Normal view

There are new articles available, click to refresh the page.
Today — 19 September 2024onderwijs

Geert Wilders heeft geen moeite met bezuinigingen op onderwijs 

19 September 2024 at 14:54

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen leek het machtswoord vooral bij Geert Wilders te liggen. Hij kreeg vanuit de oppositie de meeste vragen over het totale beleid van dit kabinet. Het ging niet alleen over migratie; de oppositie probeerde ook rondom zorg en onderwijs beleidsvoorstellen van dit kabinet bij Geert Wilders af te zwakken. Dat bleek lang niet zo eenvoudig. 

Niet investeren zorgt voor een langzame doodsstrijd 

“Hoe kun je in hemelsnaam één miljard bezuinigen op kennis en innovatie?”, vroeg Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) zich af aan het begin van een lange dag debat, dat tot diep in de nacht duurde. “Het is, als je aan je kinderen en kleinkinderen denkt, volstrekt onverantwoord.” 

Timmermans wees op waarschuwingen van experts dat de bezuinigingen schadelijk zijn voor de Nederlandse concurrentiepositie. Hij refereerde ook aan een recent rapport van Mario Draghi, oud-president van de Europese Centrale Bank. “Mario Draghi stelde terecht: ‘Als Europa niet meer innoveert, volgt een langzame doodsstrijd’. Voor de toekomst van de Nederlandse en Europese economie zijn investeringen in onderzoek en ontwikkeling essentieel.” 

Een enorme hypotheek op onze toekomst 

Timmermans bleef kritisch op de kabinetsplannen: “Als we fors investeren, dan kunnen we ons opnieuw oprichten. Dat heeft dit land al zo vaak gedaan. De miljardenbezuinigingen op onderwijs, onderzoek en innovatie leggen een enorme hypotheek op onze toekomst, op de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.” 

Laurens Dassen (Volt) sloot zich hierbij aan. “Alle experts, onafhankelijke denkers, knappe koppen, planbureaus en rekenmeesters zijn het erover eens dat wat we nu doen veel te weinig is, en dat hetgeen dit kabinet doet, juist het tegenovergestelde is van wat wij zouden moeten doen.” 

Om zijn woorden kracht bij te zetten, heeft de partij van Timmermans een amendement opgesteld dat alle aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs en de wetenschap moet terugdraaien. Dit amendement wordt gedekt door belastingverhogingen op grote bedrijven. Die komen er onder kabinet Schoof beter van af dan publieke instellingen. 

Wilders bleek geenszins wakker te liggen van de bezuinigingen op onderwijs. “Ik heb daar op zich niet zo veel moeite mee. Ik heb eens gekeken wat we aan onderwijs uitgeven. We gaven in 2014, tien jaar geleden, 41 miljard uit aan onderwijs. In 2022 was dat 58 miljard. Dat is dus een stijging van 17 miljard”, rekende hij uit. 

Geen extra geld voor onderwijs 

Het aantal vijftienjarigen dat niet goed kan lezen of schrijven, is in diezelfde periode gestegen van 13 procent naar 33 procent. Investeren in onderwijs loont dus niet altijd, suggereerde de voorman van de PVV. “Ik zou zeggen: besteed het bestaande geld maar aan het onderwijs — oormerk dat geld daar maar voor — en zorg ervoor dat 80 procent naar het leerproces gaat, in plaats van naar al die andere gekkigheden op scholen. Dan komt het wel goed. Als het gaat om extra geld voor onderwijs, vindt u mij dus niet aan uw kant.” 

Jimmy Dijk (SP) bracht een ander aspect in het debat over migratie, waar een belangrijk deel van het debat over ging. Hij pleitte ervoor dat universiteiten meebetalen aan de taalopleiding van buitenlandse studenten. “Het is namelijk van de gekke dat deze studenten niet de taal hoeven te leren, terwijl vluchtelingen dat wel moeten doen.” 

Studenten hierheen gesleept voor verdienmodel onderwijsinstellingen 

Dijk verweet Wilders dat hij onvoldoende aandacht heeft voor het inperken van de studiemigratie. “Kennismigranten worden zo ongeveer hierheen gesommeerd met belastingkortingen, internationale studenten worden hierheen gesleept voor het verdienmodel van onderwijsinstellingen. Daar gaat u allemaal mee akkoord.” 

Wilders ontkende dit verwijt aan het adres van zijn partij. “Wij willen ook de studiemigratie aanpakken. Verzin één migratie die wij niet willen aanpakken; ik daag u uit.” 

GroenLinks-PvdA wil best naar studiemigratie kijken 

Timmermans stelde de PVV om vanuit zijn partij met dit kabinet over migratie te praten, maar dan ook naar studiemigratie te kijken. “Voor een discussie over migratie kunt u GroenLinks-Partij van de Arbeid altijd vinden. Dag en nacht zijn we bereid om dat te doen, maar wel op basis van feiten en op basis van het hele plaatje: asielmigratie, arbeidsmigratie, studiemigratie, alles bij elkaar. Dan komen we tot juiste afspraken.” 

Rob Jetten (D66) was meer bezorgd over de gevolgen van strenger beleid rondom het inperken van studiemigratie. Hij richtte zich tot Caroline van der Plas (BBB) over de gevolgen van de bezuinigingen op internationale studenten voor regionale onderwijsinstellingen. “Het wordt toch wel pijnlijk duidelijk dat die onderwijsbezuiniging vooral in de regio er ontzettend hard in hakt”, hield Jetten haar voor. 

Roosevelt is bang te moeten sluiten 

Jetten noemde concrete voorbeelden van universiteiten die in de problemen dreigen te komen. “In Maastricht waarschuwt de universiteit dat de bezuinigingen op onderwijs en onderzoek in Limburg voor een half miljard aan economische schade en het verlies van duizenden banen zullen zorgen. De Roosevelt Academy in Middelburg, waar ze in Zeeland zo ontzettend trots op zijn, is bang te moeten sluiten door de maatregelen rondom internationale studenten.” 

Van der Plas stelde dat er juist kritisch gekeken moet worden naar de toegevoegde waarde van internationale studenten. “We hebben volgens mij ook nooit gezegd dat alle internationale studenten niet meer welkom zijn. We moeten daar goed naar kijken. Dat geldt ook voor de arbeidsmigranten die je naar Nederland toe haalt, die hier nodig zijn”, hield ze wat slagen om de arm. 

Tot NSC richtte Jetten zijn vragen waar het ging om de langstudeerboete. “Afgelopen week hebben 131.000 studenten een handtekeningenpetitie aangeboden aan de minister van Onderwijs, met de oproep: geen langstudeerboete. Geen langstudeerboete voor studenten, omdat dat leidt tot prestatiedruk. Met name studenten die stapelen — die dus van mbo, hbo naar de universiteit gaan — worden door die langstudeerboete ontmoedigd om door te studeren.” 

Een prikkel om niet te lang te studeren 

Nicolien van Vroonhoven van NSC, die de zieke Pieter Omtzigt moest vervangen, stelde allereerst dat het volgens haar geen boete is, maar omschreef het toch als iets dat veel op een boete lijkt, namelijk een “prikkel om niet al te lang te blijven studeren.” Ze erkende wel dat er uitzonderingen moeten zijn voor persoonlijke omstandigheden zoals een bestuursjaar. 

Vandaag reageert het kabinet op de voorstellen. Dan zal ook duidelijk worden hoe het kabinet staat tegenover de voorgestelde maatregelen van de oppositie om de bezuinigingen op het onderwijs deels terug te draaien. 

The post Geert Wilders heeft geen moeite met bezuinigingen op onderwijs  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Geert Wilders heeft geen moeite met bezuinigingen op onderwijs  verscheen eerst op ScienceGuide.

Strong Literacy Foundations are Built on Actionable, High-Impact Professional Learning and Effective Instructional Materials

19 September 2024 at 14:30

An edtech founder provides advice applicable to anyone working in education and technology. 

GUEST COLUMN | by Nick Gaehde

The pandemic exacerbated a problem that has long existed: many middle and high school students are struggling readers. With learning interruptions and instructional inconsistencies (among other COVID-related disruptions), students who were already struggling to read fell even further behind in their literacy skills—even as they advanced to the next grade.

