kwaliteit van de instroom van nieuwe studenten, aangezien de kwaliteit van het voortgezet onderwijs de laatste jaren hard achteruitgaat. Blijf de kwaliteit van de instroom de komende jaren goed monitoren, luidt de aanbeveling in het IBO. 

De aansluiting op de arbeidsmarkt kan beter, vindt de commissie. Zo is er sprake van aanhoudende arbeidsmarkttekorten in de sectoren onderwijs, zorg en techniek. Studenten houden bij hun studiekeuze echter geen rekening met de maatschappelijke baten van hun studiekeuze. Een verschuiving in studiekeuze van bijvoorbeeld de populaire opleidingen economie en rechten naar onderwijs, techniek en zorg zou al van betekenis kunnen zijn voor de tekortsectoren. Volgens het IBO ligt hier ook een verantwoordelijkheid voor werkgevers om meer te communiceren over de baankansen in tekortsectoren. 

Toename van 96 procent internationale studenten 

Ook ten aanzien van internationalisering wordt deze thematiek genoemd in het IBO. Sinds 2016 is het aantal internationale studenten in het wo met 96 procent toegenomen, maar veel van deze studenten verlaten Nederland na afstuderen. Met het oog op de tekorten op de arbeidsmarkt verdient het de aanbeveling om veel meer inzet te tonen om deze studenten voor de Nederlandse arbeidsmarkt te behouden. Te veel internationale studenten, volgen hier ook een studie die maar in beperkte mate relevant is voor de Nederlandse arbeidsmarkt, aldus de commissie.  

Een ander punt van zorg is de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Steeds meer studenten stromen in bij selectieve opleidingen, maar vrouwelijke studenten zonder migratieachtergrond komen daar het vaakst binnen. Mannen, en zeker studenten met een migratieachtergrond, worden veel minder vaak toegelaten tot een opleiding met selectie. De kans op toelating is niet alleen afhankelijk van de capaciteiten of inzet van aspirant-studenten, maar ook van bijvoorbeeld culturele of sociaaleconomische achtergrond, merkt de commissie op. 

Ook is uitval en wisseling van studie groot over de gehele linie van het hoger onderwijs, maar in het bijzonder in het hbo. Dat is vanuit het oogpunt van doelmatigheid geen goede ontwikkeling, zegt het IBO. Uitval, wisseling van studie, en lage studierendementen in het hbo komen relatief gezien het vaakst voor bij mannelijke studenten en bij studenten met een migratieachtergrond, signaleren de ambtenaren. Studenten met ouders die in de laagste inkomensgroep vallen, kennen zowel in het hbo als het wo de hoogste uitval. 

Meer selectie om uitval te voorkomen 

Toch adviseert het IBO om selectie vaker mogelijk te maken in het hoger onderwijs, omdat bij deze opleidingen de uitval veel minder is. “Dit kan specifiek bij opleidingen en sectoren met een hoog uitval en switch-percentage, maar ook kan gedacht worden aan selectie als norm bij alle opleidingen. Dit stimuleert studenten om al in het vo intensiever bezig te zijn met het komen op de juiste plek daarna.” 

Een ander voorgestelde beleidsmaatregel is een ‘brugklas’ hbo-wo. Dat kan helpen om in het eerste jaar van de studie een goede landing te krijgen, denkt de commissie. Studenten kunnen hierna gerichter kiezen voor het hbo of het wo. Een andere voorgestelde prikkel is een verhoging van het collegegeld, waardoor de keuze voor een master meer weloverwogen en minder vanuit automatisme gemaakt wordt.  

Twintig procent bezuinigen 

Bij de taakopdracht van het IBO behoorde ook het in kaart brengen van verschillende besparingsvarianten met een opbrengst van circa tien tot twintig procent van het budget voor het hoger onderwijs. Op het totale hoger-onderwijsbudget van 11,7 miljard euro gaat dit om een structurele bezuiniging van ruim 1,2 tot 2,2 miljard euro.  

Deze voorgestelde bezuinigingen bestaan uit een verhoging van het wettelijke collegegeld voor universiteiten, wat meer studenten moet verleiden om voor het hbo te kiezen, de invoering van de langstudeerboete, hoger collegegeld voor masteropleidingen, en het terugdraaien van de extra investeringen van het leenstelsel. Die laatste maatregel zou een bezuiniging van 710 miljoen euro op de lumpsum zijn. Gezamenlijk leveren deze maatregelen een structurele bezuiniging van 2,2 miljard euro op. 

The post Advies aan OCW: minder autonomie, meer samenwerking en meer bezuinigen op hoger onderwijs  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Advies aan OCW: minder autonomie, meer samenwerking en meer bezuinigen op hoger onderwijs  verscheen eerst op ScienceGuide.

LSVb blij dat eindelijk wordt geluisterd naar studenten over ‘doorgeschoten verengelsing’

17 July 2024 at 10:18

De randvoorwaarden voor de Toets Anderstalig Onderwijs, als onderdeel van de Wet Internationalisering in Balans, is onlangs opengesteld voor consultatie. Daar heeft de sector aan de nieuwe OCW-minister Eppo Bruins (NSC) het dringende advies gegeven om te breken met het voorgenomen beleid van zijn voorganger Robbert Dijkgraaf (D66) rondom internationalisering. Diens voorgestelde wetgeving gaat het hoger onderwijs grote schade toebrengen, zeggen de koepels van hogescholen en universiteiten over de Algemene Maatregel van Bestuur Toets Anderstalig Onderwijs (TAO). Daarin is vastgelegd wanneer een opleiding in de toekomst nog Engelstalig onderwijs mag verzorgen. 

Geef juist wel ruimte voor tweetaligheid 

Universiteiten willen wel vaker in het Nederlands gaan lesgeven, maar tegelijkertijd geen afscheid nemen van het Engels. Zij stellen de politiek voor om niet het Engelstalig aanbod terug te dringen, maar in plaats daarvan meer tweetaligheid mogelijk te maken. Op die manier blijven Nederlandse universiteiten toegankelijk voor zowel internationale als Nederlandse studenten, stelt UNL op de AMvB. Wel zijn universiteiten nu al bereid om vier opleidingen van de in totaal ruim 450 bacheloropleidingen aan universiteiten helemaal weer in het Nederlands te gaan verzorgen. 

De AMvB stelt juist dat het ‘expliciet’ niet de bedoeling is dat een Engelstalig curriculum een vertaalde versie is van een bestaande Nederlandstalige opleiding, en dat die tweetaligheid dus niet doelmatig is. Wanneer opleidingen echter worden verplicht om het onderwijs alleen in het Nederlands te verzorgen, “is het risico groot dat het opleidingsaanbod zal verschralen en kwalitatief gezien achteruit zal gaan. Het wordt moeilijker kleine opleidingen in stand te houden, en internationale wetenschappers zullen niet langer inzetbaar zijn. De RUG is ervan overtuigd dat deze nadelige gevolgen voor het universitaire onderwijs vervolgens ook een negatief effect zullen hebben op het universitaire onderzoek”, waarschuwt de Rijksuniversiteit Groningen. 

