Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Yesterday — 8 November 2024Main stream

“Vertel Chinese master-studenten expliciet wat met ‘kritisch denken’ wordt bedoeld”

8 November 2024 at 11:28

Kritisch denken is een van de belangrijkste vaardigheden in het Westerse hoger onderwijs. De Westerse opvatting van kritisch denken is echter niet eenduidig. Zo kan ‘kritisch denken’ worden gezien als een set vaardigheden, een houding, of een mechanisme voor emancipatie en sociale rechtvaardigheid. Daarnaast is het Westerse begrip van kritisch denken anders dan het Chinese: waar de eerste meer neigt naar argumentatie en debat, is de tweede meer gericht op het zoeken naar harmonie en consensus.  

Chinese studenten in Westerse landen kunnen daarom moeilijkheden hebben met de vaardigheden en houdingen die bij het Westerse idee van kritisch denken horen, schrijven Schotse onderzoekers. Tegelijkertijd is maar liefst twintig procent van de buitenlandse master-studenten in het Verenigd Koninkrijk afkomstig uit China.  

De Schotse wetenschappers hebben daarom in kaart gebracht in hoeverre Chinese master-studenten, die slecht presteerden op het gebied van kritisch denken in het eerste deel van hun opleiding, gebaat zijn bij een cursus over kritisch denken.  

Kritisch denken in academische context 

De cursus vond plaats tussen het eind van het tweede semester en het begin van de scriptie-fase, en bestond uit vier bijeenkomsten van twee uur, verspreid over vier weken. Tijdens de bijeenkomsten gingen deelnemers bijvoorbeeld groepsgewijs in gesprek over een video of tekst die ze samen doornamen. Elke week kwam een ander thema aan bod, respectievelijk de lerende houding van de deelnemers, kritische leesvaardigheden, kritische schrijfvaardigheden, en de toepassing van kritisch denken bij het schrijven van een scriptie.  

Twintig van de 128 deelnemers deelden hun ervaringen en opbrengsten met de onderzoekers. Geen van hen had eerder aan Engelstalige opleiding gevolgd of andere training in kritisch denken gekregen dan de cursus in kwestie. 

Chinese studenten vatten het negatief op 

Omdat geen van de Chinese studenten eerder expliciet kritisch denken had moeten etaleren, betrof het eerste en grootste probleem de vertaling van het begrip, toont het onderzoek. Het Mandarijn kent namelijk geen vertaling van ‘kritisch denken’ waarin de Westerse conceptualisatie ervan precies wordt gevat, leerden de onderzoekers. “Het komt ongeveer neer op ‘bekritiseer iets of iemand’”, aldus meerdere respondenten. “We begrepen het allemaal op een negatieve manier.” 

Dat zou betekenen dat ze gevestigde academici zouden moeten bekritiseren, en daar voelden de respondenten zich niet prettig bij. “Hoe kan ik zo onprofessioneel zijn om academici uit te dagen of hen te bekritiseren?”, schetste een van hen haar ongemak. Niet alleen de negatieve lading van de Mandarijnse vertaling van ‘kritisch denken’ zorgde dus voor problemen, ook het bekritiseren van gevestigde academici vormde een uitdaging voor de Chinese master-studenten, schrijven de onderzoekers. 

Bekritiseren academici is onprofessioneel 

Ook de pedagogische verwachting van master-studenten speelde de Chinese studenten parten. Van master-studenten wordt veel autonomie verwacht, ook als het gaat om kritisch denken. De respondenten wisten bij aanvang van hun master-opleiding echter niet wat dat begrip precies betekende, en hadden daarom behoefte aan expliciete uitleg.  

“Ik vond het altijd onzinnig als we maar wat in groepjes discussieerden zonder te horen te krijgen wat het goede antwoord was”, aldus een respondent. De pedagogische benadering om autonomie te stimuleren kan dus slecht aansluiten bij de behoefte van sommige studenten. Docenten moeten daarop alert zijn en niet te snel aannames doen over de behoeften van studenten, benadrukken de onderzoekers 

Gaandeweg begonnen de Chinese master-studenten overigens wel voordelen van groepswerk te zien, aangezien zo duidelijk werd dat groepsgenoten vanuit verschillende perspectieven naar een kwestie keken. Doordat ze echter niet van meet af aan profiteerden van dat inzicht, konden ze die ervaring niet gebruiken bij opdrachten rondom kritisch denken in het eerste semester van hun master-opleiding, schrijven de onderzoekers.  

De vaak negatieve terugkoppeling op hun opdrachten die ze van docenten ontvingen, gaf hen wel een prikkel om meer na te denken over kritisch denken, maar ook dan bleef het aftasten. “Is dit dan kritisch? Telt dit als kritisch denken?”, verwoordde een van de respondenten haar vragen bij die terugkoppeling.  

Cursus hielp Chinese studenten 

In de cursus kritisch denken werd wel duidelijk aangegeven wat in het Westen bedoeld wordt met ‘kritisch denken’. “Tijdens de cursus bespraken we expliciet wat het betekent om kritisch naar een artikel te kijken, kritisch te schrijven en kritisch naar je eigen schrijven te kijken. Dat is heel behulpzaam, want het is specifieker dan wanneer ze je vertellen: ‘wees kritisch’”, liet een respondent optekenen.  

Negentien van de twintig respondenten waren positief over de cursus, schrijven de onderzoekers, en allen hadden ze liever de cursus al in hun eerste semester gehad. Dat is dan ook een van de aanbevelingen in de publicatie: biedt al vroeg in de master-opleiding zo’n cursus aan, waarbij onder andere directe uitleg wordt gebruikt.  

Geef Chinese studenten de juiste vertaling 

Docenten moeten zich ook bewust zijn van de verschillende connotaties bij de letterlijke vertaling van ‘kritisch denken’ naar het Mandarijn, aldus de onderzoekers. “Studenten vertaalden het begrip naar het Mandarijnse ‘pipanxing siwei’, wat kritiek op andermans werk suggereert. ‘Pingpanxing siwei’ of ‘pingjiexing siwei’, vormen van evaluerend denken, kunnen echter betere equivalenten zijn van het kritisch denken in het Westen.” 

The post “Vertel Chinese master-studenten expliciet wat met ‘kritisch denken’ wordt bedoeld” first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Vertel Chinese master-studenten expliciet wat met ‘kritisch denken’ wordt bedoeld” verscheen eerst op ScienceGuide.

Before yesterdayMain stream

Denemarken trekt meer internationale studenten aan, maar drukt kosten studiefinanciering EU

31 October 2024 at 12:05

De kwestie van studiefinanciering voor EU-studenten staat al jaren hoog op de Deense politieke agenda. In een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in 2013 werd namelijk bepaald dat EU-burgers die naar Denemarken komen om te studeren, recht hebben op Deense studiefinanciering als zij de status van ‘migrerende werknemer’ hebben. Dit houdt in dat studenten in aanmerking komen voor studiefinanciering als zij voor 10 tot 12 uur per week een bijbaan hebben. 

Ook in Nederland is recent ergernis ontstaan over het feit dat veel Europese studenten in Nederland aanspraak maken op Nederlandse studiefinanciering. Met name NSC en de VVD hebben hier moeite mee. Denemarken heeft deze irritatie geleid tot een akkoord over studiefinanciering tussen een brede politieke coalitie van sociaaldemocraten, liberalen en populisten. In 2013 werd een budgetplafond vastgesteld van 484 miljoen Deense kronen (circa 62 miljoen euro) voor uitgaven aan studiefinanciering voor EU-studenten met een bijbaan. Werd dit plafond substantieel overschreden, dan moesten maatregelen volgen. 

Brede coalitie voor inperking 

Die maatregelen volgden inderdaad toen de uitgaven jarenlang het afgesproken budgetplafond overschreden. In juni 2021 werd een nieuwe politieke overeenkomst gesloten, waarmee een brede meerderheid in het Deense parlement – bestaande uit Socialdemokratiet, Venstre, Dansk Folkeparti, Socialistisk Folkeparti, Konservative en Liberal Alliance – besloot het aantal Engelstalige opleidingen drastisch te verminderen. Deze maatregel was specifiek gericht op beroepsopleidingen en hogescholen, waar veel Engelstalige programma’s werden omgezet naar het Deens. 

