Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Today — 19 September 2024Main stream

Bericht van de redactie

18 September 2024 at 09:23

Redacties horen niet over zichzelf te berichten, maar soms kan het niet anders. De overgang van een partner-model naar een betaalde abonnementen-exploitatie is een feit. ScienceGuide is daarmee herrezen uit de dood. Dat voor de redactie het moment om dank uit te spreken naar alle instellingen die ooit partner zijn geweest.  

Vooral de founders van het platform verdienen een dankbetuiging: Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Arnhem Nijmegen, SURF, Platform Talent voor Technologie en Saxion Hogeschool. Uitsluitend door de bestuurders van deze instellingen en hun geloof in de visie dat het hoger onderwijs een onafhankelijk platform nodig heeft, bestaat ScienceGuide na meer dan 20 jaar nog steeds. De missie blijft onverkort gelden: het hoger onderwijs mag niet afhankelijk zijn van afkalvende traditionele media of Big Tech, de verruwende sociale media, of platforms die uitsluitend artikelen plaatsen om zoveel mogelijk bezoekers te krijgen en lezersdata te kunnen verkopen. 

Anka Mulder, bestuursvoorzitter van Saxion Hogeschool, is blij dat ScienceGuide kan doorgaan. “Ik vind het heel belangrijk dat er een plek is specifiek voor nieuws over het hoger onderwijs. Die plek is ScienceGuide al jaren!” 

Ook voor HAN-bestuursvoorzitter Rob Verhofstad bestaat er geen twijfel. “Een sector die zichzelf serieus neemt en serieus genomen wil worden door anderen, heeft een onafhankelijk journalistiek platform nodig. Als ScienceGuide niet bestond, zouden we het moeten bedenken.” 

Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert 

Ron Bormans, oud-bestuursvoorzitter van de Hogeschool Rotterdam en voorzitter van het Strategic Education Alliance-programma van de vier Koninkrijkslanden, vindt dat het hoger onderwijs trots moet zijn dat het als enige sector letterlijk in de eigen keuken laat kijken door journalistieke universiteits- en hogeschoolbladen. “En het moet het er trots op zijn dat het daarnaast een platform heeft waar kritisch en respectvol wordt geschreven over het hoger onderwijs. Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert, elkaar kritisch bevraagt en in vrijheid tot nieuwe gedachten, concepten, kunst en technologieën komt. Vaak is het goed nieuws, en hebben we een etalage waarin onze verworvenheden uitgestald staan.” 

Redacties zijn zeker niet feilloos. Bormans erkent dat ook transparantie een prijs heeft. “Soms schuurt het, is het pijnlijk, leidt het tot stevige, boze reacties (ook een journalist moet scherp blijven). Dat is onvermijdelijk. Maar als het hoger onderwijs de samenleving niet laat zien wat het belang en de kracht zijn van openheid, transparantie en kritische bejegening, wie dan wel?” 

In UNL-verband is een banvloek uitgesproken 

En geschuurd heeft het op zijn tijd. In het verleden is een paar keer geprobeerd om ScienceGuide voorgoed het zwijgen op te leggen. Dat is vandaag de dag nog steeds zo; volgens de felste tegenstanders wegens “onzorgvuldige journalistiek”. Niettemin werd eerder dit jaar in UNL-verband nog een banvloek over het platform uitgesproken toen ScienceGuide dreigde te moeten stoppen.  

Als gevolg daarvan weigert een aantal CvB-voorzitters van universiteiten nog steeds om hun medewerkers en studenten in staat te stellen om ScienceGuide te lezen. De toekomst van het platform is nu echter verzekerd, met dank aan de lezers en bestuurders van instellingen die wel een transparant en onafhankelijk platform willen. En kunnen ook de bestuurders, die het platform verketteren, alle artikelen blijven lezen als zij een abonnement nemen. 

ScienceGuide kan nu groeien  

ScienceGuide kan nu gaan groeien. Dat betekent: meer actueel nieuws over het hoger onderwijs, meer onderzoeken en analyses over ontwikkelingen binnen ho-instellingen, en meer externe opinie- en onderzoeksartikelen publiceren. Met een laagdrempelig podium kunnen auteurs de kans krijgen voor het voetlicht te treden – ook als ze geen bekende publicist zijn, maar wel over relevante kennis beschikken die voor anderen belangrijk kan zijn. 

Ondanks de betaalmuur, waardoor het aantal incidentele lezers zal afnemen, is de maatschappelijke impact van het platform gewaarborgd door het brede draagvlak en de grotere actieve betrokkenheid van instellingen en individuele lezers. 

The post Bericht van de redactie first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Bericht van de redactie verscheen eerst op ScienceGuide.

‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’ 

17 September 2024 at 10:29

Onderzoeker Moritz Mendel van de Universiteit van Bonn heeft onderzoek gedaan naar alternatieve onderwijsroutes die de sociale mobiliteit bevorderen. Het onderzoek richt zich specifiek op Nederlandse studenten uit gezinnen met een laag inkomen. 

Mendel onderzocht de onderwijstrajecten van afgestudeerden van vmbo-t (de theoretische leerweg van het vmbo) om te begrijpen hoe verschillende paden naar het hoger onderwijs de uitkomsten voor studenten uit lagere inkomensgroepen beïnvloeden. 

Vergroten van de sociale mobiliteit 

Studenten uit gezinnen met een laag inkomen presteren over het algemeen minder goed dan hun leeftijdsgenoten uit rijkere gezinnen. Als deze studenten toch naar de universiteit gaan, doen ze dat vaker via alternatieve routes zoals eerst mbo-opleiding of een havo-traject na het vmbo. Mendel wilde onderzoeken of deze alternatieve paden naar de universiteit daadwerkelijk bijdragen aan het vergroten van de sociale mobiliteit. 

Om deze vraag te beantwoorden, ontwikkelde de Duitse onderzoeker een dynamisch model van onderwijskeuzes. Dit model volgt individuen vanaf hun diploma vmbo-t tot hun vroege volwassenheid, en houdt rekening met verschillende factoren zoals schoolprestaties en het inkomen van ouders. Voor het onderzoek maakte Mendel gebruik van uitgebreide Nederlandse gegevens van het CBS.  

Impact van een recente hervorming 

Ook de impact van een recente hervorming van de studiefinanciering in Nederland, zoals de invoering van het leenstelsel, werd door Mendel meegenomen in zijn analyse. Het effect van de herinvoering van de basisbeurs is niet meegenomen. 

Uit het onderzoek komen opvallende bevindingen naar voren. Zo blijken de studierendementen op het hbo weliswaar te verschillen tussen studenten uit verschillende inkomensgroepen, maar zijn de rendementen voor studenten uit armere gezinnen wel substantieel. Dat is extra opvallend omdat de prestatieverschillen tussen beide groepen in het primair en voortgezet onderwijs groot zijn.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Dit suggereert dat het stimuleren van deelname aan hoger onderwijs kan bijdragen aan het verkleinen van inkomensongelijkheid op latere leeftijd, aldus Mendel. 