‘With the right professional learning and supporting materials, including age-appropriate reading content and tools for tracking and monitoring student performance, teachers in the middle grades can help close reading gaps…’

The latest Nation’s Report Card continues to demonstrate just how much work still needs to be done in this area. The good news is that we know from the science of reading, which components are most effective for teaching reading and which of those components need to be emphasized, and the intensity of instruction needed for students in middle and high school. And although there is often a focus on teaching elementary school teachers about the science of reading, it is equally important that we provide teachers in middle school and high school the same opportunity to learn. It is estimated that about 85% of curriculum is taught through reading so although many subject area teachers don’t think of themselves as reading teachers, students’ reading abilities impact their ability to access the content. Therefore, all schools should explore, high-impact professional learning around literacy for all of their teachers.  

A large body of gold-standard research collected by cognitive scientists and other reading experts, the science of reading, tells us how we learn to read and the most effective way to teach reading. Understanding the science of reading is critical for educators to provide the best possible literacy support to their students, and this includes students in the middle grades who still struggle with their reading skills. 

Improving Understanding and Comprehension

Students who still struggle to read in the middle grades are less likely to understand increasingly complex texts as their education advances. As a result, they’re more likely to hit academic failures that, in turn, lead to fewer opportunities once they become adults. The problems don’t end there: according to the Lucy Project, more than 40% of adults with the lowest literacy levels live in poverty. Low literacy is also linked to a greater likelihood of health problems and prison time. On the positive side, being a proficient reader can also directly impact informed decision making, active civic participation, personal empowerment and improved self-esteem.  

‘…being a proficient reader can also directly impact informed decision making, active civic participation, personal empowerment and improved self-esteem.’

Teachers can have a substantial positive impact on their students’ reading ability, but not all teachers receive the same literacy education training. And teachers of older students rarely get such training. With the proper professional learning and support, teachers of adolescent students can weave literacy skills and strategies into their instruction to help students learn how to read, comprehend, and articulate their ideas across various grade levels and subject areas.

For example, school-wide professional learning that incorporates the science of reading into literacy instruction can help all teachers accelerate student literacy, regardless if they are a reading teacher or a content area teacher. This doesn’t mean all secondary teachers need to become literacy experts. Instead, subject-area teachers can learn some simple ways to weave a few strategies rooted in the science of reading into their instruction to support students throughout their day, not just in their ELA class.

3 Steps to Better Professional Learning 

Training late elementary and middle school teachers in the science of reading and helping them understand how to include explicit reading instruction into their classroom curriculum, even content area classes, helps improve the reading abilities of adolescent learners. 

Here are three ways to deliver effective professional learning to teachers of adolescent learners:

1. Create the right content. Ground teachers’ lessons in the science of reading by focusing on what the research says about how students learn best. Lessons should address what adolescent learners require to improve their literacy, which should be informed by assessment data as we know the needs of adolescent students can vary greatly.

If students are struggling to read proficiently, they will most likely need explicit instruction in foundational skills such as decoding and language skills, like the structure of a sentence and vocabulary skills or if their skills are more developed, they may benefit from instruction in higher-level skills such as inferencing and synthesizing information across text.

The instruction should also emphasize that adolescent learners who are struggling to learn to read need age-appropriate texts and materials with proper support/scaffolding —not just resources for early readers that are repurposed for older students—to help them learn how to read.

Because every student has unique learning needs, the professional learning teachers receive should help them apply proven, evidence-based strategies to a classroom of students who have varying levels of literacy competency. For best results, professional learning should help teachers understand the tools and strategies that are best for specific students.

2. Deliver the professional learning in a flexible, engaging way. Teachers don’t have much time for professional learning in reading instruction, especially upper-grade teachers who are focused on their own specific content areas. Professional learning delivered online in flexible, bite-sized chunks lets teachers learn at their convenience and acquire the skills and strategies they need to support literacy for all students in a manner that fits into their busy schedules. Short, online modules can also be revisited as many times as necessary to support teachers’ ongoing development.

Every teacher’s learning journey is different, similar to how each student’s needs are different, and the professional learning they receive should reflect these differences by offering choices in what they learn through highly targeted, personalized, and scaffolded instruction. This will help instructors develop the skills needed to support students’ literacy in a relevant and engaging manner (i.e.., highlighting how some explicit strategies can be easily woven into content area classes to help more students access the content).

3. Give teachers the right tools and resources. Teachers don’t have time to hunt for specific resources to put their professional learning into practice. They need easy-to-access resources to ensure practical and transferable learning (i.e., ready-to-use materials they can implement immediately in their classrooms). They also need low-lift data tracking tools to measure their students’ growth in reading skills and adjust the instruction accordingly.

‘They also need low-lift data tracking tools to measure their students’ growth in reading skills and adjust the instruction accordingly.’

The professional learning teachers receive should be accompanied by powerful data that school and district leaders can use to monitor their teachers’ progress, provide guidance and direction, and celebrate teachers’ accomplishments. This information should help K–12 leaders visualize and understand the impact that professional learning is having on their district, schools, individual educators and ultimately the students.

Closing the Reading Gaps

Adolescent learners have unique requirements when it comes to literacy learning with needs ranging from reading at a level more consistent with first or second grade all the way through advanced reading abilities similar to a college level student.

With the right professional learning and supporting materials, including age-appropriate reading content and tools for tracking and monitoring student performance, teachers in the middle grades can help close reading gaps and ensure that their students have the foundational reading skills required for life-long success.

Nick Gaehde is President of Lexia and a lifelong literacy advocate. His compassionate and respectful approach to customers, employees, and partners makes him an effective leader and mentor. Known for his ability to apply those leadership skills with a focus on growth, Nick has guided companies through successful transactions and launched numerous product lines and distribution channels. Nick holds a bachelor’s degree in psychology with a focus on early childhood development from Pitzer College and a master’s from Boston University’s School of Management. Connect with Nick on LinkedIn. 

The post Strong Literacy Foundations are Built on Actionable, High-Impact Professional Learning and Effective Instructional Materials appeared first on EdTech Digest.

“Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn” 

18 September 2024 at 09:27

Dat de starters- en stimuleringsbeurzen zouden worden opgeofferd om de sectorplannen te kunnen behouden, werd vorige week al bekend. Anders dan verwacht begint het bezuinigen echter al met 175 miljoen euro op 1 januari 2025. “Dat is een jaar eerder dan aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord”, stelt UNL vast. “Hierdoor zullen tijdens het lopende collegejaar al negatieve effecten merkbaar worden voor medewerkers en studenten.”

Precair genoeg is dat geld al toegekend aan jonge onderzoekers, waardoor het universiteiten direct in de problemen brengt, zegt UNL-voorzitter Caspar van den Berg. “Met de bezuiniging op de startersbeurzen lijkt het kabinet er bovendien voor te kiezen een aantal universiteiten extra hard te raken. Deze drie jonge universiteiten krijgen relatief meer startersbeurzen omdat zij een lagere vaste bekostiging ontvangen. Een bekostiging die nu niet langer wordt gecompenseerd, wat wel de afspraak was”, stelt hij vast.

Land van kennis en innovatie

Voor UNL is het duidelijk: “Het kabinet zegt zich in te zetten voor een goede concurrentiepositie en een uitstekend vestigingsklimaat, maar doet met deze bezuinigingen precies het tegenovergestelde.” 

NWO en de Kenniscoalitie zijn echter duidelijk nog niet van plan om naar de wapens te grijpen. De Kenniscoalitie” constateert dat het kabinet positieve punten heeft uitgewerkt die ook belangrijk zijn voor Nederlands positie als kennis- en innovatieland”, bijvoorbeeld door de sectorplannen te behouden, zich uit te spreken “voor een aantrekkelijke fiscale kenniswerkersregeling” en te blijven streven naar de Lissabon-norm van drie procent.   

Tegelijkertijd concludeert NWO- en Kenniscoalitievoorzitter Marcel Levi dat zowel private als publieke investeringen flink moeten stijgen als Nederland in 2030 drie procent van het bbp wil investeren in onderzoek en ontwikkeling. “De Kenniscoalitie is dan ook benieuwd hoe het kabinet van plan is te zorgen dat die investeringen aangejaagd worden”, aldus Levi, die het streven naar de Lissabon-norm wel “hoopvol” noemt. 