In juni 2023 was Denemarken echter de gevolgen daarvan gaan merken doordat de vraag naar hoogopgeleide internationale werknemers sterk toenam. Daarom sloot de nieuwe Deense regering een nieuw akkoord over Engelstalige opleidingen. Volgens het nieuwe akkoord mogen universiteiten jaarlijks 1.100 extra Engelstalige studieplaatsen creëren in de periode 2024-2028, oplopend naar 2.500 plaatsen vanaf 2029. Deze uitbreiding is bedoeld voor masteropleidingen in sectoren met een hoge vraag naar hoogopgeleid personeel. Onlangs werd besloten nog 400 extra plaatsen voor internationale studenten beschikbaar te stellen aan Deense hogescholen in de STEM-sectoren. 

Bonus voor blijfkans 

Om de aansluiting van het hoger onderwijs op de arbeidsmarkt te verbeteren, is er vanaf 2025 een ’employment bonus’ ingesteld. Jaarlijks worden 50 miljoen kronen (circa 6,5 miljoen euro) verdeeld onder onderwijsinstellingen die het lukt om het aantal afgestudeerde internationale studenten dat in Denemarken gaat werken te verhogen. 

Het onderzoek van het Deense ministerie van Onderwijs vloeit voort uit afspraken in deze politieke akkoorden: het ministerie moet jaarlijks rapporteren over de ontwikkelingen rond studiefinanciering voor buitenlandse studenten, zodat de politiek indien nodig kan bijsturen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de vraag of de genomen maatregelen effectief zijn in het beheersen van de uitgaven. 

Om goed zicht te krijgen op de ontwikkelingen, volgt het ministerie verschillende indicatoren. Naast de uitgaven aan studiefinanciering kijkt men naar het aantal Engelstalige opleidingen, de instroom van internationale studenten en hun arbeidsmarktpositie na afstuderen. Via een digitaal controlesysteem wordt maandelijks gecontroleerd of studenten met de status ‘migrerende werknemer’ aan de werkeis van minimaal 10-12 uur per week blijven voldoen. 

Analyse toont effect van politieke maatregelen 

De analyse van het ministerie laat zien dat de politieke maatregelen effect hebben. Het aantal EU-studenten dat momenteel in Denemarken studeert én studiefinanciering krijgt, daalde van circa 12.000 in 2022 naar 11.000 in 2023. De totale uitgaven verminderden daardoor van 614 miljoen kronen in 2022 naar een voorlopig bedrag van 535 miljoen kronen in 2023. Vooral bij hogescholen en beroepsopleidingen is een duidelijke daling zichtbaar. 

Het aantal Engelstalige opleidingen is sinds 2017 met ongeveer een derde afgenomen, van 427 naar 291 in 2023. Deze afname komt vooral door de omzetten van Engelstalige beroepsopleidingen bij hogescholen naar het Deens. Op universiteiten is nog steeds ongeveer de helft van de masteropleidingen Engelstalig. 

Arbeidsmarktperspectief is verbeterd 

De arbeidsmarktparticipatie van internationale studenten in Denemarken is toegenomen, toont het onderzoek. Van de afgestudeerden uit 2020 werkte 29 procent een jaar later nog in Denemarken, vergeleken met 23 procent van het cohort uit 2015. Bij masterstudenten steeg dit percentage zelfs van 31 procent naar 35 procent. Dit wijst erop dat de focus op arbeidsmarktrelevantie van de opleidingen vruchten afwerpt, aldus de rapportage van het Deense ministerie van Onderwijs. 

Het ministerie heeft in haar prognoses rekening gehouden met de recente versoepeling van het beleid rond Engelstalige opleidingen. Hoewel de uitgaven aan studiefinanciering voor EU-studenten momenteel dalen, wordt voor de komende jaren weer een lichte stijging verwacht. De prognose laat zien dat de uitgaven zullen oplopen van 495 miljoen kronen in 2024 naar 505 miljoen kronen in 2028. Daar staat wel een oplopend aantal studieplaatsen voor buitenlandse studenten tegenover. 

Engelstalig onderwijs ook populair bij Deense studenten 

Het rapport toont ook een duidelijk beeld van de recente ontwikkelingen in de instroom van internationale studenten bij Engelstalige opleidingen in Denemarken. In 2023 bedroeg de totale instroom bij Engelstalige programma’s 16.738 studenten, waarvan 5.206 internationale studenten (31 procent). Dit is een stijging ten opzichte van 2022, toen de totale instroom 14.825 studenten betrof, waarvan 4.380 internationale studenten (30 procent). 

Voor de lange termijn na 2029 wordt een nog iets hogere uitgave van 525 miljoen kronen verwacht. Dit is een opwaartse bijstelling van 5 miljoen kronen ten opzichte van eerdere prognoses. 

Strikte controle op oneigenlijk gebruik 

Om oneigenlijk gebruik van studiefinanciering tegen te gaan, hanteert Denemarken een strikt controlesysteem voor studenten die geregistreerd staan als ‘migrerende werknemer’. In de periode 2014-2023 zijn meer dan 20.000 terugvorderingen gedaan bij studenten die niet meer aan de werkvereisten voldeden, toont het onderzoek. In totaal moest voor 423 miljoen kronen aan onterecht uitgekeerde studiefinanciering worden terugbetaald. 

The post Denemarken trekt meer internationale studenten aan, maar drukt kosten studiefinanciering EU first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Denemarken trekt meer internationale studenten aan, maar drukt kosten studiefinanciering EU verscheen eerst op ScienceGuide.

Gemeente Maastricht gaat naar Boston omdat te veel buitenlandse studenten vertrekken 

30 October 2024 at 11:25

De regio Zuid-Limburg presenteert zich voortaan internationaal als de ‘Maastricht Region’. Dat moet helpen bij het aantrekken en behouden van hoogopgeleid talent, legde een ambtenaar uit tijdens een recente bijeenkomst van de Maastrichtse gemeenteraad over het regionale talentenbeleid. De gemeente gaat zelfs buitenlandse beurzen af om studenten enthousiast te maken voor een baan in en rondom Maastricht. 

South Limburg spreekt niet tot de verbeelding in Boston 

“‘South Limburg’ spreekt niet echt tot de verbeelding als je op een beurs staat in Boston”, legde gemeenteambtenaar Ramona Corsius uit. “Daarom hebben we ervoor gekozen om ons samen met de andere centrumgemeenten te presenteren als ‘Welcome to Maastricht Region’.” 

Een belangrijke stap in deze richting is de aansluiting bij de Landelijke Talent Coalition, een samenwerkingsverband van Nederlandse regio’s die zich inzetten voor het aantrekken van internationaal talent. Deze samenwerking brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, vooral in vergelijking met gevestigde regio’s, zo zei de Maastrichtse ambtenaar. “Ik zit aan tafel met mijn evenknie van Brainport Eindhoven. Het is best een uitdaging als je hen hoort vertellen wat zij allemaal doen. Daar hoeven wij niet naar te streven, maar het is wel een voorbeeld dat laat zien dat wij nog best wat te doen hebben aan internationale profilering.” 

Om de ambities waar te maken, heeft de regio een praktische aanpak ontwikkeld via gerichte samenwerkingsverbanden, waaronder een ‘werktafel’ met de Universiteit Maastricht, Zuyd Hogeschool en het mbo Vista College. 

De studenten moeten hier blijven 

De samenwerking komt voort uit een duidelijk probleem: internationale studenten komen wel naar de regio om te studeren, maar vertrekken vaak na hun opleiding. “Dat wil je niet”, benadrukte de gemeenteambtenaar. “Je wilt ze hier houden, want we hebben hier voldoende uitdagingen die ingevuld moeten worden.” 

De werktafels hanteren daarbij een proactieve benadering. In plaats van te wachten tot studenten bijna afstuderen, wordt er vanaf het begin ingezet op binding met de regio. “We gaan het niet alleen maar hebben over een carrièrebeurs in het vierde jaar van: ‘oh ja, die studenten gaan vertrekken, we moeten nog iets organiseren met elkaar'”, legde de ambtenaar uit. “Nee, dat moet je vanaf jaar één doen. Vanaf het moment dat ze hier naartoe komen en hier instromen, moeten ze kennismaken met het bedrijfsleven.” 