Uitvalrisico is de dominante factor 

Studenten uit armere gezinnen lopen een aanzienlijk risico op uitval tijdens hun hbo-opleiding, luidt een tweede bevinding van het onderzoek. Dit uitvalrisico is de dominante factor die ongelijkheid in uitkomsten tussen individuen veroorzaakt. Vooral studenten met lagere cijfers in het voortgezet onderwijs hebben een grotere kans om uit te vallen. Slagen zij echter wel in het hoger onderwijs, dan hebben ze op latere leeftijd aanzienlijk meer kans op een hoger salaris dan wanneer ze niet naar het hoger onderwijs waren gegaan. 

De aanwezigheid van alternatieve routes naar de universiteit, bijvoorbeeld via het mbo, verhoogt de kans op het behalen van een universitair diploma voor jongeren uit armere gezinnen, toont het onderzoek van Mendel aan. Dit komt doordat deze routes studenten in staat stellen om risico’s te beheersen en hun initiële beslissing later te heroverwegen als ze meer informatie hebben over hun vaardigheden en interesses, schetst hij. 

Op latere leeftijd geïnteresseerd in de universiteit 

Zo ontdekken sommige jongeren hun interesse in academisch onderwijs pas later. In deze gevallen biedt het beroepsonderwijs hun de mogelijkheid om eerdere keuzes te corrigeren. Flexibiliteit in het onderwijssysteem kan jongeren dus helpen om betere keuzes te maken als ze meer informatie hebben over hun interesses en capaciteiten. 

Mendel onderzocht middels simulaties ook het effect van het vergroten van de flexibiliteit in het onderwijssysteem, bijvoorbeeld door de overgang van vmbo naar havo te vergemakkelijken. De simulaties gaven aan dat een dergelijke versoepeling zou leiden tot een toename van ongeveer twee procent in het aantal afgestudeerden van het hbo. 

Drastische daling van het aantal universitaire afgestudeerden 

Het volledig wegnemen van de mogelijkheid om via het mbo naar het hbo te gaan, zou daarentegen resulteren in een drastische daling van het aantal afgestudeerden in het hoger onderwijs. 

De impact van het leenstelsel werd ook door Mendel bekeken. Deze verandering verminderde het aantal mbo’ers dat een hbo-opleiding ging doen met vier procent. Dit effect was met name sterk onder studenten die een grotere kans hadden om op kamers te gaan wonen. 

Behouden en versterken van alternatieve routes 

Op basis van zijn bevindingen doet Mendel enkele aanbevelingen. Hij benadrukt het belang van het behouden en versterken van alternatieve routes naar het hoger onderwijs, bijvoorbeeld de mogelijkheid om via het mbo naar het hbo te gaan. 

Deze paden zijn cruciaal voor sociale mobiliteit, stelt hij. Daarnaast pleit hij voor het vergroten van de flexibiliteit in het onderwijssysteem, met name voor leerlingen met hoge cijfers – bijvoorbeeld door de overgang van vmbo naar havo te vergemakkelijken. Ook het verkorten van mbo-programma’s zou volgens de simulaties de toegang tot het hbo kunnen verbeteren, zonder negatieve effecten op arbeidsmarktuitkomsten. 

Wees voorzichtig met financiële drempels 

Wees voorzichtig bij hervormingen in studiefinanciering, waarschuwt Mendel daarnaast. Zijn resultaten tonen aan dat met name studenten uit lagere inkomensgroepen gevoelig zijn voor veranderingen in financiële ondersteuning. Tot slot benadrukt hij het belang van gerichte interventies om het uitvalrisico in het hbo te verminderen, vooral voor studenten met lagere cijfers in het voortgezet onderwijs. 

De onderzoeker benadrukt dat beleidsmakers expliciet rekening moeten houden met alternatieve routes naar de universiteit bij het ontwerpen van onderwijsbeleid en studiefinanciering. Veel studenten uit lage inkomensgroepen hebben op zestienjarige leeftijd onvoldoende informatie om een definitieve beslissing te nemen over hun uiteindelijke opleiding. Alternatieve paden verbeteren de uiteindelijke onderwijsuitkomsten voor deze groep aanzienlijk. 

The post ‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’  verscheen eerst op ScienceGuide.

Yesterday — 18 September 2024Main stream

Bericht van de redactie

18 September 2024 at 11:23

Redacties horen niet over zichzelf te berichten, maar soms kan het niet anders. De overgang van een partner-model naar een betaalde abonnementen-exploitatie is bijna een feit. ScienceGuide is daarmee herrezen uit de dood. Dat voor de redactie het moment om dank uit te spreken naar alle instellingen die ooit partner zijn geweest.  

Vooral de founders van het platform verdienen een dankbetuiging: Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Arnhem Nijmegen, SURF, Platform Talent voor Technologie en Saxion Hogeschool. Uitsluitend door de bestuurders van deze instellingen en hun geloof in de visie dat het hoger onderwijs een onafhankelijk platform nodig heeft, bestaat ScienceGuide na meer dan 20 jaar nog steeds. De missie blijft onverkort gelden: het hoger onderwijs mag niet afhankelijk zijn van afkalvende traditionele media of Big Tech, de verruwende sociale media, of platforms die uitsluitend artikelen plaatsen om zoveel mogelijk bezoekers te krijgen en lezersdata te kunnen verkopen. 

Anka Mulder, bestuursvoorzitter van Saxion Hogeschool, is blij dat ScienceGuide kan doorgaan. “Ik vind het heel belangrijk dat er een plek is specifiek voor nieuws over het hoger onderwijs. Die plek is ScienceGuide al jaren!” 

Ook voor HAN-bestuursvoorzitter Rob Verhofstad bestaat er geen twijfel. “Een sector die zichzelf serieus neemt en serieus genomen wil worden door anderen, heeft een onafhankelijk journalistiek platform nodig. Als ScienceGuide niet bestond, zouden we het moeten bedenken.” 

Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert 

Ron Bormans, oud-bestuursvoorzitter van de Hogeschool Rotterdam en voorzitter van het Strategic Education Alliance-programma van de vier Koninkrijkslanden, vindt dat het hoger onderwijs trots moet zijn dat het als enige sector letterlijk in de eigen keuken laat kijken door journalistieke universiteits- en hogeschoolbladen. “En het moet het er trots op zijn dat het daarnaast een platform heeft waar kritisch en respectvol wordt geschreven over het hoger onderwijs. Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert, elkaar kritisch bevraagt en in vrijheid tot nieuwe gedachten, concepten, kunst en technologieën komt. Vaak is het goed nieuws, en hebben we een etalage waarin onze verworvenheden uitgestald staan.” 

Redacties zijn zeker niet feilloos. Bormans erkent dat ook transparantie een prijs heeft. “Soms schuurt het, is het pijnlijk, leidt het tot stevige, boze reacties (ook een journalist moet scherp blijven). Dat is onvermijdelijk. Maar als het hoger onderwijs de samenleving niet laat zien wat het belang en de kracht zijn van openheid, transparantie en kritische bejegening, wie dan wel?” 

