Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Before yesterdayMain stream

“Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit”

16 September 2024 at 11:46

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een grondige studie uitgevoerd naar een recente controverse die de academische wereld en het publieke debat in Nederland beroerde. 

De kwestie begon in december 2022, toen UvA-docent Laurens Buijs een klokkenluidersrapport indiende. Hierin beweerde hij dat ‘woke cultuur’ en diversiteitsinitiatieven de academische vrijheid, onderwijseffectiviteit en onderzoekskwaliteit negatief beïnvloedden. Buijs beschreef dit als een ‘zorgwekkende radicalisering’. Hij bekritiseerde specifiek niet-binaire genderidentiteiten en het gebruik van genderneutrale voornaamwoorden, wat volgens hem een ‘lege hype’ zonder solide wetenschappelijke basis is. 

Anti-genderretoriek van Buijs

Deze zaak is een voorbeeld van ‘anti-gendermobilisatie’ – een georganiseerd verzet tegen gendergelijkheid, LGBTIQ+-rechten en aanverwante academische velden zoals genderstudies, stellen de onderzoekers. Ze herkenden verschillende kenmerken van anti-genderretoriek in de beweringen van Buijs en het daaropvolgende publieke debat. 

Het eerste punt betreft het versterken van traditionele binaire gendernormen en het verwerpen van het idee van gender als een spectrum. Daarnaast wordt anti-gendersentiment vaak gebruikt als politiek middel om steun te verkrijgen. Ten slotte zijn er pogingen om genderstudies als academische discipline in diskrediet te brengen, concluderen ze. 

Baudet en Wilders steunden Buijs 

De zaak kreeg al snel een politieke lading. Rechtse politieke partijen in Nederland, met name de PVV van Geert Wilders en het FvD van Thierry Baudet, omarmden Buijs’ klachten en hesen hem op het schild als voorvechter van het vrije woord. Zo nodigde de huidige Kamervoorzitter Martin Bosma, die toen nog PVV-Kamerlid was, Laurens Buijs uit in de Tweede Kamer. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De PVV en FvD gebruikten de situatie om te betogen dat sociale wetenschappen, inclusief genderstudies, een bedreiging vormen voor de samenleving, schrijven de onderzoekers. In hun verkiezingsprogramma’s voor november 2023 verwees de PVV naar ‘gendergekte’ en FvD naar ‘woke propaganda’ als kwesties die aanpak behoeven. 

Deze politieke steun past in een breder Europees patroon, waarbij populistische partijen steeds vaker anti-gendergevoelens in hun programma’s opnemen, benadrukken de onderzoekers. 

Neoliberalisering van de universiteit 

Een cruciaal aspect van de analyse betreft de onbedoelde bijdrage van de neoliberalisering van het onderwijs aan de situatie. De onderzoekers stellen dat dit neoliberalisme de verhoudingen rond kennisproductie heeft veranderd: studenten worden steeds meer gezien als ‘klanten’, de universiteit als een ‘bedrijf’, en onderwijs als een ‘product’. 

Academische vrijheid wordt daarmee vooral individualistisch begrepen, stellen ze. Sommige studenten interpreteren concepten zoals ‘gesitueerde kennis’ als rechtvaardiging voor het idee dat elke mening, inclusief potentieel haatzaaiende uitspraken, beschermd zou moeten worden onder de vlag van academische vrijheid – dus ook de meningen van Buijs. 

De Amsterdamse wetenschappers stellen dat deze individualistische benadering de collectieve aard van kennisproductie ondermijnt. In plaats van een gezamenlijk streven naar waarheid, wordt academische vrijheid zo gereduceerd tot een uitwisseling van individuele meningen. 

Reactie van de universiteit en zwijgplicht 

De UvA reageerde door het personeel te verzoeken zich te onthouden van deelname aan publieke of interne debatten over de kwestie. Dit creëerde wat de onderzoekers een ‘getuigenisvacuüm’ noemen – een situatie waarin belangrijke informatie wordt achtergehouden. 

