Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Yesterday — 18 September 2024Main stream

“Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn” 

18 September 2024 at 11:27

Dat de starters- en stimuleringsbeurzen zouden worden opgeofferd om de sectorplannen te kunnen behouden, werd vorige week al bekend. Anders dan verwacht begint het bezuinigen echter al met 175 miljoen euro op 1 januari 2025. “Dat is een jaar eerder dan aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord”, stelt UNL vast. “Hierdoor zullen tijdens het lopende collegejaar al negatieve effecten merkbaar worden voor medewerkers en studenten.”

Precair genoeg is dat geld al toegekend aan jonge onderzoekers, waardoor het universiteiten direct in de problemen brengt, zegt UNL-voorzitter Caspar van den Berg. “Met de bezuiniging op de startersbeurzen lijkt het kabinet er bovendien voor te kiezen een aantal universiteiten extra hard te raken. Deze drie jonge universiteiten krijgen relatief meer startersbeurzen omdat zij een lagere vaste bekostiging ontvangen. Een bekostiging die nu niet langer wordt gecompenseerd, wat wel de afspraak was”, stelt hij vast.

Land van kennis en innovatie

Voor UNL is het duidelijk: “Het kabinet zegt zich in te zetten voor een goede concurrentiepositie en een uitstekend vestigingsklimaat, maar doet met deze bezuinigingen precies het tegenovergestelde.” 

NWO en de Kenniscoalitie zijn echter duidelijk nog niet van plan om naar de wapens te grijpen. De Kenniscoalitie” constateert dat het kabinet positieve punten heeft uitgewerkt die ook belangrijk zijn voor Nederlands positie als kennis- en innovatieland”, bijvoorbeeld door de sectorplannen te behouden, zich uit te spreken “voor een aantrekkelijke fiscale kenniswerkersregeling” en te blijven streven naar de Lissabon-norm van drie procent.   

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Tegelijkertijd concludeert NWO- en Kenniscoalitievoorzitter Marcel Levi dat zowel private als publieke investeringen flink moeten stijgen als Nederland in 2030 drie procent van het bbp wil investeren in onderzoek en ontwikkeling. “De Kenniscoalitie is dan ook benieuwd hoe het kabinet van plan is te zorgen dat die investeringen aangejaagd worden”, aldus Levi, die het streven naar de Lissabon-norm wel “hoopvol” noemt. 

Een land dat zo bezuinigt, is verloren 

Minder hoopvol is WOinActie. “Een land dat vier miljard euro bezuinigt op onderwijs, is verloren. Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn.” Daar zal de actiegroep zich echter niet bij neerleggen, schrijft men. Samen met twaalf partners gaat WOinActie de “meest disruptieve staking in het onderwijs ooit” voorbereiden, een belofte die al werd gedaan tijdens de alternatieve opening van het academisch jaar.  “Laten we echt hopen dat het niet nodig is”, zei WOinActie-voorman Rens Bod er toen bij, maar die hoop zal inmiddels zijn vervlogen. 

Ook studentenorganisaties ISO en de LSVb doen mee aan de voorbereidingen van de staking. In reactie op de OCW-begroting laat ISO-voorzitter Mylou Miché optekenen dat studenten het zwaar te verduren krijgen. “Een boete van 3000 euro staat op de planning en de koopkracht van studenten daalt drastisch. Naast het feit dat de bezuinigingen op het onderwijs studenten al zwaar zullen treffen, zorgt de invoering van de langstudeerboete voor een extra harde realiteit: studeren wordt minder toegankelijk.” 

Belofte van kabinet blijkt een leugen 

De koopkracht van studenten daalt namelijk met zeven procent, berekende het Nibud onlangs. Daarbij zijn verdiensten uit stages of bijdragen van ouders al opgeteld, tekent de LSVb aan – “terwijl veel studenten geen stagevergoeding ontvangen of een bijdrage van de ouders.” De studentenvakbond is daarom ziedend. “De belofte van het kabinet dat iedereen erop voor uit gaat, blijkt dus een leugen. Studenten worden financieel keihard geraakt”, aldus LSVb-voorzitter Abdelkader Karbache. “Dat is schandalig en onacceptabel.” 

Ook voor de LSVb is daarom duidelijk wat hen te doen staat: de vakbond gaat “komende tijd fel actievoeren en protesteren met studenten, docenten, bezorgde ouders en de onderwijsinstellingen om deze bezuinigingen tegen te houden. Want als we onze toekomst aan dit kabinet overlaten, wordt die gewoon volledig gesloopt!” 

Hogescholen minder geraakt 

De Vereniging Hogescholen betoogt in een reactie dat de kabinetsplannen de opleiding van voldoende gekwalificeerde mensen dreigt te bemoeilijken. “Dit terwijl juist hogescholen bij uitstek de plek zijn om mensen snel en effectief voor te bereiden op de arbeidsmarkt”, aldus VH-voorzitter Maurice Limmen. Hij hekelt ook het doorzetten van de langstudeerboete en de bezuinigingen op internationale studenten. Die laatste kwestie vindt het hbo geen probleem van zichzelf, maar van het wo. 

Vergeleken met universiteiten worden hogescholen op instellingsniveau nog relatief gespaard. Zo stijgt het budget voor praktijkgericht onderzoek weliswaar niet, maar wordt daar ook niet bezuinigd. Ook de middelen voor het Professional Doctorate blijven intact.

The post “Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn”  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn”  verscheen eerst op ScienceGuide.

Before yesterdayMain stream

Kabinet wil evenveel knopen voor veel minder geld, toont OCW-begroting 

17 September 2024 at 17:21

“De investeringen in onderzoek en wetenschap worden grotendeels voortgezet”, luidt het nog aan het begin van de OCW-begroting, maar in dezelfde alinea moet de minister reeds schuld bekennen aan het “verminderen van het aantal investeringen in universiteiten, hogescholen, onderzoek, wetenschap en innovatie.” Daarmee is de toon voor de OCW-begroting over 2025 gezet. 

Startersbeurzen in plaats van sectorplannen 

Het enige echte nieuws sinds het Hoofdlijnenakkoord is de wisseltruc met de sectorplannen en de starters- en stimuleringsbeurzen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Aanvankelijk wilde kabinet Schoof bezuinigen op de sectorplannen, maar die blijken juist een nuttig instrument bij het realiseren van een andere wens van het kabinet: universiteiten met scherpere profielen en meer onderlinge samenwerking.  

Daarom moeten de starters- en stimuleringsbeurzen, ingesteld om jonge onderzoekers meer zekerheid te kunnen geven en werkdruk te verlagen, eraan geloven. Dat bespaart het kabinet tot en met 2029 jaarlijks 175 miljoen euro. 

Meer ambitie dan plek, aldus begroting 

De Nederlandse wetenschappelijke ambities zijn groter dan de beschikbare middelen, staat als verantwoording in de OCW-begroting. Daardoor moeten veel wetenschappers op een tijdelijk contract werken, “wat ook ongunstig is voor wetenschappelijke kwaliteit.” Die teksten rijmen met eerdere uitspraken van minister Bruins. “We moeten ervoor zorgen dat we niet meer instroom hebben dan het systeem aan kan, zodat je niet pas laat ontdekt dat er eigenlijk geen plek is voor jou in het wetenschappelijk systeem, en dat er niet genoeg geld is om een onderzoeksgroep op te bouwen”, liet Bruins optekenen tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.  

