Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Before yesterdayMain stream

Minister wil vanaf 2028 masterstudenten en onderzoekers screenen op veiligheid 

28 October 2024 at 09:49

De screening moet het sluitstuk worden van een bredere aanpak om de Nederlandse kennissector weerbaarder te maken tegen ongewenste beïnvloeding en kennisdiefstal door andere landen, aldus Bruins. “Kennisveiligheid is onlosmakelijk verbonden met onze nationale veiligheid”, schrijft hij. “Kennis, technologie en innovatie zijn strategische en militaire machtsmiddelen geworden voor statelijke actoren, die zij actief verwerven.” 

Wordt er niet gediscrimineerd? 

De afgelopen jaren krijgt kennisveiligheid steeds meer aandacht in het hoger onderwijs. Zo werd twee jaar geleden het Loket Kennisveiligheid opgericht, waar onderzoekers terechtkunnen met vragen als zij zich zorgen maken over kennisveiligheid met betrekking tot studenten en medewerkers. Dit loket heeft sinds de start in 2022 meer dan 450 vragen beantwoord. In 2025 wordt het loket geëvalueerd, waarbij ook wordt onderzocht of het loket pro-actiever advies moet geven. 

De twee voorgangers van de huidige minister, Robbert Dijkgraaf en Ingrid van Engelshoven, waren daarnaast beiden al bezig met de voorbereiding van een nieuwe wet rondom kennisveiligheid. Daar kleven echter veel haken en ogen aan, werd onlangs weer duidelijk bij een zitting van het College voor de Rechten van de Mens: wordt er niet oneigenlijk gediscrimineerd met een dergelijke aanpak? 

De universiteiten onderschrijven het belang van kennisveiligheid, zo blijkt uit een recente brief van koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL) aan de minister, maar benadrukken ook het belang van internationale samenwerking. “Nederland spint – ook economisch – garen bij onze internationale verbondenheid.” De universiteiten waarschuwen dat groeiende risico’s door geopolitieke ontwikkelingen weliswaar aandacht verdienen, maar “deze verbondenheid niet mogen gijzelen.” 

Behoefte aan een gemeenschappelijke definitie ‘veiligheid’

Alle universiteiten ondernemen stappen om overzichten van veiligheidsgevoelige partnerschappen op te stellen, blijkt uit een inventarisatie van UNL. Sommige instellingen hebben al een systeem opgezet, andere zijn nog in gesprek over de vorm. De aanpak verschilt per instelling, wat volgens UNL te verklaren is door verschillen in risicoprofiel en organisatiestructuur. Wel is er behoefte aan een gemeenschappelijke definitie van een ‘veiligheidsgevoelig partnerschap’. 

De KNAW en NWO hebben daarnaast in een brief aan de minister laten weten dat hij oog moet hebben voor een gelijk speelveld in Europa. “Nederland kan het kennisveiligheidsbeleid niet in isolement ontwikkelen,” aldus de organisaties. Ze pleiten voor een Europees afgestemde lijst met risicopartners. 

Nederland zet inderdaad in op Europese samenwerking op het gebied van kennisveiligheid, blijkt uit de brief van Bruins. “De aanpak op kennisveiligheid is immers het effectiefst als andere landen ook beleid op kennisveiligheid voeren,” schrijft hij. “Zo voorkomen we dat een potentiële risicovolle samenwerking zich verplaatst en zorgen we ervoor dat Nederland een aantrekkelijke plek blijft voor talent en wetenschappelijke samenwerking.” 

Enkele jaren nodig 

Het wetsvoorstel voor de screening wordt volgens planning in de eerste helft van 2025 ter consultatie voorgelegd. De Justitueel Screeningsautoriteit Justis, verantwoordelijk voor het uitvoeren van screenings en het afgeven van verklaringen omtrent gedrag (VOG), heeft echter bij de minister aangegeven enkele jaren nodig te hebben om een screeningsorganisatie op te bouwen. 

De minister wil onderzoeken of dit proces versneld kan worden. Justis schat nu in dat het opbouwen van een screeningsorganisatie en de start van de implementatie enkele jaren in beslag neemt, waardoor Justis naar eigen zeggen gefaseerd kan starten vanaf 2028. 

Meer fijnmazige aanpak voor veiligheid

De screening zal zich specifiek richten op sensitieve kennis en technologie, aldus de minister. “Een meer fijnmazige aanpak bij het afbakenen van sensitieve kennis en technologie kan beter aansluiten bij de praktijk van de kennisinstellingen dan een werkwijze met een bredere aanpak, waarbij gehele vakgebieden worden aangewezen.” 

Minister Bruins uit in zijn Kamerbrief ook stevige zorgen over de Chinese invloed in het Nederlandse wetenschapslandschap. Hij baseert zich daarbij op het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren, waarin China wordt aangemerkt als “de grootste dreiging voor de Nederlandse kennisveiligheid.” 

Illegale collectiemethoden van China 

Chinese partijen zijn actief op zoek naar technologieën die aansluiten bij Chinese beleidsdoelen, zegt Bruins. “Er worden zowel legale als illegale collectiemethoden gebruikt.” Nederlandse kennisinstellingen zijn volgens hem “op grote schaal doelwit van diverse (digitale) aanvalscampagnes die proberen hoogwaardige technologie buit te maken.” 