Deze opgelegde stilte was vanuit juridisch- en managementperspectief begrijpelijk, maar had ook negatieve gevolgen. Het ontzegde studenten en medewerkers toegang tot belangrijke context en alternatieve perspectieven. Dit was vooral problematisch voor gemarginaliseerde studenten, die zich onzekerder gingen voelen, schrijven de auteurs. 

Bedreiging voor genderstudies 

De controverse onderstreepte daarnaast een bredere bedreiging voor genderstudies. Anti-gendercampagnes schilderen het veld vaak af als een bron van maatschappelijk verval, en er worden pogingen gedaan om de academische legitimiteit van het veld in diskrediet te brengen. 

De auteurs schrijven dat ze herhaaldelijk anti-genderbeweringen moesten weerleggen. Collega’s uit andere vakgebieden stelden vaak vragen die de geloofwaardigheid van genderstudies in twijfel trokken. Deze aanvallen op de legitimiteit van een onderzoeksveld bedreigen niet alleen de academische vrijheid, maar ook de veiligheid en het welzijn van niet-binaire en transgender studenten en medewerkers, aldus de onderzoekers. 

Bevorderen van solidariteit 

Het is belangrijk om collectieve opvattingen over academische vrijheid te hebben en ruimte voor kritisch genderonderzoek te houden, concluderen de onderzoekers. Ze benadrukken de vitale rol van feministische onderwijsmethoden bij het bevorderen van solidariteit en het creëren van ondersteunende ruimtes voor gemarginaliseerde studenten. 

Universiteiten moeten daarnaast meer aandacht besteden aan manieren waarop neoliberale benaderingen van onderwijs de voorwaarden kunnen scheppen voor anti-genderretoriek. Instellingen worden aangemoedigd om zorgvuldiger om te gaan met controverses rond genderkwesties. In plaats van alleen te vertrouwen op juridische procedures en opgelegde stilte, suggereren de onderzoekers dat het belangrijk is om ruimte te creëren voor open dialoog en het delen van verschillende perspectieven. 

Tot slot benadrukken de onderzoekers het belang van het ondersteunen en legitimeren van genderstudies en aanverwante vakgebieden. Universiteiten worden opgeroepen om de waarde van deze disciplines te verdedigen en ervoor te zorgen dat ze de nodige middelen en institutionele steun krijgen om te blijven floreren. 

The post “Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit” first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit” verscheen eerst op ScienceGuide.

PVV voorspelt einde aan activisme en ‘woke’ in hoger onderwijs 

11 June 2024 at 09:58

Waarschijnlijk een van de laatste onderwijsdebatten van dit demissionaire kabinet betrof de verantwoording over de begroting voor 2023. Hoewel zo’n debat draait om de vraag of de publieke middelen goed besteed zijn, hadden weinig partijen belangstelling voor het antwoord. Meer aandacht ging uit naar het onderwijs- en onderzoeksbeleid van de nieuwe coalitie. Ook de pro-Palestijnse protesten op universiteiten en hogescholen kwamen weer uitgebreid ter sprake. 

De tijd van politiek activisme in de collegezaal is voorbij 

Volgens Reinder Blaauw, hoger-onderwijswoordvoerder van de PVV, zal het nieuwe coalitieakkoord de zon weer doen schijnen in het hoger onderwijs. “Het onderwijs verkeert in een staat van verval. Te vaak lag de focus op kansengelijkheid in plaats van kwaliteit. Te lang is de activistische ‘woke’-cultuur dominant geweest in de collegezalen en onderwijsinstellingen. Te vaak ging politiek activisme boven wetenschappelijke integriteit. Die tijd is gelukkig voorbij. Dit akkoord biedt de mogelijkheid om samen met onderwijsinstellingen het roer om te gooien. Weg van het huidige ineffectieve beleid en naar een Nederlands onderwijsstelsel waar de zon weer schijnt”, oreerde hij. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

“Hoe maken curricula over kritische rassentheorieën, dekolonisatie, feminisme en global justice onze studenten tot betere analytische denkers?”, zo was de alumnus van de Hanzehogeschool zelf verstoken van een antwoord. “In de tussentijd hebben we te maken met een schrikbarend hoog percentage studenten en docenten die op universiteiten bezweerd worden door het ‘woke’ gedachtegoed. Eerst nog enigszins onschuldig” – maar inmiddels worden volgens Blaauw Israëlische studenten aangevallen en bedreigd. 