Het schrappen van de starters- en stimuleringsbeurzen moet bijdragen aan “meer baanzekerheid en minder werk- en aanvraagdruk” in de wetenschap. “In dit kader stimuleren we de instellingen ook de academische cultuur door het programma Erkennen en Waarderen voort te zetten”, aldus het kabinet. 

Open Science als norm, maar halvering budget 

Het kabinet acht het investeren in kennis “van essentieel belang voor onze toekomst.” Niettemin wordt vanaf 2031 structureel 40,3 miljoen euro bezuinigd op het budget van NWO. In 2030 behelst die korting nog 26,6 miljoen euro, aangezien er in dat jaar nog iets over is uit het potje bezuinigingen op de starters- en stimuleringsbeurzen. Ook voor investeringen in grootschalige wetenschappelijke infrastructuur, onderdeel van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap, laat het kabinet geen ruimte. Die bezuiniging bedraag zo’n 30 miljoen euro. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Door het ontmoedigen van buitenlandse studenten, behalve dan in “strategische tekortsectoren” zoals “bèta en techniek”, bezuinigd het kabinet structureel 293 miljoen euro. Dat bedrag loopt vanaf 2026 (dan is het nog 29 miljoen euro) jaarlijks op.  

Het kabinet wil “de maatschappelijke impact van kennis uit onderzoek” vergroten, ervoor zorgen dat wetenschappelijke kennis “vindbaar en toegankelijk” is, en “de transitie naar Open Science als norm ondersteunen”, staat in de OCW-begroting. Toch ontkomt nationaal regieorgaan Open Science NL niet aan een bezuiniging van 10 miljoen euro. Dat betekent voor die organisatie een halvering van het huidige budget. 

Hbo minder geraakt door bezuinigingen in begroting 

Het hbo heeft minder te vrezen van de bezuinigingen op het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. De budgetten voor het Professional Doctorate en praktijkgericht onderzoek blijven de komende jaren gelijk.  

De tweede lading aan krimpgelden wordt daarnaast in 2025 en 2026 uitgekeerd “om te voorkomen dat in regio’s met dalende studentenaantallen cruciale hbo-opleidingen verdwijnen”, en worden in 2025 de kwaliteitsmiddelen toegevoegd aan de vaste voet van hoger-onderwijsinstellingen. Eerder moesten die, conform de afspraken bij de invoering van het leenstelsel, nog vooraf verantwoorden wat ze met dat geld zouden doen voordat ze de kwaliteitsmiddelen kregen toegekend.  

Een andere meevaller voor het hbo betreft de rijksbijdrage per student. In de OCW-begroting van vorig jaar stond dat dit in 2027 per hbo-student 9600 euro zou zijn. In de begroting van dit jaar is het bedrag voor 2027 verhoogd naar 9900 euro per hbo-student. Voor universiteiten geldt het tegenovergestelde: zij zouden volgens de vorige begroting in 2027 per student 8800 euro krijgen, terwijl dit in de huidige begroting is verlaagd naar 8700 per student.  

Verdienen op studenten 

Studenten zelf krijgen te maken met meerdere bezuinigen die hen direct treffen. Zo krijgen Nederlandse studenten in het buitenland niet langer een vergoeding voor ‘misgelopen’ gebruik van het OV. Daarmee bespaart het kabinet jaarlijks 30 miljoen euro vanaf 2029. Daarnaast wil dit kabinet een langstudeerboete invoeren, die al in 2029 een kleine 100 miljoen euro moet opleveren en vanaf 2029 structureel 282 miljoen euro in het laatje van de rijksoverheid moet brengen. 

Tegelijkertijd gaat het kabinet aan de rente op studieschulden verdienen. Vanaf 2029 zal dat jaarlijks 418 miljoen euro zijn, aldus de OCW-begroting. Dit komt doordat de rente op studieschuld de afgelopen jaren is gestegen van 0 naar ruim 2,5 procent. Overigens moet het ministerie van OCW dat geld meteen doorsluizen naar het ministerie van Financiën.  

Bij de behandeling van de OCW-begroting in de Tweede Kamer zal overigens nog moeten blijken hoe het kabinet precies wil bezuinigen op subsidies vanuit OCW. Met deze bezuiniging is in elk geval structureel 292 miljoen euro gemoeid, blijkt uit de begroting. 

The post Kabinet wil evenveel knopen voor veel minder geld, toont OCW-begroting  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Kabinet wil evenveel knopen voor veel minder geld, toont OCW-begroting  verscheen eerst op ScienceGuide.

‘Strijd tegen het Engels maakt iets kapot dat zorgvuldig is opgebouwd’

4 July 2024 at 15:10

De nieuwe kabinetsplannen brengen Nederlandse universiteiten in een perfecte storm. Onder meer de ‘terug naar het Nederlands’-beweging zal zeer slecht uitpakken voor (bedrijfs-)economische wetenschappen aan Nederlandse universiteiten. 

De storm bestaat deels uit een reductie van de middelen omdat de inflatie wel werd gecorrigeerd in de lonen, maar bij lange na niet in de budgetten die OCW toekent. Verder zagen we post-covid het aantal aanmeldingen dalen terwijl de onderwijslast (en dus de in te zetten hoeveelheid medewerkers) nagenoeg gelijk bleef. Zo daalde de bestedingsruimte in een jaar met 20 procent, en hebben we reeds moeten bezuinigen op de staf.

Strijd tegen Engels kost kwart van budget

Onze beschikbare middelen zullen met nog eens 20-25 procent dalen als de Wet Internationalisering in Balans wordt ingevoerd. Daar komen nu ook nog eens extra bezuiniging vanuit het nieuwe kabinet overheen. Dit is dodelijk.

Tegen een relatief laag budget hebben we een geweldig record op onderzoek opgebouwd. Dat deden we binnen de economische en bedrijfseconomische wetenschappen gestaag gedurende veertig jaar. Deze opbouw was mede mogelijk doordat we een internationale faculteit konden opbouwen. Nu dreigen we dat succes binnen twee jaar te moeten kapotmaken. Waar de voorgenomen ‘terug naar het Nederlands’-plannen op papier misschien redelijk lijken, zal men in de praktijk van een koude kermis thuiskomen.

We zijn Nederlander en Europeaan

Dat sombere vooruitzicht is echter breder dan onze opleidingen. Voor het gehele Nederlandse wetenschappelijk onderwijs is het teruggaan naar Nederlandstalige bacheloropleidingen een slecht idee. 

Het idee achter de Europese Bachelor-Masterstructuur is het opleiden van Europees georiënteerde burgers die zich overal in de EU zouden moeten kunnen vestigen. Is dat principe niet langer relevant? Trekken we ons terug binnen de nationale grenzen? Dat zou dan voor het eerst sinds vele eeuwen zijn. We zijn een open economie; ook ons beleid is internationaal. In de regio Amsterdam is Engels bijna overal de voertaal binnen bedrijven. Bewijzen we studenten dan een dienst door aan de Nederlandse taal vast te houden?