Een land dat zo bezuinigt, is verloren 

Minder hoopvol is WOinActie. “Een land dat vier miljard euro bezuinigt op onderwijs, is verloren. Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn.” Daar zal de actiegroep zich echter niet bij neerleggen, schrijft men. Samen met twaalf partners gaat WOinActie de “meest disruptieve staking in het onderwijs ooit” voorbereiden, een belofte die al werd gedaan tijdens de alternatieve opening van het academisch jaar.  “Laten we echt hopen dat het niet nodig is”, zei WOinActie-voorman Rens Bod er toen bij, maar die hoop zal inmiddels zijn vervlogen. 

Ook studentenorganisaties ISO en de LSVb doen mee aan de voorbereidingen van de staking. In reactie op de OCW-begroting laat ISO-voorzitter Mylou Miché optekenen dat studenten het zwaar te verduren krijgen. “Een boete van 3000 euro staat op de planning en de koopkracht van studenten daalt drastisch. Naast het feit dat de bezuinigingen op het onderwijs studenten al zwaar zullen treffen, zorgt de invoering van de langstudeerboete voor een extra harde realiteit: studeren wordt minder toegankelijk.” 

Belofte van kabinet blijkt een leugen 

De koopkracht van studenten daalt namelijk met zeven procent, berekende het Nibud onlangs. Daarbij zijn verdiensten uit stages of bijdragen van ouders al opgeteld, tekent de LSVb aan – “terwijl veel studenten geen stagevergoeding ontvangen of een bijdrage van de ouders.” De studentenvakbond is daarom ziedend. “De belofte van het kabinet dat iedereen erop voor uit gaat, blijkt dus een leugen. Studenten worden financieel keihard geraakt”, aldus LSVb-voorzitter Abdelkader Karbache. “Dat is schandalig en onacceptabel.” 

Ook voor de LSVb is daarom duidelijk wat hen te doen staat: de vakbond gaat “komende tijd fel actievoeren en protesteren met studenten, docenten, bezorgde ouders en de onderwijsinstellingen om deze bezuinigingen tegen te houden. Want als we onze toekomst aan dit kabinet overlaten, wordt die gewoon volledig gesloopt!” 

Hogescholen minder geraakt 

De Vereniging Hogescholen betoogt in een reactie dat de kabinetsplannen de opleiding van voldoende gekwalificeerde mensen dreigt te bemoeilijken. “Dit terwijl juist hogescholen bij uitstek de plek zijn om mensen snel en effectief voor te bereiden op de arbeidsmarkt”, aldus VH-voorzitter Maurice Limmen. Hij hekelt ook het doorzetten van de langstudeerboete en de bezuinigingen op internationale studenten. Die laatste kwestie vindt het hbo geen probleem van zichzelf, maar van het wo. 

Vergeleken met universiteiten worden hogescholen op instellingsniveau nog relatief gespaard. Zo stijgt het budget voor praktijkgericht onderzoek weliswaar niet, maar wordt daar ook niet bezuinigd. Ook de middelen voor het Professional Doctorate blijven intact.

The post “Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn”  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn”  verscheen eerst op ScienceGuide.

Bericht van de redactie

18 September 2024 at 09:23

Redacties horen niet over zichzelf te berichten, maar soms kan het niet anders. De overgang van een partner-model naar een betaalde abonnementen-exploitatie is een feit. ScienceGuide is daarmee herrezen uit de dood. Dat voor de redactie het moment om dank uit te spreken naar alle instellingen die ooit partner zijn geweest.  

Vooral de founders van het platform verdienen een dankbetuiging: Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Arnhem Nijmegen, SURF, Platform Talent voor Technologie en Saxion Hogeschool. Uitsluitend door de bestuurders van deze instellingen en hun geloof in de visie dat het hoger onderwijs een onafhankelijk platform nodig heeft, bestaat ScienceGuide na meer dan 20 jaar nog steeds. De missie blijft onverkort gelden: het hoger onderwijs mag niet afhankelijk zijn van afkalvende traditionele media of Big Tech, de verruwende sociale media, of platforms die uitsluitend artikelen plaatsen om zoveel mogelijk bezoekers te krijgen en lezersdata te kunnen verkopen. 

Anka Mulder, bestuursvoorzitter van Saxion Hogeschool, is blij dat ScienceGuide kan doorgaan. “Ik vind het heel belangrijk dat er een plek is specifiek voor nieuws over het hoger onderwijs. Die plek is ScienceGuide al jaren!” 

Ook voor HAN-bestuursvoorzitter Rob Verhofstad bestaat er geen twijfel. “Een sector die zichzelf serieus neemt en serieus genomen wil worden door anderen, heeft een onafhankelijk journalistiek platform nodig. Als ScienceGuide niet bestond, zouden we het moeten bedenken.” 

Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert 

Ron Bormans, oud-bestuursvoorzitter van de Hogeschool Rotterdam en voorzitter van het Strategic Education Alliance-programma van de vier Koninkrijkslanden, vindt dat het hoger onderwijs trots moet zijn dat het als enige sector letterlijk in de eigen keuken laat kijken door journalistieke universiteits- en hogeschoolbladen. “En het moet het er trots op zijn dat het daarnaast een platform heeft waar kritisch en respectvol wordt geschreven over het hoger onderwijs. Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert, elkaar kritisch bevraagt en in vrijheid tot nieuwe gedachten, concepten, kunst en technologieën komt. Vaak is het goed nieuws, en hebben we een etalage waarin onze verworvenheden uitgestald staan.” 

Redacties zijn zeker niet feilloos. Bormans erkent dat ook transparantie een prijs heeft. “Soms schuurt het, is het pijnlijk, leidt het tot stevige, boze reacties (ook een journalist moet scherp blijven). Dat is onvermijdelijk. Maar als het hoger onderwijs de samenleving niet laat zien wat het belang en de kracht zijn van openheid, transparantie en kritische bejegening, wie dan wel?” 

In UNL-verband is een banvloek uitgesproken 

En geschuurd heeft het op zijn tijd. In het verleden is een paar keer geprobeerd om ScienceGuide voorgoed het zwijgen op te leggen. Dat is vandaag de dag nog steeds zo; volgens de felste tegenstanders wegens “onzorgvuldige journalistiek”. Niettemin werd eerder dit jaar in UNL-verband nog een banvloek over het platform uitgesproken toen ScienceGuide dreigde te moeten stoppen.  

Als gevolg daarvan weigert een aantal CvB-voorzitters van universiteiten nog steeds om hun medewerkers en studenten in staat te stellen om ScienceGuide te lezen. De toekomst van het platform is nu echter verzekerd, met dank aan de lezers en bestuurders van instellingen die wel een transparant en onafhankelijk platform willen. En kunnen ook de bestuurders, die het platform verketteren, alle artikelen blijven lezen als zij een abonnement nemen. 

ScienceGuide kan nu groeien  

ScienceGuide kan nu gaan groeien. Dat betekent: meer actueel nieuws over het hoger onderwijs, meer onderzoeken en analyses over ontwikkelingen binnen ho-instellingen, en meer externe opinie- en onderzoeksartikelen publiceren. Met een laagdrempelig podium kunnen auteurs de kans krijgen voor het voetlicht te treden – ook als ze geen bekende publicist zijn, maar wel over relevante kennis beschikken die voor anderen belangrijk kan zijn. 

Ondanks de betaalmuur, waardoor het aantal incidentele lezers zal afnemen, is de maatschappelijke impact van het platform gewaarborgd door het brede draagvlak en de grotere actieve betrokkenheid van instellingen en individuele lezers. 

The post Bericht van de redactie first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Bericht van de redactie verscheen eerst op ScienceGuide.

“We moeten nog veel meer vluchtelingen richting het onderwijs helpen”

18 September 2024 at 08:43

Voordat Mirjam Huisman zo’n vier maanden geleden begon bij het UAF, was ze acht jaar bestuurder bij Vluchtelingenwerk Nederland. Nog eerder was ze directeur opvang bij het COA – “dus ik ken de sector rond vluchtelingen”, vertelt ze. 

Het UAF is een mensenrechtenorganisatie die zich inzet voor gevluchte studenten, professionals en wetenschappers, vertelt Huisman. “De mensen die wij helpen bevinden zich aan het eind van de vluchtelingenketen en het begin van de integratieketen. Dat vind ik het leuke aan dit werk: het is veel meer toekomstgericht, en medewerkers hebben hier veel ruimte om cliënten met maatwerk te begeleiden bij hun integratie en onderwijs in Nederland.”

