Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Before yesterdayMain stream

“Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit”

16 September 2024 at 11:46

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een grondige studie uitgevoerd naar een recente controverse die de academische wereld en het publieke debat in Nederland beroerde. 

De kwestie begon in december 2022, toen UvA-docent Laurens Buijs een klokkenluidersrapport indiende. Hierin beweerde hij dat ‘woke cultuur’ en diversiteitsinitiatieven de academische vrijheid, onderwijseffectiviteit en onderzoekskwaliteit negatief beïnvloedden. Buijs beschreef dit als een ‘zorgwekkende radicalisering’. Hij bekritiseerde specifiek niet-binaire genderidentiteiten en het gebruik van genderneutrale voornaamwoorden, wat volgens hem een ‘lege hype’ zonder solide wetenschappelijke basis is. 

Anti-genderretoriek van Buijs

Deze zaak is een voorbeeld van ‘anti-gendermobilisatie’ – een georganiseerd verzet tegen gendergelijkheid, LGBTIQ+-rechten en aanverwante academische velden zoals genderstudies, stellen de onderzoekers. Ze herkenden verschillende kenmerken van anti-genderretoriek in de beweringen van Buijs en het daaropvolgende publieke debat. 

Het eerste punt betreft het versterken van traditionele binaire gendernormen en het verwerpen van het idee van gender als een spectrum. Daarnaast wordt anti-gendersentiment vaak gebruikt als politiek middel om steun te verkrijgen. Ten slotte zijn er pogingen om genderstudies als academische discipline in diskrediet te brengen, concluderen ze. 

Baudet en Wilders steunden Buijs 

De zaak kreeg al snel een politieke lading. Rechtse politieke partijen in Nederland, met name de PVV van Geert Wilders en het FvD van Thierry Baudet, omarmden Buijs’ klachten en hesen hem op het schild als voorvechter van het vrije woord. Zo nodigde de huidige Kamervoorzitter Martin Bosma, die toen nog PVV-Kamerlid was, Laurens Buijs uit in de Tweede Kamer. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De PVV en FvD gebruikten de situatie om te betogen dat sociale wetenschappen, inclusief genderstudies, een bedreiging vormen voor de samenleving, schrijven de onderzoekers. In hun verkiezingsprogramma’s voor november 2023 verwees de PVV naar ‘gendergekte’ en FvD naar ‘woke propaganda’ als kwesties die aanpak behoeven. 

Deze politieke steun past in een breder Europees patroon, waarbij populistische partijen steeds vaker anti-gendergevoelens in hun programma’s opnemen, benadrukken de onderzoekers. 

Neoliberalisering van de universiteit 

Een cruciaal aspect van de analyse betreft de onbedoelde bijdrage van de neoliberalisering van het onderwijs aan de situatie. De onderzoekers stellen dat dit neoliberalisme de verhoudingen rond kennisproductie heeft veranderd: studenten worden steeds meer gezien als ‘klanten’, de universiteit als een ‘bedrijf’, en onderwijs als een ‘product’. 

Academische vrijheid wordt daarmee vooral individualistisch begrepen, stellen ze. Sommige studenten interpreteren concepten zoals ‘gesitueerde kennis’ als rechtvaardiging voor het idee dat elke mening, inclusief potentieel haatzaaiende uitspraken, beschermd zou moeten worden onder de vlag van academische vrijheid – dus ook de meningen van Buijs. 

De Amsterdamse wetenschappers stellen dat deze individualistische benadering de collectieve aard van kennisproductie ondermijnt. In plaats van een gezamenlijk streven naar waarheid, wordt academische vrijheid zo gereduceerd tot een uitwisseling van individuele meningen. 

Reactie van de universiteit en zwijgplicht 

De UvA reageerde door het personeel te verzoeken zich te onthouden van deelname aan publieke of interne debatten over de kwestie. Dit creëerde wat de onderzoekers een ‘getuigenisvacuüm’ noemen – een situatie waarin belangrijke informatie wordt achtergehouden. 