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Als we het Nederlands gedachtengoed willen koesteren, kunnen we kennis van de taal en de geschiedenis van ons land ook in specifieke vakken onderbrengen. We kunnen op Nederland georiënteerde buitenlandse studenten dus ter wille zijn met enkele op Nederland gerichte cursussen.

We werven de beste wetenschappers wereldwijd

Voor onze wetenschappelijke medewerkers concurreren we op de wereldwijde arbeidsmarkt. Deze is aanzienlijk groter dan de Nederlandstalige markt, waardoor we tegen een verschraald arbeidsaanbod aankijken als we volledig teruggaan naar het Nederlands. Het zou goed zijn om hier de universiteit van Leuven op te voeren en te vragen naar het succes van Leuven om beoogde medewerkers ook met succes aan te trekken. Kijken we naar universiteiten in de Verenigde Staten, dan zijn de instituten met de hoogste onderzoeksranking ook de beste instituten voor studenten. 

In economische en bedrijfswetenschappen presteren we als Nederland in de wereld(sub)top, terwijl we hier salarissen betalen die een derde bedragen van de salarissen in bijvoorbeeld de VS, het Verenigd Koninkrijk (met topinstituten zoals Cambridge, Oxford, LBS), of Frankrijk (INSEAD). Dat is een enorme prestatie. De samenleving zit bijna letterlijk voor een dubbeltje op de eerste rang. Met bezuinigingen kan die positie in twee jaar worden kapotgemaakt, terwijl het 25 jaar duurt en veel extra investeringen vergt om zo’n positie te heroveren. Hoe groot is de kans dat Nederlandse universiteiten ambitieuze academici aantrekken als deze worden beoordeeld op publicaties die niet tot de wereldtop behoren? Opnieuw, dienen we hiermee onze studenten?

Engels verbindt ons

Een argument voor de WIB luidt dat we te veel studenten uit het buitenland aantrekken en daarmee onze capaciteit verstoppen. Laten we zeggen dat dit het geval is. Is het dan niet veel eenvoudiger om het collegegeld op te trekken en langs die weg de toegang tot de beurs voor studenten van buiten Nederland te verkleinen? De prijs voor de niet-Nederlands ingezetene wordt dan hoog genoeg om de overvloed weg te houden. Wellicht is het beter te bewegen met collegegelden in plaats van in te grijpen op de internationale oriëntatie van opleidingen.

Het is daarnaast sterk de vraag of we de ‘verengelsing’ moeten tegengaan. Tot ver in de Middeleeuwen was Latijn de officiële taal van diplomatie en regering, en dat bleef zo tot in de 18e eeuw. Tot 1876 was het Latijn de gemeenschappelijke taal in de wetenschap; nu is dat het levende Engels. We komen nader tot elkaar als we een gemeenschappelijke taal spreken.

Hopelijk kunnen we onze nieuwe minister tot het inzicht brengen dat invoering van het voorgenomen beleid een wissel trekt op academische kennis die ons land in een langdurige terugval zal brengen.

Jan Bouwens is hoogleraar Accounting bij de Amsterdam Business School van de UvA, Research Fellow bij de Judge Business School en redacteur accounting bij Management Science.

The post ‘Strijd tegen het Engels maakt iets kapot dat zorgvuldig is opgebouwd’ first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Strijd tegen het Engels maakt iets kapot dat zorgvuldig is opgebouwd’ verscheen eerst op ScienceGuide.

Universiteiten uiten grote zorgen over bezuinigingen  

3 July 2024 at 09:12

De bezuinigingen staan haaks op de ambities die het kabinet zelf formuleert in het Hoofdlijnenakkoord, betogen de universiteiten. Dat akkoord spreekt over het versterken van bestaanszekerheid, het borgen van veiligheid, goed bestuur en groene groei, en universiteiten spelen een cruciale rol in het realiseren van deze doelstellingen, schrijven ze. Eppo Bruins, de nieuwe NSC-minister op het ministerie van OCW, heeft de bezuinigingen onlangs genuanceerd door te stellen dat het slechts ‘minder meer’ wordt in vergelijking met het voorlaatste kabinet Rutte.  

Universiteiten direct in gevarenzone 

“Door ingrijpende bezuinigingen zal de bekostiging van ons wetenschappelijk onderwijs en onderzoek door de ondergrens zakken. De kwaliteit en toegankelijkheid van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek komen daardoor direct in de gevarenzone”, luiden de universiteitsbestuurders echter een alarmbel. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De brief van UNL wijst ook op de internationale context. Nederland heeft zich gecommitteerd aan de Europese afspraak om drie procent van het BBP te investeren in onderzoek en innovatie. De voorgenomen bezuinigingen zetten deze ambitie echter onder druk en dreigen Nederland op achterstand te zetten ten opzichte van landen die juist wel investeren in kennis en innovatie. 

Grotere werkgroepen en minder begeleiding 

De universiteiten schetsen in hun brief een aantal concrete gevolgen die de bezuinigingen zullen hebben. Naar verwachting zullen meer dan 5.000 banen in de sector verloren gaan, waarvan 1.200 alleen al door het schrappen van de sectorplannen. Studenten zullen op korte termijn al gevolgen merken in de vorm van grotere werkgroepen, minder intensief onderwijs en verminderde individuele begeleiding. Op langere termijn dreigt een verschraling van het onderwijsaanbod, met minder keuzemogelijkheden en samenvoeging van opleidingen. 

De langstudeerboete die studenten moeten gaan betalen als zij meer dan een jaar uitlopen, wordt niet genoemd in deze brief. 

Nederland dreigt minder aantrekkelijk te worden 

De bezuinigingen zullen volgens UNL leiden tot minder vooruitgang en impact in wetenschappelijk onderzoek. Dit heeft gevolgen voor de economische positie van Nederland, de strategische autonomie en het vermogen om grote maatschappelijke transities te realiseren, houden ze voor. Nederland dreigt daarnaast minder aantrekkelijk te worden voor wetenschappelijk toptalent uit het buitenland, en minder succesvol te zijn in het binnenhalen van Europese onderzoekssubsidies. 

De al hoge werkdruk op universiteiten, recent nog bevestigd door een rapport van de Arbeidsinspectie, dreigt verder toe te nemen door de bezuinigingen, schrijven de universiteitsbestuurders. Door de bezuinigingen komt de doorstroom van jonge, talentvolle wetenschappers onder druk te staan. 

Tijdens de hoorzitting met Eppo Bruins zei de nieuwe minister dat het probleem rondom instroom van talentvolle wetenschappers vooral te maken heeft met het feit dat die instroom te hoog is. Er komen te veel jonge wetenschappers een systeem binnen dat dit nu helemaal niet aankan, zei hij.   