Met persoonlijke kernwaarden zoals rechtvaardigheid en het belang van onderwijs zit ze bij het UAF goed op haar plek, zegt de nieuwe bestuurder. “Onderwijs, en het grote belang daarvan, kreeg ik thuis met de paplepel ingegoten: mijn ouders zaten namelijk allebei in het onderwijs.”

Begeleiding vluchtelingen begint al in AZC

Op verzoek van de overheid werd het UAF in 1948 door deskundige vrijwilligers in het leven werd geroepen voor academici die vluchtten voor de Russische bezetting van onder andere Tsjecho-Slowakije. Inmiddels telt de organisatie zo’n tachtig werknemers en helpt het UAF gevluchte studenten en academici die vanuit allerlei landen naar Nederland komen. Dat begint al tijdens de wachttijd van vluchtelingen in het AZC. 

“Die wachttijd is vaak niet erg zinvol; ze kunnen daar meestal niks doen, terwijl ze na het verkrijgen van een status ineens onder stoom en kokend water moeten inburgeren. Daarom hebben we een UAF Academy opgezet, waarmee we taalmodules beschikbaar stellen. Als mensen met een diploma uit het land van herkomst eenmaal het Nederlands goed genoeg beheersen, op B1-niveau, dan kunnen ze zich bij ons aanmelden en advies krijgen.”

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Samen met een UAF-trajectbegeleider wordt gekeken waarmee de persoon in kwestie geholpen zou zijn. “Dat kan gaan over competentieontwikkeling of hulp bij selectie, maar ook over het kiezen van en voorbereiden op een studie. Denk dan aan praktische hulp bij inschrijving of het aanvragen van studiefinanciering, en soms zelfs directe financiële steun voor mensen die tussen wal en schip vallen”, vertelt Huisman. 

Hoewel een trajectbegeleider bij alle voorbereidingen kan helpen, is de gevluchte student of professional bij het studeren uiteindelijk aangewezen op zichzelf. Precies daar zou Huisman in de toekomst nog extra ondersteuning willen organiseren, en wel in de vorm van een buddy-systeem. “Hoe mooi zou het zijn als iedere vluchtelingstudent iemand uit de eigen opleiding heeft door wie diegene af en toe geholpen kan worden? Dat is ook goed voor het opdoen van contacten.” Het UAF bekijkt momenteel ook of nieuwe vluchtelingstudenten kunnen worden gekoppeld aan alumni met dezelfde ervaringen. “Die weten nog beter hoe het is, en op die manier werken we aan een stukje community building. Dat is heel belangrijk.”

Terugkeer Scholars at Risk

Momenteel helpt het UAF ongeveer 3200 mensen. Elk jaar komen daar zo’n zes- of zevenhonderd bij, en stroomt een soortgelijk aantal weer uit. “Dat vind ik te weinig”, zegt Huisman stellig. “Als ik kijk naar ons potentiële bereik, zou dat veel meer moeten zijn. Natuurlijk worden we beperkt door ons budget, waarvoor we bijna volledig afhankelijk zijn van fondsenwerving en donateurs – maar in principe zou iedere statushouder die baat heeft bij hulp vanuit het UAF, begeleiding moeten kunnen krijgen. Dat moet de intentie zijn.”

Wilt u het UAF helpen bij hun werk voor gevluchte studenten, professionals en wetenschappers? Doneren kan via deze QR-code.  

Niet alleen studenten, ook gevluchte academici kunnen terecht bij het UAF. Hoewel de organisatie zo’n vijf jaar geleden vanwege verscherpte prioriteiten nog stopte met Scholars at Risk, gaat het UAF nu weer participeren, vertelt Huisman. “Scholars at Risk zorgt ervoor dat bedreigde wetenschappers een plek krijgen op universiteiten in Nederland of elders in Europa, zodat ze hun onderzoek veilig kunnen vervolgen. Het is belangrijk dat onderzoeken niet verdwijnen doordat ze bijvoorbeeld worden uitgevoerd in een dictatoriaal land en de onderzoekers worden bedreigd. Academische vrijheid is een hoeksteen van democratische samenlevingen, en op deze manier willen wij daaraan bijdragen.” 

Overheid moet vluchtelingen toegang tot onderwijs blijven bieden

Academische vrijheid is in deze tijd een spannend begrip, beseft Huisman. “Ook in veel westerse landen is er eigenlijk geen sprake meer van academische vrijheid”, ziet ze. “Als je voor financiering afhankelijk bent van externe geldschieters, zijn zij daarmee ook degenen die bepalen welk onderzoek wel of niet uitgevoerd kan worden. Met vertegenwoordigers van universiteiten hebben we daarover al interessante gesprekken gehad; ook zij spraken daarover hun zorgen uit.”

Voor vluchtelingen zoals studenten, professionals en wetenschappers is het intussen essentieel om toegang te hebben tot goed onderwijs en goede begeleiding, benadrukt Huisman. “Wij roepen de overheid daarom op om te blijven investeren in gelijke onderwijskansen voor iedereen, zodat gevluchte mensen de steun krijgen die ze nodig hebben om snel, duurzaam en volwaardig te participeren. Het UAF blijft zich daarvoor in elk geval, samen met zijn partners, onvermoeibaar inzetten.”

The post “We moeten nog veel meer vluchtelingen richting het onderwijs helpen” first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “We moeten nog veel meer vluchtelingen richting het onderwijs helpen” verscheen eerst op ScienceGuide.

Kabinet wil evenveel knopen voor veel minder geld, toont OCW-begroting 

17 September 2024 at 15:21

“De investeringen in onderzoek en wetenschap worden grotendeels voortgezet”, luidt het nog aan het begin van de OCW-begroting, maar in dezelfde alinea moet de minister reeds schuld bekennen aan het “verminderen van het aantal investeringen in universiteiten, hogescholen, onderzoek, wetenschap en innovatie.” Daarmee is de toon voor de OCW-begroting over 2025 gezet. 

Startersbeurzen in plaats van sectorplannen 

Het enige echte nieuws sinds het Hoofdlijnenakkoord is de wisseltruc met de sectorplannen en de starters- en stimuleringsbeurzen uit het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. Aanvankelijk wilde kabinet Schoof bezuinigen op de sectorplannen, maar die blijken juist een nuttig instrument bij het realiseren van een andere wens van het kabinet: universiteiten met scherpere profielen en meer onderlinge samenwerking.  

Daarom moeten de starters- en stimuleringsbeurzen, ingesteld om jonge onderzoekers meer zekerheid te kunnen geven en werkdruk te verlagen, eraan geloven. Dat bespaart het kabinet tot en met 2029 jaarlijks 175 miljoen euro. 

Meer ambitie dan plek, aldus begroting 

De Nederlandse wetenschappelijke ambities zijn groter dan de beschikbare middelen, staat als verantwoording in de OCW-begroting. Daardoor moeten veel wetenschappers op een tijdelijk contract werken, “wat ook ongunstig is voor wetenschappelijke kwaliteit.” Die teksten rijmen met eerdere uitspraken van minister Bruins. “We moeten ervoor zorgen dat we niet meer instroom hebben dan het systeem aan kan, zodat je niet pas laat ontdekt dat er eigenlijk geen plek is voor jou in het wetenschappelijk systeem, en dat er niet genoeg geld is om een onderzoeksgroep op te bouwen”, liet Bruins optekenen tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.  

Het schrappen van de starters- en stimuleringsbeurzen moet bijdragen aan “meer baanzekerheid en minder werk- en aanvraagdruk” in de wetenschap. “In dit kader stimuleren we de instellingen ook de academische cultuur door het programma Erkennen en Waarderen voort te zetten”, aldus het kabinet. 

Open Science als norm, maar halvering budget 

Het kabinet acht het investeren in kennis “van essentieel belang voor onze toekomst.” Niettemin wordt vanaf 2031 structureel 40,3 miljoen euro bezuinigd op het budget van NWO. In 2030 behelst die korting nog 26,6 miljoen euro, aangezien er in dat jaar nog iets over is uit het potje bezuinigingen op de starters- en stimuleringsbeurzen. Ook voor investeringen in grootschalige wetenschappelijke infrastructuur, onderdeel van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap, laat het kabinet geen ruimte. Die bezuiniging bedraag zo’n 30 miljoen euro. 