In UNL-verband is een banvloek uitgesproken 

En geschuurd heeft het op zijn tijd. In het verleden is een paar keer geprobeerd om ScienceGuide voorgoed het zwijgen op te leggen. Dat is vandaag de dag nog steeds zo; volgens de felste tegenstanders wegens “onzorgvuldige journalistiek”. Niettemin werd eerder dit jaar in UNL-verband nog een banvloek over het platform uitgesproken toen ScienceGuide dreigde te moeten stoppen.  

Als gevolg daarvan weigert een aantal CvB-voorzitters van universiteiten nog steeds om hun medewerkers en studenten in staat te stellen om ScienceGuide te lezen. De toekomst van het platform is nu echter verzekerd, met dank aan de lezers en bestuurders van instellingen die wel een transparant en onafhankelijk platform willen. En kunnen ook de bestuurders, die het platform verketteren, alle artikelen blijven lezen als zij een abonnement nemen. 

ScienceGuide kan nu groeien  

ScienceGuide kan nu gaan groeien. Dat betekent: meer actueel nieuws over het hoger onderwijs, meer onderzoeken en analyses over ontwikkelingen binnen ho-instellingen, en meer externe opinie- en onderzoeksartikelen publiceren. Met een laagdrempelig podium kunnen auteurs de kans krijgen voor het voetlicht te treden – ook als ze geen bekende publicist zijn, maar wel over relevante kennis beschikken die voor anderen belangrijk kan zijn. 

Ondanks de betaalmuur, waardoor het aantal incidentele lezers zal afnemen, is de maatschappelijke impact van het platform gewaarborgd door het brede draagvlak en de grotere actieve betrokkenheid van instellingen en individuele lezers. 

The post Bericht van de redactie first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Bericht van de redactie verscheen eerst op ScienceGuide.

Before yesterdayMain stream

‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’ 

17 September 2024 at 12:29

Onderzoeker Moritz Mendel van de Universiteit van Bonn heeft onderzoek gedaan naar alternatieve onderwijsroutes die de sociale mobiliteit bevorderen. Het onderzoek richt zich specifiek op Nederlandse studenten uit gezinnen met een laag inkomen. 

Mendel onderzocht de onderwijstrajecten van afgestudeerden van vmbo-t (de theoretische leerweg van het vmbo) om te begrijpen hoe verschillende paden naar het hoger onderwijs de uitkomsten voor studenten uit lagere inkomensgroepen beïnvloeden. 

Vergroten van de sociale mobiliteit 

Studenten uit gezinnen met een laag inkomen presteren over het algemeen minder goed dan hun leeftijdsgenoten uit rijkere gezinnen. Als deze studenten toch naar de universiteit gaan, doen ze dat vaker via alternatieve routes zoals eerst mbo-opleiding of een havo-traject na het vmbo. Mendel wilde onderzoeken of deze alternatieve paden naar de universiteit daadwerkelijk bijdragen aan het vergroten van de sociale mobiliteit. 

Om deze vraag te beantwoorden, ontwikkelde de Duitse onderzoeker een dynamisch model van onderwijskeuzes. Dit model volgt individuen vanaf hun diploma vmbo-t tot hun vroege volwassenheid, en houdt rekening met verschillende factoren zoals schoolprestaties en het inkomen van ouders. Voor het onderzoek maakte Mendel gebruik van uitgebreide Nederlandse gegevens van het CBS.  

Impact van een recente hervorming 

Ook de impact van een recente hervorming van de studiefinanciering in Nederland, zoals de invoering van het leenstelsel, werd door Mendel meegenomen in zijn analyse. Het effect van de herinvoering van de basisbeurs is niet meegenomen. 

Uit het onderzoek komen opvallende bevindingen naar voren. Zo blijken de studierendementen op het hbo weliswaar te verschillen tussen studenten uit verschillende inkomensgroepen, maar zijn de rendementen voor studenten uit armere gezinnen wel substantieel. Dat is extra opvallend omdat de prestatieverschillen tussen beide groepen in het primair en voortgezet onderwijs groot zijn.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Dit suggereert dat het stimuleren van deelname aan hoger onderwijs kan bijdragen aan het verkleinen van inkomensongelijkheid op latere leeftijd, aldus Mendel. 

Uitvalrisico is de dominante factor 

Studenten uit armere gezinnen lopen een aanzienlijk risico op uitval tijdens hun hbo-opleiding, luidt een tweede bevinding van het onderzoek. Dit uitvalrisico is de dominante factor die ongelijkheid in uitkomsten tussen individuen veroorzaakt. Vooral studenten met lagere cijfers in het voortgezet onderwijs hebben een grotere kans om uit te vallen. Slagen zij echter wel in het hoger onderwijs, dan hebben ze op latere leeftijd aanzienlijk meer kans op een hoger salaris dan wanneer ze niet naar het hoger onderwijs waren gegaan. 

De aanwezigheid van alternatieve routes naar de universiteit, bijvoorbeeld via het mbo, verhoogt de kans op het behalen van een universitair diploma voor jongeren uit armere gezinnen, toont het onderzoek van Mendel aan. Dit komt doordat deze routes studenten in staat stellen om risico’s te beheersen en hun initiële beslissing later te heroverwegen als ze meer informatie hebben over hun vaardigheden en interesses, schetst hij. 

Op latere leeftijd geïnteresseerd in de universiteit 

Zo ontdekken sommige jongeren hun interesse in academisch onderwijs pas later. In deze gevallen biedt het beroepsonderwijs hun de mogelijkheid om eerdere keuzes te corrigeren. Flexibiliteit in het onderwijssysteem kan jongeren dus helpen om betere keuzes te maken als ze meer informatie hebben over hun interesses en capaciteiten. 

Mendel onderzocht middels simulaties ook het effect van het vergroten van de flexibiliteit in het onderwijssysteem, bijvoorbeeld door de overgang van vmbo naar havo te vergemakkelijken. De simulaties gaven aan dat een dergelijke versoepeling zou leiden tot een toename van ongeveer twee procent in het aantal afgestudeerden van het hbo. 

Drastische daling van het aantal universitaire afgestudeerden 

Het volledig wegnemen van de mogelijkheid om via het mbo naar het hbo te gaan, zou daarentegen resulteren in een drastische daling van het aantal afgestudeerden in het hoger onderwijs. 

De impact van het leenstelsel werd ook door Mendel bekeken. Deze verandering verminderde het aantal mbo’ers dat een hbo-opleiding ging doen met vier procent. Dit effect was met name sterk onder studenten die een grotere kans hadden om op kamers te gaan wonen. 

Behouden en versterken van alternatieve routes 

Op basis van zijn bevindingen doet Mendel enkele aanbevelingen. Hij benadrukt het belang van het behouden en versterken van alternatieve routes naar het hoger onderwijs, bijvoorbeeld de mogelijkheid om via het mbo naar het hbo te gaan. 

Deze paden zijn cruciaal voor sociale mobiliteit, stelt hij. Daarnaast pleit hij voor het vergroten van de flexibiliteit in het onderwijssysteem, met name voor leerlingen met hoge cijfers – bijvoorbeeld door de overgang van vmbo naar havo te vergemakkelijken. Ook het verkorten van mbo-programma’s zou volgens de simulaties de toegang tot het hbo kunnen verbeteren, zonder negatieve effecten op arbeidsmarktuitkomsten. 