Bezuinigingen vallen wel mee, zegt minister 

Bruins gaf daarbij aan dat het ook wel meevalt met de bezuinigingen van dit nieuwe kabinet. “Het is niet zo dat we een grote teruggang hebben in financiële middelen voor het onderwijs”, liet hij optekenen. “Met het laatste kabinet zijn er extra tijdelijke middelen bijgekomen voor het hoger onderwijs. Daar gaat nu een deel af. We gaan niet terug naar de situatie van hoe het kabinet daarvoor was; het zijn tijdelijke middelen waar we een deel van in stand houden, dus er is nog steeds voldoende geld voor het hoger onderwijs.” 

Overigens acht coalitiepartner PVV de voorgestelde bezuinigingen nodig om universiteiten te dwingen tot nieuwe keuzes. Ze zouden volgens PVV-Kamerlid Reinder Blaauw weer moeten investeren in kwaliteit in plaats van ‘woke’ en activistische wetenschap. 

Juridische vervolgstappen serieus overwegen 

Een specifiek punt van kritiek in de brief betreft het voornemen om de sectorplannen weg te bezuinigen. De universiteiten noemen dit “onbehoorlijk bestuur”, gezien de afspraken die in 2022 zijn gemaakt in het Bestuursakkoord. “De aangekondigde maatregelen schaden de vertrouwensband tussen de universitaire sector en de overheid.” 

Zoals vorige week al duidelijk werd, overweegt UNL juridische stappen. Inmiddels heeft UNL het Rotterdamse advocatenkantoor Ploum ingeschakeld, dat gespecialiseerd is in contractrecht. Ploum heeft een aangetekende brief naar de Hoftoren gestuurd en stelt dat aanpassing van het Bestuursakkoord instemming van alle betrokken partijen, waaronder UNL, vereist. “Indien u er echter voor kiest om het gerechtvaardigde vertrouwen, dat uw voorganger met het Bestuursakkoord heeft doen ontstaan, niet na te komen, ziet UNL zich genoodzaakt om juridische vervolgstappen serieus te overwegen”, schrijven de universiteitsbestuurders aan minister Bruins. 

De bestuurders doen aan het slot van hun brief een dringende oproep om de voorgenomen bezuinigingen te heroverwegen. Op korte termijn willen ze in gesprek gaan met Bruins, zo hebben ze aangekondigd. 

The post Universiteiten uiten grote zorgen over bezuinigingen   first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universiteiten uiten grote zorgen over bezuinigingen   verscheen eerst op ScienceGuide.

‘The Zombie University: A British Warning’

28 June 2024 at 10:03

At one point, we had a departmental meeting to see if there were any students in our bachelor/undergraduate programs who, with a slight grade adjustment from a fail to a pass, could progress to the next academic year. Even low fails were reconsidered. This ensured higher student retention, met the budgeted tuition revenue for the following year, and satisfied university boards. Did these students deserve it? I didn’t think so. But there I stood, watching it happen.

You might think, “What a perverse incentive! Where does this guy work?!” This really happened, during a rainy summer in the United Kingdom (UK), where I completed my PhD and worked as a senior lecturer for four years.

British conditions

I will provide more examples from my time in the UK—they matter. For instance, I was required to attend a semi-mandatory seminar on ‘Tort and Contract Law’ as part of communication training for open days. There, I learned (or rather, was subtly pushed) to refer to “subjects” rather than specific “courses” when talking to students and their parents. This kept us as teaching staff “safe.” Why? If we verbally stated that a particular course, like “Introduction to Policing Studies and Criminology,” would be offered next year, but the name changed to “Introduction to Policing,” our verbal contract would be breached.

Such verbal agreements at open days had to be avoided at all costs. Otherwise, British students, who took out hefty loans of about £10,000 per year in tuition, would have grounds for complaints or even to leave. Whether such consequences actually followed was unclear. But the fear was there.

British ‘Customer is King’

A total debt of £30,000 for a bachelor’s/undergraduate’s degree, plus expensive living costs, makes British students acutely aware of their consumer rights. Failure of a student was often blamed on the lecturer, the program, or the university, but never the student. The student is the customer, and the customer is king, which I actually understood.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

If a program could not demonstrate that it did everything possible to serve this king, such as preventing student dropouts, it was in trouble. Evidence, like emails to students, was crucial. Without such proof, student loan companies might stop lending to students enrolling in your program, seeing it as a bad investment due to your high dropout rates.

What followed? To combat poor retention rates, grades were adjusted (as mentioned above), and excessive follow-ups with students via email were conducted to have “evidence.” Did this make a difference? No idea, but the fear persisted.

Manipulation

If your program scored poorly on the National Student Survey (NSS), particularly on providing feedback, it indicated you were not producing timely graduates. We were instructed not to mention “lectures” or “seminars,” but to call them “feedback sessions.” This way, British students could at least report receiving feedback on the NSS (manipulation at its finest). Would they actually rate the program differently in the NSS? Who knows. But the fear was there.

In short, due to perverse incentives and fear, we were mainly concerned with teaching accountability rather than actual teaching.

Forced redundancies

Can you imagine my relief when in 2018 I left the “sinking island,” as I often jokingly called the UK? Finally, before Brexit became reality, I returned to what I thought was a healthy Dutch academic environment. No standard of 80 percent teaching and 20 percent research, but 70/30. No exorbitant tuition fees. No university-consumers, but critical and proactive students. No perverse incentives, but genuine academic motivation. No embittered colleagues, but generally happier academics. At least happier than in the UK.

I am still in touch with former colleagues in the UK. The academic implosion there has been ongoing longer, and is far more intense and widespread, than in the Netherlands. Since Brexit, and just after my departure, it has worsened, with more perverse incentives, declining quality that even prestigious institutions like Cambridge and Oxford cannot correct. And recently, nationwide “forced redundancies.”

The British academic life has become hollow. It still exists but is no longer vibrant. It is in a zombie state, as Sinead Murphy describes in her book Zombie University.

Dutch zombie status emerging

That zombie state is what Dutch universities are racing towards at 130 km/h (because soon that will be allowed again). The extended study fine, the de-internationalization (a sort of academic Nexit), and of course, the one billion euro cuts: together, they spell a death knell for higher education. Even if only half of these measures are implemented, the mere anticipation of them will cause damage, as I saw happening in everyday academic life in the UK. No idea if we can do anything about it, but the fear is there.

It remains to be seen whether our university boards (can) fundamentally and persistently resist the proposed measures if their attitude seems to be one of compliance if “the government forces or advises them” (Trouw, 2024a).

I still hope they can.

Resistance

Resistance is sorely needed in a country where not only is higher education being hollowed out, but student protests against crimes against humanity are also being harshly suppressed. It is equally necessary in a country where the Great Replacement theory is in politicians’ minds, but called “very concerning demographic developments” (Trouw, 2024b). Such “theory” and political rhetoric, soaked in racist ideas, must be met with critical academic opposition—especially in a time when politicians lie and deceive with impunity.

There will soon be no time or spirit left to provide quality education that trains students to be critical and independent, if academics are only focused on pushing students through, occupied with ‘Tort and Contract Law’ seminars, fearing to say the wrong thing on open days, having to prevent high dropout rates, must manipulate through NSS language use in syllabi, and more of such nonsense. There will also be no time or spirit left to resist, or even to express oneself critically. Moreover, criticism could cost you your career. That is frightening.