Deze opgelegde stilte was vanuit juridisch- en managementperspectief begrijpelijk, maar had ook negatieve gevolgen. Het ontzegde studenten en medewerkers toegang tot belangrijke context en alternatieve perspectieven. Dit was vooral problematisch voor gemarginaliseerde studenten, die zich onzekerder gingen voelen, schrijven de auteurs. 

Bedreiging voor genderstudies 

De controverse onderstreepte daarnaast een bredere bedreiging voor genderstudies. Anti-gendercampagnes schilderen het veld vaak af als een bron van maatschappelijk verval, en er worden pogingen gedaan om de academische legitimiteit van het veld in diskrediet te brengen. 

De auteurs schrijven dat ze herhaaldelijk anti-genderbeweringen moesten weerleggen. Collega’s uit andere vakgebieden stelden vaak vragen die de geloofwaardigheid van genderstudies in twijfel trokken. Deze aanvallen op de legitimiteit van een onderzoeksveld bedreigen niet alleen de academische vrijheid, maar ook de veiligheid en het welzijn van niet-binaire en transgender studenten en medewerkers, aldus de onderzoekers. 

Bevorderen van solidariteit 

Het is belangrijk om collectieve opvattingen over academische vrijheid te hebben en ruimte voor kritisch genderonderzoek te houden, concluderen de onderzoekers. Ze benadrukken de vitale rol van feministische onderwijsmethoden bij het bevorderen van solidariteit en het creëren van ondersteunende ruimtes voor gemarginaliseerde studenten. 

Universiteiten moeten daarnaast meer aandacht besteden aan manieren waarop neoliberale benaderingen van onderwijs de voorwaarden kunnen scheppen voor anti-genderretoriek. Instellingen worden aangemoedigd om zorgvuldiger om te gaan met controverses rond genderkwesties. In plaats van alleen te vertrouwen op juridische procedures en opgelegde stilte, suggereren de onderzoekers dat het belangrijk is om ruimte te creëren voor open dialoog en het delen van verschillende perspectieven. 

Tot slot benadrukken de onderzoekers het belang van het ondersteunen en legitimeren van genderstudies en aanverwante vakgebieden. Universiteiten worden opgeroepen om de waarde van deze disciplines te verdedigen en ervoor te zorgen dat ze de nodige middelen en institutionele steun krijgen om te blijven floreren. 

The post “Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit” first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit” verscheen eerst op ScienceGuide.

‘Strijd tegen het Engels maakt iets kapot dat zorgvuldig is opgebouwd’

4 July 2024 at 15:10

De nieuwe kabinetsplannen brengen Nederlandse universiteiten in een perfecte storm. Onder meer de ‘terug naar het Nederlands’-beweging zal zeer slecht uitpakken voor (bedrijfs-)economische wetenschappen aan Nederlandse universiteiten. 

De storm bestaat deels uit een reductie van de middelen omdat de inflatie wel werd gecorrigeerd in de lonen, maar bij lange na niet in de budgetten die OCW toekent. Verder zagen we post-covid het aantal aanmeldingen dalen terwijl de onderwijslast (en dus de in te zetten hoeveelheid medewerkers) nagenoeg gelijk bleef. Zo daalde de bestedingsruimte in een jaar met 20 procent, en hebben we reeds moeten bezuinigen op de staf.

Strijd tegen Engels kost kwart van budget

Onze beschikbare middelen zullen met nog eens 20-25 procent dalen als de Wet Internationalisering in Balans wordt ingevoerd. Daar komen nu ook nog eens extra bezuiniging vanuit het nieuwe kabinet overheen. Dit is dodelijk.

Tegen een relatief laag budget hebben we een geweldig record op onderzoek opgebouwd. Dat deden we binnen de economische en bedrijfseconomische wetenschappen gestaag gedurende veertig jaar. Deze opbouw was mede mogelijk doordat we een internationale faculteit konden opbouwen. Nu dreigen we dat succes binnen twee jaar te moeten kapotmaken. Waar de voorgenomen ‘terug naar het Nederlands’-plannen op papier misschien redelijk lijken, zal men in de praktijk van een koude kermis thuiskomen.