Door het ontmoedigen van buitenlandse studenten, behalve dan in “strategische tekortsectoren” zoals “bèta en techniek”, bezuinigd het kabinet structureel 293 miljoen euro. Dat bedrag loopt vanaf 2026 (dan is het nog 29 miljoen euro) jaarlijks op.  

Het kabinet wil “de maatschappelijke impact van kennis uit onderzoek” vergroten, ervoor zorgen dat wetenschappelijke kennis “vindbaar en toegankelijk” is, en “de transitie naar Open Science als norm ondersteunen”, staat in de OCW-begroting. Toch ontkomt nationaal regieorgaan Open Science NL niet aan een bezuiniging van 10 miljoen euro. Dat betekent voor die organisatie een halvering van het huidige budget. 

Hbo minder geraakt door bezuinigingen in begroting 

Het hbo heeft minder te vrezen van de bezuinigingen op het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap. De budgetten voor het Professional Doctorate en praktijkgericht onderzoek blijven de komende jaren gelijk.  

De tweede lading aan krimpgelden wordt daarnaast in 2025 en 2026 uitgekeerd “om te voorkomen dat in regio’s met dalende studentenaantallen cruciale hbo-opleidingen verdwijnen”, en worden in 2025 de kwaliteitsmiddelen toegevoegd aan de vaste voet van hoger-onderwijsinstellingen. Eerder moesten die, conform de afspraken bij de invoering van het leenstelsel, nog vooraf verantwoorden wat ze met dat geld zouden doen voordat ze de kwaliteitsmiddelen kregen toegekend.  

Een andere meevaller voor het hbo betreft de rijksbijdrage per student. In de OCW-begroting van vorig jaar stond dat dit in 2027 per hbo-student 9600 euro zou zijn. In de begroting van dit jaar is het bedrag voor 2027 verhoogd naar 9900 euro per hbo-student. Voor universiteiten geldt het tegenovergestelde: zij zouden volgens de vorige begroting in 2027 per student 8800 euro krijgen, terwijl dit in de huidige begroting is verlaagd naar 8700 per student.  

Verdienen op studenten 

Studenten zelf krijgen te maken met meerdere bezuinigen die hen direct treffen. Zo krijgen Nederlandse studenten in het buitenland niet langer een vergoeding voor ‘misgelopen’ gebruik van het OV. Daarmee bespaart het kabinet jaarlijks 30 miljoen euro vanaf 2029. Daarnaast wil dit kabinet een langstudeerboete invoeren, die al in 2029 een kleine 100 miljoen euro moet opleveren en vanaf 2029 structureel 282 miljoen euro in het laatje van de rijksoverheid moet brengen. 

Tegelijkertijd gaat het kabinet aan de rente op studieschulden verdienen. Vanaf 2029 zal dat jaarlijks 418 miljoen euro zijn, aldus de OCW-begroting. Dit komt doordat de rente op studieschuld de afgelopen jaren is gestegen van 0 naar ruim 2,5 procent. Overigens moet het ministerie van OCW dat geld meteen doorsluizen naar het ministerie van Financiën.  

Bij de behandeling van de OCW-begroting in de Tweede Kamer zal overigens nog moeten blijken hoe het kabinet precies wil bezuinigen op subsidies vanuit OCW. Met deze bezuiniging is in elk geval structureel 292 miljoen euro gemoeid, blijkt uit de begroting. 

The post Kabinet wil evenveel knopen voor veel minder geld, toont OCW-begroting  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Kabinet wil evenveel knopen voor veel minder geld, toont OCW-begroting  verscheen eerst op ScienceGuide.

Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland

17 September 2024 at 12:17

Het was even wachten tijdens de eerste troonrede onder het nieuwe kabinet-Schoof, maar aan het eind ervan werd stilgestaan bij het onderwijs. Bij monde van de koning werd het belang benadrukt van meer aandacht voor onderwijs, zowel wat de taal als de breedte van het onderwijs betreft.

Gericht op wat Nederland nodig heeft

“Het kabinet wil van mbo tot universiteit meer oog hebben voor onderwijs en onderzoek, gericht op wat Nederland nodig heeft”, aldus de koning in zijn toespraak. “Daarin zijn scherpe keuzes nodig.” 

Een van de voorgestelde maatregelen betreft de omstreden voorstellen om het aantal internationale studenten te verminderen. “Een van die keuzes is om het aantal buitenlandse studenten te verminderen en het Nederlands weer de norm te maken in het hoger onderwijs”, mocht de koning voorlezen. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

In de troonrede werd bovendien gesteld dat onder andere studiemigratie de voorzieningen in Nederland onder druk komen zet. “Door arbeidsmigratie en studiemigratie is de Nederlandse bevolking veel sneller dan verwacht gegroeid naar 18 miljoen inwoners. Dat legt een grote druk op onze voorzieningen en onze manier van samenleven”, klonk het. 

Het onderwijs heeft baat bij rust en continuïteit, aldus koning

Andere plannen die door de koning werden aangekondigd raakten aan basisvaardigheden, en rust en continuïteit. “In het onderwijs ligt de nadruk op het verbeteren van basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. Binnenkort ontvangt u de hoofdlijnen van het herstelplan voor de kwaliteit van het onderwijs, dat aansluit bij lopende initiatieven om deze vaardigheden te verbeteren. Het onderwijs heeft baat bij rust en continuïteit, en niet bij grote nieuwe experimenten.” 

Later vandaag zal de begroting van de verschillende ministeries duidelijk maken wat het kabinet precies van plan is, en hoe het voor 2025 het geld wil verdelen.

The post Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Koning: Hoger onderwijs moet dienstbaarder worden aan Nederland verscheen eerst op ScienceGuide.

‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’ 

17 September 2024 at 10:29

Onderzoeker Moritz Mendel van de Universiteit van Bonn heeft onderzoek gedaan naar alternatieve onderwijsroutes die de sociale mobiliteit bevorderen. Het onderzoek richt zich specifiek op Nederlandse studenten uit gezinnen met een laag inkomen. 

Mendel onderzocht de onderwijstrajecten van afgestudeerden van vmbo-t (de theoretische leerweg van het vmbo) om te begrijpen hoe verschillende paden naar het hoger onderwijs de uitkomsten voor studenten uit lagere inkomensgroepen beïnvloeden. 

Vergroten van de sociale mobiliteit 

Studenten uit gezinnen met een laag inkomen presteren over het algemeen minder goed dan hun leeftijdsgenoten uit rijkere gezinnen. Als deze studenten toch naar de universiteit gaan, doen ze dat vaker via alternatieve routes zoals eerst mbo-opleiding of een havo-traject na het vmbo. Mendel wilde onderzoeken of deze alternatieve paden naar de universiteit daadwerkelijk bijdragen aan het vergroten van de sociale mobiliteit. 

Om deze vraag te beantwoorden, ontwikkelde de Duitse onderzoeker een dynamisch model van onderwijskeuzes. Dit model volgt individuen vanaf hun diploma vmbo-t tot hun vroege volwassenheid, en houdt rekening met verschillende factoren zoals schoolprestaties en het inkomen van ouders. Voor het onderzoek maakte Mendel gebruik van uitgebreide Nederlandse gegevens van het CBS.  

Impact van een recente hervorming 

Ook de impact van een recente hervorming van de studiefinanciering in Nederland, zoals de invoering van het leenstelsel, werd door Mendel meegenomen in zijn analyse. Het effect van de herinvoering van de basisbeurs is niet meegenomen. 

Uit het onderzoek komen opvallende bevindingen naar voren. Zo blijken de studierendementen op het hbo weliswaar te verschillen tussen studenten uit verschillende inkomensgroepen, maar zijn de rendementen voor studenten uit armere gezinnen wel substantieel. Dat is extra opvallend omdat de prestatieverschillen tussen beide groepen in het primair en voortgezet onderwijs groot zijn.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Dit suggereert dat het stimuleren van deelname aan hoger onderwijs kan bijdragen aan het verkleinen van inkomensongelijkheid op latere leeftijd, aldus Mendel. 