Deze aanpak werd dit jaar al in praktijk gebracht tijdens de introductieweek voor nieuwe studenten. “Heel concreet: tijdens de Inkom hebben we de hele woensdag georganiseerd in het teken van het Euregionale bedrijfsleven”, vertelde de spreker. “Alle internationale studenten van de UM en Zuyd Hogeschool hebben kennisgemaakt met een aantal werkgevers en workshops gevolgd.” 

Eerste successen in internationale talentenwerving 

De nieuwe strategie van Maastricht Region werpt al zijn eerste vruchten af. Een van de meest in het oog springende resultaten is de deelname aan de internationale talentenbeurs in Boston. “We zijn begin dit jaar voor de eerste keer naar Boston gegaan om te onderzoeken hoe dat er nou eigenlijk aan toegaat”, vertelde de ambtenaar. 

De beurs bracht de regio in contact met een groot aantal hoogopgeleide Europese studenten die studeren aan vooraanstaande Amerikaanse universiteiten MIT, Harvard, Boston University en New York University. 

Niet voor een opleiding in Maastricht, maar voor werk 

De focus ligt daarbij niet op het werven van nieuwe studenten voor de onderwijsinstellingen, maar op het direct verbinden van talent aan de regionale arbeidsmarkt. “De werkgevers kunnen daar zelf de gesprekken met studenten voeren om ze naar hier te halen. Niet om hier een opleiding te volgen, maar om hier aan het werk te gaan of een stage te vervullen.” 

Vooral de stageregeling van MIT biedt kansen voor de regio Maastricht. “Als je die studenten hier haalt voor een stage en ze proeven van de regio en zien wat hier te doen is, dan zullen ze altijd heel even terug moeten voor hun studie naar de VS. Maar vervolgens heb je wel laten zien wat we hier te bieden hebben.” 

Bij Zuyd vertrekt ook veel buitenlands talent 

Gemeenteraadsleden vroegen zich af of de focus niet beter liggen op het behouden van de huidige internationale studenten in Maastricht. Met name bij de Universiteit Maastricht, waar 61 procent van de studentenpopulatie uit het buitenland komt, lijkt hier potentieel te liggen, stelden ze. Het probleem is echter dat een groot deel van hen na afstuderen weer vertrekt.  

Bij Zuyd Hogeschool speelt hetzelfde probleem, schetste een raadslid van de VVD, die bij Zuyd begeleider is van afstudeerders. “Al een aantal jaar begeleid ik heel veel studenten van de Hogeschool Zuyd in een thesistraject, maar ongeveer 70 tot 80 procent gaat weer naar het buitenland en komt niet meer terug.” Deze constatering leidde bij de VVD tot de vraag hoe Zuid-Limburg deze talenten kan terugkrijgen naar de regio, en tegelijkertijd studenten van andere onderwijsinstellingen naar Maastricht kan trekken. 

Juist de zorgen over het wegtrekkende talent hebben geleid tot een intensieve samenwerking met de onderwijsinstellingen in de regio, antwoordde de ambtenaar. Zo neemt Hogeschool Zuyd deel aan de werktafel over carrièreperspectieven en de ontwikkeling van een Euregionale mindset, een initiatief dat ook bij de Universiteit Maastricht wordt uitgerold, schetste ze. “De boodschap aan internationale studenten is daarbij helder: je kunt gewoon hier blijven, je hoeft niet naar de Randstad of naar Brainport. Hier is veel meer te doen, als je maar even goed om je heen kijkt.” 

De Limburgse hoger-onderwijsinstellingen moeten voorlichting over die kwesties structureel inbedden in hun curricula, vindt de gemeente Maastricht. “Daarbij is de boodschap vanaf het eerste studiejaar consistent: Je hoeft niet weg, je kunt hier blijven. Sterker nog: je moet hier blijven.” 

Daar is veel winst te behalen 

De primaire focus van Zuid-Limburg ligt dan ook niet primair op het aantrekken van studenten uit andere landen “Het aantrekken van talent bedraagt 30 procent van onze focus. 70 procent van onze tijd gaat naar het houden van het talent hier, want daar is echt veel meer winst te behalen”, verzekerde de ambtenaar.

Momenteel loopt ook een onderzoek naar de hbo-wo-kloof op de arbeidsmarkt in Zuid-Limburg, vooral met het oog op de komst van de Einsteintelescoop. “We laten onderzoeken wat die kloof is. Uit die analyse zal blijken welke profielen we binnen nu en twee, drie, vier jaar nodig hebben. Daarom moeten wij ook de grens over, want die studenten zitten soms in Helsinki of in Boston.” 

Zorgen over nieuwe politieke wind in Nederland 

De huidige maatschappelijke discussie over internationalisering vormt wel een punt van zorg, zo zei de ambtenaar in reactie op vragen hierover van VOLT. “We zien het al terug in de soort vragen die we krijgen”, merkte de ambtenaar op.  

“Men is zich ervan bewust dat in Nederland een heel andere wind is gaan waaien. ‘Zijn wij daar eigenlijk nog wel welkom?’ Soms proberen we daar heel naïef overheen te kijken in gesprek met studenten, maar je wilt dat talent hier wel behouden, dus dan probeer je daar maar even geen aandacht aan te besteden. We zijn ons daar echter zeker bewust van.” 

The post Gemeente Maastricht gaat naar Boston omdat te veel buitenlandse studenten vertrekken  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Gemeente Maastricht gaat naar Boston omdat te veel buitenlandse studenten vertrekken  verscheen eerst op ScienceGuide.

Nieuwe internationaliseringswet wordt nog strenger

15 October 2024 at 17:07

Minister Bruins drukt het gaspedaal in met de Wet Internationalisering in Balans (WIB). Hij verscherpt de voorwaarden in de internationaliseringswet van zijn voorganger Robbert Dijkgraaf: bij bacheloropleiding mag nog steeds hoogstens een derde van het curriculum in een andere taal dan het Nederlands worden aangeboden, maar de uitzonderingsgronden worden kleiner.  

“In het wo wordt één op de drie bacheloropleidingen volledig in het Engels aangeboden, en de helft van de opleidingen gedeeltelijk in het Nederlands en gedeeltelijk in het Engels”, schrijft Bruins in een uitgebreide Kamerbrief.  

“Het vorige kabinet zag al in dat dit de toegankelijkheid, doelmatigheid en kwaliteit van het stelsel onder druk zet, en heeft een eerste stap gezet in het in balans brengen van de internationalisering. Ik zet die lijn voort en scherp deze, in navolging van het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma, verder aan.” 

Internationaliseringswet met weinig uitzonderingen 

Nederlands moet in het hbo en wo weer de norm worden, aldus de minister van OCW. Uitzonderingen daarop zijn wel toegestaan, “bijvoorbeeld voor tekortsectoren of bij regionale omstandigheden”, maar moeten niet opnieuw de regel worden. De criteria in de Toets Anderstalig Onderwijs, onderdeel van de WIB, worden daarom aangescherpt. Aan de hand van die toets wordt bepaald of opleidingen in een andere taal dan het Nederlands mogen worden verzorgd.  

In de toets worden vier mogelijke uitzonderingsgronden genoemd: regionale omstandigheden, de arbeidsmarkt, internationale uniciteit en de internationale positionering van een opleiding. De criteria wil Bruins “scherp afstellen”: ze zijn bedoeld voor een beperkt aantal afwijkingen, en niet voor elke uitzondering is evenveel ruimte. Zo zal slechts een klein aantal opleidingen uitzondering kunnen krijgen wegens het criterium ‘internationale uniciteit’.  

Als voorbeeld gebruikt de minister University Colleges, hotelscholen en kunstopleidingen, die kleinschalig en intensief zijn. “Een categorale uitzondering van deze groepen opleidingen” vindt de regering “niet wenselijk”, omdat deze groepen opleidingen ook een Nederlandstalige variant kennen. “Het is daarom onwenselijk om voor deze groepen een vrijbrief af te geven om al het onderwijs anderstalig te verzorgen.”  

Ook het feit dat een instelling in een krimpregio ligt zal op zichzelf niet voldoende reden zijn om een opleiding anderstalig te kunnen aanbieden. Datzelfde geldt opleidingen die verband houden met een arbeidsmarkttekort. 