Internationale wetenschappers zullen Nederland verlaten 

De Groningse universiteit stelt te vrezen voor een exodus van internationale wetenschappers. “De RUG maakt zich ook grote zorgen over de consequenties van de voorgestelde maatregelen voor haar personeel. Het betreft enerzijds de bezorgdheid over het toekomstperspectief van onze internationale staf; die mobiel en flexibel is en – vanwege de verbondenheid van onderwijs en onderzoek – er nu wellicht voor kiest om de RUG en Nederland te verlaten. Met alle bijkomende, nadelige effecten van dien op de kwaliteit van onderwijs en onderzoek.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Ook op andere universiteiten maakt buitenlands personeel zich grote zorgen over hun positie, stelt UNL. “Ons internationale personeel heeft zich – vaak met hun familie – in Nederland gevestigd om een bijdrage te leveren aan de Nederlandse samenleving en kenniseconomie en is onmisbaar in het succes van de Nederlandse wetenschap. Deze versie van de TAO zet een duurzaam verblijf van collega’s die vaak al langere tijd in Nederland wonen op de tocht. Universiteiten maken zich hier zowel vanuit menselijk, maatschappelijk, als uitvoerbaarheidsperspectief grote zorgen om.” 

Kijk niet alleen naar onderwijs, maar ook naar wetenschapsgebieden 

UNL vindt bovendien dat bij de TAO veel te rigide wordt gekeken naar de arbeidsmarkt. Er moet ook worden gekeken naar de gevolgen voor het aanhangende wetenschapsgebied, betoogt de koepel. “In de huidige opzet van de AMvB speelt dit geen rol. Universiteiten maken zich hier grote zorgen over en zouden daarom graag zien dat het ministerie van OCW zich niet enkel beperkt tot het verdienvermogen van de samenleving op korte termijn, maar ook oog heeft voor het in standhouden en versterken van de Nederlandse kennisinfrastructuur op de lange termijn.” 

In het hbo heeft men de hoop gevestigd op de Raad van State, die geleid wordt door de oud-voorzitter van de Vereniging Hogescholen, Thom de Graaf. De Raad van State heeft in een advies over het wetsvoorstel gesteld dat het hbo niet in aanmerking zou moeten komen voor een verplichte Toets Anderstalig Onderwijs voor het bestaande bacheloraanbod. Deze toets is arbeidsintensief, en in het hbo zijn de problemen rondom internationale instroom lang niet zo erg als in het wo, luidde de redenering. Voor nieuwe Engelstalige opleidingen kan wel gewerkt worden met een verlichte toets, zo stelde de Raad van State.  

De individuele hogescholen die net als de Vereniging Hogescholen gereageerd hebben op de AMvB, brengen dit standpunt van de Raad van State met klem onder de aandacht van de nieuwe OCW-minister. 

Wacht de simulaties van hogescholen af 

Vooruitlopend op de nieuwe wet en deze specifieke Toets Anderstalig Onderwijs zijn een aantal hogescholen al begonnen met een simulatie van de praktische gevolgen ervan. Wacht deze simulaties af en neem de ervaringen mee in de nieuwe wetgeving, luidt het dringende advies vanuit Hogeschool Inholland. De resultaten van de simulaties worden na de zomer verwacht. Ook UNL is bezig met een soortgelijke simulatie. 

Vanuit NHL Stenden wordt gewaarschuwd dat de regeling in deze vorm waarschijnlijk tot rechtszaken zal leiden. “In de huidige plannen lijkt de focus vooral te liggen op het beperken van de studentenstromen en op bezuinigingen. In de huidige context leidt de toets daarnaast tot veel onduidelijkheid en tijdrovende procedures met mogelijke rechtszaken tot gevolg.” 

Studenten willen ook tweetaligheid 

Hoewel de LSVb ziet dat zowel het onderwijs als het onderzoek in Nederland profiteert van internationalisering, delen zij de opvatting dat het Engelstalige onderwijsaanbod in de afgelopen jaren te ver is doorgeschoten. “We zijn blij dat er eindelijk naar de studenten geluisterd wordt die al jarenlang aangeven dat de verengelsing het hoger onderwijs ontoegankelijker maakt. In het kader van toegankelijkheid stelt het ons ook gerust dat in de toets rekening gehouden wordt met het geheel van voorzieningen in het hoger onderwijs. Wij hopen dat hierbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de studentenhuisvesting.” 

Als het om de oplossing gaat, lijkt de LSVb zich echter aan te sluiten bij het dringende UNL-advies voor tweetaligheid. “Er is vanuit studenten veel kritiek geweest op de hoeveelheid Engelstalig onderwijs. Tegelijkertijd zijn er ook genoeg studenten die hun opleiding graag in het Engels (zouden willen) volgen. Om in deze behoeften te voorzien zou het dus mogelijk moeten zijn om een studie zowel in het Nederlands als in het Engels te kunnen volgen”, aldus de LSVb. 

Te nauwe, economische blik 

Net als UNL vreest de vakbond van studenten voor een te nauwe, economische blik bij de beoordeling van opleidingen. “Door blind te staren op criteria als de arbeidsmarkt vrezen wij dat technische opleidingen nog meer over zullen gaan in het Engels, en de geesteswetenschappen grotendeels over moeten gaan op het Nederlands. Dat is geen balans meer te noemen. Wij vinden dat er daarom ook gekeken moet worden naar een evenwichtige spreiding van Nederlands- en Engelstalige opleidingen binnen de verschillende onderwijsprofielen, en daarom niet enkel het besluit te vormen op basis van economische factoren.” 

De grote aanjager van het debat over de verengelsing van universiteiten, Beter Onderwijs Nederland, wil juist helemaal geen uitzonderingen. “Schrap alle uitzonderingen in het voorstel (wet en AMvB) die het mogelijk moeten maken om bepaalde overheidsbekostigde bachelor- en Ad-opleidingen voor meer dan een derde deel in een andere taal aan te bieden. Elke afgestudeerde dient onze landstaal op academisch niveau te beheersen en het benoemen van uitzonderingen leidt tot chaos”, schrijft die organisatie in reactie op het wetsvoorstel. 

The post LSVb blij dat eindelijk wordt geluisterd naar studenten over ‘doorgeschoten verengelsing’ first appeared on ScienceGuide.

Het bericht LSVb blij dat eindelijk wordt geluisterd naar studenten over ‘doorgeschoten verengelsing’ verscheen eerst op ScienceGuide.

Noodoproep van universiteiten krijgt weerklank in eerste debat met kabinet Schoof 

4 July 2024 at 10:38

Tijdens het Kamerdebat verweest de oppositie herhaaldelijk naar de noodoproep van de universiteiten. Die waarschuwen dat de bezuinigingen duizenden banen kunnen kosten en het verdienvermogen van Nederland onder druk zetten. Toch kregen sommige beleidsmaatregelen op kennisgebied steun, bijvoorbeeld de beperking van kennis- en studiemigratie. De SP stelde zelfs voor deze beperking verder aan te scherpen. 