Politiek activisme of degelijk onderwijs? 

De bezuinigingen van bijna een miljard euro op het hoger onderwijs kunnen daarom als een frisse herbezinning worden gezien, betoogde de Groningse PVV’er. “Er zal zo’n 970 miljoen euro worden gekort op het hoger onderwijs. Alleen zo biedt het de onderwijsinstellingen een mogelijkheid om hun prioriteiten te heroverwegen. Willen onze onderwijsinstellingen politiek activisme op het menu, of degelijk onderwijs en degelijk onderzoek?” 

Alle andere partijen, zowel uit de coalitie als de oppositie, lieten de tirade van de PVV zonder reactie aan zich voorbijgaan. D66, die de grootste investeringen in onderwijs in het verkiezingsprogramma had staan, ziet wel met lede ogen aan hoe er fors wordt bezuinigd op het hoger onderwijs, zei onderwijswoordvoerder Ilana Rooderkerk. De langstudeerboete is volgens haar zo’n slechte bezuiniging. “Dat vind ik echt een heel slecht idee. De langstudeerboete gaat studenten ontzettend veel stress opleveren in een tijd dat het al heel slecht gesteld is met het mentaal welzijn.” 

De rest zit met een gigantische extra schuld 

Daarnaast hamerde D66 op de onrechtvaardigheid van deze boete op langer studeren. “Studenten met rijke ouders kunnen straks wel iets naast hun studie doen. De rest zit met een gigantische extra schuld. Afgelopen vrijdag las ik de adviezen van ambtenaren. Zij zeggen over de maatregelen dat het niet uitvoerbaar is in 2026 en dat de opbrengsten onzeker zijn. Kan de minister hierop ingaan?” 

De minister herhaalde wat zijn ambtenaren al eerder hadden vastgesteld: een wetswijziging duurt gemiddeld twee jaar, en het aanpassen van de systemen van DUO kost ook zo’n negen maanden kost. Gezien de gemiddelde doorlooptijd van wetten zal invoering van de langstudeerboete per 2026 dus heel krap worden. 

Sociale veiligheid wordt te pas en te onpas gebruikt 

VVD’er Claire Martens-America greep het debat over de begrotingsverantwoording aan om nogmaals de gevoelens van onveiligheid onder Joodse studenten aan de kaak te stellen. Volgens Martens-America zijn er Joodse studenten die “door hagen van schreeuwende demonstranten moeten, die roepen dat er voor hen geen plek is op de universiteit.” Volgens de VVD’er zijn er ook docenten die dit roepen, “waarvan we vervolgens verwachten dat ze niemand uitsluiten. En dat op instellingen waar het begrip ‘sociale veiligheid’ te pas en te onpas wordt gebruikt, safe spaces worden ingericht als het even tegenzit of je niet jezelf kunt zijn.” 

Instellingen waarvan iedereen onder de vlag van inclusie deel zou moeten kunnen uitmaken, veranderen nu in exclusieve instellingen waar iedereen de juiste mening moet hebben, beweerde de VVD’er. “Het is deze dubbele moraal die ik heel pijnlijk vind.”  

Wie is hier eindverantwoordelijk voor? 

Martens-America zei verhalen te kennen van Joodse studenten die momenteel genegeerd worden in groepsapps en geen onderwijs volgen vanwege hun afkomst. De VVD, die eerder nog mordicus tegen het bijhouden van nationaliteit en afkomst was toen dit onderdeel vormde van het diversiteitsplan van voormalig minister Van Engelshoven, wil daarom van de minister een periodiek overzicht krijgen van incidenten rondom Joodse studenten en de manier waarop instellingen daarmee omgaan. Martens-America diende daartoe een motie in. Volgens het VVD-Kamerlid moet duidelijk zijn wie eindverantwoordelijk is voor de veiligheid van Joodse studenten: de minister of de bestuurders van onderwijsinstellingen. 