Een stok om mee te slaan 

De Toets Anderstalig Onderwijs uit de internationaliseringswet geeft hem als minister een instrument voor zeggenschap over de onderwijstaal van opleidingen. Wat hij wil met die inbreuk op de autonomie van hoger-onderwijsinstellingen, maakt hij ook duidelijk: “dat internationale studenten op opleidingen terecht komen waar zij nodig zijn en waar ze na hun afstuderen vaker en langer bijdragen aan de Nederlandse maatschappij.” Instellingen krijgen daarom ook de plicht zich in te zetten voor de bevordering van de Nederlandse taalbeheersing onder studenten. 

Bovendien maakt dit het bachelor-onderwijs toegankelijker voor Nederlandse studenten, schrijft de minister. Uit recent onderzoek blijkt echter dat Nederlandse studiekiezers vrijwel neutraal staan tegenover de onderwijstaal van een opleiding.  

Internationaliseringswet niet genoeg voor bezuiniging

Internationale studenten weren is echter niet gratis. In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet een bezuiniging opgenomen die in 2026 nog 29 miljoen euro bedraagt, maar structureel oploopt tot 293 miljoen euro per jaar. Daarvoor zal meer inspanning nodig zijn dan het hanteren van de Toets Anderstalig Onderwijs en de taaleisen aan bachelor-opleidingen, waarschuwt de minister. Instellingen zullen ook zelf het mes in hun Engelstalig aanbod moeten zetten. Een ‘strategisch wervingsbeleid’ en de inzet van numeri fixi, wat vanaf volgend jaar mogelijk wordt bij anderstalige opleidingen, kunnen daarbij helpen.  

Heeft dat alles niet voldoende effect, dan “zal dat tot gevolg hebben dat de Rijksbekostiging per student lager wordt”, waarschuwt Bruins.  

Vlaanderen toont dat Nederlands reputatie niet hoeft te schaden 

De Vernederlandsing van het hoger onderwijs zal ook het onderzoek raken, beseft Bruins. Academici waarschuwen daar al langer voor. Master-opleidingen blijven daarom uitgesloten van de gevreesde taaltoets. Het Vlaamse stelsel laat echter zien dat “het handhaven van Nederlands als norm de kwaliteit en reputatie van instellingen niet in de weg hoeft te staan”, schrijft de minister.  

Vlaanderen heeft veel strengere taalregels voor het hoger onderwijs dan Nederland, en kent met de KU Leuven een van de meest toonaangevende universiteiten van Europa.  

VH vraagt opnieuw om uitzondering 

De Vereniging Hogescholen is erg ontstemd over de aanscherping van de WIB, waarin nog altijd geen uitzondering voor hogescholen wordt gemaakt – iets dat de Raad van State wel heeft aanbevolen. “Met de aanscherpingen van het Wetsvoorstel Internationalisering in Balans (WIB) wekt het kabinet ten onrechte de indruk dat het Nederlands in het hbo onder druk staat”, schrijft de VH. “Dat is niet het geval. 92 procent van de hbo-opleidingen wordt gewoon in het Nederlands aangeboden.” 

De minister schiet nu met een kanon op een mug, waardoor onnodig veel kapotgaat, betoogt VH-voorzitter Maurice Limmen. De VH pleit ervoor om in ieder geval de bestaande Engelstalige hbo-opleidingen te ontzien bij de Toets Anderstalig Onderwijs. 

The post Nieuwe internationaliseringswet wordt nog strenger first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Nieuwe internationaliseringswet wordt nog strenger verscheen eerst op ScienceGuide.

Geen sprake van wijdverspreide ‘cancel culture’ aan Duitse universiteiten 

15 October 2024 at 10:36

De afgelopen jaren hebben politici, media en wetenschappers in Duitsland herhaaldelijk gewaarschuwd voor een zogenaamde ‘cancel culture’ aan universiteiten. Dit verwijst naar een cultuur waarin onwelgevallige meningen worden gecensureerd of onderzoekers worden buitengesloten vanwege controversiële standpunten. 

Zorgen bij zowel links als rechts 

Een groep bezorgde, politiek rechtse hoogleraren in Duitsland richtte zelfs een vereniging op om de academische vrijheid te beschermen tegen wat zij zien als ideologisering en politisering van de wetenschap. Ook aan de linkerkant van het politieke spectrum leven zorgen over de ‘cancel culture’, bijvoorbeeld in de context van het conflict in het Midden-Oosten. 

In Nederland heeft de KNAW eerder al onderzoek gedaan naar academische vrijheid, hoewel dat niet empirisch was. Daaruit bleek dat er in Nederland weinig tot geen zorgen zijn over zelfcensuur of bedreiging van de academische vrijheid. 

Het Duitse onderzoek werd uitgevoerd door het Deutsches Zentrum für Hochschul- und Wissenschaftsforschung en gefinancierd door de ZEIT Stiftung Bucerius. De onderzoekers ondervroegen 9000 professoren, postdocs en promovendi aan Duitse universiteiten over hun ervaringen met academische vrijheid en eventuele beperkingen daarvan. 

De cijfers laten een ander beeld zien 

De academische vrijheid in Duitsland verkeert over het algemeen in goede staat, is de belangrijkste conclusie. Bijna tachtig procent van de ondervraagden beoordeelt de autonomie en onderzoeksvrijheid in het Duitse wetenschapssysteem als ‘goed’ of ‘zeer goed’. Onder hoogleraren ligt dit percentage zelfs op 86 procent. Deze cijfers weerspreken het idee dat universiteiten gebukt gaan onder ideologische druk of zelfcensuur, aldus de onderzoekers. 

De verschillen tussen vakgebieden zijn daarenboven verrassend klein. Respondenten uit de sociale en geesteswetenschappen verwachten wel iets vaker morele afkeuring of problemen in hun onderzoek, maar niet in hun onderwijs. 

Vrees voor persoonlijke consequenties 

Toch geven de onderzoeksresultaten wel degelijk reden tot zorg. Ongeveer één op de vijf Duitse respondenten vindt namelijk dat het slecht gesteld is met de academische vrijheid. Acht procent vreest morele schrobbering als zij hun onderzoek volledig naar eigen inzicht zouden uitvoeren; zeven procent heeft die vrees met betrekking tot onderwijs. Hoewel dit een minderheid is, gaat het in absolute aantallen om duizenden wetenschappers die zich in hun vrijheid beperkt voelen, aldus de onderzoekers. 

Opvallend genoeg is de angst voor negatieve gevolgen groter dan daadwerkelijke incidenten. Zo zegt veertien procent van de respondenten weleens een onderzoeksonderwerp te hebben vermeden uit vrees voor persoonlijke consequenties, terwijl twaalf procent deed dit vanwege daadwerkelijke druk. Negen procent van de respondenten publiceerde onderzoeksresultaten niet vanwege mogelijke negatieve gevolgen. Een zeer kleine minderheid werd door aanvallen of beschimpingen vanwege hun onderzoek getroffen. 

Men lijdt het meest door het lijden dat men vreest 

De onderzoekers vermoeden dat de publieke discussie over enkele controversiële gevallen een afschrikwekkend effect heeft, waardoor wetenschappers uit voorzorg bepaalde onderwerpen vermijden. Dit zou kunnen verklaren waarom de angst voor censuur groter is dan de feitelijke incidenten. 

Politiek gezien blijkt overigens dat de academische wereld in Duitsland linkser is dan de samenleving als geheel. Slechts één op de tien wetenschappers plaatst zichzelf rechts van het politieke midden. Ook is er iets meer dogmatisme rond links-cultureel beschouwde posities. Zo vindt 29 procent van de respondenten dat het niet toegestaan zou moeten zijn om genderneutrale taal te weigeren. 

Discussie over genderidentiteit, defensieonderzoek of kernenergie moet mogelijk blijven 

Ondanks deze politieke kleuring staat de overgrote meerderheid van de wetenschappers open voor controversiële onderwerpen en debatten, tonen de onderzoeksresultaten. Of het nu gaat om genderidentiteit, defensieonderzoek of kernenergie, steeds vindt een ruime meerderheid dat deze thema’s wetenschappelijk onderzocht en bediscussieerd moeten kunnen worden. Zelfs het ontkennen van klimaatverandering zou volgens een derde van de respondenten bespreekbaar moeten zijn aan de universiteit. 