We zijn Nederlander en Europeaan

Dat sombere vooruitzicht is echter breder dan onze opleidingen. Voor het gehele Nederlandse wetenschappelijk onderwijs is het teruggaan naar Nederlandstalige bacheloropleidingen een slecht idee. 

Het idee achter de Europese Bachelor-Masterstructuur is het opleiden van Europees georiënteerde burgers die zich overal in de EU zouden moeten kunnen vestigen. Is dat principe niet langer relevant? Trekken we ons terug binnen de nationale grenzen? Dat zou dan voor het eerst sinds vele eeuwen zijn. We zijn een open economie; ook ons beleid is internationaal. In de regio Amsterdam is Engels bijna overal de voertaal binnen bedrijven. Bewijzen we studenten dan een dienst door aan de Nederlandse taal vast te houden?

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Als we het Nederlands gedachtengoed willen koesteren, kunnen we kennis van de taal en de geschiedenis van ons land ook in specifieke vakken onderbrengen. We kunnen op Nederland georiënteerde buitenlandse studenten dus ter wille zijn met enkele op Nederland gerichte cursussen.

We werven de beste wetenschappers wereldwijd

Voor onze wetenschappelijke medewerkers concurreren we op de wereldwijde arbeidsmarkt. Deze is aanzienlijk groter dan de Nederlandstalige markt, waardoor we tegen een verschraald arbeidsaanbod aankijken als we volledig teruggaan naar het Nederlands. Het zou goed zijn om hier de universiteit van Leuven op te voeren en te vragen naar het succes van Leuven om beoogde medewerkers ook met succes aan te trekken. Kijken we naar universiteiten in de Verenigde Staten, dan zijn de instituten met de hoogste onderzoeksranking ook de beste instituten voor studenten. 

In economische en bedrijfswetenschappen presteren we als Nederland in de wereld(sub)top, terwijl we hier salarissen betalen die een derde bedragen van de salarissen in bijvoorbeeld de VS, het Verenigd Koninkrijk (met topinstituten zoals Cambridge, Oxford, LBS), of Frankrijk (INSEAD). Dat is een enorme prestatie. De samenleving zit bijna letterlijk voor een dubbeltje op de eerste rang. Met bezuinigingen kan die positie in twee jaar worden kapotgemaakt, terwijl het 25 jaar duurt en veel extra investeringen vergt om zo’n positie te heroveren. Hoe groot is de kans dat Nederlandse universiteiten ambitieuze academici aantrekken als deze worden beoordeeld op publicaties die niet tot de wereldtop behoren? Opnieuw, dienen we hiermee onze studenten?

Engels verbindt ons

Een argument voor de WIB luidt dat we te veel studenten uit het buitenland aantrekken en daarmee onze capaciteit verstoppen. Laten we zeggen dat dit het geval is. Is het dan niet veel eenvoudiger om het collegegeld op te trekken en langs die weg de toegang tot de beurs voor studenten van buiten Nederland te verkleinen? De prijs voor de niet-Nederlands ingezetene wordt dan hoog genoeg om de overvloed weg te houden. Wellicht is het beter te bewegen met collegegelden in plaats van in te grijpen op de internationale oriëntatie van opleidingen.

Het is daarnaast sterk de vraag of we de ‘verengelsing’ moeten tegengaan. Tot ver in de Middeleeuwen was Latijn de officiële taal van diplomatie en regering, en dat bleef zo tot in de 18e eeuw. Tot 1876 was het Latijn de gemeenschappelijke taal in de wetenschap; nu is dat het levende Engels. We komen nader tot elkaar als we een gemeenschappelijke taal spreken.

Hopelijk kunnen we onze nieuwe minister tot het inzicht brengen dat invoering van het voorgenomen beleid een wissel trekt op academische kennis die ons land in een langdurige terugval zal brengen.

Jan Bouwens is hoogleraar Accounting bij de Amsterdam Business School van de UvA, Research Fellow bij de Judge Business School en redacteur accounting bij Management Science.

The post ‘Strijd tegen het Engels maakt iets kapot dat zorgvuldig is opgebouwd’ first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Strijd tegen het Engels maakt iets kapot dat zorgvuldig is opgebouwd’ verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