Uitvalrisico is de dominante factor 

Studenten uit armere gezinnen lopen een aanzienlijk risico op uitval tijdens hun hbo-opleiding, luidt een tweede bevinding van het onderzoek. Dit uitvalrisico is de dominante factor die ongelijkheid in uitkomsten tussen individuen veroorzaakt. Vooral studenten met lagere cijfers in het voortgezet onderwijs hebben een grotere kans om uit te vallen. Slagen zij echter wel in het hoger onderwijs, dan hebben ze op latere leeftijd aanzienlijk meer kans op een hoger salaris dan wanneer ze niet naar het hoger onderwijs waren gegaan. 

De aanwezigheid van alternatieve routes naar de universiteit, bijvoorbeeld via het mbo, verhoogt de kans op het behalen van een universitair diploma voor jongeren uit armere gezinnen, toont het onderzoek van Mendel aan. Dit komt doordat deze routes studenten in staat stellen om risico’s te beheersen en hun initiële beslissing later te heroverwegen als ze meer informatie hebben over hun vaardigheden en interesses, schetst hij. 

Op latere leeftijd geïnteresseerd in de universiteit 

Zo ontdekken sommige jongeren hun interesse in academisch onderwijs pas later. In deze gevallen biedt het beroepsonderwijs hun de mogelijkheid om eerdere keuzes te corrigeren. Flexibiliteit in het onderwijssysteem kan jongeren dus helpen om betere keuzes te maken als ze meer informatie hebben over hun interesses en capaciteiten. 

Mendel onderzocht middels simulaties ook het effect van het vergroten van de flexibiliteit in het onderwijssysteem, bijvoorbeeld door de overgang van vmbo naar havo te vergemakkelijken. De simulaties gaven aan dat een dergelijke versoepeling zou leiden tot een toename van ongeveer twee procent in het aantal afgestudeerden van het hbo. 

Drastische daling van het aantal universitaire afgestudeerden 

Het volledig wegnemen van de mogelijkheid om via het mbo naar het hbo te gaan, zou daarentegen resulteren in een drastische daling van het aantal afgestudeerden in het hoger onderwijs. 

De impact van het leenstelsel werd ook door Mendel bekeken. Deze verandering verminderde het aantal mbo’ers dat een hbo-opleiding ging doen met vier procent. Dit effect was met name sterk onder studenten die een grotere kans hadden om op kamers te gaan wonen. 

Behouden en versterken van alternatieve routes 

Op basis van zijn bevindingen doet Mendel enkele aanbevelingen. Hij benadrukt het belang van het behouden en versterken van alternatieve routes naar het hoger onderwijs, bijvoorbeeld de mogelijkheid om via het mbo naar het hbo te gaan. 

Deze paden zijn cruciaal voor sociale mobiliteit, stelt hij. Daarnaast pleit hij voor het vergroten van de flexibiliteit in het onderwijssysteem, met name voor leerlingen met hoge cijfers – bijvoorbeeld door de overgang van vmbo naar havo te vergemakkelijken. Ook het verkorten van mbo-programma’s zou volgens de simulaties de toegang tot het hbo kunnen verbeteren, zonder negatieve effecten op arbeidsmarktuitkomsten. 

Wees voorzichtig met financiële drempels 

Wees voorzichtig bij hervormingen in studiefinanciering, waarschuwt Mendel daarnaast. Zijn resultaten tonen aan dat met name studenten uit lagere inkomensgroepen gevoelig zijn voor veranderingen in financiële ondersteuning. Tot slot benadrukt hij het belang van gerichte interventies om het uitvalrisico in het hbo te verminderen, vooral voor studenten met lagere cijfers in het voortgezet onderwijs. 

De onderzoeker benadrukt dat beleidsmakers expliciet rekening moeten houden met alternatieve routes naar de universiteit bij het ontwerpen van onderwijsbeleid en studiefinanciering. Veel studenten uit lage inkomensgroepen hebben op zestienjarige leeftijd onvoldoende informatie om een definitieve beslissing te nemen over hun uiteindelijke opleiding. Alternatieve paden verbeteren de uiteindelijke onderwijsuitkomsten voor deze groep aanzienlijk. 

The post ‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht ‘Voor lage inkomens blijft soepele stapelroute van vmbo tot universiteit cruciaal’  verscheen eerst op ScienceGuide.

“Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit”

16 September 2024 at 09:46

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een grondige studie uitgevoerd naar een recente controverse die de academische wereld en het publieke debat in Nederland beroerde. 

De kwestie begon in december 2022, toen UvA-docent Laurens Buijs een klokkenluidersrapport indiende. Hierin beweerde hij dat ‘woke cultuur’ en diversiteitsinitiatieven de academische vrijheid, onderwijseffectiviteit en onderzoekskwaliteit negatief beïnvloedden. Buijs beschreef dit als een ‘zorgwekkende radicalisering’. Hij bekritiseerde specifiek niet-binaire genderidentiteiten en het gebruik van genderneutrale voornaamwoorden, wat volgens hem een ‘lege hype’ zonder solide wetenschappelijke basis is. 

Anti-genderretoriek van Buijs

Deze zaak is een voorbeeld van ‘anti-gendermobilisatie’ – een georganiseerd verzet tegen gendergelijkheid, LGBTIQ+-rechten en aanverwante academische velden zoals genderstudies, stellen de onderzoekers. Ze herkenden verschillende kenmerken van anti-genderretoriek in de beweringen van Buijs en het daaropvolgende publieke debat. 

Het eerste punt betreft het versterken van traditionele binaire gendernormen en het verwerpen van het idee van gender als een spectrum. Daarnaast wordt anti-gendersentiment vaak gebruikt als politiek middel om steun te verkrijgen. Ten slotte zijn er pogingen om genderstudies als academische discipline in diskrediet te brengen, concluderen ze. 

Baudet en Wilders steunden Buijs 

De zaak kreeg al snel een politieke lading. Rechtse politieke partijen in Nederland, met name de PVV van Geert Wilders en het FvD van Thierry Baudet, omarmden Buijs’ klachten en hesen hem op het schild als voorvechter van het vrije woord. Zo nodigde de huidige Kamervoorzitter Martin Bosma, die toen nog PVV-Kamerlid was, Laurens Buijs uit in de Tweede Kamer. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De PVV en FvD gebruikten de situatie om te betogen dat sociale wetenschappen, inclusief genderstudies, een bedreiging vormen voor de samenleving, schrijven de onderzoekers. In hun verkiezingsprogramma’s voor november 2023 verwees de PVV naar ‘gendergekte’ en FvD naar ‘woke propaganda’ als kwesties die aanpak behoeven. 

Deze politieke steun past in een breder Europees patroon, waarbij populistische partijen steeds vaker anti-gendergevoelens in hun programma’s opnemen, benadrukken de onderzoekers. 

Neoliberalisering van de universiteit 

Een cruciaal aspect van de analyse betreft de onbedoelde bijdrage van de neoliberalisering van het onderwijs aan de situatie. De onderzoekers stellen dat dit neoliberalisme de verhoudingen rond kennisproductie heeft veranderd: studenten worden steeds meer gezien als ‘klanten’, de universiteit als een ‘bedrijf’, en onderwijs als een ‘product’. 

Academische vrijheid wordt daarmee vooral individualistisch begrepen, stellen ze. Sommige studenten interpreteren concepten zoals ‘gesitueerde kennis’ als rechtvaardiging voor het idee dat elke mening, inclusief potentieel haatzaaiende uitspraken, beschermd zou moeten worden onder de vlag van academische vrijheid – dus ook de meningen van Buijs. 

De Amsterdamse wetenschappers stellen dat deze individualistische benadering de collectieve aard van kennisproductie ondermijnt. In plaats van een gezamenlijk streven naar waarheid, wordt academische vrijheid zo gereduceerd tot een uitwisseling van individuele meningen. 

Reactie van de universiteit en zwijgplicht 

De UvA reageerde door het personeel te verzoeken zich te onthouden van deelname aan publieke of interne debatten over de kwestie. Dit creëerde wat de onderzoekers een ‘getuigenisvacuüm’ noemen – een situatie waarin belangrijke informatie wordt achtergehouden. 