Wees voorzichtig met financiële drempels 

Wees voorzichtig bij hervormingen in studiefinanciering, waarschuwt Mendel daarnaast. Zijn resultaten tonen aan dat met name studenten uit lagere inkomensgroepen gevoelig zijn voor veranderingen in financiële ondersteuning. Tot slot benadrukt hij het belang van gerichte interventies om het uitvalrisico in het hbo te verminderen, vooral voor studenten met lagere cijfers in het voortgezet onderwijs. 

De onderzoeker benadrukt dat beleidsmakers expliciet rekening moeten houden met alternatieve routes naar de universiteit bij het ontwerpen van onderwijsbeleid en studiefinanciering. Veel studenten uit lage inkomensgroepen hebben op zestienjarige leeftijd onvoldoende informatie om een definitieve beslissing te nemen over hun uiteindelijke opleiding. Alternatieve paden verbeteren de uiteindelijke onderwijsuitkomsten voor deze groep aanzienlijk. 

The post ‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’  verscheen eerst op ScienceGuide.

Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport 

11 September 2024 at 15:39

Het vandaag verschenen jaarlijkse onderzoek “Education at a Glance 2024” van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vergelijkt de prestaties van het Nederlandse hoger onderwijs met dat van andere landen. Het Nederlandse hoger onderwijs is relatief duur en reproduceert meer ongelijkheid dan in veel andere landen het geval is, toont het rapport.  

Hoewel het Nederlandse onderwijs over de breedte relatief goed presteert op het gebied van gelijke kansen, zijn er duidelijke aandachtspunten, vooral waar dat de toegankelijkheid en het studiesucces in het hoger onderwijs betreft. 

OESO: Studenten met migratieachtergrond op forse achterstand 

Een migratieachtergrond verkleint de kans dat iemand in Nederland succesvol een hbo- of wo-opleiding afrondt, toont het onderzoek. Nederlandse studenten die tot een eerste- of tweede generatie migranten behoren, ronden hun hbo- of wo-opleiding aanzienlijk minder vaak af (respectievelijk 54 procent en 55 procent) dan de overige studenten (73 procent). 

Daarnaast speelt het opleidingsniveau van de ouders een significante rol bij het studiesucces van een student. Studenten wier ouders geen mbo- of havo/vwo-diploma hebben behaald, voltooiden hun hbo- of wo-opleiding slechts in 58 procent van de gevallen. Dit staat in schril contrast met kinderen van ouders met een hbo- of wo-diploma, die in 76 procent van de gevallen hun opleiding afrondden.  

Ook minister Bruins ziet dat Nederland een “negatieve uitschieter” vormt bij het vergelijk tussen verschillende groepen studenten, zegt hij in een reactie. “Het hbo en wo [blijkt] niet voor iedereen even toegankelijk.” 

Nederland zeer succesvol in internationalisering, ziet OESO 

Het Nederlandse hoger onderwijs is wel zeer aantrekkelijk voor internationale studenten, toont het rapport. In 2022 was 17 procent van alle studenten in Nederland afkomstig uit het buitenland, een aanzienlijke stijging van zeven procentpunt sinds 2013. Dit percentage ligt ver boven het OESO-gemiddelde van zes procent. Elders is men dan ook jaloers op Nederland, zegt de OESO. “Veel landen proberen internationaal mobiele studenten in het hoger onderwijs aan te trekken, omdat zij vaak hogere collegegelden betalen en, indien ze besluiten na hun afstuderen in het land te blijven, waardevolle vaardigheden aan de arbeidsmarkt toevoegen.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Het onderzoek belicht ook de financiële investering in het hoger onderwijs. Nederland besteedt gemiddeld 23.864 USD per student in het vervolgonderwijs, wat aanzienlijk hoger is dan het OESO-gemiddelde. Landen zoals Denemarken zitten op een vergelijkbaar niveau, maar in Italië ligt dit bedrag maar liefst 10.000 USD lager. Landen met een nog lagere publieke investering per student zijn de VS en het VK, waar studenten zelf veel meer moeten bijdragen. Deze grote publieke investering in het hoger onderwijs weerspiegelt volgens de OESO de prioriteit die Nederland geeft aan de kwaliteit van het hoger onderwijs en onderzoek. 

Eigen bijdrage in hoger onderwijs kan drempel vormen 

Toch is de financiële bijdrage in het hbo en wo aanzienlijk wanneer die wordt vergeleken met het voorbereidend onderwijs. Daar ligt de eigen bijdrage op 1 procent, terwijl dit in het hoger onderwijs dertien procent is. Dat beïnvloedt de financiële toegankelijkheid van het hoger onderwijs. 

“Dit is een teken dat een financiële bijdrage een drempel kan vormen om te participeren in bepaalde typen onderwijs”, reageert Bruins. Als het voorgenomen beleid van de NSC-minister verwerkelijkt wordt, zal dit percentage door de langstudeerboete echter nog aanzienlijk kunnen toenemen. 

Leven lang leren voor veel groepen onbereikbaar 

De minister wijst ook op de uitdagingen voor volwassenen die zich willen blijven ontwikkelen via formeel of informeel onderwijs. Voor 53 procent van de volwassenen tussen de 25 en 64 jaar vormen aanvullende kosten een probleem bij het volgen van onderwijs. Dat is het hoogste percentage binnen de OESO. “Ook hier geldt dat de financiële, maar ook logistieke redenen vanuit de thuissituatie erg bepalend zijn voor de mate waarin volwassenen zich kunnen blijven ontwikkelen”, zegt de minister.  

Hoewel Nederland het vanuit internationaal perspectief goed doet op het gebied van gelijkwaardigheid in het onderwijs, zijn er nog steeds belangrijke knelpunten in het hoger onderwijs, concludeert Bruins. De toegankelijkheid en het studiesucces voor bepaalde groepen studenten blijven volgens hem aandachtspunten, evenals de financiële drempels voor deelname aan hoger onderwijs en volwasseneneducatie.

The post Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport  verscheen eerst op ScienceGuide.

Minister zet in op het verhalen van schade bij de pro-Palestijnse studentenprotesten

14 August 2024 at 10:03

David van Weel (VVD), de minister van Justitie en Veiligheid, heeft gereageerd op Kamervragen over de recente studentenprotesten bij Nederlandse universiteiten. De vragen, gesteld door CDA-Kamerlid Boswijk, volgden op berichten over aanzienlijke schade aan universiteitsgebouwen, nadat in verschillende steden de afgelopen maanden protesten uitbraken tegen de samenwerking met Israëlische universiteiten.