Een rapport van Clingendael over het beurzenprogramma van de China Scholarship Council (CSC) heeft zelfs aangetoond dat Nederlandse universiteiten op bepaalde onderwerpen en vakgebieden te afhankelijk zijn geworden van Chinese beurspromovendi. De minister vindt dat er “bewuster gekozen moet worden op welke punten we wel en niet kunnen samenwerken.” 

The post Minister wil vanaf 2028 masterstudenten en onderzoekers screenen op veiligheid  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Minister wil vanaf 2028 masterstudenten en onderzoekers screenen op veiligheid  verscheen eerst op ScienceGuide.

“Hogeschool moet alert zijn op subtiele vormen van grensoverschrijdend gedrag zoals staren en aanraken” 

18 October 2024 at 10:39

De Haagse Hogeschool heeft onvoldoende zorg heeft gedragen voor een discriminatievrije werkomgeving na incidenten met een mannelijke student en een mannelijke collega, oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. 

De zaak draaide om een vrouwelijke docent die sinds 2010 werkzaam is bij de hogeschool. In december 2020 meldde zij dat een mannelijke student zich ongepast tegenover haar had gedragen. Hoewel de hogeschool aanvankelijk adequaat reageerde, handelde een opleidingsmanager later niet objectief en professioneel, aldus het College: het discriminatieaspect van de klacht werd onvoldoende serieus genomen. 

In december 2022 meldde de docente opnieuw grensoverschrijdend gedrag, ditmaal door een mannelijke collega. De collega zou haar tijdens een afscheidsceremonie hebben vastgepakt en ‘klapzoenen’ hebben gegeven. Ook stond hij tijdens een latere uitreiking zodanig dicht bij haar dat ze zich onveilig voelde. Later meldde ze zich ziek. 

Gebrek aan vervolgstappen 

Het College oordeelt dat de hogeschool dit signaal zeer serieus had moeten nemen en nader had moeten onderzoeken. In plaats daarvan werd de zaak zonder vervolgstappen afgedaan, en werd de mannelijke collega niet gehoord. Pas vier maanden later kwam het, op initiatief van een adviseur sociale veiligheid, tot een gesprek. 

Volgens het College had de hogeschool als werkgever tijdig en adequaat moeten reageren door grondig onderzoek te doen en duidelijke conclusies te trekken. Door dit na te laten, schoot de hogeschool tekort in haar zorgplicht voor een discriminatievrije werkomgeving. Hiermee is er sprake van verboden onderscheid op grond van geslacht, aldus het College. 

Onrust door discriminerend taalgebruik 

Daarnaast diende de docente een klacht in over discriminatie op grond van ras, na een incident waarbij een collega het ‘n-woord’ volledig uitsprak tijdens een werkgroep. Dit veroorzaakte onrust onder studenten; sommigen raakten overstuur, en één student verliet zelfs de klas. 

De docente, die zelf een Aziatische achtergrond heeft en een zoon met een Afro-Braziliaanse achtergrond, voelde zich persoonlijk geraakt door het incident. Ze stelde dat de hogeschool onvoldoende had gezorgd voor een werkomgeving waarin docenten en studenten niet geconfronteerd worden met discriminerend taalgebruik zoals het ‘n-woord’. 

College ziet geen directe discriminatieklacht 

Het College oordeelde dat de docente ontvankelijk was in haar verzoek, omdat zij als lid van een etnische minderheid persoonlijk nadeel had ondervonden. Toch lag er geen duidelijke discriminatieklacht waarop de hogeschool had moeten reageren, vindt het College.  

De e-mails van de docente met de klachten leken meer op kritische feedback op het lesmateriaal. Bovendien handelde de hogeschool adequaat door excuses aan te bieden, nazorg te bieden aan studenten en maatregelen te nemen tegen de betreffende docent. 

Aanbevelingen van het College 

Het College voor de Rechten van de Mens deed enkele aanbevelingen aan de Haagse Hogeschool. Het adviseert nader onderzoek te doen naar de cultuur binnen de instelling en hoe deze omgaat met kwesties rond gender, agressie, intimidatie en inclusie. Ook wordt aanbevolen om de protocollen voor ongewenst gedrag te blijven evalueren en waar nodig te verbeteren. 

Specifiek met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag roept het College de hogeschool op om alert te blijven op de impact van subtielere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Dit kan, afhankelijk van de context, variëren van staren en te expliciete complimenten over uiterlijk tot ongevraagd aanraken en te dichtbij iemand staan. 

Beladen woorden in een historische context plaatsen 

Tot slot beveelt het College aan om in het onderwijs aandacht te besteden aan de historische en maatschappelijke context van beladen woorden zoals het ‘n-woord’. “Het is voor een onderwijsinstelling belangrijk om zich bewust te blijven van hoe onderwijs wordt aangeboden en hoe studenten worden klaargestoomd om deel te nemen aan maatschappelijke discussies. Inclusie moet het uitgangspunt zijn, met besef van de historische en maatschappelijk beladen achtergrond van woorden zoals het n-woord, in zowel nationaal als internationaal verband, zoals in de Black Lives Matter-beweging.” 

De Haagse Hogeschool is begin deze week om een reactie gevraagd. Die heeft de redactie vooralsnog nog ontvangen. 