De minister liet alvast weten dat het niet zijn verantwoordelijkheid is om elk incident te rapporteren aan de Kamer. “Het rapporteren van incidenten per instelling is niet hoe we sturen op het stelselniveau. Ik wil de Kamer periodiek informeren op het stelselniveau, dus niet per instelling en per incident. Zeker naar aanleiding van wat er op dit moment allemaal gaande is”, voegde hij daaraan toe. 

In Trouw een heel bemoedigend stuk gelezen 

Volgens Martens-America zijn er ook positieve ontwikkelingen op dit dossier. Zo was er dit weekend het statement van de gezamenlijke rectores dat Nederlandse universiteiten geen banden zullen verbreken met Israëlische instellingen. “Ik heb afgelopen zaterdag in Trouw een heel bemoedigend stuk gelezen vanuit verschillende universiteiten, waarin zij schrijven dat gesprekken tussen instellingen en wetenschappers over pijnlijke onderwerpen vragen om wederkerige erkenning en het belang daarvan. Maar ik weet ook dat vandaag de dag heel veel universiteitsbesturen, onder druk van zeer vocale, kleine groepen, moeite hebben om hun deuren open te houden en dit gesprek ook te laten plaatsvinden.” 

Verschillende instellingen zijn momenteel bezig met het vormen van ethische commissies om de kaders voor samenwerkingen met instellingen uit andere landen te herzien. “Ik vind het vreemd dat de focus daar blijkt te liggen bij één situatie in de wereld, namelijk Gaza en Israël”, zei Martens-America. Universiteiten hebben overigens expliciet aangegeven dat het kader juist niet op één land of situatie is gericht, maar breder toepasbaar moet zijn. Martens-America eiste middels een ingediende motie nog van de minister dat hij vooraf zou regelen dat deze commissies divers en gebalanceerd genoeg zouden zijn. 

De academische vrijheid wordt niet bewaakt door de politie 

“De academische vrijheid, ook in dit delicate proces, weegt zwaar”, zei de minister in de appreciatie van deze motie. “Het is een vrijheid die niet bewaakt wordt door de politie, maar bewaakt wordt door de academische gemeenschap zelf. Ik vind dat we ons op glad ijs begeven als we delen van deze bewaking aan de minister toekennen. Ik vind het voor de hand liggen dat instellingen de door mij gegeven uitgangspunten ook betrekken bij de samenstelling en de invulling van hun ethische commissies. Hoe ze dat doen, blijft in mijn ogen een eigen verantwoordelijkheid voor de instelling.” 

Het criminele regime van Netanyahu 

DENK-Kamerlid Doğukan Ergin redeneerde vanaf de andere kant van het politieke spectrum en sprak zijn waardering uit voor de demonstrerende studenten. “Op veel hogescholen en universiteiten staan studenten op tegen onrecht en de moordpartijen in Palestina. De boodschap van Nederlandse studenten is heel helder: verbreek alle banden met Israëlische onderwijsinstellingen. Exact hetgeen we ook deden bij Rusland, toen zij Oekraïne binnenvielen. De universiteiten in Israël zijn een propagandakanaal van het criminele regime van Netanyahu. Deze universiteiten hebben nauwe banden met de oorlogsindustrie van Israël, en deze universiteiten zijn onderdeel van bezetting, onderdrukking en apartheid.” 

Ergin diende daarom een motie in die de minister de opdracht zou geven om universiteiten en hogescholen te verzoeken alle banden met Israëlische instellingen te verbreken. Deze motie kon niet op instemming van de minister rekenen, die zijn eerdere standpunt herhaalde. “Het is aan de instellingen zelf om hun samenwerkingen tegen het licht te houden naar aanleiding van alle geopolitieke verschuivingen. Ik vind het niet wenselijk om op voorhand institutionele of persoonlijke samenwerkingen met een bepaald land uit te sluiten of op te schorten. Ik verwacht dat de instellingen hun samenwerkingen zorgvuldig en neutraal wegen op basis van de inhoud.” 

The post PVV voorspelt einde aan activisme en ‘woke’ in hoger onderwijs  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht PVV voorspelt einde aan activisme en ‘woke’ in hoger onderwijs  verscheen eerst op ScienceGuide.