Het beeld van de ‘cancel culture’ in de Duitse academie moet dus genuanceerd worden, concluderen de onderzoekers. Er is geen sprake van wijdverspreide censuur of systematische inperking van de academische vrijheid. Tegelijkertijd zijn er wel zorgen, en ervaart een significante minderheid beperkingen in hun wetenschappelijke werk. 

Empirie en Bauchgefühle 

Het DZHW-onderzoek biedt voor het eerst harde cijfers om de discussie over academische vrijheid te voeren op basis van feiten in plaats van onderbuikgevoelens, zo stellen de onderzoekers. Ze hopen dat hun studie zal leiden tot verder onderzoek en een genuanceerder debat over de staat van de academische vrijheid in Duitsland en daarbuiten. “Die Wirklichkeit ist, wie so oft, schattiert. Weder belegen die Daten eine Cancel-Culture noch deren völlige Abwesenheit. Aber sie ermöglichen, über Empirie statt Bauchgefühle zu diskutieren.” 

The post Geen sprake van wijdverspreide ‘cancel culture’ aan Duitse universiteiten  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Geen sprake van wijdverspreide ‘cancel culture’ aan Duitse universiteiten  verscheen eerst op ScienceGuide.

Aantal buitenlandse studenten dat studiefinanciering krijgt verviervoudigd sinds 2017

10 October 2024 at 09:37

Voordat Pieter Omtzigt zijn partij NSC oprichtte, had hij het er al over: de studiefinanciering aan buitenlandse studenten, die zo op kosten van de Nederlandse belastingbetaler in Nederland kunnen studeren – en daarna veelal weer vertrekken. Door NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger is dat onderwerp op de agenda blijven staan: zij stelde uitgebreide Kamervragen aan Minister van OCW Eppo Bruins. Die antwoordde eveneens uitgebreid.  

In 2024 hadden tenminste 20.681 buitenlandse studenten in Nederland recht op studiefinanciering – hetzij doordat ze hier werken, doordat hun ouders of partner hier als arbeidsmigrant wonen, omdat ze al vijf jaar in Nederland wonen, of wegens een stage. In 2017 betrof dit nog 5.660 buitenlandse studenten, bijna vier keer zo weinig als nu.  

Versoepelde urennorm voor studiefinanciering 

Negen van de tien buitenlandse studenten met recht op studiefinanciering krijgen dat vanwege hun werk alhier. Daar hoort meteen een belangrijke kanttekening bij, aldus de minister. De ‘urennorm’ om in aanmerking te komen voor studiefinanciering is namelijk sinds 2021 meer dan gehalveerd. In dat jaar moest een buitenlandse student nog 56 uur per maand of studiefinanciering te krijgen, terwijl deze urennorm inmiddels door rechterlijke uitspraken is teruggebracht tot 32 uur per maand of 24 uur gedurende tenminste zes maanden.  

Toch is deze versoepelde urennorm niet de enige reden, aangezien het aantal buitenlandse studenten met recht op studiefinanciering wegens werk bijna verdubbelde tussen 2017 en 2020 – nog voordat de versoepeling intrad. 

Daarnaast merkt minister Bruins op dat de cijfers geen onderscheid maken in de duur van de periode waarin een buitenlandse student recht had op studiefinanciering, of dit nu één maand of een heel jaar was. Daartegenover staat dat nog niet alle aanvragen voor studiefinanciering in 2024 zijn meegenomen, aangezien bij DUO nog een onbeoordeelde ‘werkvoorraad’ aan aanvragen aanwezig is. 

Norm voor ‘migrerend werknemerschap’ Europees vastleggen 

Hoe zit dat eigenlijk in buurlanden, wilde Hertzberger weten. Daar lijkt het op de Nederlandse situatie, tonen Bruins’ antwoorden: als ouders of een partner migrerend werknemer zijn, de student vijf jaar of langer in het land verblijft, of als wordt voldaan aan een urennorm voor werk. “In Duitsland gaat dat om gemiddeld 12 uur per week en in Denemarken om gemiddeld 10 tot 12 uur per week. In Finland en Zweden geeft gemiddeld 10 uur werken per week in de regel aanspraak op studiefinanciering via migrerend werknemerschap”, somt de minister op.  

Die norm voor ‘migrerend werknemerschap’ zou op Europees niveau moeten worden vastgelegd, is Bruins het eens met Hertzberger. “Ik ben voornemens om dit op Europees niveau te agenderen en mij in te zetten voor een aangescherpte definitie van dit begrip. Ik vind het niet wenselijk dat internationale studenten die weer vertrekken, voordat zij een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie ook recht hebben op volledige studiefinanciering”, laat hij daarom optekenen. De minister zegt geen beloftes te kunnen doen, maar zal zich er “in ieder geval voor inzetten dat die norm hoger ligt dan de huidige geldende regel in Nederland.” 

Studiefinanciering voor de buren 

Over buurlanden gesproken. Het is mogelijk dat een niet-Nederlandse, in bijvoorbeeld Duitsland wonende en studerende student recht heeft op studiefinanciering vanuit Nederland. Dat kan als één van diens ouders wel in Nederland werkt voor een Nederlandse werkgever en daarom als ‘grenswerker’ wordt aangemerkt.  

Nederland heeft in studiejaar 2023-2024 voor 5,7 miljoen euro aan studiefinanciering uitgekeerd aan in totaal achthonderd niet-Nederlandse studenten die studeerden aan een niet-Nederlandse universiteit, tonen de antwoorden van Bruins. In studiejaar 2022-2023 ging het nog om 3 miljoen euro aan 562 van zulke studenten. Meer dan de helft van deze studenten woonde al vijf jaar of langer onafgebroken in Nederland, moet daarbij wel worden opgetekend. Dat zijn dus studenten die niet uit Nederland afkomstig zijn en niet in Nederland studeren, maar wel in Nederland wonen. 

Stapelen van buitenlandse uitkering en studiefinanciering kan niet 

Het stapelen van uitkeringen of vormen van bijstand door buitenlandse studenten is eveneens iets dat NSC niet graag ziet. In Nederland is dat echter niet mogelijk, blijkt uit de antwoorden van Bruins Als een buitenlandse student in een bepaalde periode een “tegemoetkoming in de kosten voor de toegang tot het onderwijs of voor levensonderhoud” uit een ander land krijgt, heeft die geen recht op studiefinanciering.  

Daarnaast wilde Hertzberger weten hoe DUO het inkomen van ouders weegt bij de bepaling van de hoogte van studiefinanciering als een buitenlandse student afkomstig is uit een Europees land met een veel lager loonpeil. Daarover kan Bruins kort zijn: zijn voorganger Dijkgraaf heeft al laten weten dat DUO geen andere inkomensgrens kan hanteren voor verschillende landen.  

The post Aantal buitenlandse studenten dat studiefinanciering krijgt verviervoudigd sinds 2017 first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Aantal buitenlandse studenten dat studiefinanciering krijgt verviervoudigd sinds 2017 verscheen eerst op ScienceGuide.

Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland

17 September 2024 at 12:17

Het was even wachten tijdens de eerste troonrede onder het nieuwe kabinet-Schoof, maar aan het eind ervan werd stilgestaan bij het onderwijs. Bij monde van de koning werd het belang benadrukt van meer aandacht voor onderwijs, zowel wat de taal als de breedte van het onderwijs betreft.

Gericht op wat Nederland nodig heeft

“Het kabinet wil van mbo tot universiteit meer oog hebben voor onderwijs en onderzoek, gericht op wat Nederland nodig heeft”, aldus de koning in zijn toespraak. “Daarin zijn scherpe keuzes nodig.” 

Een van de voorgestelde maatregelen betreft de omstreden voorstellen om het aantal internationale studenten te verminderen. “Een van die keuzes is om het aantal buitenlandse studenten te verminderen en het Nederlands weer de norm te maken in het hoger onderwijs”, mocht de koning voorlezen. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

In de troonrede werd bovendien gesteld dat onder andere studiemigratie de voorzieningen in Nederland onder druk komen zet. “Door arbeidsmigratie en studiemigratie is de Nederlandse bevolking veel sneller dan verwacht gegroeid naar 18 miljoen inwoners. Dat legt een grote druk op onze voorzieningen en onze manier van samenleven”, klonk het. 