The post “Hogeschool moet alert zijn op subtiele vormen van grensoverschrijdend gedrag zoals staren en aanraken”  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Hogeschool moet alert zijn op subtiele vormen van grensoverschrijdend gedrag zoals staren en aanraken”  verscheen eerst op ScienceGuide.

Christelijke vakbond wenst dat minister Bruins het CvB van de TU Delft ontslaat 

11 October 2024 at 11:18

“De problemen rondom sociale veiligheid aan de TU Delft zijn ernstig en aanhoudend”, stelt de vakbond in een brief aan de minister. “Ondanks herhaalde waarschuwingen en uiterst kritische berichten en rapporten van vakbonden, de Inspectie van het Onderwijs, studenten en uzelf, zien wij geen verbetering.” 

Mede door universiteitsblad Delta 

De brief is mede ingegeven door een recent artikel van het Delftse universiteitsblad Delta, waarin verschillende medewerkers hun verhaal doen over de aanhoudend onveilige werksituatie bij de Delftse universiteit. 

De problemen bij de TU zijn niet nieuw, schrijft het CNV aan Bruins. “Al sinds 2010 wijzen de bonden op de problemen met sociale veiligheid bij de TU Delft. In 2022 ontving de Inspectie van het Onderwijs verontrustende signalen die de ernst van de situatie bevestigden. Uit een daaropvolgend onderzoek kwamen 148 meldingen van sociale onveiligheid naar voren. Wij weten dat dit aantal in werkelijkheid veel hoger ligt.” 

Zeer vergaande tegenwerking 

Er blijft een situatie bestaan waarin klachten niet serieus worden genomen. “Studenten en medewerkers melden dat hun klachten niet worden opgepakt, dat zij van het kastje naar de muur worden gestuurd, en degenen die vasthoudend zijn, ervaren zeer vergaande tegenwerking”, schetst de vakbond. “Uit onze recente gesprekken met hen blijkt dat de situatie nog steeds niet verbeterd is.” 

Het College van Bestuur van de TU Delft, dat in de zeer kritische rapporten geen reden zag om het stokje over te dragen, heeft eerder een verplicht “Plan for Change” opgesteld. Dit plan werd echter door zowel de vakbonden als de Onderwijsinspectie als ontoereikend beoordeeld. Ondanks deze kritiek heeft ook de Raad van Toezicht van de TU Delft niet ingegrepen.  

Een grondige nulmeting 

Gezien de ernst en het aanhoudende karakter van de situatie roept het CNV minister Bruins op om concrete actie te ondernemen. De vakbond dringt aan op een drietal specifieke maatregelen om de sociale veiligheid aan de TU Delft te verbeteren, te beginnen met een grondige nulmeting om de werkelijke omvang van de sociale onveiligheid in kaart te brengen. “Door een duidelijk uitgangspunt te creëren, kan er gericht worden gewerkt aan het verbeteren van de situatie en kunnen vooruitgang en effectiviteit van ingezette maatregelen worden gemeten”, aldus de vakbond. 

Als tweede maatregel dringt de vakbond aan op de oprichting van een onafhankelijk meldpunt. Dit meldpunt moet volledig losstaan van de TU Delft, zodat alle medewerkers en studenten zich vrij en veilig kunnen voelen om incidenten te rapporteren zonder angst voor represailles. Om vertrouwen te winnen van degenen die misstanden willen melden en een eerlijk en onpartijdig onderzoek naar klachten te garanderen, vindt de vakbond de onafhankelijkheid van zo’n meldpunt cruciaal. 

Ingrijpende screening van leidinggevenden 

Ten derde moet zowel het nieuwe als zittende leidinggevend personeel gescreend worden op het gebied van sociale veiligheid, zegt het CNV. Dat moet bijdragen aan een cultuur waarin respect en veiligheid voorop staan.  

Zo’n screening kan erg ingrijpend zijn voor het personeel, beseft het CNV. “We begrijpen dat dit gevoelig ligt, vooral omdat het consequenties kan hebben voor zittend personeel. Echter, de huidige cultuur, waarin wetenschappelijke prestaties en relaties met de top leidend zijn, moet worden aangepast. Goede managementvaardigheden moeten de basis vormen voor leidinggevende posities.” 

Toxische cultuur onder dit College van Bestuur 

De klap op de vuurpijl is echter de eis om aan te dringen op het aftreden van het Delftse bestuurscollege. “Bovendien dringen wij, samen met medewerkers en studenten, aan op het aftreden van het College van Bestuur.” 

“De wijze waarop dit College omgaat met klachten en kritische geluiden is tekenend voor de toxische cultuur aan de TU Delft. Hiërarchische aansturing, controledrift en vriendjespolitiek zijn in alle lagen van de organisatie leidend. Kritische geluiden worden niet getolereerd en wie dat toch waagt wordt monddood gemaakt, tegengewerkt of erger. Daarom komen wij tot de conclusie dat het College zelf verandering in de weg staat.” 

De voorzitter van de afdeling onderwijs van CNV, Daniëlle Woestenberg, sluit de brief aan de minister af met de woorden: “Onze oproep aan u is daarom even kort als helder: minister, grijp in!” 