Illiberale tendensen bedreigen University Colleges van buitenaf en binnenuit 

4 June 2024 at 13:11

Het veranderen van universiteiten lijkt op het verplaatsen van begraafplaatsen, schrijft Van der Wende: verwacht geen hulp van binnenuit. Dit gold ook bij de oprichting en introductie van de University Colleges in Nederland. Slechts een klein deel van de studenten studeert nu aan een University College, en het fenomeen heeft de traditionele universiteiten nauwelijks kunnen veranderen. 

Weinig internationaal en innovatief 

Aan het eind van de vorige eeuw stelde de OESO dat het Nederlandse hoger onderwijs weinig internationaal en weinig innovatief was. In reactie daarop richtte de Universiteit Utrecht in 1998 het eerste University College in Nederland op: een Engelstalige, driejarige bacheloropleiding in de vrije kunsten en wetenschappen (liberal arts), die studenten zou selecteren en zou worden onderwezen op een nieuw ontwikkelde campus waar studenten ook woonden. 

Het eerste UC boekte snel succes doordat een aanzienlijk aantal internationale talenten werd aangetrokken. Tegelijkertijd paste het als ware innovatie niet binnen de bestaande regelgevingskaders. In lijn met de Nederlandse egalitaire cultuur werd het bekritiseerd omdat het elitair zou zijn, schrijft Van der Wende. De tijd was echter rijp voor verandering. De Bolognaverklaring, eveneens ondertekend in 1998, maakte het mogelijk om dergelijke curriculumhervormingen en harmonisatie van het hoger onderwijs op systeemniveau in heel Europa door te voeren. 

Algehele ontevredenheid over het Nederlandse hoger onderwijs 

Net als in veel westerse landen had de massificatie een tol geëist in het Nederlandse hoger onderwijs. De algehele ontevredenheid nam toe door slechte leerresultaten, hoge uitval onder studenten en laag studiesucces. Werkgevers bekritiseerden het gebrek aan differentiatie; er was geen sprake van excellentie onder afgestudeerden, en de opleidingen waren star en monodisciplinair. De opwinding rond het nieuwe millennium en de opkomst van digitale communicatie brachten modieuze nieuwe ideeën met zich mee over ‘eenentwintigste-eeuwse vaardigheden’, schetst de Utrechtse hoogleraar. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Het idee van University Colleges werd populair omdat ze voldeden aan de verwachtingen van die tijd: internationalisering, interdisciplinariteit van het curriculum, de ontwikkeling van ‘eenentwintigste-eeuwse vaardigheden’, meer selectiviteit en excellentie, en dus differentiatie op systeemniveau. 

In Nederland zette deze trend zich voort met de oprichting van University Colleges door de Universiteit Maastricht (2002), een tweede door de Universiteit Utrecht in Middelburg (2004) en het Amsterdam University College in 2009. Dit werd gevolgd door universiteiten in Leiden, Rotterdam, Twente, Groningen en Tilburg. 

Scepsis over elitaire karakter University Colleges

Ondanks het enthousiasme bleef scepsis bestaan over het elitaire karakter en de waarde van de diploma’s voor de arbeidsmarkt en vervolgstudies. De onwil om de stugge disciplinaire organisatie van universiteiten om te vormen bleef ook bestaan doordat de UC’s op zichzelf staande structuren binnen de universiteit bleven. Hierdoor bleven de overige opleidingen binnen de universiteiten grotendeels ongewijzigd. Dit verklaart volgens Van der Wende de obstakels en weerstand die zij heeft ervaren als eerste decaan van het Amsterdam University College. 

Het hoofdstuk waarin Van der Wende beschrijft hoe ze het concept uit Utrecht in Amsterdam probeerde te introduceren bevat veel sneren naar Amsterdamse bestuurders, prominente wetenschappers en ambtenaren. Die hadden hun eigen kinderen volgens Van de Wende wel inschreven bij het University College in Utrecht, maar vonden vervolgens dat de Amsterdamse versie niet zo elitair moest zijn als in Utrecht. 