Het onderwijs heeft baat bij rust en continuïteit, aldus koning

Andere plannen die door de koning werden aangekondigd raakten aan basisvaardigheden, en rust en continuïteit. “In het onderwijs ligt de nadruk op het verbeteren van basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. Binnenkort ontvangt u de hoofdlijnen van het herstelplan voor de kwaliteit van het onderwijs, dat aansluit bij lopende initiatieven om deze vaardigheden te verbeteren. Het onderwijs heeft baat bij rust en continuïteit, en niet bij grote nieuwe experimenten.” 

Later vandaag zal de begroting van de verschillende ministeries duidelijk maken wat het kabinet precies van plan is, en hoe het voor 2025 het geld wil verdelen.

The post Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland verscheen eerst op ScienceGuide.

Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland

17 September 2024 at 14:17

Het was even wachten tijdens de eerste troonrede onder het nieuwe kabinet-Schoof, maar aan het eind ervan werd stilgestaan bij het onderwijs. Bij monde van de koning werd het belang benadrukt van meer aandacht voor onderwijs, zowel wat de taal als de breedte van het onderwijs betreft.

Gericht op wat Nederland nodig heeft

“Het kabinet wil van mbo tot universiteit meer oog hebben voor onderwijs en onderzoek, gericht op wat Nederland nodig heeft”, aldus de koning in zijn toespraak. “Daarin zijn scherpe keuzes nodig.” 

Een van de voorgestelde maatregelen betreft de omstreden voorstellen om het aantal internationale studenten te verminderen. “Een van die keuzes is om het aantal buitenlandse studenten te verminderen en het Nederlands weer de norm te maken in het hoger onderwijs”, mocht de koning voorlezen. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

In de troonrede werd bovendien gesteld dat onder andere studiemigratie de voorzieningen in Nederland onder druk komen zet. “Door arbeidsmigratie en studiemigratie is de Nederlandse bevolking veel sneller dan verwacht gegroeid naar 18 miljoen inwoners. Dat legt een grote druk op onze voorzieningen en onze manier van samenleven”, klonk het. 

Het onderwijs heeft baat bij rust en continuïteit, aldus koning

Andere plannen die door de koning werden aangekondigd raakten aan basisvaardigheden, en rust en continuïteit. “In het onderwijs ligt de nadruk op het verbeteren van basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. Binnenkort ontvangt u de hoofdlijnen van het herstelplan voor de kwaliteit van het onderwijs, dat aansluit bij lopende initiatieven om deze vaardigheden te verbeteren. Het onderwijs heeft baat bij rust en continuïteit, en niet bij grote nieuwe experimenten.” 

Later vandaag zal de begroting van de verschillende ministeries duidelijk maken wat het kabinet precies van plan is, en hoe het voor 2025 het geld wil verdelen.

The post Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland verscheen eerst op ScienceGuide.

Universiteiten profiteren van de zwijgcultuur rondom gendergerelateerd geweld

21 August 2024 at 11:32

In de studie met de titel ‘You Can Knock on the Doors and Windows of the University, but Nobody Will Care: How Universities Benefit from Network Silence around Gender-Based Violence’, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Social Sciences, beschrijft een internationaal onderzoeksteam de ervaringen van verschillende individuen met gendergerelateerd geweld. Het onderzoek maakt deel uit van het EU-gefinancierde Horizon 2022 project ‘UniSAFE’ over gendergeweld in de academie.

Het team van onderzoekers bestond uit Vilana Pilinkaite Sotirovic, Anke Lipinsky, Katarzyna Struzińska en Beatriz Ranea-Triviño. Zij hielden diepte-interviews met 36 vrouwen, 2 mannen en 1 non-binair persoon die studeerden of werkten aan verschillende Europese universiteiten.

Persoonlijke ervaringen

Tijdens de interviews deelden de deelnemers hun persoonlijke ervaringen met gendergerelateerd geweld binnen de universitaire context. Volgens de studie omvat gendergerelateerd geweld alle vormen van geweld die gericht zijn tegen een persoon vanwege diens gender, sekse, of genderidentiteit en -expressie, evenals geseksualiseerde vormen van geweld die onevenredig vaak personen van één gender treffen. Dit geweld kan zich manifesteren als fysiek, psychologisch, economisch, seksueel, of gendergerelateerd geweld, en omvat ook online geweld, stalking, en organisatorisch geweld.

De deelnemers beschreven de institutionele cultuur, hiërarchische structuren, leiderschapsstijlen en hun eigen gevoelens rondom veiligheid. Ook gingen ze in op hun beslissingen om incidenten al dan niet te melden, en de gevolgen daarvan.

Zelfcensuur, zwijgen en negeren

De onderzoekers pasten een theoretisch model van ‘netwerk stilte’ toe op de verzamelde verhalen. Dit model bestaat uit drie samenhangende componenten: zelfcensuur door slachtoffers, het tot zwijgen brengen door anderen, en het niet horen of negeren van meldingen. Door deze lens analyseerden ze hoe stilte rondom gendergerelateerd geweld in stand wordt gehouden binnen universiteiten en hun netwerken.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Uit de analyse kwamen verschillende verontrustende patronen naar voren, zo zeggen de onderzoekers. Veel slachtoffers gaven aan dat ze aarzelden om incidenten te melden uit angst voor negatieve gevolgen. Ze vreesden voor hun carrière of reputatie. Sommigen voelden zich machteloos tegenover de dader, die vaak een hogere positie bekleedde.

Wanneer slachtoffers toch de moed vonden om melding te maken, stuitte dit regelmatig op ongeloof, bagatellisering of victim-blaming. Verantwoordelijke personen binnen de universiteit probeerden de zaak vaak in de doofpot te stoppen om reputatieschade te voorkomen. Collega’s namen zelden openlijk stelling tegen de dader, uit angst zelf negatieve gevolgen te ondervinden.

Mannen beschermen elkaar en hun positie

De onderzoekers ontdekten dat deze zwijgcultuur in stand wordt gehouden door hiërarchische machtsverhoudingen, genderongelijkheid en intersectionele vormen van discriminatie. Machtige figuren binnen de universiteit, vaak mannen, beschermen elkaar en hun positie. Slachtoffers, veelal vrouwen of mensen met een minderheidsachtergrond, worden gemarginaliseerd en monddood gemaakt.

Opvallend genoeg blijkt dat universiteiten op verschillende manieren profiteren van deze zwijgcultuur. Door incidenten onder de pet te houden, beschermen ze hun reputatie en voorkomen ze ‘verstoring’ van hun elitaire karakter. Invloedrijke academici die veel prestige en financiering binnenhalen, wordt de hand boven het hoofd gehouden, ook als ze zich misdragen.

De kortetermijnbelangen van de instelling wegen veelal zwaarder dan het welzijn van individuele slachtoffers. De reputatie van een universiteit is vaak nauw verbonden met de netwerken en connecties die invloedrijke academici hebben. Dit kan leiden tot het in bescherming nemen van deze personen, zelfs bij ongewenst gedrag.

Zwijgen opleggen

Dit patroon werd keer op keer bevestigd in de interviews. Een slachtoffer vertelde: “Je kan op de deuren en ramen van de universiteit kloppen, maar het maakt ze niets uit. Want hij is een goede professor die zich netjes gedraagt.” Een ander merkte op: “Ze wilden ons het zwijgen opleggen en waarschuwden dat we aangeklaagd zouden worden voor smaad als we onze klacht zouden doorzetten.”

De bevindingen tonen aan dat veel universiteiten, ondanks formeel beleid tegen gendergerelateerd geweld, in de praktijk weinig ondernemen om het probleem aan te pakken. De onderzoekers concluderen dat gedeelde overtuigingen onder leidinggevenden over reputatie en prestige bijdragen aan het in stand houden van de zwijgcultuur. Dit verklaart waarom universiteiten er niet in slagen veilige ruimtes te creëren die vrij zijn van gendergerelateerd geweld.

Er zijn transparantere procedures nodig

Het onderzoeksteam benadrukt dat hun bevindingen belangrijke implicaties hebben. Ze roepen op tot fundamentele veranderingen in de manier waarop universiteiten omgaan met gendergerelateerd geweld. Er zijn transparantere procedures nodig voor het melden en onderzoeken van incidenten. Slachtoffers moeten beter beschermd en ondersteund worden, en machtsstructuren die daders in de kaart spelen, dienen kritisch onder de loep genomen te worden.