Dit gaat ons miljarden kosten 

Rob Jetten, de recent teruggekeerde fractievoorzitter van D66, bekritiseerde het nieuwe ministerie van Groene Groei. Ondanks de aantrekkelijke naam valt er weinig economische groei te verwachten door de bezuinigingen op universiteiten, stelde hij. Jetten citeerde een berekening van de Rabobank: “Het hoofdlijnenakkoord bezuinigt 12 miljard op onderzoek en innovatie, wat de Nederlandse economie 27 miljard gaat kosten. Dit zijn harde klappen voor onze ondernemers en uiteindelijk ook voor onze portemonnees.” 

De D66’er vroeg aan de fractievoorzitter van de VVD om dit ingezette beleid te wijzigen. “Is mevrouw Yeşilgöz bereid om met mij te kijken of we de grootste bezuiniging van deze eeuw op onderwijs en wetenschap kunnen terugdraaien?” 

Het is goed om te kijken wat nog meer nodig is 

’Altijd maar meer geld’, zoals D66 volgens Yeşilgöz bepleitte, is niet altijd de juiste oplossing is, antwoordde ze. “Wat betreft onderwijs weten we dat investeren in onderwijs belangrijk is, maar dat geld niet het enige is wat het verschil maakt. Er is de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in onderwijs. Daarbij heeft ook de partij van de heer Jetten vooraan gestaan. Het is ook goed om te kijken wat er nog meer nodig is om ervoor te zorgen dat leraren die ruimte hebben. De heer Jetten weet dat dat niet alleen over geld zal gaan.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Jetten probeerde de VVD te overtuigen van het belang van investeringen in onderwijs en onderzoek voor het behoud van bedrijven zoals ASML in Nederland. “Zo hebben universiteiten en hogescholen de afgelopen jaren honderden onderzoekers vaste contracten kunnen geven dankzij die enorme investeringen in het onderwijs. Daardoor is er nu meer zekerheid voor die mensen. Ze kunnen meer onderzoek doen en beter onderwijs geven. Dat is ook een hele belangrijke reden waarom bijvoorbeeld ASML uiteindelijk zei: wij willen in Nederland uitbreiden en niet in Frankrijk.” 

Innovatie gaat verder dan alleen universiteiten 

Innovatie komt niet alleen van universiteiten, reageerde de VVD. “De heer Jetten weet ook dat innovatie veel verder gaat dan alleen universiteiten. Die zijn een hele belangrijke bron daarvoor — laat dat duidelijk zijn — maar het gaat ook over hoe je ervoor zorgt dat we in ons land alle kennis behouden, dat ondernemers de ruimte zien om te innoveren en dat ons vestigingsklimaat stevig staat.” 

Jetten kon de VVD niet overtuigen, maar kondigde aan dat hij op Prinsjesdag, bij de behandeling van de begroting, komt met voorstellen om deze bezuinigingen terug te draaien.  

Een brandbrief van universiteiten 

De fractievoorzitter van VOLT, Laurens Dassen, kwam Jetten te hulp in de strijd tegen de bezuiningen op het hoger onderwijs en de wetenschap. “Er is vandaag ook weer een brandbrief vanuit de universiteiten gekomen — daar hebben we het bij de hoorzitting ook over gehad — dat deze bezuinigingen mogelijk 1.200 wetenschappersbanen gaan kosten. Vandaag lezen we dat het ons zelfs tot 5.000 banen gaat kosten. Daarmee zetten we juist de kennispositie van Nederland op achterstand. Dat is volgens mij niet wat mevrouw Yeşilgöz wil bereiken.” 

Dassen benadrukte het belang van het behouden van ondernemers en toponderzoekers in Nederland om te kunnen concurreren met landen als China en de VS. Investeren in onderzoek, onderwijs en wetenschap is cruciaal voor het aantrekken van talent en het versterken van de kennispositie van Nederland, stelde hij. Het hoofdlijnenakkoord voor de voorgestelde bezuinigingen verzwakken deze positie juist en verminderen de strategische autonomie, aldus de VOLT-leider. Ook hij vroeg de VVD daarom deze bezuinigingen te heroverwegen. 

Ook de geplande langstudeerboete kreeg kritiek van zowel D66 als Volt. De partijen uitten hun zorgen en stelden dat dit de ontwikkeling van studenten en de innovatiekracht van Nederland zou belemmeren. 

De vermindering van kennis- en studiemigranten kan wel op steun van een aantal oppositiepartijen rekenen, zo bleek tijdens het debat. In de regeringsverklaring bij aanvang van het debat stond de nieuwe minister-president Dick Schoof al stil bij studiemigratie. De grootste van dee zorgen van mensen in het land is asiel en migratie, beweerde Schoof. “De overtuiging van veel mensen is dat arbeidsmigratie, studiemigratie en asielmigratie jaar op jaar opgeteld een te grote druk leggen op ons land, niet alleen op de beschikbaarheid en betaalbaarheid van onze voorzieningen, maar ook op de sociale samenhang en de maatschappelijke binding in de wijken, dorpen en steden. En die zorg is reëel.” 

Kennis- en studiemigranten leggen een veel te hoge druk op onze steden 

Jimmy Dijk van de SP stelde dat kennis- en studiemigratie juist onvoldoende wordt aangepakt door dit kabinet. “In het verdienmodel van arbeids-, kennis- en studiemigratie zit de echte tegenstelling, die niet beslecht wordt door dit kabinet. Het aantal kennis- en studiemigranten legt een veel te hoge druk op onze steden en drijft de prijs van de woningen op. Daarom moet het flink beperkt worden.” 

The post Noodoproep van universiteiten krijgt weerklank in eerste debat met kabinet Schoof  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Noodoproep van universiteiten krijgt weerklank in eerste debat met kabinet Schoof  verscheen eerst op ScienceGuide.

Universiteiten uiten grote zorgen over bezuinigingen  

3 July 2024 at 09:12

De bezuinigingen staan haaks op de ambities die het kabinet zelf formuleert in het Hoofdlijnenakkoord, betogen de universiteiten. Dat akkoord spreekt over het versterken van bestaanszekerheid, het borgen van veiligheid, goed bestuur en groene groei, en universiteiten spelen een cruciale rol in het realiseren van deze doelstellingen, schrijven ze. Eppo Bruins, de nieuwe NSC-minister op het ministerie van OCW, heeft de bezuinigingen onlangs genuanceerd door te stellen dat het slechts ‘minder meer’ wordt in vergelijking met het voorlaatste kabinet Rutte.  

Universiteiten direct in gevarenzone 

“Door ingrijpende bezuinigingen zal de bekostiging van ons wetenschappelijk onderwijs en onderzoek door de ondergrens zakken. De kwaliteit en toegankelijkheid van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek komen daardoor direct in de gevarenzone”, luiden de universiteitsbestuurders echter een alarmbel. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De brief van UNL wijst ook op de internationale context. Nederland heeft zich gecommitteerd aan de Europese afspraak om drie procent van het BBP te investeren in onderzoek en innovatie. De voorgenomen bezuinigingen zetten deze ambitie echter onder druk en dreigen Nederland op achterstand te zetten ten opzichte van landen die juist wel investeren in kennis en innovatie. 