De redactie van ScienceGuide heeft de TU Delft om een reactie gevraagd op de brief van het CNV, maar het antwoord blijft vooralsnog uit.

The post Christelijke vakbond wenst dat minister Bruins het CvB van de TU Delft ontslaat  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Christelijke vakbond wenst dat minister Bruins het CvB van de TU Delft ontslaat  verscheen eerst op ScienceGuide.

Universiteiten profiteren van de zwijgcultuur rondom gendergerelateerd geweld

21 August 2024 at 11:32

In de studie met de titel ‘You Can Knock on the Doors and Windows of the University, but Nobody Will Care: How Universities Benefit from Network Silence around Gender-Based Violence’, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Social Sciences, beschrijft een internationaal onderzoeksteam de ervaringen van verschillende individuen met gendergerelateerd geweld. Het onderzoek maakt deel uit van het EU-gefinancierde Horizon 2022 project ‘UniSAFE’ over gendergeweld in de academie.

Het team van onderzoekers bestond uit Vilana Pilinkaite Sotirovic, Anke Lipinsky, Katarzyna Struzińska en Beatriz Ranea-Triviño. Zij hielden diepte-interviews met 36 vrouwen, 2 mannen en 1 non-binair persoon die studeerden of werkten aan verschillende Europese universiteiten.

Persoonlijke ervaringen

Tijdens de interviews deelden de deelnemers hun persoonlijke ervaringen met gendergerelateerd geweld binnen de universitaire context. Volgens de studie omvat gendergerelateerd geweld alle vormen van geweld die gericht zijn tegen een persoon vanwege diens gender, sekse, of genderidentiteit en -expressie, evenals geseksualiseerde vormen van geweld die onevenredig vaak personen van één gender treffen. Dit geweld kan zich manifesteren als fysiek, psychologisch, economisch, seksueel, of gendergerelateerd geweld, en omvat ook online geweld, stalking, en organisatorisch geweld.

De deelnemers beschreven de institutionele cultuur, hiërarchische structuren, leiderschapsstijlen en hun eigen gevoelens rondom veiligheid. Ook gingen ze in op hun beslissingen om incidenten al dan niet te melden, en de gevolgen daarvan.

Zelfcensuur, zwijgen en negeren

De onderzoekers pasten een theoretisch model van ‘netwerk stilte’ toe op de verzamelde verhalen. Dit model bestaat uit drie samenhangende componenten: zelfcensuur door slachtoffers, het tot zwijgen brengen door anderen, en het niet horen of negeren van meldingen. Door deze lens analyseerden ze hoe stilte rondom gendergerelateerd geweld in stand wordt gehouden binnen universiteiten en hun netwerken.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Uit de analyse kwamen verschillende verontrustende patronen naar voren, zo zeggen de onderzoekers. Veel slachtoffers gaven aan dat ze aarzelden om incidenten te melden uit angst voor negatieve gevolgen. Ze vreesden voor hun carrière of reputatie. Sommigen voelden zich machteloos tegenover de dader, die vaak een hogere positie bekleedde.

Wanneer slachtoffers toch de moed vonden om melding te maken, stuitte dit regelmatig op ongeloof, bagatellisering of victim-blaming. Verantwoordelijke personen binnen de universiteit probeerden de zaak vaak in de doofpot te stoppen om reputatieschade te voorkomen. Collega’s namen zelden openlijk stelling tegen de dader, uit angst zelf negatieve gevolgen te ondervinden.

Mannen beschermen elkaar en hun positie

De onderzoekers ontdekten dat deze zwijgcultuur in stand wordt gehouden door hiërarchische machtsverhoudingen, genderongelijkheid en intersectionele vormen van discriminatie. Machtige figuren binnen de universiteit, vaak mannen, beschermen elkaar en hun positie. Slachtoffers, veelal vrouwen of mensen met een minderheidsachtergrond, worden gemarginaliseerd en monddood gemaakt.

Opvallend genoeg blijkt dat universiteiten op verschillende manieren profiteren van deze zwijgcultuur. Door incidenten onder de pet te houden, beschermen ze hun reputatie en voorkomen ze ‘verstoring’ van hun elitaire karakter. Invloedrijke academici die veel prestige en financiering binnenhalen, wordt de hand boven het hoofd gehouden, ook als ze zich misdragen.

De kortetermijnbelangen van de instelling wegen veelal zwaarder dan het welzijn van individuele slachtoffers. De reputatie van een universiteit is vaak nauw verbonden met de netwerken en connecties die invloedrijke academici hebben. Dit kan leiden tot het in bescherming nemen van deze personen, zelfs bij ongewenst gedrag.

Zwijgen opleggen

Dit patroon werd keer op keer bevestigd in de interviews. Een slachtoffer vertelde: “Je kan op de deuren en ramen van de universiteit kloppen, maar het maakt ze niets uit. Want hij is een goede professor die zich netjes gedraagt.” Een ander merkte op: “Ze wilden ons het zwijgen opleggen en waarschuwden dat we aangeklaagd zouden worden voor smaad als we onze klacht zouden doorzetten.”