Miljoenen schade

De minister bevestigt dat de schade per universiteit verschilt. De Universiteit van Amsterdam schat de schade van de protesten op 7 en 8 mei op ongeveer 1,5 miljoen euro, exclusief latere schade op een andere locatie op het Roeterseiland. Bij de Erasmus Universiteit wordt de schade geschat op meer dan 100.000 euro. De Universiteit Utrecht meldt aan de minister beperkte schade. De totale omvang van de schade bij alle universiteiten is volgens de minister nog niet vast te stellen, omdat deze uiteenvalt in verschillende elementen zoals kosten voor het verwijderen van verf en het herstellen van sloten.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Exacte landelijke cijfers over aanhoudingen en vervolgingen zijn niet beschikbaar, zo laat de minister weten in antwoord op vragen van Derk Boswijk. Dit komt doordat de politie en het Openbaar Ministerie (OM) registreren op delict en niet op labels zoals ‘universiteitsprotest’. In Amsterdam werden op 6 mei 164 personen aangehouden en op 7 en 8 mei nog eens 36. Per 3 juni waren 22 verdachten voorgeleid aan de rechter-commissaris en liepen er nog verschillende onderzoeken.

Niet altijd gegevens geregistreerd

Het OM overweegt waar mogelijk wel snelrecht in te zetten, maar dit is niet altijd haalbaar vanwege de tijd die nodig is voor aanvullend onderzoek of het onderbouwen van schadeclaims. De minister bevestigt dat niet altijd van alle verwijderde demonstranten gegevens worden genoteerd, omdat dit tijd en capaciteit kost. Het lokale gezag kan ervoor kiezen om bij minder zware feiten de capaciteit anders in te zetten.

De schade die is aangericht, kan volgens de minister op verschillende manieren worden verhaald. Dit kan via verzekeraars, die vervolgens een civiele procedure kunnen starten tegen de dader. Ook kan het onderling tussen veroorzaker en gedupeerde worden afgehandeld, eventueel gevolgd door een civielrechtelijke procedure.

Daarnaast is het volgens de VVD’er Van Weel mogelijk om als benadeelde partij te voegen in een strafproces. Voorwaarde is wel dat duidelijk is wie welke schade heeft veroorzaakt. Bij meerdere verantwoordelijken kan ieder lid van de groep voor de hele schade aansprakelijk worden gesteld.

Verkenning naar een schadefonds

De minister verwijst ook naar een lopende verkenning naar de mogelijkheden voor een landelijk fonds waarin veroordeelden geld zouden moeten storten ter vergoeding van schade aan gedupeerden. Zo kunnen rechters in het hele land veroordeelden sommeren om geld te storten in een algemeen fonds.

Bijvoorbeeld als niet precies duidelijk is voor welk gedeelte van de aangerichte schade iemand verantwoordelijk is, maar wel duidelijk is dat iemand betrokken is geweest bij het veroorzaken van schade. Dit idee is ontstaan bij de SP en het CDA naar aanleiding van de coronarellen in 2021.

Nieuw handelingsperspectief bij demonstraties

Tot slot kondigt de minister aan dat samen met de minister van Binnenlandse Zaken wordt onderzocht hoe het handelingsperspectief en het wettelijke kader bij protestacties kunnen worden verstevigd. Hoe dat eruit zou moeten zien, wordt in de beantwoording van de Kamervragen niet duidelijk. In het hoofdlijnenakkoord schrijven de coalitiepartijen de politie aan te sporen “om kordaat op te treden waar demonstranten over de grenzen van het strafrecht heengaan”.

Onlangs eiste Joost Eerdmans van JA21 ook dat de Universiteit van Amsterdam aangespoord moet worden door de minister van OCW om aangifte te doen tegen nieuwe vernielingen van vorige week. Anders moeten de kosten van de schade in worden gehouden op de bekostiging vanuit OCW.

The post Minister zet in op het verhalen van schade bij de pro-Palestijnse studentenprotesten first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Minister zet in op het verhalen van schade bij de pro-Palestijnse studentenprotesten verscheen eerst op ScienceGuide.

Harvard heeft volgens rechter gefaald in het beschermen van Joodse studenten

7 August 2024 at 10:51

De Amerikaanse districtsrechter Richard Stearns in Boston oordeelde dat de beschuldigingen plausibel zijn dat Harvard opzettelijk onverschillig was tegenover Joodse en Israëlische studenten die stelden dat ze vreesden voor hun veiligheid gezien de ernstige en wijdverspreide intimidatie. De rechter gaf ook aan twijfels te hebben over de bewering van Harvard dat sommige pro-Palestijnse of anti-Joodse activiteiten beschermd zouden zijn door het Eerste Amendement van de Amerikaanse Grondwet, waarin de vrijheid van meningsuiting is vastgelegd.

De reactie van Harvard verslechterde de veiligheid alleen

De onrust ontstond na een reeks incidenten op de Harvard-campus, waaronder demonstraties, intimidatie van Joodse studenten, en controversiële uitspraken van studentengroepen. Dit als gevolg van de oorlog in Gaza. Ook waren er docenten die met studenten Hamas-propaganda deelden. De eisers beweren dat de reactie van Harvard op deze gebeurtenissen ontoereikend was en in sommige gevallen zelfs bijdroeg aan een vijandige omgeving voor Joodse studenten.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Harvard vroeg de rechtbank om de hele zaak te seponeren, maar rechter Richard G. Stearns besloot dat een aanzienlijk deel van de aanklachten terecht is. Hij oordeelde dat de eisers aannemelijk hebben gemaakt dat Harvard’s reactie op de antisemitische incidenten “duidelijk onredelijk” was in het licht van de feiten.

Harvard heeft gefaald

“De feiten zoals gesteld tonen aan dat Harvard heeft gefaald in het beschermen van zijn Joodse studenten,” voegde de rechter eraan toe. Hij deed echter geen uitspraak over de inhoudelijke kant van de zaak. De rechter oordeelde dat Harvard mogelijk zijn eigen procedures voor het afhandelen van klachten niet had gevolgd, wat een schending van het contract met studenten zou kunnen zijn.

De rechter vond dat de eisers voldoende hebben aangetoond dat ze werden blootgesteld aan “ernstige, alomtegenwoordige en objectief aanstootgevende intimidatie” die hun onderwijservaring negatief beïnvloedde. Hij wees op voorbeelden van fysieke confrontaties, bedreigende situaties en een algemeen klimaat van angst dat Joodse studenten ervan weerhield om volledig deel te nemen aan het campusleven.

Chanoeka kandelaar moest van de campus worden verwijderd

De rechter vindt dat Harvard te weinig en te inconsistent heeft opgetreden tegen antisemitische incidenten, ondanks herhaalde beloftes van de universiteitsleiding. Zo werden tentenkampen en demonstraties toegestaan op plekken waar vooraf van was gezegd dat dit niet mocht. Ook moest een Chanoeka-kandelaar van de campus worden verwijderd, maar mocht de muur van protest van de Palestina-demonstranten wel blijven.

De eisers hebben volgens de rechter wel onvoldoende aangetoond dat vergelijkbare incidenten gericht tegen andere groepen wel adequaat zijn aangepakt door Harvard. Nu de rechter besloten heeft dat deze zaak doorgang kan vinden, is het aan beide partijen om nader bewijsmateriaal aan te dragen om hun standpunten kracht bij te zetten, voor een volgende fase in deze zaak.