Grotere werkgroepen en minder begeleiding 

De universiteiten schetsen in hun brief een aantal concrete gevolgen die de bezuinigingen zullen hebben. Naar verwachting zullen meer dan 5.000 banen in de sector verloren gaan, waarvan 1.200 alleen al door het schrappen van de sectorplannen. Studenten zullen op korte termijn al gevolgen merken in de vorm van grotere werkgroepen, minder intensief onderwijs en verminderde individuele begeleiding. Op langere termijn dreigt een verschraling van het onderwijsaanbod, met minder keuzemogelijkheden en samenvoeging van opleidingen. 

De langstudeerboete die studenten moeten gaan betalen als zij meer dan een jaar uitlopen, wordt niet genoemd in deze brief. 

Nederland dreigt minder aantrekkelijk te worden 

De bezuinigingen zullen volgens UNL leiden tot minder vooruitgang en impact in wetenschappelijk onderzoek. Dit heeft gevolgen voor de economische positie van Nederland, de strategische autonomie en het vermogen om grote maatschappelijke transities te realiseren, houden ze voor. Nederland dreigt daarnaast minder aantrekkelijk te worden voor wetenschappelijk toptalent uit het buitenland, en minder succesvol te zijn in het binnenhalen van Europese onderzoekssubsidies. 

De al hoge werkdruk op universiteiten, recent nog bevestigd door een rapport van de Arbeidsinspectie, dreigt verder toe te nemen door de bezuinigingen, schrijven de universiteitsbestuurders. Door de bezuinigingen komt de doorstroom van jonge, talentvolle wetenschappers onder druk te staan. 

Tijdens de hoorzitting met Eppo Bruins zei de nieuwe minister dat het probleem rondom instroom van talentvolle wetenschappers vooral te maken heeft met het feit dat die instroom te hoog is. Er komen te veel jonge wetenschappers een systeem binnen dat dit nu helemaal niet aankan, zei hij.   

Bezuinigingen vallen wel mee, zegt minister 

Bruins gaf daarbij aan dat het ook wel meevalt met de bezuinigingen van dit nieuwe kabinet. “Het is niet zo dat we een grote teruggang hebben in financiële middelen voor het onderwijs”, liet hij optekenen. “Met het laatste kabinet zijn er extra tijdelijke middelen bijgekomen voor het hoger onderwijs. Daar gaat nu een deel af. We gaan niet terug naar de situatie van hoe het kabinet daarvoor was; het zijn tijdelijke middelen waar we een deel van in stand houden, dus er is nog steeds voldoende geld voor het hoger onderwijs.” 

Overigens acht coalitiepartner PVV de voorgestelde bezuinigingen nodig om universiteiten te dwingen tot nieuwe keuzes. Ze zouden volgens PVV-Kamerlid Reinder Blaauw weer moeten investeren in kwaliteit in plaats van ‘woke’ en activistische wetenschap. 

Juridische vervolgstappen serieus overwegen 

Een specifiek punt van kritiek in de brief betreft het voornemen om de sectorplannen weg te bezuinigen. De universiteiten noemen dit “onbehoorlijk bestuur”, gezien de afspraken die in 2022 zijn gemaakt in het Bestuursakkoord. “De aangekondigde maatregelen schaden de vertrouwensband tussen de universitaire sector en de overheid.” 

Zoals vorige week al duidelijk werd, overweegt UNL juridische stappen. Inmiddels heeft UNL het Rotterdamse advocatenkantoor Ploum ingeschakeld, dat gespecialiseerd is in contractrecht. Ploum heeft een aangetekende brief naar de Hoftoren gestuurd en stelt dat aanpassing van het Bestuursakkoord instemming van alle betrokken partijen, waaronder UNL, vereist. “Indien u er echter voor kiest om het gerechtvaardigde vertrouwen, dat uw voorganger met het Bestuursakkoord heeft doen ontstaan, niet na te komen, ziet UNL zich genoodzaakt om juridische vervolgstappen serieus te overwegen”, schrijven de universiteitsbestuurders aan minister Bruins. 

De bestuurders doen aan het slot van hun brief een dringende oproep om de voorgenomen bezuinigingen te heroverwegen. Op korte termijn willen ze in gesprek gaan met Bruins, zo hebben ze aangekondigd. 

The post Universiteiten uiten grote zorgen over bezuinigingen   first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universiteiten uiten grote zorgen over bezuinigingen   verscheen eerst op ScienceGuide.

Kamer vreest ontslaggolf aan universiteiten vanwege internationaliseringswet

1 July 2024 at 08:20

In een lijvig document van bijna veertig pagina’s heeft de Tweede Kamer een reeks vragen aan het kabinet gesteld over de nieuwe Wet Internationalisering in Balans (WIB). De meeste zorgen betreffen de positie en het eventuele ontslag van docenten bij universiteiten, de regeldruk voor instellingen en de uitzonderingsmogelijkheden die deze wet biedt om toch Engelstalig onderwijs te verzorgen. Daarnaast bestaan zorgen over de toegankelijkheid van het stelsel, nu instellingen de mogelijkheid krijgen om vaker numeri fixi te gebruiken.

Geen onderscheid tussen universiteiten en hogescholen

De Kamerleden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben grote zorgen over de plannen van de nieuwe coalitie omtrent wetenschap, onderzoek en onderwijs. Door de enorme bezuinigingen, bijvoorbeeld de ingrepen in de Groei- en Wetenschapsfondsen en in de Sectorplannen, kunnen de kabinetsplannen catastrofale gevolgen voor de Nederlandse wetenschap hebben, stellen zij. “Dit wetsvoorstel zal onderwijsinstellingen dwingen tot ongewenste keuzes in het terugdringen van het aantal internationale studenten, met alle gevolgen van dien voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek, het werven van toptalent en het behoud van internationaal onderwijs- en onderzoekpersoneel.”

De VVD en veel andere partijen concluderen dat het wetsvoorstel geen onderscheid maakt tussen hbo en wo, terwijl de verschillen tussen deze twee onderwijslagen groot zijn. Veel partijen vragen zich af waarom de regering vasthoudt aan de toepassing van de toets anderstalig onderwijs op bestaande anderstalige hbo-opleidingen. Ze vragen ook of een aanzienlijk lichtere toets voor het hbo niet zou volstaan, iets dat volgens een meerderheid in de Kamer ook is voorgesteld door de Raad van State.

Exodus van internationaal talent

De NSC-fractie laat bij de inleidende vragen weten veel verschillende verwachtingen van de effecten van deze wet te hebben gezien. “Met volstrekt tegenovergestelde scenario’s. Er zijn beweringen dat de wet niets gaat veranderen en beweringen dat de wet juist al het anderstalig onderwijs onmogelijk gaat maken en een exodus van internationaal talent betekent. Welke verwachting heeft de regering zelf van deze wet en welke risico’s zien zij?”, wil NSC weten.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Daarnaast vindt NSC het opmerkelijk dat masteropleidingen zijn uitgesloten van deze wet. De Onderwijsinspectie heeft erop gewezen dat het loslaten van de taalregels voor de master tot gevolg kan hebben dat meer masters anderstalig worden. Hierdoor zouden masteropleidingen minder toegankelijk kunnen worden voor studenten die minder taalvaardig zijn in het Engels.