De bevindingen tonen aan dat veel universiteiten, ondanks formeel beleid tegen gendergerelateerd geweld, in de praktijk weinig ondernemen om het probleem aan te pakken. De onderzoekers concluderen dat gedeelde overtuigingen onder leidinggevenden over reputatie en prestige bijdragen aan het in stand houden van de zwijgcultuur. Dit verklaart waarom universiteiten er niet in slagen veilige ruimtes te creëren die vrij zijn van gendergerelateerd geweld.

Er zijn transparantere procedures nodig

Het onderzoeksteam benadrukt dat hun bevindingen belangrijke implicaties hebben. Ze roepen op tot fundamentele veranderingen in de manier waarop universiteiten omgaan met gendergerelateerd geweld. Er zijn transparantere procedures nodig voor het melden en onderzoeken van incidenten. Slachtoffers moeten beter beschermd en ondersteund worden, en machtsstructuren die daders in de kaart spelen, dienen kritisch onder de loep genomen te worden.

Daarnaast pleiten de onderzoekers voor meer aandacht voor intersectionaliteit bij het aanpakken van gendergerelateerd geweld. Vrouwen met een migratieachtergrond of LHBTIQ+ personen lopen vaak extra risico en verdienen specifieke ondersteuning. Ook moet gewerkt worden aan een bredere cultuurverandering waarin seksisme, racisme en andere vormen van discriminatie niet langer getolereerd worden.

Bewegingen als #MeToo hebben aangetoond dat collectieve actie nodig is

Tot slot benadrukken de wetenschappers het belang van grassroots activisme en bottom-up initiatieven om verandering af te dwingen. Bewegingen als #MeToo hebben aangetoond dat collectieve actie nodig is om diepgewortelde patronen te doorbreken, schrijven ze. Universiteiten zouden studentengroepen en vakbonden die zich inzetten tegen gendergerelateerd geweld actief moeten ondersteunen.

Met dit onderzoek hopen de auteurs bij te dragen aan meer bewustwording en concrete stappen richting veiligere en inclusievere academische omgevingen. Alleen door de zwijgcultuur te doorbreken en gendergerelateerd geweld serieus aan te pakken, kunnen universiteiten werkelijk excelleren in onderwijs en onderzoek, luidt hun oproep.

The post Universiteiten profiteren van de zwijgcultuur rondom gendergerelateerd geweld first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universiteiten profiteren van de zwijgcultuur rondom gendergerelateerd geweld verscheen eerst op ScienceGuide.

Harvard heeft volgens rechter gefaald in het beschermen van Joodse studenten

7 August 2024 at 10:51

De Amerikaanse districtsrechter Richard Stearns in Boston oordeelde dat de beschuldigingen plausibel zijn dat Harvard opzettelijk onverschillig was tegenover Joodse en Israëlische studenten die stelden dat ze vreesden voor hun veiligheid gezien de ernstige en wijdverspreide intimidatie. De rechter gaf ook aan twijfels te hebben over de bewering van Harvard dat sommige pro-Palestijnse of anti-Joodse activiteiten beschermd zouden zijn door het Eerste Amendement van de Amerikaanse Grondwet, waarin de vrijheid van meningsuiting is vastgelegd.

De reactie van Harvard verslechterde de veiligheid alleen

De onrust ontstond na een reeks incidenten op de Harvard-campus, waaronder demonstraties, intimidatie van Joodse studenten, en controversiële uitspraken van studentengroepen. Dit als gevolg van de oorlog in Gaza. Ook waren er docenten die met studenten Hamas-propaganda deelden. De eisers beweren dat de reactie van Harvard op deze gebeurtenissen ontoereikend was en in sommige gevallen zelfs bijdroeg aan een vijandige omgeving voor Joodse studenten.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Harvard vroeg de rechtbank om de hele zaak te seponeren, maar rechter Richard G. Stearns besloot dat een aanzienlijk deel van de aanklachten terecht is. Hij oordeelde dat de eisers aannemelijk hebben gemaakt dat Harvard’s reactie op de antisemitische incidenten “duidelijk onredelijk” was in het licht van de feiten.

Harvard heeft gefaald

“De feiten zoals gesteld tonen aan dat Harvard heeft gefaald in het beschermen van zijn Joodse studenten,” voegde de rechter eraan toe. Hij deed echter geen uitspraak over de inhoudelijke kant van de zaak. De rechter oordeelde dat Harvard mogelijk zijn eigen procedures voor het afhandelen van klachten niet had gevolgd, wat een schending van het contract met studenten zou kunnen zijn.

De rechter vond dat de eisers voldoende hebben aangetoond dat ze werden blootgesteld aan “ernstige, alomtegenwoordige en objectief aanstootgevende intimidatie” die hun onderwijservaring negatief beïnvloedde. Hij wees op voorbeelden van fysieke confrontaties, bedreigende situaties en een algemeen klimaat van angst dat Joodse studenten ervan weerhield om volledig deel te nemen aan het campusleven.

Chanoeka kandelaar moest van de campus worden verwijderd

De rechter vindt dat Harvard te weinig en te inconsistent heeft opgetreden tegen antisemitische incidenten, ondanks herhaalde beloftes van de universiteitsleiding. Zo werden tentenkampen en demonstraties toegestaan op plekken waar vooraf van was gezegd dat dit niet mocht. Ook moest een Chanoeka-kandelaar van de campus worden verwijderd, maar mocht de muur van protest van de Palestina-demonstranten wel blijven.