Daarnaast pleiten de onderzoekers voor meer aandacht voor intersectionaliteit bij het aanpakken van gendergerelateerd geweld. Vrouwen met een migratieachtergrond of LHBTIQ+ personen lopen vaak extra risico en verdienen specifieke ondersteuning. Ook moet gewerkt worden aan een bredere cultuurverandering waarin seksisme, racisme en andere vormen van discriminatie niet langer getolereerd worden.

Bewegingen als #MeToo hebben aangetoond dat collectieve actie nodig is

Tot slot benadrukken de wetenschappers het belang van grassroots activisme en bottom-up initiatieven om verandering af te dwingen. Bewegingen als #MeToo hebben aangetoond dat collectieve actie nodig is om diepgewortelde patronen te doorbreken, schrijven ze. Universiteiten zouden studentengroepen en vakbonden die zich inzetten tegen gendergerelateerd geweld actief moeten ondersteunen.

Met dit onderzoek hopen de auteurs bij te dragen aan meer bewustwording en concrete stappen richting veiligere en inclusievere academische omgevingen. Alleen door de zwijgcultuur te doorbreken en gendergerelateerd geweld serieus aan te pakken, kunnen universiteiten werkelijk excelleren in onderwijs en onderzoek, luidt hun oproep.

The post Universiteiten profiteren van de zwijgcultuur rondom gendergerelateerd geweld first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universiteiten profiteren van de zwijgcultuur rondom gendergerelateerd geweld verscheen eerst op ScienceGuide.

Nieuwe internationaliseringswet veroorzaakt onnodige administratieve lasten

19 August 2024 at 10:51

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft zich kritisch uitgelaten over voorgestelde nieuwe regels voor anderstalig hoger onderwijs in Nederland, die onderdeel zijn van de Wet Internationalisering in Balans. In een advies aan de minister van OCW, Eppo Bruins, stelt het ATR dat de gevolgen van de nieuwe regelgeving onvoldoende in kaart zijn gebracht.

De primaire taak van het ATR is het toetsen van de regeldruk van nieuwe en bestaande regelgeving die wordt voorgesteld door de Nederlandse overheid. Dit betekent dat het ATR beoordeelt of de regeldruk proportioneel is in verhouding tot het beoogde doel van de regelgeving.

Groei Engelstalig onderwijs afremmen

De nieuwe regels van Bruins vloeien voort uit de Wet Internationalisering in Balans, die eerder dit jaar naar de Kamer werd gestuurd. Deze wet verplicht hoger-onderwijsinstellingen om toestemming te vragen aan de minister voor Associate degree- of bacheloropleidingen die voor meer dan een derde in een andere taal dan het Nederlands worden aangeboden. Het doel is om de groei van Engelstalig onderwijs in Nederland af te remmen en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor Nederlandse studenten te waarborgen.

Het ministerie heeft onlangs ook een uitvoeringsbesluit en een regeling opgesteld die de details van deze ‘toets anderstalig onderwijs’ vastleggen. Het ATR is gevraagd hierover te adviseren, met name wat betreft de regeldruk voor betrokken partijen.

Hbo uitzonderen van strengere regels internationalisering

Deze regeling heeft eerder opengestaan voor internetconsultatie; toen waarschuwden universiteiten en in het bijzonder UNL reeds voor de hoge regeldruk. Hogescholen wilden zelfs minder streng gecontroleerd worden, omdat in het hbo minder sprake is van verengelsing dan in het wetenschappelijk onderwijs.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Het ATR signaleert verschillende knelpunten in de regeling. Ten eerste stelt het college dat de verwachte effecten van de nieuwe regels onvoldoende zijn onderbouwd. “Om te beoordelen of de keuzes in het besluit leiden tot een toegankelijker onderwijs en minder druk op bijvoorbeeld de werk- en leefomgeving door internationale studenten, zoals met de wet is beoogd, is het in kaart brengen van de verwachte gevolgen nodig”, aldus het ATR in zijn advies.

De toelichting op het wetsvoorstel verbindt evenmin verwachte gevolgen aan de doelstellingen van de wet, zo stelt het ATR. “Dit is wel van belang, omdat de gemaakte keuzes in het besluit ertoe kunnen leiden dat specifieke opleidingen uitgesloten worden van instemming, terwijl andere opleidingen door kunnen. Dat heeft gevolgen voor de (internationale) studenten.”

Zet CDHO aan het werk, niet de instellingen

Een ander punt van kritiek betreft de informatievereisten voor onderwijsinstellingen. Volgens de nieuwe regels moeten instellingen bij hun aanvraag voor een anderstalige opleiding onder meer aantonen dat deze past binnen het geheel van voorzieningen in het hoger onderwijs. Ook het bestaan van een arbeidsmarktbehoefte moet worden aangetoond.

Het ATR merkt op dat veel van deze informatie al bij de overheid bekend is, en stelt voor om de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) deze gegevens zelf te laten verzamelen. Zo kan de administratieve last voor instellingen worden verminderd.

Laat technische opleidingen ongemoeid bij taaltoets

Verder plaatst het ATR vraagtekens bij de keuze om bepaalde opleidingen wel en andere niet uit te zonderen van de verplichte toets. Zo zijn specifieke taalopleidingen en zogenaamde ‘joint programmes’ (internationale samenwerkingsopleidingen) vrijgesteld, maar technische en ICT-opleidingen niet. Het ATR adviseert om te overwegen ook deze laatste categorie vrij te stellen, gezien het grote economische en maatschappelijke belang van internationaal talent in deze sectoren.

Ook de werkbaarheid van de nieuwe regels baart het ATR zorgen. Het college merkt op dat het beoordelingskader in het besluit summier is uitgewerkt, terwijl de toelichting juist zeer uitgebreid is. “Dat maakt de inschatting van de kansen van een geslaagde aanvraag om instemming mogelijk moeilijk voor een instellingsbestuur”, stelt het ATR. Het college adviseert daarom om de werkbaarheid van de regels te toetsen bij de instellingen zelf.

Tot slot is het ATR kritisch op de berekening van de regeldrukgevolgen. Volgens het college zijn deze niet adequaat in beeld gebracht. Zo is er onvoldoende onderscheid gemaakt tussen eenmalige en structurele kosten, en zijn de mogelijke gevolgen van het niet verkrijgen van instemming voor een anderstalige opleiding niet meegenomen in de berekeningen.

Regelgeving internationalisering beter onderbouwen

Op basis van deze bevindingen adviseert het ATR de minister om de voorgestelde regelgeving niet vast te stellen, tenzij met de genoemde punten rekening wordt gehouden. Het college dringt aan op een betere onderbouwing van de verwachte effecten, een vermindering van de administratieve lasten voor instellingen, en een grondiger analyse van de regeldruk gevolgen.

De bal ligt nu bij minister Bruins, die moet beslissen hoe hij omgaat met het advies van het ATR en of hij het commentaar meeneemt in de uiteindelijke regeling, die ook nog goedgekeurd moet worden door de Kamer. De Kamer heeft onlangs vragen gesteld over het wetsvoorstel en zal later ook deze regeling in behandeling nemen nadat de minister een definitieve versie aan het parlement heeft gestuurd.

The post Nieuwe internationaliseringswet veroorzaakt onnodige administratieve lasten first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Nieuwe internationaliseringswet veroorzaakt onnodige administratieve lasten verscheen eerst op ScienceGuide.

Universitair hoofddocent verliest baan vanwege veiligheidsrisico met Iran

6 August 2024 at 12:38

De zaak draait om een universitair hoofddocent, in het vak ‘A sensoren’ aan de faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensieacademie (NLDA). Voor zijn werk had hij een verklaring van geen bezwaar (VGB) op B-niveau nodig, die hij in 2016 ook kreeg.

In 2016 was hij nog geen gevaar

Dit is een verklaring die wordt afgegeven na een veiligheidsonderzoek door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) of de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Deze verklaring wordt gebruikt om te beoordelen of een persoon een veiligheidsrisico vormt voor functies waarbij toegang tot vertrouwelijke of geheime informatie vereist is. De man, die sinds 1999 de Nederlandse nationaliteit heeft, bekleedde deze functie sinds 2016.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

In 2021 voerde de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) een hernieuwd veiligheidsonderzoek uit. Naar aanleiding daarvan besloot de toenmalige minister van Defensie, Henk Kamp (VVD) in juni 2022 de VGB van de man in te trekken. Ook werd een aanvraag voor een VGB op C-niveau, dat nodig is voor zijn toenmalige functie, geweigerd.