Al eerder heeft Harvard al meer dan 4500 documenten vrijgegeven over mogelijk antisemitisme op de campus. Overigens heeft de Nederlandse overheid deze week ook een set aan documenten vrijgegeven over de protesten die ontstonden aan Nederlandse universiteiten.

The post Harvard heeft volgens rechter gefaald in het beschermen van Joodse studenten first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Harvard heeft volgens rechter gefaald in het beschermen van Joodse studenten verscheen eerst op ScienceGuide.

Haagse kunstacademie blijft onder verscherpt toezicht van de inspectie 

25 July 2024 at 12:42

In 2020 kwam de Haagse Kunstacademie (KABK) in het nieuws vanwege ernstige beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. Deze situatie kreeg veel aandacht na publicaties in de NRC, waarin werd gemeld dat de kunstenaar Julian Andeweg zich schuldig had gemaakt aan seksueel grensoverschrijdend gedrag en andere vormen van machtsmisbruik. 

Inspectie grijpt in 

De berichten in NRC veroorzaakten een golf van reacties en onthullingen van huidige en voormalige studenten en medewerkers over vergelijkbare ervaringen binnen de academie. Er werd gesproken over een cultuur waarin dergelijke gedragingen werden getolereerd of zelfs genegeerd. De situatie leidde tot een officieel onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie onderzocht hoe de academie omging met meldingen van grensoverschrijdend gedrag en of er voldoende maatregelen werden genomen om een veilige leeromgeving te garanderen.  

Nu, inmiddels twee jaar later, is dat onderzoek afgerond, maar de inspectie lijkt nog allerminst gerustgesteld. Het bestuur krijgt de opdracht om binnen drie maanden een plan van aanpak op te stellen voor de voorgenomen verbeteringen. Dit plan moet onder meer de implementatie van het nieuwe sturingsmodel, de opvolging van de gedragscode en het oplossen van wettelijke tekortkomingen omvatten; daarnaast moet er een aangepast financieel verbeterplan komen. 

Hoewel er verbeteringen zijn doorgevoerd, blijft de situatie rondom sociale veiligheid fragiel. Er is sprake van een gebrek aan een breed gedragen visie op sociale veiligheid en een duidelijke sturing op het geheel aan verbeteracties. Het arbeidsconflict met een ontslagen directeur heeft deze fragiliteit verder blootgelegd, waarbij gebrekkige communicatie over de invoering van een nieuw sturingsmodel leidde tot onrust binnen de organisatie. 

Medezeggenschap onvoldoende betrokken 

Langere tijd ontbrak een samenhangende visie op het herstel van sociale veiligheid, zo stelt de inspectie. Het ontbreken van goede uitkomstmaten en onvoldoende monitoring hebben eraan bijgedragen dat problemen onnodig lang konden voortduren. Deze situatie verbeterde weliswaar gedurende de onderzoeksperiode, maar was in mei 2023 nog niet volledig opgelost. Ook kwamen er lopende het onderzoek nog meldingen binnen bij de Onderwijsinspectie van sociale onveiligheid. Tevens is de medezeggenschap onvoldoende betrokken geweest bij de verbeterplannen en kan daarom niet goed haar taak uitvoeren. 

De oorspronkelijke verbeterplannen werden ook gedurende het onderzoek aangevuld of vervangen, en bovendien was voortgangsinformatie tussen de faculteiten verschillend van vorm en in detailniveau. Daardoor was het voor de inspectie moeilijk om een actueel en volledig beeld te vormen van de situatie.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De lerende cultuur binnen de instelling is nog in ontwikkeling, zo stelt de Onderwijsinspectie vast. Er was ten tijde van het onderzoek nog geen sluitende beleidscyclus, problemen worden wel geïdentificeerd maar acties om die problemen op te lossen werden lang niet altijd geformuleerd of opgevolgd. 

Niet duidelijk welke regels van toepassing zijn? 

Er zijn daarnaast tekortkomingen in de onderwijs- en examenregelingen (OER’en), vooral wat betreft toetsvormen, beoordelingscriteria en procedures rondom klachten. De Onderwijs- en examenregelingen (OER’en) van zowel de KABK als het Koninklijk Conservatorium (KC) bieden studenten onvoldoende houvast. Er is onduidelijkheid over de geldende regels en het studieprogramma, en de combinatie van OER’en en de studiegidsen maakt het moeilijk voor studenten om te navigeren welke documenten actueel zijn en welke regels van toepassing zijn, zo stelt de Onderwijsinspectie. 

Hoewel de examencommissies op de hoogte zijn van de knelpunten in de beoordeling, blijft hun rol beperkt tot het signaleren van deze problemen in feedbackgesprekken of jaarverslagen. Ze nemen onvoldoende verantwoordelijkheid als hoeders van de kwaliteit van toetsing, zo zegt de inspectie scherp. De rol van de examencommissies moet versterkt worden om hun wettelijke taak als hoeders van de kwaliteit beter te vervullen. 

Gebrek aan onafhankelijkheid en deskundigheid binnen de examencommissies 

Het College van Bestuur van de KABK geeft volgens de Onderwijsinspectie ook onvoldoende urgentie aan de zorgen die de examencommissies herhaaldelijk hebben geuit. Dit leidt tot een gebrek aan onafhankelijkheid en deskundigheid binnen de examencommissies. Er is onvoldoende aandacht voor de kwalificaties van examinatoren, zoals de Basis Kwalificatie Examinering en de Senior Kwalificatie Examinering. 

Daarnaast is de secretaris van het College van Bestuur verantwoordelijk voor de klachtencommissie voor studenten. Volgens de inspectie kan er hierdoor sprake “zijn van (de schijn van) belangenverstrengeling en onveiligheid. Daarmee vormt de huidige constructie een bedreiging voor het vertrouwen in een onafhankelijke afhandeling en daarmee de bereidheid om een klacht in te dienen.” 

Binnen twee jaar betalingsproblemen 

Naast deze inhoudelijke problemen zijn er bij de inspectie ook financiële zorgen rondom de instelling. De instelling is in augustus 2023 onder aangepast financieel toezicht geplaatst vanwege oplopende exploitatieverliezen en investeringen in materiële vaste activa, wat leidde tot een krappe liquiditeitspositie. Er was bezorgdheid dat er binnen twee jaar betalingsproblemen konden ontstaan. 

De inspectie heeft de instelling toen opgedragen een financieel herstelplan op te stellen. Het ontvangen herstelplan omvatte een integraal verbetertraject langs vijf lijnen: strategie, ontwikkeling, organisatie, investeringen en bezuinigingen. De inspectie beoordeelde dit plan echter als onvoldoende en heeft aanvullende maatregelen gevraagd. 

De inspectie komt dan ook tot de conclusie dat het toezicht gehandhaafd blijft. “Daarom continueren we het toezicht op de Hogeschool der Kunsten in Den Haag. We geven het bestuur van de hogeschool de opdracht om te handelen in overeenstemming met wet- en regelgeving.” 

