Minister wil vanaf 2028 masterstudenten en onderzoekers screenen op veiligheid
De screening moet het sluitstuk worden van een bredere aanpak om de Nederlandse kennissector weerbaarder te maken tegen ongewenste beïnvloeding en kennisdiefstal door andere landen, aldus Bruins. “Kennisveiligheid is onlosmakelijk verbonden met onze nationale veiligheid”, schrijft hij. “Kennis, technologie en innovatie zijn strategische en militaire machtsmiddelen geworden voor statelijke actoren, die zij actief verwerven.”
Wordt er niet gediscrimineerd?
De afgelopen jaren krijgt kennisveiligheid steeds meer aandacht in het hoger onderwijs. Zo werd twee jaar geleden het Loket Kennisveiligheid opgericht, waar onderzoekers terechtkunnen met vragen als zij zich zorgen maken over kennisveiligheid met betrekking tot studenten en medewerkers. Dit loket heeft sinds de start in 2022 meer dan 450 vragen beantwoord. In 2025 wordt het loket geëvalueerd, waarbij ook wordt onderzocht of het loket pro-actiever advies moet geven.
De twee voorgangers van de huidige minister, Robbert Dijkgraaf en Ingrid van Engelshoven, waren daarnaast beiden al bezig met de voorbereiding van een nieuwe wet rondom kennisveiligheid. Daar kleven echter veel haken en ogen aan, werd onlangs weer duidelijk bij een zitting van het College voor de Rechten van de Mens: wordt er niet oneigenlijk gediscrimineerd met een dergelijke aanpak?
De universiteiten onderschrijven het belang van kennisveiligheid, zo blijkt uit een recente brief van koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL) aan de minister, maar benadrukken ook het belang van internationale samenwerking. “Nederland spint – ook economisch – garen bij onze internationale verbondenheid.” De universiteiten waarschuwen dat groeiende risico’s door geopolitieke ontwikkelingen weliswaar aandacht verdienen, maar “deze verbondenheid niet mogen gijzelen.”
Behoefte aan een gemeenschappelijke definitie ‘veiligheid’
Alle universiteiten ondernemen stappen om overzichten van veiligheidsgevoelige partnerschappen op te stellen, blijkt uit een inventarisatie van UNL. Sommige instellingen hebben al een systeem opgezet, andere zijn nog in gesprek over de vorm. De aanpak verschilt per instelling, wat volgens UNL te verklaren is door verschillen in risicoprofiel en organisatiestructuur. Wel is er behoefte aan een gemeenschappelijke definitie van een ‘veiligheidsgevoelig partnerschap’.
De KNAW en NWO hebben daarnaast in een brief aan de minister laten weten dat hij oog moet hebben voor een gelijk speelveld in Europa. “Nederland kan het kennisveiligheidsbeleid niet in isolement ontwikkelen,” aldus de organisaties. Ze pleiten voor een Europees afgestemde lijst met risicopartners.
Nederland zet inderdaad in op Europese samenwerking op het gebied van kennisveiligheid, blijkt uit de brief van Bruins. “De aanpak op kennisveiligheid is immers het effectiefst als andere landen ook beleid op kennisveiligheid voeren,” schrijft hij. “Zo voorkomen we dat een potentiële risicovolle samenwerking zich verplaatst en zorgen we ervoor dat Nederland een aantrekkelijke plek blijft voor talent en wetenschappelijke samenwerking.”
Enkele jaren nodig
Het wetsvoorstel voor de screening wordt volgens planning in de eerste helft van 2025 ter consultatie voorgelegd. De Justitueel Screeningsautoriteit Justis, verantwoordelijk voor het uitvoeren van screenings en het afgeven van verklaringen omtrent gedrag (VOG), heeft echter bij de minister aangegeven enkele jaren nodig te hebben om een screeningsorganisatie op te bouwen.
De minister wil onderzoeken of dit proces versneld kan worden. Justis schat nu in dat het opbouwen van een screeningsorganisatie en de start van de implementatie enkele jaren in beslag neemt, waardoor Justis naar eigen zeggen gefaseerd kan starten vanaf 2028.
Meer fijnmazige aanpak voor veiligheid
De screening zal zich specifiek richten op sensitieve kennis en technologie, aldus de minister. “Een meer fijnmazige aanpak bij het afbakenen van sensitieve kennis en technologie kan beter aansluiten bij de praktijk van de kennisinstellingen dan een werkwijze met een bredere aanpak, waarbij gehele vakgebieden worden aangewezen.”
Minister Bruins uit in zijn Kamerbrief ook stevige zorgen over de Chinese invloed in het Nederlandse wetenschapslandschap. Hij baseert zich daarbij op het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren, waarin China wordt aangemerkt als “de grootste dreiging voor de Nederlandse kennisveiligheid.”
Illegale collectiemethoden van China
Chinese partijen zijn actief op zoek naar technologieën die aansluiten bij Chinese beleidsdoelen, zegt Bruins. “Er worden zowel legale als illegale collectiemethoden gebruikt.” Nederlandse kennisinstellingen zijn volgens hem “op grote schaal doelwit van diverse (digitale) aanvalscampagnes die proberen hoogwaardige technologie buit te maken.”
Een rapport van Clingendael over het beurzenprogramma van de China Scholarship Council (CSC) heeft zelfs aangetoond dat Nederlandse universiteiten op bepaalde onderwerpen en vakgebieden te afhankelijk zijn geworden van Chinese beurspromovendi. De minister vindt dat er “bewuster gekozen moet worden op welke punten we wel en niet kunnen samenwerken.”
The post Minister wil vanaf 2028 masterstudenten en onderzoekers screenen op veiligheid first appeared on ScienceGuide.
Het bericht Minister wil vanaf 2028 masterstudenten en onderzoekers screenen op veiligheid verscheen eerst op ScienceGuide.