De eisers hebben volgens de rechter wel onvoldoende aangetoond dat vergelijkbare incidenten gericht tegen andere groepen wel adequaat zijn aangepakt door Harvard. Nu de rechter besloten heeft dat deze zaak doorgang kan vinden, is het aan beide partijen om nader bewijsmateriaal aan te dragen om hun standpunten kracht bij te zetten, voor een volgende fase in deze zaak.

Al eerder heeft Harvard al meer dan 4500 documenten vrijgegeven over mogelijk antisemitisme op de campus. Overigens heeft de Nederlandse overheid deze week ook een set aan documenten vrijgegeven over de protesten die ontstonden aan Nederlandse universiteiten.

The post Harvard heeft volgens rechter gefaald in het beschermen van Joodse studenten first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Harvard heeft volgens rechter gefaald in het beschermen van Joodse studenten verscheen eerst op ScienceGuide.

Universitair hoofddocent verliest baan vanwege veiligheidsrisico met Iran

6 August 2024 at 12:38

De zaak draait om een universitair hoofddocent, in het vak ‘A sensoren’ aan de faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensieacademie (NLDA). Voor zijn werk had hij een verklaring van geen bezwaar (VGB) op B-niveau nodig, die hij in 2016 ook kreeg.

In 2016 was hij nog geen gevaar

Dit is een verklaring die wordt afgegeven na een veiligheidsonderzoek door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) of de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Deze verklaring wordt gebruikt om te beoordelen of een persoon een veiligheidsrisico vormt voor functies waarbij toegang tot vertrouwelijke of geheime informatie vereist is. De man, die sinds 1999 de Nederlandse nationaliteit heeft, bekleedde deze functie sinds 2016.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

In 2021 voerde de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) een hernieuwd veiligheidsonderzoek uit. Naar aanleiding daarvan besloot de toenmalige minister van Defensie, Henk Kamp (VVD) in juni 2022 de VGB van de man in te trekken. Ook werd een aanvraag voor een VGB op C-niveau, dat nodig is voor zijn toenmalige functie, geweigerd.

De hoofddocent ging in beroep tegen deze beslissing. Hij stelde dat hij in de praktijk geen vertrouwensfunctie uitoefende en niet in aanraking kwam met geclassificeerde informatie. Volgens hem maakte hij alleen gebruik van openbare bronnen voor zijn theoretisch wetenschappelijk onderzoek. Hij benadrukte nooit te hebben deelgenomen aan activiteiten die de nationale veiligheid konden schaden en altijd toestemming te hebben gevraagd voor reizen naar Iran.

De geopolitieke verhoudingen met Iran zijn veranderd

De rechtbank oordeelde echter dat de minister in redelijkheid tot zijn besluit kon komen. Hoewel de persoonlijke omstandigheden van de man niet waren veranderd sinds de eerdere afgifte van de VGB, waren de geopolitieke verhoudingen met Iran dat wel. De rechtbank verwees naar een dreigingsbeeld van de AIVD, MIVD en NCTV, waaruit blijkt dat de dreiging vanuit Iran de afgelopen jaren is toegenomen.

Volgens dit dreigingsbeeld probeert Iran via diverse wegen, waaronder kennisinstellingen en onderzoekers, aan gevoelige kennis en apparatuur te komen in westerse landen. Ook zou Iran druk uitoefenen op de Iraanse diaspora in Nederland. De rechtbank achtte deze dreiging voldoende concreet om ten grondslag te liggen aan de intrekking van de VGB.

Bijvoorbeeld via de begeleiding van studenten

De rechtbank stelt ook dat niet kan worden uitgesloten dat de hoofddocent, “in contact komt met gegevens en informatie over de feitelijke toepassing van technologieën bij de Nederlandse krijgsmacht, bijvoorbeeld via de begeleiding van studenten bij het schrijven van hun scriptie. Daarnaast zal eiser vanwege zijn functie goed zicht hebben op het kennisniveau binnen Defensie in het algemeen, en binnen de NLDA in het bijzonder. Het standpunt van eiser dat hij in wezen geen vertrouwensfunctie bekleedt en dat daarom geen VGB hoeft te worden afgegeven, volgt de rechtbank dan ook niet.”

De combinatie van deze toegenomen dreiging, het profiel van de hoofddocent, het feit dat hij ook familiebanden onderhoudt in Iran en zijn bezoeken aan het land, maakten volgens de rechtbank dat er een reëel risico bestond op ongewenste inmenging. Daarbij was niet van belang of de man al dan niet bereid zou zijn gehoor te geven aan eventuele verzoeken uit Iran. Het feit dat hij voor Iran een logischer doelwit zou zijn dan een willekeurig persoon, was voldoende reden voor de intrekking, zo stelt de rechter.

Zal niet eenvoudig zijn om een passende functie te vinden

De rechtbank erkende dat de gevolgen van dit besluit voor de hoofddocent zeer ingrijpend zijn. Na decennia in het wetenschappelijk onderwijs kan hij zijn werk niet langer voortzetten zonder VGB. Gezien zijn specifieke expertise en leeftijd zal het vinden van een passende nieuwe functie niet eenvoudig zijn. Desondanks oordeelde de rechtbank dat de minister het belang van de nationale veiligheid zwaarder heeft kunnen laten wegen.