Ook moeten de herstelplannen rondom de financiën nog beter. “Het door u opgestelde financiële herstelplan voldoet in zijn huidige vorm niet aan het in dit rapport aan u gevraagde. Het is aan u als bestuur om te bezien of een separaat plan de voorkeur heeft of dat het huidige verbeterplan in het kader van het Aangepast Financieel Toezicht wordt aangepast en aangevuld om te voldoen aan de in dit rapport gevraagde verbeteringen en de punten die wij in het verbeterplan terug willen zien.” 

Negatief eigen vermogen van twee miljoen 

De Inspectie zal binnen een jaar een herstelonderzoek uitvoeren om te kijken of er daadwerkelijk sprake is van verbetering. Uit het onlangs verschenen jaarverslag van de kunstacademie blijkt dat er een negatief eigen vermogen was van 2 miljoen, eind 2023. 

In een zienswijze laat het CvB van de hogeschool weten de adviezen ter harte te nemen, maar uit ook kritiek op de lange duur van het onderzoek en de communicatie daarover. “Een onderzoeksperiode van 3,5 jaar is op dat vlak niet behulpzaam geweest en in feite belemmerend voor sneller herstel en vooruitgang.” De hogeschool stelt dat eerder rapporteren had kunnen bijdragen aan sneller herstel en vooruitgang. Ook plaatst de instelling kanttekeningen bij enkele conclusies van de Inspectie, met name rond de communicatie over het arbeidsconflict met de directeur. 

The post Haagse kunstacademie blijft onder verscherpt toezicht van de inspectie  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Haagse kunstacademie blijft onder verscherpt toezicht van de inspectie  verscheen eerst op ScienceGuide.

Eén op de vijf studenten worstelt met ‘executieve functies’ zoals plannen 

11 July 2024 at 10:04

Executieve functies omvatten een groep cognitieve processen die invloed hebben op de regulatie van gedrag, beïnvloeding en cognitie, leggen de auteurs uit. Ze worden actief als gewone reacties of routines niet voldoende blijken, vooral in nieuwe of complexe situaties – bijvoorbeeld als een student iets nieuws leert.  

Er zijn drie executieve kernfuncties; ten eerste remming (inhibition), oftewel controle over de aandacht, gedachten en emoties – bijvoorbeeld een tekst kunnen lezen zonder afgeleid te worden. De tweede kernfunctie is werkgeheugen, het actief vasthouden en manipuleren van informatie – bijvoorbeeld luisteren naar een uitspraak en tegelijkertijd een antwoord formuleren. Als derde is er cognitieve flexibiliteit, oftewel in staat zijn om van perspectief te veranderen, irrelevante informatie te negeren, nieuwe informatie op te nemen of van gedrag te veranderen. Op deze drie executieve kernfuncties zijn complexe executieve functies gebaseerd – bijvoorbeeld plannen, organiseren en zelfcontrole.  

Studiesucces hangt samen met deze executieve functies, blijkt uit eerdere onderzoeken. Studenten hebben immers vaak te maken met complexe of nieuwe situaties, het toewerken naar een doel, of aanpassing aan nieuwe omstandigheden. Door zicht te krijgen op studenten wier executieve vaardigheden minder ontwikkeld zijn, kunnen docenten preventieve actie ondernemen, schetsen de auteurs.   

Combinatie van metingen executieve functies 

Het meten van executieve functies gebeurt voornamelijk op twee manieren: door neuropsychologische assessments, die de executieve kernfuncties kunnen meten, of door vragenlijsten, die de executieve functies indirect en subjectief meten. Tussen die twee soorten metingen bestaat weinig correlatie, wat suggereert dat ze verschillende onderliggende mechanismen van executieve functies meten, aldus de onderzoekers.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Ondanks die mogelijke aanvulling op elkaar, worden beide soorten metingen nooit gecombineerd. De onderzoekers van Saxion en de RUG hebben dat wel gedaan om te zien hoe die gecombineerde meting studiesucces voorspelt. Daarvoor gebruikten ze data van ongeveer 570 hbo-studenten Toegepaste Psychologie uit de jaren 2020-2021 en 2021-2022. Zij voltooiden drie neuropsychologische opdrachten en vulden een vragenlijst in.  

Gedrag belangrijker dan capaciteit 

Eén op de vijf respondenten (21,5 procent) had serieuze problemen met executieve functies, blijkt uit de onderzoeksresultaten. Het studiesucces werd uitgedrukt in studiepunten, en het gemiddelde aantal studiepunten na het eerste jaar van de opleiding was 45,57. Een gecombineerde meting van executieve functies (neuropsychologisch en zelf-gerapporteerd) kon 16 procent van de variatie daarin verklaren. De zelf-gerapporteerde alleen verklaarde 13 procent van de variatie. Overigens toonden beiden soorten metingen, conform eerdere onderzoeken, weinig overlap.  

Dat vooral zelf-beoordeelde executieve functies verklaren waarde hebben, “impliceert dat aangeleerde gedragingen of strategieën van studenten een meer significante rol spelen in hun studiesucces dan de effectiviteit van hun cognitieve functies”, aldus de onderzoekers, die daarvoor meerdere verklaringen aandragen. Vooral het verschil tussen capaciteit en gedrag is van belang. “Zelfs als studenten slecht presteren bij cognitieve metingen van hun werkgeheugen, kunnen ze nog steeds academisch excelleren vanwege hun gebruik van aangeleerde gedragingen of strategieën”, geven ze als voorbeeld. 

Meten executieve functies heeft zin 

Hoewel de executieve functies slechts een bescheiden deel van de variatie in studiesucces verklaren, kan het meten en monitoren van executieve functies wel helpen om zicht te krijgen op de twintig procent studenten die ermee worstelt, aldus de auteurs. “Aangezien executieve functies integraal deel uitmaken van denk- en leerprocessen, kan het optimaliseren van executieve functies van studenten hun leereffectiviteit verbeteren.” 

Kies dan wel voor de zelf-gerapporteerde metingen, blijkt uit hun artikel. Die zijn zonder veel praktische moeite in een curriculum te verwerken – in tegenstelling tot neuropsychologische metingen. Dat zijn “arbeidsintensieve neuropsychologische testen, meestal duur, en de interpretatie van de resultaten vergt specifieke diagnostische en neuropsychologische kennis.” 

Voorbeeld van Saxion 

Bij een opleiding van Saxion worden zelf-gerapporteerde metingen gebruikt door studenten gedurende het eerste studiejaar online vragenlijsten te laten invullen, geven de auteurs als voorbeeld. Die vragenlijsten zijn onderdeel van een persoonlijke en professionele ontwikkelingsmodule.  

De resultaten krijgen studenten via de mail, inclusief een instructievideo voor de interpretatie ervan. Daarna gaan studenten een-op-een in gesprek met een mentor om de resultaten te bespreken en plannen te maken om executieve functies te verbeteren waarop ze slechter presteerden. Daarnaast gaan studenten in kleine groepen in gesprek over executieve functies om gezamenlijk te reflecteren en ervaringen te delen.  

The post Eén op de vijf studenten worstelt met ‘executieve functies’ zoals plannen  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Eén op de vijf studenten worstelt met ‘executieve functies’ zoals plannen  verscheen eerst op ScienceGuide.