De hoofddocent ging in beroep tegen deze beslissing. Hij stelde dat hij in de praktijk geen vertrouwensfunctie uitoefende en niet in aanraking kwam met geclassificeerde informatie. Volgens hem maakte hij alleen gebruik van openbare bronnen voor zijn theoretisch wetenschappelijk onderzoek. Hij benadrukte nooit te hebben deelgenomen aan activiteiten die de nationale veiligheid konden schaden en altijd toestemming te hebben gevraagd voor reizen naar Iran.

De geopolitieke verhoudingen met Iran zijn veranderd

De rechtbank oordeelde echter dat de minister in redelijkheid tot zijn besluit kon komen. Hoewel de persoonlijke omstandigheden van de man niet waren veranderd sinds de eerdere afgifte van de VGB, waren de geopolitieke verhoudingen met Iran dat wel. De rechtbank verwees naar een dreigingsbeeld van de AIVD, MIVD en NCTV, waaruit blijkt dat de dreiging vanuit Iran de afgelopen jaren is toegenomen.

Volgens dit dreigingsbeeld probeert Iran via diverse wegen, waaronder kennisinstellingen en onderzoekers, aan gevoelige kennis en apparatuur te komen in westerse landen. Ook zou Iran druk uitoefenen op de Iraanse diaspora in Nederland. De rechtbank achtte deze dreiging voldoende concreet om ten grondslag te liggen aan de intrekking van de VGB.

Bijvoorbeeld via de begeleiding van studenten

De rechtbank stelt ook dat niet kan worden uitgesloten dat de hoofddocent, “in contact komt met gegevens en informatie over de feitelijke toepassing van technologieën bij de Nederlandse krijgsmacht, bijvoorbeeld via de begeleiding van studenten bij het schrijven van hun scriptie. Daarnaast zal eiser vanwege zijn functie goed zicht hebben op het kennisniveau binnen Defensie in het algemeen, en binnen de NLDA in het bijzonder. Het standpunt van eiser dat hij in wezen geen vertrouwensfunctie bekleedt en dat daarom geen VGB hoeft te worden afgegeven, volgt de rechtbank dan ook niet.”

De combinatie van deze toegenomen dreiging, het profiel van de hoofddocent, het feit dat hij ook familiebanden onderhoudt in Iran en zijn bezoeken aan het land, maakten volgens de rechtbank dat er een reëel risico bestond op ongewenste inmenging. Daarbij was niet van belang of de man al dan niet bereid zou zijn gehoor te geven aan eventuele verzoeken uit Iran. Het feit dat hij voor Iran een logischer doelwit zou zijn dan een willekeurig persoon, was voldoende reden voor de intrekking, zo stelt de rechter.

Zal niet eenvoudig zijn om een passende functie te vinden

De rechtbank erkende dat de gevolgen van dit besluit voor de hoofddocent zeer ingrijpend zijn. Na decennia in het wetenschappelijk onderwijs kan hij zijn werk niet langer voortzetten zonder VGB. Gezien zijn specifieke expertise en leeftijd zal het vinden van een passende nieuwe functie niet eenvoudig zijn. Desondanks oordeelde de rechtbank dat de minister het belang van de nationale veiligheid zwaarder heeft kunnen laten wegen.

Het beroep van de hoofddocent werd ongegrond verklaard. Dit betekent dat de intrekking van zijn VGB-B in stand blijft en dat hij geen VGB-C krijgt voor zijn huidige functie. De man zal zijn werk aan de Defensieacademie dus moeten neerleggen.

The post Universitair hoofddocent verliest baan vanwege veiligheidsrisico met Iran first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universitair hoofddocent verliest baan vanwege veiligheidsrisico met Iran verscheen eerst op ScienceGuide.

Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland

6 August 2024 at 10:42

De Amerikaanse ambassadeur in Nederland heeft vorig jaar aan de voorzitter van de TU Eindhoven, Robert-Jan Smits, laten weten dat zij zich afvraagt waarom er zoveel Chinese studenten in Eindhoven studeren. Zo liet Smits onlangs optekenen in het Amerikaanse zakenblad Bloomberg. “Ik krijg voortdurend vragen van Amerikanen over Chinese studenten,” zei Smits. Vorig jaar ondervroeg de Amerikaanse ambassadeur in Nederland hem over het grote aantal studenten uit China.

Nederland zal toptalent verliezen

In Chinese media zijn zorgen ontstaan over de Amerikaanse bemoeienis met Chinese studenten in Nederland, in het bijzonder bij de TU Eindhoven. “Nederland zal toptalent uit de halfgeleiderindustrie verliezen als het land doorgaat met het controleren van de nationale veiligheid van Chinese studenten aan zijn universiteiten.” Dat stellen Chinese staatsmedia en nationalistische commentatoren, zoals Yang Rong, die columnist is van Guancha.cn, een staatsgezinde nieuwssite.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Nederland zit midden in de chipoorlog tussen de VS en China. In 2019 heeft de VS de Nederlandse overheid gevraagd om de export van extreme ultraviolet lithography (EUV) lithografiemachines naar China niet langer toe te staan. De VS heeft inspraak in de kwestie, omdat het een aantal essentiële patenten bezit voor het maken van EUV-systemen.

Studenten worden het slachtoffer van de machtsstrijd

Volgens Chinese media hebben de Amerikanen geen bevoegdheid om in een soeverein land als Nederland te bepalen uit welke landen studenten daar gaan studeren. “De VS weet dat ons land in dit opzicht zeer zwak is en vraagt daarom Nederland om ons technologisch te blokkeren. De technologische blokkade van Nederland is ook ontmoedigend voor ons land. Studenten zouden niet het slachtoffer moeten worden van de machtsstrijd tussen landen.”

Peking hoopt dat Chinese studenten die in Nederland studeren, westerse chiptechnologientechnieken leren en deze vaardigheden mee naar huis nemen om de achterblijvende halfgeleiderindustrie van China te verbeteren.

Wij zijn extreem voorzichtig met China

In China is er ook grote ergernis ontstaan over de opmerking van de voorzitter van de TU Eindhoven Robert-Jan Smits tegenover de Amerikaanse zakenwebsite Bloomberg. Smits stelde dat hij, net als de Amerikanen, ook niet wil dat de kroonjuwelen uit Eindhoven en omgeving gestolen worden. Smits erkende tegen Bloomberg dat er al enkele beperkingen gelden in Eindhoven. “Ik zeg niet dat we de poort openzetten voor Chinese studenten. Wij zijn daar extreem voorzichtig mee wie we toegang geven tot onze eersteklas gevoelige technologie. Wij willen niet dat onze kroonjuwelen worden gestolen.”

Deze opmerking van de voorzitter van de TU Eindhoven valt in slechte aarde bij een Chinese student, zo schrijft hij op een blog voor studenten die buiten China studeren. “Wat hebben de Chinese studenten precies van u gestolen? De afgelopen jaren hebben Chinese studenten die in het buitenland studeren hard gewerkt en veel bereikt. Deze prestaties zijn verdiend door hun eigen inspanningen en niet gestolen.”

Hypocriet

Dit soort vooroordelen en discriminatie schaadt niet alleen de gevoelens van Chinese studenten, maar beïnvloedt ook de relatie tussen China en Nederland, zegt de student. “Deze studenten leveren niet alleen economische voordelen op voor de Nederlandse universiteiten, maar dragen ook bij aan het wetenschappelijk onderzoek en de academische ontwikkeling van Nederland. Terwijl u geniet van de voordelen die Chinese studenten bieden, bent u nog steeds op uw hoede voor hen. Is deze aanpak niet hypocriet?”

Er wordt in China daarnaast ook met zorg gekeken naar de nieuwe wet op kennisveiligheid, die het voor studenten en onderzoekers uit landen zoals China moeilijker maakt om in Nederland onderzoek te doen of zich aan te melden voor bepaalde studies vanwege gevaren voor de kennisveiligheid. China waarschuwt dat dergelijke wetgeving discriminatoir kan zijn.

The post Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