Succesvol mede dankzij Robbert Dijkgraaf 

Het Amsterdam University College (AUC) moest daarom excellentie combineren met diversiteit, openstaan voor en betrokken zijn bij de stad eromheen, en een sterk wetenschappelijk profiel ontwikkelen. Dat laatste is vooral gelukt door de hulp van Robbert Dijkgraaf, die destijds hoogleraar was in Amsterdam, schrijft Van der Wende. 

Voor de rest moest ze opboksen tegen argwanende faculteitsdecanen, wantrouwige bestuurders en overijverige Haagse bureaucraten die zorgden voor een stortvloed aan administratieve lastendruk. Haar enige medestanders bleken de studenten te zijn. 

De grote uitdaging bleef om het AUC geen opleiding te laten worden voor de witte middenklasse in een verder halfzwarte stad, schrijft Van der Wende. De opdracht was om het AUC te positioneren als een collectief van ‘winnaars en verliezers’ van de mondialisering, die goed vertegenwoordigd zijn in mondiale steden als Amsterdam, hoewel ze vaak tamelijk gescheiden leven in bijna parallelle universums. 

VU veel diverser dan de UvA 

Een van de grootste uitdagingen op dit gebied was het verschil tussen de UvA en de VU in het erkennen van diversiteit als een belangrijke dimensie. De meeste steun kwam van de leiding van de VU, in lijn met de veel diversere studentenpopulatie van de VU in vergelijking met die van de UvA, zo stelt Van de Wende vijftien jaar later. 

Het aantrekken van Amsterdamse studenten uit achterstandsbuurten, vaak even getalenteerd maar met aanzienlijk minder sociaal en cultureel kapitaal, bleek een grotere uitdaging. Het opzetten van een speciaal outreachprogramma voor studenten die de scholen in de buitenwijken van Amsterdam bezochten, evenals een Diversity Award Program, hielp kandidaten uit deze gemeenschappen te werven. Een nationaal zelfbeeld van een egalitaire cultuur, die de bestaande discriminatie en ongelijkheid ontkende, belemmerde volgens de Utrechtse hoogleraar pogingen om deze grimmige culturele en sociaaleconomische barrières te overwinnen. 

Als je excellent wilt zijn, waarom zou je dan divers zijn? 

Aanvankelijk bestond er weinig begrip voor het ideaal van AUC om excellentie en diversiteit te combineren. Een voormalige Nederlandse rector in een landelijk beoordelingspanel vroeg volgens Van de Wende botweg: ‘Als je excellent wilt zijn, waarom zou je dan divers zijn?’ 

Zoals gezegd heeft nu vrijwel iedere universiteit een UC opgericht als toonbeeld van internationale excellentie. Gezien de lage uitval en het hoge studiesucces kunnen UC’s worden gezien als een succesvolle bottom-up innovatie. Hun impact blijft echter beperkt; nauwelijks vijf procent van de studentenpopulatie staat ingeschreven bij een UC, waardoor ze een kleine niche zijn gebleven. 

Universiteiten veranderen niet door University Colleges

Hoewel er aan de Nederlandse universiteiten meer interdisciplinaire, internationale en honoursprogramma’s werden gestart, bleven de organisatorische en disciplinaire kernstructuren van universiteiten grotendeels ongewijzigd.Selectieve toelating tot graduate programma’s is dan wel gebruikelijker geworden, maar er bestaat nog steeds terughoudendheid rond selectie in bachelorprogramma’s omdat dit als ‘elitair’ wordt gezien en in strijd is met het idee van gelijke toegang en verbreding van de deelname, schetst de Utrechtse hoogleraar. 

De Nederlandse universiteiten veranderden wel volop op het gebied van internationalisering. Inmiddels is een derde van de bachelors in het Engels; bij de masteropleidingen is dat meer dan 75 procent. Het gebruik van het Engels als onderwijstaal mag echter niet worden toegeschreven aan het UC-model, stelt Van der Wende. 