NSC vindt langstudeerboete “een van de meer redelijke” maatregelen 

13 June 2024 at 11:19

Tijdens een debat in de Tweede Kamer over studentenwelzijn ging het grotendeels over de maatregelen van het aanstaande kabinet, dat fors bezuinigt op het hoger onderwijs. In het bijzonder werd stilgestaan bij de langstudeerboete. Studenten die langer dan een jaar uitlopen, moeten daardoor 3.000 euro extra collegegeld betalen.  

NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger (NSC) verdedigde de langstudeerboete door te wijzen op de financiering van het hoger onderwijs en de bekostiging van studenten in andere landen, en koos daarnaast de aanval. Eén specifieke maatregel kan volgens haar niet de oorzaak kan zijn van de crisis in het mentale welzijn onder studenten. “Mensen die dat stellen, vertrouw ik niet”, aldus Hertzberger. 

Je hele leven word je gebeld, alleen niet in het hoger onderwijs 

Om het studentenwelzijn te verbeteren, vroegen D66 en NSC aandacht voor de nazorg van studenten die uitvallen. “Je hele leven, van de basisschool, middelbare school, je werk of als je ooit in een verzorgingshuis komt en je niet komt opdagen, wordt er even gekeken waar iemand is en wordt er gebeld. Alleen als je student bent op een hogeschool of universiteit gebeurt dat niet”, zei Jan Paternotte van D66. “Het gekke is dat we ons druk maken om mentaal welzijn in het hoger onderwijs, maar dat nou juist daar dat belletje niet even gepleegd wordt om te kijken waar iemand is.” 

Ook Hertzberger vroeg wat er gebeurt als een student zich bijvoorbeeld in het derde jaar uitschrijft. “De vraag is of we van instellingen kunnen vragen om in dat soort gevallen zo’n student toch even na te bellen. Of in ieder geval op te merken dat een student die soms al drie jaar aan die instelling studeert, zich niet opnieuw heeft ingeschreven en dus de laatste fase niet afrondt.” 

Minister Dijkgraaf zei dit eigenlijk ook raar te vinden en zal dit meenemen in gesprekken met de sector. “Ik sta zeer sympathiek tegenover deze boodschap, omdat het inderdaad belangrijk is dat mensen oog houden op studenten. Zeker omdat dat een kwetsbare fase van je leven is.” Het hoger onderwijs kent geen aanwezigheidsplicht, dus de band tussen instellingen en studenten is al iets minder strak, zei de minister. “Juist daarom is het wel belangrijk dat er naar studenten wordt omgekeken – ook als ze niet verschijnen.” 

Toen groot applaus voor Omtzigt, nu dit 

Daarna was het gedaan met de overeenstemming en ontstond een fel debat over de maatregelen van het nieuwe kabinet. Die zullen het studentenwelzijn alleen maar verder verslechteren, stelden oppositiepartijen. “Vorig jaar zei Pieter Omtzigt bij College Tour, in een zaal vol studenten, dat we milder moesten zijn voor studenten. Dit verhaal kreeg een groot applaus. Kijk ik naar wat er nu gebeurt, dan gaat in september de basisbeurs dalen, staat er in het onderhandelaarsakkoord geen extra woord over studentenhuizen, en krijgen studenten als klap op de vuurpijl ook nog die langstudeerboete”, Zo wierp D66-Kamerlid Jan Paternotte NSC voor de voeten. “Die boete stond echt in niemands verkiezingsprogramma. Hoe gaat dat nu bijdragen aan het welzijn van studenten?” 

De hoge kosten maakt een langstudeerder volgens NSC niet zozeer door deze nieuwe boete, probeerde Hertzberger te weerleggen. “Ten eerste zien we dat de financiële stress vooral komt door het wegvallen van de basisbeurs na de nominale studeertijd. Als je een vierjarige studie doet, dan stopt de basisbeurs en de aanvullende beurs voor de studenten met de grootste financiële stress direct. Dat is de grote klapper. Dan ga je er vijf tot zevenduizend euro op achteruit.”  

Langstudeerboete redelijk, gezien internationale situatie 

Bovendien, zo stelde Hertzberger is Nederland uniek in het blijven bekostigen van studenten als die lang uitlopen met hun studie. “Wij zijn een van de weinige landen in de wereld waar de overheid die opleidingsplekken blijft bekostigen. In dit geval hebben wij besloten dat je een jaar kunt uitlopen; daarna gaat het collegegeld omhoog. We denken dat dit redelijk is, ook gezien de internationale situatie.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De oppositie bleef echter hameren op het feit dat NSC enerzijds zorgen heeft over het studentenwelzijn, maar tegelijkertijd deze maatregel invoert die juist kwetsbare groepen treft. “We weten dat die langstudeerboete vooral studenten treft van wie de ouders niet het geld hebben om bij te springen”, betoogde Paternotte. “En het zijn nu vaak ook nog studenten die voor het eerst studeren, en die er dus vaak wat langer over moeten doen. Dus toch mijn vraag is: u zegt dat we milder moeten zijn voor studenten. Hoe gaat die langstudeerboete daar nou aan bijdragen? Gaat dat niet juist een enorme druk geven?” 

Langstudeerboete is te rechtvaardigen 

Ook de confessionele partijen CDA en de ChristenUnie wezen op de onbarmhartigheid van deze maatregel, die het CDA overigens in 2010 zelf ook introduceerde in het eerste kabinet-Rutte. NSC-woordvoerder Hertzberger bleef erbij dat zij de langstudeerboete een redelijke maatregel vindt. “Laat ik het zo zeggen: op de grijsschaal van redelijk versus onredelijk, vind ik dit een van de meer redelijke maatregelen. Dit is ook een vervelende, maar in ieder geval voor mezelf wel zeker te rechtvaardigen.” 

Uiteindelijk bleek NSC niet helemaal doof voor de kritiek en wacht de partij op tegenvoorstellen vanuit de Kamer. “Elk goed initiatief vanuit de Kamer zullen wij op inhoud beoordelen als die ook is voorzien van een eventuele dekking”, zei Hertzberger toe. “Ik stel ook voor om heel even af te wachten hoe dit alles invulling gaat krijgen door een nieuwe regering met een nieuwe minister.” 

Meer studentenkamers door afname internationale studenten 

De langstudeerboete zal bovendien de woningnood onder studenten lenigen, betoogde Hertzberger.. Die woningnood is daarnaast een reden waarom de instroom van internationale studenten een halt wordt toegeroepen, aldus NSC. “We zien ook dat op dit moment veel thuiswonende studenten tegen hun zin thuis wonen, terwijl er altijd wel ruimte wordt gemaakt voor internationale studenten. Internationale studenten zijn welkom, maar het volledig inrichten van het systeem op het aantrekken van een zo groot mogelijke stroom studiemigranten, dat gaan wij een halt toeroepen.” 

The post NSC vindt langstudeerboete “een van de meer redelijke” maatregelen  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht NSC vindt langstudeerboete “een van de meer redelijke” maatregelen  verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