Het beroep van de hoofddocent werd ongegrond verklaard. Dit betekent dat de intrekking van zijn VGB-B in stand blijft en dat hij geen VGB-C krijgt voor zijn huidige functie. De man zal zijn werk aan de Defensieacademie dus moeten neerleggen.

The post Universitair hoofddocent verliest baan vanwege veiligheidsrisico met Iran first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Universitair hoofddocent verliest baan vanwege veiligheidsrisico met Iran verscheen eerst op ScienceGuide.

Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland

6 August 2024 at 10:42

De Amerikaanse ambassadeur in Nederland heeft vorig jaar aan de voorzitter van de TU Eindhoven, Robert-Jan Smits, laten weten dat zij zich afvraagt waarom er zoveel Chinese studenten in Eindhoven studeren. Zo liet Smits onlangs optekenen in het Amerikaanse zakenblad Bloomberg. “Ik krijg voortdurend vragen van Amerikanen over Chinese studenten,” zei Smits. Vorig jaar ondervroeg de Amerikaanse ambassadeur in Nederland hem over het grote aantal studenten uit China.

Nederland zal toptalent verliezen

In Chinese media zijn zorgen ontstaan over de Amerikaanse bemoeienis met Chinese studenten in Nederland, in het bijzonder bij de TU Eindhoven. “Nederland zal toptalent uit de halfgeleiderindustrie verliezen als het land doorgaat met het controleren van de nationale veiligheid van Chinese studenten aan zijn universiteiten.” Dat stellen Chinese staatsmedia en nationalistische commentatoren, zoals Yang Rong, die columnist is van Guancha.cn, een staatsgezinde nieuwssite.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Nederland zit midden in de chipoorlog tussen de VS en China. In 2019 heeft de VS de Nederlandse overheid gevraagd om de export van extreme ultraviolet lithography (EUV) lithografiemachines naar China niet langer toe te staan. De VS heeft inspraak in de kwestie, omdat het een aantal essentiële patenten bezit voor het maken van EUV-systemen.

Studenten worden het slachtoffer van de machtsstrijd

Volgens Chinese media hebben de Amerikanen geen bevoegdheid om in een soeverein land als Nederland te bepalen uit welke landen studenten daar gaan studeren. “De VS weet dat ons land in dit opzicht zeer zwak is en vraagt daarom Nederland om ons technologisch te blokkeren. De technologische blokkade van Nederland is ook ontmoedigend voor ons land. Studenten zouden niet het slachtoffer moeten worden van de machtsstrijd tussen landen.”

Peking hoopt dat Chinese studenten die in Nederland studeren, westerse chiptechnologientechnieken leren en deze vaardigheden mee naar huis nemen om de achterblijvende halfgeleiderindustrie van China te verbeteren.

Wij zijn extreem voorzichtig met China

In China is er ook grote ergernis ontstaan over de opmerking van de voorzitter van de TU Eindhoven Robert-Jan Smits tegenover de Amerikaanse zakenwebsite Bloomberg. Smits stelde dat hij, net als de Amerikanen, ook niet wil dat de kroonjuwelen uit Eindhoven en omgeving gestolen worden. Smits erkende tegen Bloomberg dat er al enkele beperkingen gelden in Eindhoven. “Ik zeg niet dat we de poort openzetten voor Chinese studenten. Wij zijn daar extreem voorzichtig mee wie we toegang geven tot onze eersteklas gevoelige technologie. Wij willen niet dat onze kroonjuwelen worden gestolen.”

Deze opmerking van de voorzitter van de TU Eindhoven valt in slechte aarde bij een Chinese student, zo schrijft hij op een blog voor studenten die buiten China studeren. “Wat hebben de Chinese studenten precies van u gestolen? De afgelopen jaren hebben Chinese studenten die in het buitenland studeren hard gewerkt en veel bereikt. Deze prestaties zijn verdiend door hun eigen inspanningen en niet gestolen.”

Hypocriet

Dit soort vooroordelen en discriminatie schaadt niet alleen de gevoelens van Chinese studenten, maar beïnvloedt ook de relatie tussen China en Nederland, zegt de student. “Deze studenten leveren niet alleen economische voordelen op voor de Nederlandse universiteiten, maar dragen ook bij aan het wetenschappelijk onderzoek en de academische ontwikkeling van Nederland. Terwijl u geniet van de voordelen die Chinese studenten bieden, bent u nog steeds op uw hoede voor hen. Is deze aanpak niet hypocriet?”

Er wordt in China daarnaast ook met zorg gekeken naar de nieuwe wet op kennisveiligheid, die het voor studenten en onderzoekers uit landen zoals China moeilijker maakt om in Nederland onderzoek te doen of zich aan te melden voor bepaalde studies vanwege gevaren voor de kennisveiligheid. China waarschuwt dat dergelijke wetgeving discriminatoir kan zijn.

The post Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Zorgen in China over Amerikaanse campagne tegen Chinese studenten in Nederland verscheen eerst op ScienceGuide.

Vanaf 7 juli moeten auto’s een zwarte doos hebben. Dit is wat dat betekent

21 June 2024 at 09:09
Zwarte doos auto

In vliegtuigen zitten ze al lang, maar vanaf 7 juli komen ze ook naar de auto: zwarte dozen. Vanaf die datum moeten alle nieuw geregistreerde auto’s namelijk met een ‘Event Data Recorder’ (EDR) zijn uitgerust. Wat is dat eigenlijk?