Deze opgelegde stilte was vanuit juridisch- en managementperspectief begrijpelijk, maar had ook negatieve gevolgen. Het ontzegde studenten en medewerkers toegang tot belangrijke context en alternatieve perspectieven. Dit was vooral problematisch voor gemarginaliseerde studenten, die zich onzekerder gingen voelen, schrijven de auteurs. 

Bedreiging voor genderstudies 

De controverse onderstreepte daarnaast een bredere bedreiging voor genderstudies. Anti-gendercampagnes schilderen het veld vaak af als een bron van maatschappelijk verval, en er worden pogingen gedaan om de academische legitimiteit van het veld in diskrediet te brengen. 

De auteurs schrijven dat ze herhaaldelijk anti-genderbeweringen moesten weerleggen. Collega’s uit andere vakgebieden stelden vaak vragen die de geloofwaardigheid van genderstudies in twijfel trokken. Deze aanvallen op de legitimiteit van een onderzoeksveld bedreigen niet alleen de academische vrijheid, maar ook de veiligheid en het welzijn van niet-binaire en transgender studenten en medewerkers, aldus de onderzoekers. 

Bevorderen van solidariteit 

Het is belangrijk om collectieve opvattingen over academische vrijheid te hebben en ruimte voor kritisch genderonderzoek te houden, concluderen de onderzoekers. Ze benadrukken de vitale rol van feministische onderwijsmethoden bij het bevorderen van solidariteit en het creëren van ondersteunende ruimtes voor gemarginaliseerde studenten. 

Universiteiten moeten daarnaast meer aandacht besteden aan manieren waarop neoliberale benaderingen van onderwijs de voorwaarden kunnen scheppen voor anti-genderretoriek. Instellingen worden aangemoedigd om zorgvuldiger om te gaan met controverses rond genderkwesties. In plaats van alleen te vertrouwen op juridische procedures en opgelegde stilte, suggereren de onderzoekers dat het belangrijk is om ruimte te creëren voor open dialoog en het delen van verschillende perspectieven. 

Tot slot benadrukken de onderzoekers het belang van het ondersteunen en legitimeren van genderstudies en aanverwante vakgebieden. Universiteiten worden opgeroepen om de waarde van deze disciplines te verdedigen en ervoor te zorgen dat ze de nodige middelen en institutionele steun krijgen om te blijven floreren. 

The post “Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit” first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Zaak Laurens Buijs is toonbeeld van anti-gendermobilisatie aan de universiteit” verscheen eerst op ScienceGuide.

Nieuw kabinet gaat hard “maar behoedzaam” bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap

13 September 2024 at 12:30

Het kabinet gaat inderdaad hard bezuinigen op het hoger onderwijs en de wetenschap, blijkt uit het regeeraprogramma van kabinet Schoof dat vandaag is gepresenteerd. “We maken scherpe keuzes om de overheidsfinanciën gezond te kunnen houden. Ook op onderwijs en onderzoek wordt bezuinigd. Met de sector zorgen wij ervoor dat dit zorgvuldig gebeurt”, schrijft het kabinet.

Concreet wordt bezuinigd op onder meer de starters- en stimuleringsbeurzen, internationale studenten, en vanaf 2030 ook op de financiering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Verder komt er, door het schrappen van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap, minder investeringen in grootschalige wetenschappelijke infrastructuur.

Universiteiten moeten zich meer gaan profileren en meer samenwerken, zowel nationaal als internationaal, vindt het kabinet. Op de sectorplannen, die daartoe nuttige instrumenten worden geacht, wordt dan ook niet bezuinigd. In plaats daarvan zijn de starters- en stimuleringsbeurzen de klos.

De kwaliteitsmiddelen worden per 1 januari 2025 toegevoegd aan de vaste voet van het hbo en wo, wat moet zorgen voor “meer rust in de financiering”. Dit was reeds een maatregel van het vorige kabinet. Daarnaast gaat dit kabinet werk maken van capaciteitsbekostiging.

WIB komt eraan, maar uitzonderingen blijven mogelijk

De Wet Internationalisering in Balans, door voormalig minister Robbert Dijkgraaf opgetuigd om het Nederlands als wetenschapstaal te versterken en buitenlandse studenten te weren, wordt doorgezet. Vrijwel alle opleidingen in het hoger onderwijs zullen voor maximaal een derde uit Engelstalige onderdelen mogen bestaan. Uitzonderingen worden gemaakt voor opleidingen in bepaalde tekortsectoren, “zoals bèta en techniek, en met oog voor regionale omstandigheden.:

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Universiteiten en hogescholen krijgen daarnaast meer mogelijkheden om te sturen op studentenstromen, onder andere door een numerus fixus op trajectniveau. Ook wordt een noodfixus voor niet-EER studenten mogelijk. Zij hebben niet dezelfde rechten als studenten van binnen de EER, en kunnen dus makkelijker geweigerd worden. Met het terugdringen van het aantal buitenlandse studenten mikt het kabinet op een besparing tot 293 miljoen euro structureel.

“Naast wettelijke maatregelen zetten we in op aanpalend beleid, bijvoorbeeld op het gebied van
beurzenprogramma’s en studiefinanciering, en op de Europese samenwerking die nodig is om daarop
gerichter te sturen”, voegt het kabinet nog toe.

Belang van leven lang ontwikkelen

Ondanks de bezuinigingen benadrukt de regering het belang van ‘leven lang ontwikkelen’ (LLO). Dit wordt gezien als cruciaal om mensen weerbaar en wendbaar te maken voor de arbeidsmarkt. Het kabinet zet de uitvoering van de LLO-onderwijsagenda voort, wat moet bijdragen aan de continue ontwikkeling van werkenden in een tijd van grote maatschappelijke opgaven en een veranderende arbeidsmarkt.

Daar ligt een forse opdracht: uit recent OESO-onderzoek bleek dat de kosten van onderwijs voor 53 procent van de Nederlandse volwassenen een probleem zijn. Dat is het hoogste percentage binnen de OESO.

Kabinet zet langstudeerboete door

Ook in het hbo zal het bloed warm zijn. Het verenigde verzet van hogescholen tegen de langstudeerboete heeft niets uitgehaald, blijkt uit het regeerprogramma. Daar zegt het kabinet in overleg met onderwijsinstellingen en studenten te werken aan deze “langstudeermaatregel”. Hogescholen, die sowieso al te maken hebben met krimpende studentenaantallen, vrezen door de langstudeerboete nog meer studenten mis te lopen.

Het vooruitzicht dat het kabinet de ‘opwaartse druk’ uit het vervolgonderwijs wil halen en jongeren wil stimuleren om naar het hbo te gaan, zal beter worden ontvangen bij hogescholen. Daarnaast zal het kabinet met geld komen om belangrijke opleidingen in krimpgebieden te kunnen behouden.

Het BSA wordt niet versoepeld

Voor studenten bevat het regeerprogramma veel zure druiven. Naast de invoering van de langstudeerboete zal het bindend studieadvies juist niet worden afgeschaft of versoepeld, en blijft selectie aan de poort “onverminderd mogelijk”.

Vanaf 2027 komt er wel 1,4 miljard beschikbaar voor een extra tegemoetkoming aan studenten die onder het leenstelsel studeerden. Dit bedrag komt bovenop de eenmalige tegemoetkomingen die al eerder waren aangekondigd. Daarnaast krijgen hoger-onderwijsinstellingen een zorgplicht van sociale veiligheid.

Handschoenen af

Hoewel het nog wachten is op de financiële paragraaf die bij deze kabinetsplannen hoort, lijken de reeds aangekondigde bezuinigen werkelijk te worden, en zullen de handschoenen afgaan. Actiegroep WOinActie beloofde bij aanvang van het academisch jaar al de “meest disruptieve staking aller tijden” te organiseren als deze bezuinigingen doorgang vinden.

Naar verluidt overlegt de groep na Prinsjesdag met de vakbonden over de precieze invulling van de aangekondigde staking. In de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) zullen ze een bondgenoot vinden. “De jonge generaties van ons land worden door dit kabinet kapot bezuinigd. Dus er zit nog maar één ding op: keihard actievoeren!”, aldus LSVb-voorzitter Abdelkader Karbache.

The post Nieuw kabinet gaat hard “maar behoedzaam” bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Nieuw kabinet gaat hard “maar behoedzaam” bezuinigingen op hoger onderwijs en wetenschap verscheen eerst op ScienceGuide.