Bystander effect

The most frightening thing, however, is that unlike our academic colleagues in the UK (who have a strong tradition of university strikes), we hardly take to the streets—except for the small group of academics who supported students during a demonstration against the extended study fine last Saturday at Utrecht Central Station. But beyond that? We stand by and watch it happen. A very problematic bystander effect.

Are students the only ones at the university who dare to speak out? How is that possible? Why don’t we demonstrate en masse, daily? Side by side, from university boards to junior lecturers, with the students, on the Malieveld, on campus? Who dares to mention the word ‘strike’? Are we already too afraid? Are we already zombie universities?

I fear the worst.

Yarin Eski is associate professor Public Administration at the VU Amsterdam.

The post ‘The Zombie University: A British Warning’ first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘The Zombie University: A British Warning’ verscheen eerst op ScienceGuide.

Universiteiten overwegen nieuwe bezuinigingen juridisch aan te vechten 

27 June 2024 at 12:53

Met het nieuwe kabinet worden hoger-onderwijsinstellingen geconfronteerd met aanzienlijke bezuinigingen, oplopend tot 1 miljard in de komende jaren. Binnen de Rijksuniversiteit Groningen heersen hierover grote zorgen, zo bleek tijdens de vergadering met het College van Bestuur in de maandelijkse universiteitsraad. Daar werd ook duidelijk dat universiteiten overwegen juridische stappen te ondernemen tegen het nieuwe kabinet, omdat deze bezuinigingen neerkomen op contractbreuk. Met het hoofdlijnenakkoord tussen universiteiten en OCW zijn aanzienlijke uitgaven gedaan, en nu trekt het ministerie van OCW zich terug uit deze afspraken. Dit wordt binnen universiteiten beschouwd als onbehoorlijk bestuur. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Universiteiten zijn volop aan het inventariseren wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen, zei de Groningse bestuurder Hans Biemans tegen de medezeggenschap. De urgentie is namelijk hoog: vanaf januari volgend jaar staan de eerste bezuinigingen ingepland, zo legde de financiële man van het CvB uit. “We zijn al in gesprek met het ministerie om helder te krijgen wat de nieuwe minister, die binnenkort moet aantreden, precies gaat doen om de maatregelen die ze hebben afgesproken vorm te geven. Er is dus nog veel onduidelijk en dat is natuurlijk heel vervelend, omdat iedereen ziet dat wat er is afgesproken in het hoofdlijnenakkoord een enorme impact heeft.” 

Kijken waar het ons het minst treft 

De bezuinigingen die nu ingeboekt zijn, bedragen al zestien miljoen euro voor volgend jaar. Dat loopt voor de RUG op tot 80 miljoen euro, zo legde de vicevoorzitter . Ook de lobby van UNL draait nu op volle toeren, zei hij. “De lobby is erop gericht om de bezuinigingen af te af te wenden, of anders de bezuinigingen zo af te spreken dat ze op plekken komen waar het ons het minst treft.” 

Als het bijvoorbeeld gaat over de sectorplannen die met het huidige kabinet zijn afgesproken, dan zijn namelijk al forse investeringen gedaan. “En er is dus een behoorlijk aantal mensen die we hebben aangesteld op basis van die sectorplannen. Als daar de financiering van wegvalt, is het een vraagstuk hoe we dit gaan oplossen.” 

Daarnaast heeft de RUG een aantal maatregelen genomen om in de tussentijd geen beslissingen te nemen waarvan ze later weer last kunnen krijgen, zo zei de vicevoorzitter. “Dat betekent een verantwoorde vacaturevervulling. We hebben ook afgesproken dat we veel kritischer gaan zijn op externe inhuur.” Daarnaast gaat het CvB de vastgoedinvesteringen nog eens extra tegen het licht houden.  

Deeltijdwerken om personeel te behouden 

Binnen faculteiten heerst een somber beeld, zei universitair docent Jessica Bloom, afgevaardigde van de economiefaculteit. De beoogde bezuinigingen kunnen daar niet gerealiseerd worden met alleen natuurlijk verloop van medewerkers die met pensioen gaan. “Ik vraag me af of er ook nagedacht wordt over andere creatieve oplossingen? Ik denk bijvoorbeeld aan deeltijdwerken. Dat iedereen een klein beetje minder gaat werken, maar dat je dan mensen wel in dienst kunt houden.” Dit zou volgens Bloom ook meteen een antwoord zijn op de hoge werkdruk.  

Henk van Putten, die in de ondersteunde diensten werkt, deed het voorstel om de lonen te verlagen.  “Ik heb nog een stuk radicaler voorstel, en dat zal ook in UNL-verband besproken moeten worden,” zei Van Putten. “Waarbij schaal 10 en hoger allemaal 2 procent moeten inleveren. Ik zou het zelf helemaal niet erg vinden; ik vond de vorige salarisverhoging voor de hogere schalen wel aan de erg hoge kant.” Hij vroeg aan het CvB of dit een optie is. 

Vakbonden moeten met ons meedenken 

Biemans legde uit dat dit vooral aan de opstelling van de vakbonden zal liggen, maar wees het niet op voorhand af. “Daar zit een dilemma, en dat moeten we gaan bespreken met de vakbonden. Ik kan niet voorzien hoe ver zij ook voor zichzelf een rol zien en een medeverantwoordelijkheid om in dit lastige proces met ons mee te denken en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken.” 

Biemans legde de universiteitsraad ook uit dat hier wellicht sprake is van contractbreuk door de overheid vanwege het hoofdlijnenakkoord dat nu twee jaar geleden is afgesproken tussen universiteiten en de huidige onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. “Daar staan een aantal afspraken in, daar zijn we ook naar gaan handelen. We kijken ook in juridische zin wat er nu gebeurt, of we dat kunnen aanvechten. Er is namelijk een breuk met de afspraken, waar ook handtekeningen onder staan. Dat is onbehoorlijk bestuur; dat je zou kunnen aanvechten. We zullen alles doen wat we kunnen om dit om te buigen.” 

UNL laat in een reactie aan ScienceGuide weten dat zij aan het onderzoeken zijn wat juridisch mogelijk is, “meer kan ik er nu ook niet echt over zeggen,” laat de woordvoerder weten.

The post Universiteiten overwegen nieuwe bezuinigingen juridisch aan te vechten  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universiteiten overwegen nieuwe bezuinigingen juridisch aan te vechten  verscheen eerst op ScienceGuide.

‘Maatschappelijk betrokken onderwijs als antwoord op polarisatie’

26 June 2024 at 10:50

Steeds vaker worden de wetenschap en het hoger onderwijs geacht maatschappelijk betrokken te zijn. Die verwachting komt niet alleen vanuit de politiek of maatschappelijke organisaties; ook de toenemende actiebereidheid onder studenten en wetenschappers, die universiteiten bijvoorbeeld oproepen niet langer samen te werken met fossiele bedrijven, getuigt hiervan. Dat vertelde Jorg Huijding tijdens zijn oratie als hoogleraar Community Engagement in Higher Education bij de Universiteit Utrecht. 