Dat iedere nieuwe geregistreerde auto een EDR moet krijgen, is op zich geen nieuws. Dit werd al in januari 2022 op Europees niveau besloten en gefaseerd ingevoerd. Vanaf 6 juli 2022 moesten alle compleet nieuw gemaakte passagiersauto’s en vrachtwagens uitgerust zijn met een EDR, vanaf 7 juli dit jaar geldt dat voor alle nieuwe voertuigen, ook als het om modellen van voor 2022 gaat. Het doel is om zo het aantal verkeersdoden terug te dringen.

De EDR is vergelijkbaar met die in een vliegtuig: de zwarte doos registreert rijgegevens als snelheid, stuurhoek, bochtsnelheid, vertraging en acceleratie, weet de ANWB. In principe worden die gegevens alleen opgeslagen wanneer er sprake is van een ongeval. Mocht dat zo zijn, dan worden alleen de laatste seconden voor en na de crash opgeslagen. Het is dus niet zo dat je auto straks alle rijgegevens van iedere keer dat je aan het rijden bent opslaat.

De gegevens zijn volledig anoniem: er wordt geen data opgeslagen waarmee het voertuig, de eigenaar van de auto of de bestuurder geïdentificeerd kunnen worden. De gegevens kunnen – ook zonder locatie-informatie – gebruikt worden voor ongevalsanalyse. Experts kunnen dan dus beter achterhalen wat er nu eigenlijk gebeurd is bij een ongeval. Voor die data gebruikt mogen worden, moet je als eigenaar van de auto wel toestemming geven. Dat geldt echter niet als de auto in beslag is genomen voor technisch onderzoek, wat bij ernstige ongevallen kan zijn.

Zwarte doos in gebruikte auto?

Alleen alle nieuw geregistreerde auto’s moeten straks een zwarte doos hebben. Heb je nu een oudere auto die geen EDR heeft, dan hoef je die dus niet achteraf in te laten bouwen, schrijft het AD. Dat geldt ook als je een gebruikte auto koopt: daar hoef je geen zwarte doos in te laten bouwen. Dat is ook omdat dit niet altijd gemakkelijk kan.

Foto: Shutterstock

Lees Vanaf 7 juli moeten auto’s een zwarte doos hebben. Dit is wat dat betekent verder op Numrush

Ruim 1 op de 10 Nederlanders deelt digitaal naaktbeelden en expliciet materiaal

24 April 2024 at 08:32
naaktbeelden, intieme content

Naaktbeelden of ander expliciet materiaal delen met iemand waarmee je online date of chat – 12% van de Nederlanders geeft toe dit wel eens te doen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van beveiligingsbedrijf Kaspersky onder 504 Nederlandse consumenten. Dat terwijl 80% van de respondenten zich wel bewust is van de veiligheidsrisico’s die daarmee gepaard gaan.

“Het delen van intieme beelden met een geliefde is al jaren een gangbare praktijk. Er zijn echter aanzienlijke risico’s aan verbonden. Denk bijvoorbeeld aan de ‘Fappening’ campagne, waarbij intieme foto’s van beroemdheden werden gelekt en via het internet verspreid”, zegt Jornt van der Wiel, Senior Security Researcher bij Kaspersky’s Global Research and Analysis Team.

Ook onder ‘gewone’ mensen komt bijvoorbeeld sextortion – waarbij dergelijke beelden gebruikt worden om iemand uit te buiten – steeds vaker voor. Dat geldt ook voor wraakporno, waarbij privéfoto’s of -video’s van seksuele aard die eerder vaak in een vertrouwensrelatie werden gedeeld nu zonder toestemming met anderen worden gedeeld of verspreid.

Weinig kennis over beveiliging

Toch deelt 12% van de respondenten dus wel eens naaktbeelden of andere expliciete content. 16% heeft zelf wel eens dergelijk materiaal van een ander ontvangen. Maar slechts 27% gebruikt volgens het onderzoek veilige methoden bij het online delen van gevoelige of persoonlijke inhoud. Zo werkt 31% van de respondenten zijn privacy-instellingen niet regelmatig bij of weet niet hoe dat moet en 35% bekijkt niet het beveiligingsbeleid van platformen of weet niet van het bestaan van zo’n beleid af. 56% is zich daarnaast niet bewust van of weet niet hoe inhoud die zonder hun toestemming is gedeeld moeten herkennen of melden.

“We raden iedereen die overweegt om intieme foto’s te delen aan om goed na te denken over de mogelijke gevolgen en de impact op hun leven als deze foto’s openbaar worden. Als men bereid is om deze risico’s te accepteren, dan is het cruciaal om de beelden op een veilige manier te delen”, aldus Van der Wiel. Mocht de privacy toch geschonden zijn, dan kun je naar de politie stappen. Maar slechts 35% van de respondenten heeft vertrouwen in de politie vals het gaat om het vervolgen van digitale privacyschendingen.

Foto: Shutterstock

Lees Ruim 1 op de 10 Nederlanders deelt digitaal naaktbeelden en expliciet materiaal verder op Numrush

❌
❌