Waarom blijven masters buiten beschouwing?

Bovendien laat Engelstalig masteronderwijs nauwelijks ruimte voor Nederlandse actuele onderwerpen zoals toeslagen, jeugdzorg of Gronings gas, stelt NSC. Ook de ChristenUnie vraagt of het ontzien van de masters in deze wet de toegankelijkheid niet onder druk zet, zeker voor hbo-studenten die niet eerder een opleiding in het Engels hebben gevolgd.

D66 vreest ook voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Met name universiteiten kunnen nu minder toegankelijk worden omdat die een numerus fixus kunnen instellen voor opleidingen met capaciteitsproblemen. Dit kan ervoor zorgen dat Engelstalig onderwijs minder toegankelijk wordt voor Nederlandse studenten, schrijft D66.

Risico op bureaucratie en frustratie bij CDHO

De SGP zegt het belangrijk te vinden om de Nederlandse taal beter te beschermen in het hoger onderwijs. Het nieuwe kader voor doelmatigheid zal echter een enorme lastendruk opleveren, vrezen de staatkundig gereformeerden. De partij stelt vast dat het voorgestelde toetsingskader een uitgebreid en fijnmazig raamwerk van criteria en overwegingen bevat die grotendeels niet objectief zijn vast te stellen. De SGP-fractie vraagt hoe de regering voorkomt dat bij de CDHO, die al deze toetsen moet gaan uitvoeren, een uitgebreide strijd wordt gevoerd op basis van rapporten en onderzoeken, met het risico van veel bureaucratie en frustratie.

Ook D66 heeft zorgen over de administratieve lasten voor instellingen en bedenkingen bij de gesloten en meetbare normen waarop de CDHO moet toetsen of de Engelstaligheid van een opleiding doelmatig is.

Internationale competitie rondom talent

In de voorgestelde WIB geldt een ‘internationaal profiel’ als een mogelijke uitzonderingsgrond. De NSC-fractie vraagt wanneer een instelling een internationaal profiel heeft, en of dit per studie of per instelling is bepaald. Daarnaast vragen zij hoe de regering tekorten op de arbeidsmarkt – ook een uitzonderingsgrond – als doelmatigheidscriteria wil preciseren, en wat ‘uitzonderlijk groot’ betekent in deze context. “Is het mogelijk om deze criteria aan te passen om beter rekening te houden met de internationale competitie rondom talent?”

Bij de BBB, GroenLinks-PvdA en VOLT bestaan zorgen over de leefbaarheid van regio’s. “Maastricht University stelt bijvoorbeeld dat gevreesd wordt voor het voortbestaan en voor de economische en sociale gevolgen van substantiële beperking van de internationale instroom, die welbeschouwd onlosmakelijk verbonden is met het inherent internationale karakter van een grensregio”, zo zegt GroenLinks-PvdA. Andere partijen, zoals de SGP met haar grote achterban in Zeeland, vraagt wat de gevolgen voor deze provincie zijn. Daarnaast wil D66 weten waarom niet alle University Colleges zijn gevrijwaard van de taaltoetsen.

Gevolgen voor bekostiging hogescholen en universiteiten

Het nieuwe kabinet wil bijna 300 miljoen euro bezuinigen door het aantal internationale studenten te verminderen. De NSC-fractie houdt er rekening mee dat de WIB impact kan hebben op de studentenaantallen en de bijbehorende financiering. Daarom wil NSC van de nieuwe minister weten hoe de regering rekening houdt onderwijsinstellingen die straks mogelijk financiering mislopen vanuit de lumpsumbekostiging per student. “Hoe denkt de regering zowel op korte als lange termijn ervoor te zorgen dat instellingen de financiële problemen die mogelijk gepaard gaan met krimpende studentenaantallen het hoofd kunnen bieden?”

Ook D66 heeft zorgen over de financiële gevolgen en de slagingskans van de WIB, gezien de bezuinigingsopdracht in het hoofdlijnenakkoord. “Wat gaat de regering doen als deze taakstelling niet haalbaar blijkt met het huidige pakket van maatregelen?” Daarnaast wil D66 weten of de regering een inschatting kan maken van de bredere effecten op de economie als er voor bijna 300 miljoen euro wordt bezuinigd op internationale studenten.

Internationale docenten en studenten voelen zich niet welkom

De partij van Pieter Omtzigt heeft gesignaleerd dat internationale docenten en studenten zich soms onwelkom voelen door de nieuwe wet. “Hoe kan de regering helpen om deze gevoelens in context te plaatsen, zeker gezien het grote belang van een zekere mate van internationalisering en internationale studenten voor de economie in de toekomst? Op welke manier is de regering voornemens om internationale docenten zoveel mogelijk mee te nemen in dit proces?”, wil NSC daarom weten.

De NSC-fractie vraagt ook of de wet voldoende regelt voor internationale docenten en ander personeel met een vast contract die de Nederlandse taal momenteel niet machtig zijn. “Wat verstaat de regering onder een redelijke termijn voor deze veranderingen? Hoe gaan instellingen hun internationale personeel ondersteunen in het leren van de taal en het geven van vakken in het Nederlands? Welke middelen zijn hiervoor nodig en is hier genoeg capaciteit voor?”

D66 wil weten of de regering, net als universiteiten, een mogelijk vertrek verwacht van buitenlandse topdocenten en wetenschappers bij Nederlandse universiteiten. “Hoeveel internationale docenten zullen moeten vertrekken naar aanleiding van dit wetsvoorstel? Wat verwacht de regering hierbij met het oog op de kwaliteit van het onderwijs? Wat verwacht de regering van het omzetten van opleidingen naar het Nederlands voor de aantrekkelijkheid van Nederland voor internationale topwetenschappers?”

Ontslaggolf bij universiteiten voorkomen

GroenLinks-PvdA, dat vreest voor een ontslaggolf, wil tot slot weten of er goede uitkeringen en ontslagvergoedingen komen voor docenten. “Hoeveel werknemers zullen door dit wetsvoorstel hun baan verliezen en wat zijn de kosten voor transitievergoedingen, van-werk-naar-werk-trajecten en werkloosheidsuitkeringen? Is de regering bereid om hier met werkgevers en vakbonden overleg over te voeren, zodat de potentiële ontslaggolf kan worden voorkomen?”

De grootste fractie in de Kamer, de PVV, heeft nauwelijks vragen gesteld over het wetsvoorstel dat toch al ruim een jaar tot grote beroering in het hoger onderwijs leidt. De PVV wil alleen weten welke sancties de minister treft als instellingen zich niet aan de wet houden. “Het belangrijkste punt voor de leden van de PVV-fractie is om sancties op te leggen aan instellingen die de geest van de wet weigeren op te volgen, maar in plaats daarvan de letter misbruiken. In dit wetsvoorstel is er niet voor gekozen dit op te nemen, terwijl het de PVV een redelijk instrument lijkt.”