Er zijn goede redenen om deze maatschappelijke betrokkenheid te vragen, zei Huijding. De grote maatschappelijke vraagstukken kunnen niet vanuit één discipline of perspectief worden opgelost en samenwerking met maatschappelijke partners en burgers vergen; dat is de eerste reden. Ook de besteding van publieke middelen in het hoger onderwijs vraagt om maatschappelijke betrokkenheid. Daarnaast is er een pedagogisch argument: het helpt studenten de vertaalslag te maken van theoretische kennis naar praktische toepassing, en het draagt bij aan hun persoonlijke groei.   

Maatschappelijk betrokken onderwijs mag niet neutraal zijn 

Onderwijs moet studenten activeren en leren participeren in een democratie, betoogde de Utrechtse hoogleraar. Daarbij baseerde hij zich op de denkers John Dewey, Paulo Freire en Micha de Winter. Die stellen allen dat leren geen passieve activiteit is en een cruciale functie heeft in het democratische proces. Zo wilde Freire zijn arme Braziliaanse landgenoten aan het verstand brengen dat hun situatie geen gegeven is. Het onderwijs heeft volgens hem de taak om kritische reflectie op de actuele situatie aan te leren, met een ‘praxis’ als doel: gezamenlijke reflectie en actie om de wereld te verbeteren.  

Onderwijs mag dus niet neutraal zijn. Is het dat wel, dan kan het geen transformatie bewerkstelligen. “Ik zie hier toch enige wrijving met het hoofdlijnenakkoord”, aldus de Utrechtse hoogleraar. De drie denkers hameren tevens op gezamenlijkheid. Zo had Dewey veel aandacht voor communicatie, omdat daarmee duidelijk wordt wat een groep gemeen heeft. Ook De Winter benadrukte dat urgente kwesties vragen om burgers die zich met elkaar willen inzetten om oplossingen te bedenken.  

Zelfstandig nadenken en verbinden 

“Zelfstandig denken en handelen is in deze tijden echter geen eenvoudige zaak. Je moet kritisch zijn ten aanzien van allerlei ‘waarheden’ die je voorgeschoteld krijgt, je moet leren je eigen vooroordelen te zien, en de verleiding weerstaan om de heersende meningen te volgen. De taak van opvoeding en onderwijs is jongeren de vermogens bij te brengen om dat te doen, om tegelijkertijd zelfstandig na te denken en zich met anderen te verbinden om te werken aan gemeenschappelijke belangen.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Maatschappelijke betrokkenheid creëert dat speelveld. Samenwerken met maatschappelijke partners stimuleert hoop en betrokkenheid – “cruciale zaken in een tijd waarin gevoelens van onmacht, wanhoop en cynisme op de loer liggen vanwege de stroom aan informatie over de grote, complexe problemen en conflicten, waarbij het moeilijk te zien is welke invloed je daarop hebt als individu. Het gevolg is dat mensen afhaken, naar binnen keren en zich terugtrekken in de eigen bubbel. Het punt is echter dat we het juist níet alleen moeten doen, en het ook niet alleen hóeven doen.” 

Maatschappelijk betrokken onderwijs als antwoord 

Community Engaged Learning (CEL) kan een deel van het antwoord zijn, betoogde Huijding. Daarin werken docenten en studenten samen met externe partners zoals bedrijven, maatschappelijke organisaties of burgers. De hoogleraar gaf meerdere voorbeelden van projecten waarin CEL wordt toegepast. Hoewel zulk onderwijs op allerlei manieren wordt ingevuld, gaf Huijding vier kenmerken: er is minimaal één externe partner betrokken, er is directe interactie tussen de partijen, er wordt gefocust op een maatschappelijk vraagstuk en de systemische aspecten daarvan, en studenten reflecteren op de resultaten, hun ervaringen en het proces.  

“Daarnaast streven we naar wederkerige relaties waarin de kennis en ervaring van alle betrokkenen als evenwaardig wordt gezien”, schetste Huijding. Binnen de UU werken hij en zijn collega’s hard aan de verankering van CEL in de onderwijsprogramma’s. De politieke omstandigheden vormen echter grote uitdagingen. “Het is tijd voor betrokkenheid, maar is er straks nog wel tíjd voor betrokkenheid – zeker nu het nieuwe kabinet bijna een miljard euro wil bezuinigen op het hoger onderwijs”, vroeg Huijding zich hardop af.  

Intentie achter bezuinigingen 

De Utrechtse hoogleraar memoreerde hoe PVV-Kamerlid Reinder Blaauw de grote bezuinigingen omschreef als een kans voor hoger-onderwijsinstellingen om hun prioriteiten te heroverwegen. “Men vindt dus niet alleen dat het geld elders harder nodig is; kennelijk is de bezuiniging ook nodig om onnodige en onwenselijke geachte onderwerpen uit te bannen.” Om welke onderwerpen het dan gaat, liet PVV’er Blaauw al doorschemeren. “Hoe maken curricula over kritische rassentheorieën, dekolonisatie, feminisme en global justice onze studenten tot betere analytische denkers?”, vroeg het Kamerlid.  

Huijding voorzag de PVV’er van een antwoord: “Doordat deze onderwerpen zich bij uitstek lenen voor het leren analyseren van complexe maatschappelijke vraagstukken, vanwege hun verwevenheid met de manier waarop onze maatschappij in elkaar zit. Het behandelen van deze onderwerpen helpt onze studenten zich te ontwikkelen tot kritisch analytische denkers. Wij leiden onze studenten juist op om de status quo kritisch te analyseren.” 

Tegelijkertijd noopt kritiek op deze onderwerpen om maatschappelijk betrokken onderwijs te betrekken op alle groepen in de samenleving – ook de kritische groepen, benadrukte Huijding. “Hebben we het wel over hetzelfde? Delen we een probleem? Hoe kunnen we dat gezamenlijk aanpakken? Dat sluit naadloos aan bij de pedagogische perspectieven van Dewey, Freire en De Winter.” 

Maatschappelijk betrokken onderwijs tegen polarisatie 

Community Engaged Learning zal de polarisatie echt niet oplossen, maar kan wel bijdragen aan de vermindering ervan, zei de Utrechtse hoogleraar. Dan moet wel kritisch worden gekeken naar de vormen van CEL die nu worden gebruikt. “De mate van interactie en een gelijkwaardige uitwisseling van perspectieven kan enorm variëren.” Zo is het voor docenten makkelijker om colleges te organiseren dan co-creatiesessies. Dat moet hen echter niet weerhouden van het zoeken naar co-creatie, benadrukte Huijding. “Juist in het samen doen en de intensieve uitwisseling van kennis en perspectieven kan het volle potentieel van CEL worden benut.” 

Hoewel de UU zich heeft gecommitteerd aan maatschappelijk betrokken onderwijs, brengen de zeldzaam harde bezuinigingen nog een gevaar met zich mee, waarschuwde Huijding. “Er moeten scherpe keuzes worden gemaakt. Daardoor bestaat het gevaar dat onderwijsprogramma’s, omwille van de efficiëntie, alleen varianten van CEL krijgen waarin de dialoog en het elkaar leren kennen zijn geminimaliseerd.”  