Verengelsing komt vooral door de Brexit 

De internationalisering is sinds het begin van de jaren negentig aangemoedigd, en werd gestimuleerd door de implementatie van de Bolognaverklaring. Door de Brexit is het aantal internationale studenten in Nederland verder toegenomen, tot veertig procent van de eerstejaarsstudenten aan universiteiten. Dit heeft niet te maket met de UC’s en hun Engelstaligheid, maar is een omstreden trend vanwege financierings- en huisvestingsproblemen, resulterend in een politieke druk op het onderwijs om Engelse opleidingen aan te bieden en internationaal te werven, aldus Van der Wende. 

De Utrechtse hoogleraar vraagt wel reflectie op de vraag of liberal arts-onderwijs überhaupt kan bestaan in een illiberale context, gezien recente en voortdurende ontwikkelingen in Europa en daarbuiten.Waar liberale waarden en democratisch burgerschap aan het begin van deze eeuw (te gemakkelijk) als vanzelfsprekend werden beschouwd, zijn ze in de daaropvolgende decennia steeds meer onder vuur komen te liggen, stelt Van der Wende. Als reactie op de mondialisering en door een reeks sociale en economische crises hebben populisme en het (neo)nationalisme aan steun gewonnen en steeds meer invloed op het hoger onderwijs gekregen. 

Geen einde van de geschiedenis 

Europa heeft op harde wijze geleerd dat liberale waarden niet mondiaal worden gedeeld, zelfs niet binnen Europa, zoals wel werd verwacht na de val van de Berlijnse Muur. De wereld is niet plat en de geschiedenis is niet geëindigd, zoals Fukuyama voorspelde, benadrukt Van der Wende. 

Illiberale reacties op het hoger onderwijs vormen een bedreiging voor de academische vrijheid, maar bedreigingen kunnen ook van binnenuit komen, gerelateerd aan ‘wokeness’ en ‘cancel culture’, waarschuwt de Utrechtse hoogleraar. Sommige UC’s worden immers beschouwd als hotspots van dergelijke trends. “Waarom zouden studenten van UC’s zich verzetten tegen liberale waarden, zoals academische vrijheid of vrijheid van meningsuiting? Academische vrijheid is een fundamenteel recht op vrij onderzoek, evenals het respecteren van uiteenlopende meningen. Het is de hoeksteen van een academische cultuur, die nu in gevaar wordt gebracht door de polarisatie die ook de samenleving als geheel teistert”, schrijft ze. 

Bestuurders moeten studenten leren werkelijk inclusief te zijn 

Er is weinig optimisme voor de toekomst van het liberal arts-onderwijs als dat door de buitenwereld wordt uitgedaagd en van binnenuit wordt ondermijnd. Daarom worden University Colleges geconfronteerd met de uitdaging om de liberal arts-missie in deze nieuwe realiteit te heroverwegen. Ze moeten studenten ondersteunen om werkelijk inclusief te zijn en helpen bij het vinden van nuance en intellectuele nederigheid, betoogt Van der Wende. Studenten moeten andere perspectieven leren begrijpen, en empathie ontwikkelen door waardeoordelen en een nationalistische blik te overwinnen. 

Het is een grote uitdaging voor universiteitsbestuurders om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties zich bewust zijn van de deugden en waarden van een open en democratische samenleving, benadrukt de Utrechtse hoogleraar. Studenten moeten erop voorbereid worden om te participeren in een wereld waarin het westerse universalisme en liberalisme worden uitgedaagd, en zich inzetten voor de internationale solidariteit die nodig is om de meest dringende problemen van de wereld op te lossen. “De beste hoop is inderdaad een liberale hoop: dat de beste breinen vrij zullen blijven van nationale of disciplinaire grenzen.” 

Wende, M.C. van der (2024). The Rise of University Colleges in Europe: A New Future for Liberal Arts & Sciences in the Twenty-First Century?   In: Howard Gardner, W. Kirby & W. Fischman (eds) Advances and Challenges in International Higher Education. Daedalus Journal of the American Academy of Arts & Sciences, Volume 153, Number 2; Spring 2024 

The post Illiberale tendensen bedreigen University Colleges van buitenaf en binnenuit  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Illiberale tendensen bedreigen University Colleges van buitenaf en binnenuit  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