The post Kamer vreest ontslaggolf aan universiteiten vanwege internationaliseringswet first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Kamer vreest ontslaggolf aan universiteiten vanwege internationaliseringswet verscheen eerst op ScienceGuide.

Universiteiten overwegen nieuwe bezuinigingen juridisch aan te vechten 

27 June 2024 at 12:53

Met het nieuwe kabinet worden hoger-onderwijsinstellingen geconfronteerd met aanzienlijke bezuinigingen, oplopend tot 1 miljard in de komende jaren. Binnen de Rijksuniversiteit Groningen heersen hierover grote zorgen, zo bleek tijdens de vergadering met het College van Bestuur in de maandelijkse universiteitsraad. Daar werd ook duidelijk dat universiteiten overwegen juridische stappen te ondernemen tegen het nieuwe kabinet, omdat deze bezuinigingen neerkomen op contractbreuk. Met het hoofdlijnenakkoord tussen universiteiten en OCW zijn aanzienlijke uitgaven gedaan, en nu trekt het ministerie van OCW zich terug uit deze afspraken. Dit wordt binnen universiteiten beschouwd als onbehoorlijk bestuur. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Universiteiten zijn volop aan het inventariseren wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen, zei de Groningse bestuurder Hans Biemans tegen de medezeggenschap. De urgentie is namelijk hoog: vanaf januari volgend jaar staan de eerste bezuinigingen ingepland, zo legde de financiële man van het CvB uit. “We zijn al in gesprek met het ministerie om helder te krijgen wat de nieuwe minister, die binnenkort moet aantreden, precies gaat doen om de maatregelen die ze hebben afgesproken vorm te geven. Er is dus nog veel onduidelijk en dat is natuurlijk heel vervelend, omdat iedereen ziet dat wat er is afgesproken in het hoofdlijnenakkoord een enorme impact heeft.” 

Kijken waar het ons het minst treft 

De bezuinigingen die nu ingeboekt zijn, bedragen al zestien miljoen euro voor volgend jaar. Dat loopt voor de RUG op tot 80 miljoen euro, zo legde de vicevoorzitter . Ook de lobby van UNL draait nu op volle toeren, zei hij. “De lobby is erop gericht om de bezuinigingen af te af te wenden, of anders de bezuinigingen zo af te spreken dat ze op plekken komen waar het ons het minst treft.” 

Als het bijvoorbeeld gaat over de sectorplannen die met het huidige kabinet zijn afgesproken, dan zijn namelijk al forse investeringen gedaan. “En er is dus een behoorlijk aantal mensen die we hebben aangesteld op basis van die sectorplannen. Als daar de financiering van wegvalt, is het een vraagstuk hoe we dit gaan oplossen.” 

Daarnaast heeft de RUG een aantal maatregelen genomen om in de tussentijd geen beslissingen te nemen waarvan ze later weer last kunnen krijgen, zo zei de vicevoorzitter. “Dat betekent een verantwoorde vacaturevervulling. We hebben ook afgesproken dat we veel kritischer gaan zijn op externe inhuur.” Daarnaast gaat het CvB de vastgoedinvesteringen nog eens extra tegen het licht houden.  

Deeltijdwerken om personeel te behouden 

Binnen faculteiten heerst een somber beeld, zei universitair docent Jessica Bloom, afgevaardigde van de economiefaculteit. De beoogde bezuinigingen kunnen daar niet gerealiseerd worden met alleen natuurlijk verloop van medewerkers die met pensioen gaan. “Ik vraag me af of er ook nagedacht wordt over andere creatieve oplossingen? Ik denk bijvoorbeeld aan deeltijdwerken. Dat iedereen een klein beetje minder gaat werken, maar dat je dan mensen wel in dienst kunt houden.” Dit zou volgens Bloom ook meteen een antwoord zijn op de hoge werkdruk.  

Henk van Putten, die in de ondersteunde diensten werkt, deed het voorstel om de lonen te verlagen.  “Ik heb nog een stuk radicaler voorstel, en dat zal ook in UNL-verband besproken moeten worden,” zei Van Putten. “Waarbij schaal 10 en hoger allemaal 2 procent moeten inleveren. Ik zou het zelf helemaal niet erg vinden; ik vond de vorige salarisverhoging voor de hogere schalen wel aan de erg hoge kant.” Hij vroeg aan het CvB of dit een optie is. 

Vakbonden moeten met ons meedenken 

Biemans legde uit dat dit vooral aan de opstelling van de vakbonden zal liggen, maar wees het niet op voorhand af. “Daar zit een dilemma, en dat moeten we gaan bespreken met de vakbonden. Ik kan niet voorzien hoe ver zij ook voor zichzelf een rol zien en een medeverantwoordelijkheid om in dit lastige proces met ons mee te denken en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken.” 

Biemans legde de universiteitsraad ook uit dat hier wellicht sprake is van contractbreuk door de overheid vanwege het hoofdlijnenakkoord dat nu twee jaar geleden is afgesproken tussen universiteiten en de huidige onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. “Daar staan een aantal afspraken in, daar zijn we ook naar gaan handelen. We kijken ook in juridische zin wat er nu gebeurt, of we dat kunnen aanvechten. Er is namelijk een breuk met de afspraken, waar ook handtekeningen onder staan. Dat is onbehoorlijk bestuur; dat je zou kunnen aanvechten. We zullen alles doen wat we kunnen om dit om te buigen.” 

UNL laat in een reactie aan ScienceGuide weten dat zij aan het onderzoeken zijn wat juridisch mogelijk is, “meer kan ik er nu ook niet echt over zeggen,” laat de woordvoerder weten.

The post Universiteiten overwegen nieuwe bezuinigingen juridisch aan te vechten  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universiteiten overwegen nieuwe bezuinigingen juridisch aan te vechten  verscheen eerst op ScienceGuide.

NSC vindt langstudeerboete “een van de meer redelijke” maatregelen 

13 June 2024 at 11:19

Tijdens een debat in de Tweede Kamer over studentenwelzijn ging het grotendeels over de maatregelen van het aanstaande kabinet, dat fors bezuinigt op het hoger onderwijs. In het bijzonder werd stilgestaan bij de langstudeerboete. Studenten die langer dan een jaar uitlopen, moeten daardoor 3.000 euro extra collegegeld betalen.  

NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger (NSC) verdedigde de langstudeerboete door te wijzen op de financiering van het hoger onderwijs en de bekostiging van studenten in andere landen, en koos daarnaast de aanval. Eén specifieke maatregel kan volgens haar niet de oorzaak kan zijn van de crisis in het mentale welzijn onder studenten. “Mensen die dat stellen, vertrouw ik niet”, aldus Hertzberger. 