The post ‘Maatschappelijk betrokken onderwijs als antwoord op polarisatie’ first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Maatschappelijk betrokken onderwijs als antwoord op polarisatie’ verscheen eerst op ScienceGuide.

‘De zombie-universiteit: een Britse waarschuwing’

25 June 2024 at 16:13

Op een gegeven moment hadden we een vergadering met de afdeling om te kijken of we in al onze bacheloropleidingen niet nog ergens studenten hadden zitten die, als ze misschien in plaats van een onvoldoende tóch een voldoende kregen, alsnog naar het volgende academische jaar konden gaan. Zelfs lage onvoldoendes werden heroverwogen. Zo kregen we toch meer doorstromers, ontvingen we volgend jaar toch weer de begrote batch aan collegegelden, én werd het bestuur tevredengesteld. Of die studenten het ook hadden verdiend? Ik vond eigenlijk van niet. Maar ja, ik stond erbij en keek ernaar.

Misschien denkt u nu: “Wat een perverse prikkel! Waar werkt die gozer?!” Bovenstaande vond écht plaats, en wel tijdens een regenachtige zomer in het Verenigd Koninkrijk (VK), het land waar ik ben gepromoveerd en daarna vier jaar werkzaam was als universitair docent.

Britse toestanden

Ik geef graag nog wat meer voorbeelden uit mijn tijd in het VK – ze doen ertoe. Zo is het ook écht gebeurd dat ik als docent een semi-verplicht ‘Tort and contract law’-seminar volgde in het kader van communicatie op open dagen. Daar leerde ik (of beter gezegd: werd ik gedisciplineerd) om het tegenover studenten en hun ouders uitsluitend over “subjects” te hebben, nooit over concrete “courses”. Deden we dat, dan zaten we als docenten “safe”. Waarom? Zodra we verbaal zouden communiceren dat een bepaald vak het volgende jaar gegeven zou worden, bijvoorbeeld “Introduction to policing studies and criminology”, maar de naam van dat vak zou veranderen naar bijvoorbeeld “Introduction to policing”, dan zouden we als opleiding niet ons verbale contract zijn nagekomen. 

Een dergelijke mondelinge overeenkomst op een open dag moest dus te allen tijde voorkomen worden. Anders had de Britse student, die een dikke lening is aangegaan om (toentertijd) zo’n 10.000 Britse pond per jaar aan collegegeld te betalen, een reden om te vertrekken of een klacht in te dienen. Of er echt dergelijke gevolgen aan vastzaten, was onduidelijk. Maar de angst was er.

Britse klant is koning 

Het is ook niet niets. Een totale schuld van 30.000 Britse pond aan collegegeld voor alleen al de bachelor, met daarbovenop nog duurbetaalde “rent and living expenses”, maakt je “consumer aware” van jouw rechten als student. Dan ligt het falen van de student hoe dan ook aan de docent, de opleiding, de universiteit – maar nooit aan de student zelf. De student is de klant die koning is, en dat begreep ik.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Kon je als opleiding niet aantonen dat je er alles aan had gedaan om die koning te bedienen, bijvoorbeeld door (vroegtijdig) uitval van studenten tegen te gaan, dan hing je. Je moest jezelf kunnen verdedigen, bijvoorbeeld door e-mails naar studenten te kunnen laten zien. Had je dergelijk bewijs niet, dan zou het zomaar eens kunnen dat de student loan companies geen studieleningen meer verstrekken aan studenten die jouw opleiding willen volgen. Want ja, ze vallen toch uit bij jou, dus is een student loan een slechte investering. 

Wat gebeurde er vervolgens? Om slechte retention rates tegen te gaan, werden de cijfers bijgesteld (zoals ik hierboven heb geschetst) en werd er overdreven veel opgevolgd bij studenten per email. Zo had je in ieder geval “bewijs”. Had dat impact? Geen idee, maar de angst heerste.

Manipulatie

Scoorde je opleiding bij de National Student Survey (NSS) slecht op bijvoorbeeld het geven van feedback op het werk van studenten, dan was ook dat een reden om te vermoeden dat jouw opleiding niet genoeg deed om op tijd afgestudeerde alumni te produceren. Ons werd als docenten daarom gevraagd – en ook dit is écht gebeurd – het niet te hebben over hoor- of werkcolleges, maar over feedbacksessies. Dan kunnen de studenten in ieder geval op de NSS invullen feedback te hebben gekregen (manipulatie van het eerste uur). Zouden ze ook inderdaad de NSS anders “slecht” invullen? Who knows. Maar de angst was er.

Kortom, door perverse prikkels en angst waren we vooral bezig met het afleggen van verantwoording van het onderwijs geven – niet per se met onderwijzen zelf.

Gedwongen ontslagen

Kunt u zich voorstellen hoe blij ik was toen ik, zoals ik nogal eens gekscherend zei, “off the sinking island” kon gaan in 2018? Eindelijk; voordat Brexit realiteit werd, was ik terug in het – zo dacht ik – gezonde Nederlandse universitaire leven. Geen standaard van 80 procent onderwijs en 20 procent onderzoek, maar 70/30. Geen waanzinnig hoge collegegelden. Geen wo-consumenten, maar kritische en proactieve studenten. Geen rare perverse prikkels, maar oprechte academische motivatie. Geen verzuurde collega’s, maar, over het algemeen, gelukkigere academici. In ieder geval gelukkiger dan in het VK.

Ik heb nog vaak contact met oud-collega’s uit het VK. De academische implosie in het VK is al langere tijd aan de gang, en vele malen intensiever en meer wijdverspreid dan in Nederland. Het is er sinds Brexit, en dus net na mijn vertrek, allemaal nog erger geworden. Het heeft nog meer perverse prikkels, een nog sterker dalende kwaliteit die zelfs instituten als Cambridge of Oxford University niet meer kunnen rechttrekken, en sinds kort landelijke “forced redundancies”; oftewel, gedwongen ontslagen. 

Het Britse universitaire leven is er leeg. Het bestaat nog wel, maar leeft niet meer. Het verkeert in een zombiestatus, zoals Sinead Murphy beschrijft in diens boek Zombie University.

Britse zombiestatus tekent zich af in Nederland

Die zombiestatus is – u voelt het natuurlijk al de hele tijd aankomen – waarop de Nederlandse universiteiten met 130 km/h (want dat mag straks weer) afstevenen. De langstudeerboete, de de-internationalisering (een soort academische Nexit), en natuurlijk die miljard euro aan bezuinigingen: tezamen houden ze een nekslag voor het wetenschappelijk onderwijs in. Al zou maar de helft van die aangekondigde ingrepen plaatsvinden, alleen al het anticiperen erop zal tot in de kleinste zaken schade aanrichten, zoals ik in het VK zag gebeuren. Geen idee of we er iets aan kunnen doen, maar de angst heerst.