Je hele leven word je gebeld, alleen niet in het hoger onderwijs 

Om het studentenwelzijn te verbeteren, vroegen D66 en NSC aandacht voor de nazorg van studenten die uitvallen. “Je hele leven, van de basisschool, middelbare school, je werk of als je ooit in een verzorgingshuis komt en je niet komt opdagen, wordt er even gekeken waar iemand is en wordt er gebeld. Alleen als je student bent op een hogeschool of universiteit gebeurt dat niet”, zei Jan Paternotte van D66. “Het gekke is dat we ons druk maken om mentaal welzijn in het hoger onderwijs, maar dat nou juist daar dat belletje niet even gepleegd wordt om te kijken waar iemand is.” 

Ook Hertzberger vroeg wat er gebeurt als een student zich bijvoorbeeld in het derde jaar uitschrijft. “De vraag is of we van instellingen kunnen vragen om in dat soort gevallen zo’n student toch even na te bellen. Of in ieder geval op te merken dat een student die soms al drie jaar aan die instelling studeert, zich niet opnieuw heeft ingeschreven en dus de laatste fase niet afrondt.” 

Minister Dijkgraaf zei dit eigenlijk ook raar te vinden en zal dit meenemen in gesprekken met de sector. “Ik sta zeer sympathiek tegenover deze boodschap, omdat het inderdaad belangrijk is dat mensen oog houden op studenten. Zeker omdat dat een kwetsbare fase van je leven is.” Het hoger onderwijs kent geen aanwezigheidsplicht, dus de band tussen instellingen en studenten is al iets minder strak, zei de minister. “Juist daarom is het wel belangrijk dat er naar studenten wordt omgekeken – ook als ze niet verschijnen.” 

Toen groot applaus voor Omtzigt, nu dit 

Daarna was het gedaan met de overeenstemming en ontstond een fel debat over de maatregelen van het nieuwe kabinet. Die zullen het studentenwelzijn alleen maar verder verslechteren, stelden oppositiepartijen. “Vorig jaar zei Pieter Omtzigt bij College Tour, in een zaal vol studenten, dat we milder moesten zijn voor studenten. Dit verhaal kreeg een groot applaus. Kijk ik naar wat er nu gebeurt, dan gaat in september de basisbeurs dalen, staat er in het onderhandelaarsakkoord geen extra woord over studentenhuizen, en krijgen studenten als klap op de vuurpijl ook nog die langstudeerboete”, Zo wierp D66-Kamerlid Jan Paternotte NSC voor de voeten. “Die boete stond echt in niemands verkiezingsprogramma. Hoe gaat dat nu bijdragen aan het welzijn van studenten?” 

De hoge kosten maakt een langstudeerder volgens NSC niet zozeer door deze nieuwe boete, probeerde Hertzberger te weerleggen. “Ten eerste zien we dat de financiële stress vooral komt door het wegvallen van de basisbeurs na de nominale studeertijd. Als je een vierjarige studie doet, dan stopt de basisbeurs en de aanvullende beurs voor de studenten met de grootste financiële stress direct. Dat is de grote klapper. Dan ga je er vijf tot zevenduizend euro op achteruit.”  

Langstudeerboete redelijk, gezien internationale situatie 

Bovendien, zo stelde Hertzberger is Nederland uniek in het blijven bekostigen van studenten als die lang uitlopen met hun studie. “Wij zijn een van de weinige landen in de wereld waar de overheid die opleidingsplekken blijft bekostigen. In dit geval hebben wij besloten dat je een jaar kunt uitlopen; daarna gaat het collegegeld omhoog. We denken dat dit redelijk is, ook gezien de internationale situatie.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De oppositie bleef echter hameren op het feit dat NSC enerzijds zorgen heeft over het studentenwelzijn, maar tegelijkertijd deze maatregel invoert die juist kwetsbare groepen treft. “We weten dat die langstudeerboete vooral studenten treft van wie de ouders niet het geld hebben om bij te springen”, betoogde Paternotte. “En het zijn nu vaak ook nog studenten die voor het eerst studeren, en die er dus vaak wat langer over moeten doen. Dus toch mijn vraag is: u zegt dat we milder moeten zijn voor studenten. Hoe gaat die langstudeerboete daar nou aan bijdragen? Gaat dat niet juist een enorme druk geven?” 

Langstudeerboete is te rechtvaardigen 

Ook de confessionele partijen CDA en de ChristenUnie wezen op de onbarmhartigheid van deze maatregel, die het CDA overigens in 2010 zelf ook introduceerde in het eerste kabinet-Rutte. NSC-woordvoerder Hertzberger bleef erbij dat zij de langstudeerboete een redelijke maatregel vindt. “Laat ik het zo zeggen: op de grijsschaal van redelijk versus onredelijk, vind ik dit een van de meer redelijke maatregelen. Dit is ook een vervelende, maar in ieder geval voor mezelf wel zeker te rechtvaardigen.” 

Uiteindelijk bleek NSC niet helemaal doof voor de kritiek en wacht de partij op tegenvoorstellen vanuit de Kamer. “Elk goed initiatief vanuit de Kamer zullen wij op inhoud beoordelen als die ook is voorzien van een eventuele dekking”, zei Hertzberger toe. “Ik stel ook voor om heel even af te wachten hoe dit alles invulling gaat krijgen door een nieuwe regering met een nieuwe minister.” 

Meer studentenkamers door afname internationale studenten 

De langstudeerboete zal bovendien de woningnood onder studenten lenigen, betoogde Hertzberger.. Die woningnood is daarnaast een reden waarom de instroom van internationale studenten een halt wordt toegeroepen, aldus NSC. “We zien ook dat op dit moment veel thuiswonende studenten tegen hun zin thuis wonen, terwijl er altijd wel ruimte wordt gemaakt voor internationale studenten. Internationale studenten zijn welkom, maar het volledig inrichten van het systeem op het aantrekken van een zo groot mogelijke stroom studiemigranten, dat gaan wij een halt toeroepen.” 

The post NSC vindt langstudeerboete “een van de meer redelijke” maatregelen  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht NSC vindt langstudeerboete “een van de meer redelijke” maatregelen  verscheen eerst op ScienceGuide.

Hoger onderwijs beklaagt zich bij Tweede Kamer over internationaliseringswet 

12 June 2024 at 11:51

Het was nog maar de vraag of het rondetafelgesprek over de veelbesproken internationaliseringswet van minister Dijkgraaf doorgang zou vinden. Vorige week moesten de twee wetgevingsrapporteurs aan de Kamer, Luc Stultiens (Groenlinks-PvdA) en Rosanne Hertzberger (NSC), de collega-Kamerleden op het hart drukken om zich vooral aan te melden voor het gesprek; anders moest dit worden afgezegd. 

De twee Kamerleden presenteerden een bomvolle line-up vanuit vooral de universiteiten. Van de vijftien uitgenodigde gasten heeft alleen Maurice Limmen, als voorzitter van de Vereniging Hogescholen, een achtergrond in het hbo. Naast de studentenbonden, koepels en de vakbond AOB zijn ook wetenschappers en veel bestuursvoorzitters van universiteiten uitgenodigd, evenals Nuffic. Daarnaast krijgen lobbyorganisaties zoals Brainport Eindhoven en 4TU, de koepel van technische universiteiten, ruimte om hun verhaal te doen. De genodigde partijen mochten alvast een position paper opsturen aan de Kamer. 

Internationaliseringswet slecht voor hardwerkende Limburger 

Rianne Letschert, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht, drukt de Kamerleden op het hart om vooral maatwerk mogelijk te maken. “De WIB creëert diverse onzekerheden voor zowel de UM als de regio. Zonder maatwerk is het onvermijdelijk dat de ontwikkeling van onze regionale welvaart daar de gevolgen van ondervindt. Het verplicht invoeren van Nederlandstalig bacheloronderwijs zou op korte termijn door krimp van de UM en Zuyd Hogeschool meer dan 4.500 arbeidsplaatsen kosten”, schrijft de voorzitter van Nederlands meest internationale universiteit. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Ook de Limburgse Henk en Ingrid worden door dit wetsvoorstel getroffen, is een boodschap in Letscherts verhaal. “Geen maatwerk voor de regio raakt de gewone, hardwerkende Limburger, is een sta-in-de-weg voor de doorontwikkeling van de brede welvaart en bedreigt de leefbaarheid van onze steden. Dit is extra wrang in een tijd waarin politiek en bestuurlijk gezocht wordt naar een aanpak waarbij daadwerkelijk elke regio telt.” 

Er is alle ruimte ontstaat voor marchanderen 

Haar oud-collega uit de Jonge Akademie, Lotte Jensen, waarschuwt juist voor uitzonderingen. De hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit, die al jaren pleit voor de herwaardering van het Nederlands in het hoger onderwijs, kijkt met zorg naar alle uitzonderingen die minister Dijkgraaf heeft geformuleerd in zijn nieuwe internationaliseringswet. “Het risico bestaat dat iedere opleiding die nu Engelstalig is of dat wil worden, op één van die vier uitzonderingsgronden een beroep zal gaan doen. De criteria zijn zo ruim en onduidelijk geformuleerd dat er alle ruimte ontstaat voor marchanderen. Gevolg: er verandert niets ten opzichte van de huidige situatie.” 

Mocht de politiek uitzonderingsgronden willen formuleren, dan dienen die precies en begrijpelijk geformuleerd te worden. Dan is het voor iedere burger begrijpelijk wanneer een opleiding daaraan voldoet, schrijft zegt de Nijmeegse hoogleraar in haar position paper

University College Roosevelt ziet ook kansen 

Opleidingen die vaak als uitzondering wordt genoemd, ook door de minister zelf, zijn de University Colleges. Voor deze rondetafel is daarom ook het University College Roosevelt (UCR) uit Middelburg uitgenodigd. Zij hameren erop dat zij de enige academische opleiding zijn in de regio Zeeland. UCR vindt de criteria, in tegenstelling tot Jensen, te rigide. Er moet aan tenminste één criterium volledig worden voldaan, en het is niet genoeg om aan alle vier de uitzonderingsgronden slechts gedeeltelijk te voldoen, beklaagt de instelling zich. 

Het Zeeuwse UCR is echter ook hoopvol: het University College ziet zichzelf als oplossing in plaats van als probleem. Door de overvolle collegezalen in de Randstad kunnen zij als overloop dienen om de problemen daar op te lossen, redeneert de instelling. 

De sombere, donkere scenario’s die door UM-voorzitter Letschert zijn beschreven, komen bij koepelorganisatie UNL in eerste instantie nauwelijks aan de orde. De koepel wil vooral uitstralen dat het voorstel voor de internationaliseringswet in grote lijnen prima is, zolang er maar ruimte blijft voor zelfregie, maatwerk en de Toets Anderstalig Onderwijs. 

De zelfregie bestaat er nu uit dat universiteiten onder druk van de Kamer dit jaar zelf met plannen zijn gekomen om naast Engelstalige bachelors ook Nederlandstalige trajecten te gaan aanbieden. Hier wringt de schoen, schrijft UNL: een tweetalige opleiding kan in de nieuwe wet en de Toets Anderstalig Onderwijs namelijk als ondoelmatig worden gezien. “Wij roepen met klem op om de TAO als sluitstuk in te zetten, en om de voorkeur te geven aan het gebruik van de beschikbare sturingsinstrumenten die sneller en gerichter door universiteiten zelf ingezet én aangepast kunnen worden.” 

UNL eindigt in mineur over internationaliseringswet

Waar de brief van UNL nog monter en opgewekt begon, versombert het geschrift richting het slot. “De universiteiten maken zich ernstig zorgen over de in het hoofdlijnenakkoord aangekondigde bezuiniging op de instroom van internationale studenten, die oploopt tot maar liefst 293 miljoen euro structureel. Deze bezuiniging gaat zó ver dat ook Nederlandse studenten en het Nederlandstalig onderwijs worden geraakt. Deze bezuiniging zal het internationale karakter van universiteiten tenietdoen en onze hoge kwaliteit van onderwijs en onderzoek schaden. Dat past niet bij de ambitie van de formerende partijen om de kenniseconomie en het verdienvermogen van Nederland te versterken.” 

De Vereniging Hogescholen wil in haar position paper vooral duidelijk maken dat de problemen rondom internationalisering in het hbo lang niet zo erg zijn als aan de universiteiten. Daarnaast hebben hogescholen nu al te maken met krimp, en die zal alleen maar toenemen – in het bijzonder voor beroepen in tekortsectoren. Het helpt dan niet als er geen internationaal talent kan worden aangetrokken voor deze opleidingen, zegt de Vereniging Hogescholen. Daarnaast vindt de koepel van hogescholen dat de Toets Anderstalig Onderwijs niet zou moeten gelden voor het hbo omdat deze arbeidsintensief is en niet in verhouding staat tot de problemen rondom capaciteit. 

Veel onrust over Engelstalig personeel 

De vakbond AOB vraagt in reactie op de internationaliseringswet aandacht voor het Engelstalige personeel aan universiteiten. “De AOB vindt dat de positie van het anderstalige en in het bijzonder Engelstalige personeel onvoldoende is uitgewerkt, waardoor veel onrust is ontstaan en men vreest voor zijn baan.” 

De vakbond, die ook stilstaat bij het grote belang van Engelstalig onderwijs, vraagt nadrukkelijk om de overgangstermijn te verlengen van twee jaar naar vijf jaar als de minister oordeelt dat een opleiding niet meer in het Engels mag worden aangeboden. Dit biedt docenten namelijk genoeg tijd om het Nederlands op academisch niveau te kunnen beheersen. Als een docent na vijf jaar nog steeds niet voldoende Nederlands spreekt, dan kan er sprake zijn van ontslag – maar zeker niet al na twee jaar, zegt de vakbond. 

The post Hoger onderwijs beklaagt zich bij Tweede Kamer over internationaliseringswet  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Hoger onderwijs beklaagt zich bij Tweede Kamer over internationaliseringswet  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