Het is nog maar de vraag of onze universiteitsbesturen fundamenteel en blijvend in verzet (kunnen) komen tegen de aangekondigde voorstellen als hun attitude er één lijkt zijn van opvolging indien ‘de Rijksoverheid [hen] dit dwingend oplegt of adviseert’ (Trouw, 2024a).

Ik heb nog steeds hoop van wel.

Verzet

Verzet is namelijk hard nodig in een land waar niet alleen het wetenschappelijk onderwijs uitgehold gaat worden, maar ook studentenprotesten tegen misdaden tegen de menselijkheid onnodig hard de kop in worden gedrukt. Het is eveneens hard nodig in een land waar omvolkingstheoretisch wordt gedacht, maar wordt gesproken over ‘zeer zorgelijke demografische ontwikkeling’ (Trouw, 2024b). Dergelijke “theorie” en politieke retoriek die zijn doordrenkt van racistische ideeën móeten worden voorzien van kritisch wetenschappelijk tegengeluid – juist in een tijd waarin politici simpelweg liegen en bedriegen, en ermee wegkomen ook.

Er is echter geen tijd en geen ziel meer om kwalitatief goed onderwijs te geven dat studenten kritisch en onafhankelijk opleidt als academici straks alleen nog maar bezig moeten zijn met het koste wat kost doorloodsen van studenten, met ‘Tort and contract law’-seminars, met vrezen iets verkeerds te zeggen op open dagen, met het voorkomen van slechte uitvalcijfers, met manipulerende NSS-taal te verwerken in syllabi, en met nog meer van dat soort onzin. Er is straks ook geen tijd en geen ziel meer om in verzet te komen, of in ieder geval om jezelf kritisch uit te laten. Sterker nog, kritiek kan je de slimme kop kosten. Dat is eng. 

Omstandereffect

Het engst vind ik echter, als ik mezelf eerlijk bezie, dat wij nu, in tegenstelling tot onze academische collega’s in het VK (hier een mooi overzicht van hun university strikes in 2024), nauwelijks de straten op gaan –  afgezien de kleine groep academici die afgelopen zaterdag bij Utrecht CS de studenten bijstonden tijdens een demonstratie tegen de langstudeerboete. Maar verder? We staan erbij en kijken ernaar. Een zéér problematisch omstandereffect.

Zijn studenten echt nog de enigen aan de universiteit die durven iets te zeggen? Hoe komt dat toch? Waarom demonstreren we niet en masse, dagdagelijks? Zij-aan-zij, van bestuur tot junior docent, en met de studenten, op het Malieveld, op de campus? Wie waagt nog het woord ‘staking’ te noemen? Zijn we misschien nu al bang? Te bang? Zíjn we al zombie-universiteiten? 

Ik vrees het ergste.

Yarin Eski is Universitair Docent Public Administration bij de VU Amsterdam.

The post ‘De zombie-universiteit: een Britse waarschuwing’ first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘De zombie-universiteit: een Britse waarschuwing’ verscheen eerst op ScienceGuide.

Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB 

24 June 2024 at 10:20

Vorige week wierp D66-Kamerlid Jan Paternotte het nog voor de voeten van de nieuwe minister van Onderwijs, Eppo Bruins: Rabobank heeft berekend dat de twaalf miljard euro aan bezuinigingen op innovatie, zoals vastgelegd in het hoofdlijnakkoord, volgens een conservatieve schatting zou leiden tot een welvaartsverlies van 27 miljard euro voor Nederland. Dergelijke cijfers, met name van de Rabobank, worden vaak gebruikt door lobbyisten uit de kennissector. Zij willen daarmee aantonen dat het niet investeren in of zelfs bezuinigen op ‘kennis’ langdurige economische schade veroorzaakt. 

Tijdens een overleg in de Kamer met het Centraal Planbureau (CPB) en de Nederlandse Bank, stelde Senna Maatoug van GroenLinks-PvdA aan Pieter Hasekamp, directeur van het CPB, een vraag over de economische effecten van de door het nieuwe kabinet voorgestelde bezuinigingen op hoger onderwijs en innovatie. 

CPB: op macroniveau zijn er best verbanden te vinden 

“Dit is een langlopende discussie”, zei de rekenmeester van het CPB. “Het CPB heeft in een aantal studies gekeken naar het verband tussen investeren in onderwijs en innovatie, en de economische groei. Op macroniveau zijn er best verbanden te vinden.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Investeringen in bijvoorbeeld het Groeifonds zijn echter heel moeilijk te koppelen aan concrete economische groeicijfers in de toekomst, legde Hasekamp uit. “Op microniveau kun je soms iets zeggen over hele specifieke interventies, maar je kunt heel moeilijk het effect van bijvoorbeeld zo’n groeifondsinvestering koppelen aan een hogere economische groei over een x-aantal jaar. Daar lopen we tegen de grenzen van ons instrumentarium aan. Ik heb ook niet zo heel veel vertrouwen in degenen die zeggen dat wel te kunnen, want uiteindelijk is het toch een beetje: wat je erin stopt, krijg je eruit.” 

Het is zeer de vraag of dit geldt voor specifieke interventies 

Deze vraag, die ook voortdurend terugkomt in de aanloop naar Tweede Kamerverkiezingen, moet je eigenlijk niet willen beantwoorden, vindt Hasekamp. In verkiezingstijd willen partijen echter dat investeringen in kennis en innovatie door de CPB-modellen worden beloond met het vooruitzicht van economische groei in de toekomst. “Bij doorrekeningen van verkiezingsprogramma’s of coalitieakkoorden moeten we voorzichtig zijn, omdat we anders politieke keuzes zouden kunnen dicteren. Als we investeringen in onderwijs aantrekkelijk maken in onze modellen, wordt men daarvoor beloond. Het is echter zeer de vraag of dit ook geldt voor een specifieke interventie.” 

Als voorbeeld gebruikte Hasekamp investeringen in Defensie. Daar kijkt men nu heel anders naar dan in het verleden. “Wat voor onderwijs geldt, geldt ook voor andere sectoren, zoals defensie. Vijftien jaar geleden zou het CPB wellicht negatief hebben gereageerd op de vraag of investeren in defensie economische opbrengsten oplevert. We moeten daarom voorzichtig zijn met het vertalen van dergelijke investeringen naar economische groei, en veeleer een bredere blik hanteren. Samen met andere planbureaus kunnen we wel iets kwalitatiefs zeggen over de richting en verbanden.” 

Het is heel lastig om daar harde getallen op te plakken, zegt CPB 

Ook zonder harde gegevens over economisch groei kan men besluiten om te investeren in kennis en innovatie, bedoelde Hasekamp. “Het CPB is zeker niet de enige die hier onderzoek naar doet. Ik verwijs hierbij ook graag naar het rapport ‘De Waarden van Wetenschap’ van de KNAW. Het is aannemelijk dat goede investeringen in het hoger onderwijs en innovatie bijdragen aan economische groei, en ook aan andere belangrijke zaken. Kennis heeft daarnaast waarde in zichzelf. Het is echter heel lastig om daar harde getallen op te plakken.” 

The post Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Geen harde cijfers over economische schade door bezuinigingen op onderwijs, zegt CPB  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