VVD wil geen Europese graad uit vrees voor toename internationalisering 

13 September 2024 at 07:45

Tijdens een Kamerdebat over de aankomende informele bijeenkomst van Europese onderwijs- en onderzoeksministers diende VVD-Kamerlid Martens-America een motie die zich uitspreekt tegen de Europese graad. Deze graad dient als een verdere vervolmaking van de Bologna-afspraken en moet studentmobiliteit binnen de Europese Unie verder aanjagen, diploma-erkenning tussen landen vereenvoudigen en Leven Lang Leren faciliteren.  

De druk van internationalisering 

De VVD vreest dat de invoering van deze graad de problemen met de hoge instroom van internationale studenten zal verergeren. “Mijn fractie maakt zich al enige tijd zorgen over de druk van internationalisering in het onderwijs op de leefomgeving en op de onderwijskwaliteit”, stelde Martens-America.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De invoering van een Europese graad zou zorgen voor verdere internationalisering, terwijl het kabinet juist streeft naar een evenwichtigere balans binnen de Europese mobiliteit, betoogde ze. Middels een motie riep ze de minister daarom op zich ten aanzien van zijn Europese collega’s uit te spreken tegen een dergelijke Europese graad.  

Er ligt geen concreet voorstel 

Minister Bruins erkende de gevoeligheden rond het onderwerp. “Ik ben evenals mevrouw Martens-America kritisch op de door de Europese Commissie gepresenteerde visie op een gemeenschappelijke Europese graad. Ik begrijp ook wel haar zorgen”, zei de minister. Hij benadrukte echter dat er op dit moment nog geen concreet voorstel ligt, hoewel reeds gesprekken plaatsvinden over de mogelijke invulling van zo’n graad. 

De minister pleitte ervoor om betrokken te blijven bij deze gesprekken. “Ik vind het wel belangrijk om aan tafel te blijven zitten, zodat we mee kunnen blijven praten.” Hij zag zelfs potentiële voordelen in een goed uitgewerkt systeem. “Als dat concept waaraan nu wordt gewerkt, kan leiden tot een beter evenwicht in studentmobiliteit in Europa, dus beide kanten op, dus ook voor Nederlandse studenten die naar het buitenland gaan, dan zou zo’n graad voor Nederland wellicht ook positief kunnen zijn.” 

Daar ga ik niet in mee 

Tegelijkertijd stelt Bruins een duidelijke grens, zo liet hij aan Martens-America weten. “Als een Europese graad zou betekenen dat een deel van ons Nederlandse systeem wordt vervangen, of dat de Nederlandse graden zouden worden vervangen door een Europese graad, dan sta ik meteen aan haar zijde; daar ga ik niet in mee.” 

Het VVD-Kamerlid toonde begrip voor de positie van de minister, maar bleef bezorgd over de mogelijkheid dat de Tweede Kamer voor een voldongen feit zou komen te staan. “Op het moment dat er in Europa een deal ligt, ligt er een deal, en dan kunnen wij daar niks meer aan doen”, waarschuwde ze. 

Waar de visie zou kunnen eindigen 

Als compromis stelde de minister voor om na de informele raad een brief aan de Kamer te sturen. “Dan stuur ik na die raad een brief aan de Kamer om een nadere appreciatie te geven van de ontwikkeling die gaande is, waar die visie die nu wordt neergelegd, zou kunnen eindigen, en wat het kabinet daarvan vindt”, beloofde Bruins. 

Deze toezegging was voor Martens-America voldoende om haar motie aan te houden. Al eerder bleek dat NSC zeer kritisch is op de Europese Graad en een waslijst aan bezwaren heeft. NSC vreest, net als de VVD, dat de Europese graad een aanzuigende werking heeft. Bovendien kan zo’n graad de kwaliteit en imago van het Nederlandse hoger onderwijs schaden, denkt NSC.  

The post VVD wil geen Europese graad uit vrees voor toename internationalisering  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht VVD wil geen Europese graad uit vrees voor toename internationalisering  verscheen eerst op ScienceGuide.

ST Math

19 September 2024 at 12:30

MIND Education, a leader in neuroscience-driven math education solutions, has released transformative upgrades to the ST Math experience for students and teachers. The flagship curriculum now offers: 

  • 34 brand new games; 
  • An engaging island-themed student journey; 
  • An improved educator dashboard: Enhanced Puzzle Talks to foster mathematical discourse; and
  • Comprehensive teacher workshops and professional learning.

Drawing on more than 25 years of neuroscience research, MIND’s approach in ST Math emphasizes learning by doing. These enhancements are designed to deliver learning experiences that are both engaging and effective at impacting positive outcomes.

“ST Math’s new enhancements will accelerate math learning and conceptual understanding in less time,” said Jason Mendenhall, chief product officer at MIND Education. “Students will make remarkable progress with less ‘unproductive struggle,’ resulting in significantly improved math learning outcomes. Games that actively engage students help them avoid the passive learning trap of merely seeking the right answers, instead equipping students with the skills they need to tackle real-world problems.”

New educator professional learning packages seamlessly integrate ST Math into educators’ core instruction. The Curriculum Integration Package features dynamic, collaborative sessions to empower curriculum writers, enabling them to easily embed ST Math into their district’s core curriculum. The Math Discourse with Puzzle Talks package invites educators to participate in a multi-session workshop using a modeling package designed to empower educators in facilitating rich mathematical discourse. 

The newly updated Facilitating Math Discourse with Puzzle Talks Workshop focuses on engaging students in meaningful mathematical discourse and problem-solving using ST Math’s completely redesigned Puzzle Talks. The Curriculum Integration & Targeting Standards Workshop allows educators to explore and experience the flexibility of ST Math within their core math program, while also building a deep understanding of how to target specific standards.

Learn more. 

The post ST Math appeared first on EdTech Digest.

States Turn to Employers to Boost Child Care Benefits

19 September 2024 at 10:14

This story was originally published by The 19th.

As efforts to expand the child tax credit and provide paid family leave have stalled at the federal level, states are increasingly incentivizing private employers to step in and fill one of the other most painful gaps for working parents: child care.

According to the National Conference of State Legislatures, 17 states offer child care tax credits to “employers that operate or contract out child care services for their employees.” These states are Arkansas, Colorado, Connecticut, Georgia, Illinois, Iowa, Kansas, Maryland, Mississippi, Montana, New Mexico, New York, Oregon, Rhode Island, South Carolina, Virginia and West Virginia.

Eric Syverson, a senior policy specialist in the National Conference of State Legislatures’ fiscal affairs program, said the conversation about a child tax credit at the federal level is driving a bipartisan consensus around finding ways in the tax code to help parents and families in need of child care services.

“I think states have now realized, ‘Oh, the federal government temporarily and now is considering again another increase in these tax credits — child tax credit, child and dependent care tax credit, the EITC [Earned Income Tax Credit]. We could also benefit from that increase if we enact our own.’ And that’s what we’re seeing a lot of states now considering,” Syverson said.

He added that the biggest beneficiaries of state tax credits are large corporations that can afford child care costs. Even with the credit’s growing popularity, a relatively small percentage of companies take advantage of it. Syverson attributes that to the high costs of establishing a child care facility and a general lack of awareness among larger businesses about the tax credit. According to the Bureau of Labor Statistics, only 12 percent of all workers had access to child care benefits through their employer in 2023.

Jessica Chang is the co-founder and CEO of Upwards, a child care marketplace that connects families to child care providers, assists child care providers with business needs, and helps businesses and government entities create child care benefits programs for their employees. Chang said her company operates among the key stakeholders in child care: employers, government, families and child care providers.

Initially, Upwards may collaborate with employers by matching employees with nearby child care providers, a more feasible and cost-efficient option than building an on-site facility. The company can also use data from employees to help customize child care benefits. For example, if Upwards notices employees are calling off work to care for their children, they may recommend providing backup care credits to allow families to find providers at non-traditional hours.

“By partnering with Upwards, we have been able to help our [employees] find trusted providers who are able to accommodate the varying work schedules found at our properties,” Susan Loveday, the vice president of human resources at Dollywood Parks and Resorts, told The 19th. “Additionally, to help with the cost of child care, we provide a monthly stipend to those [employees] whose children are cared for by an Upwards provider.”

To Chang, child care as an employee benefit could resemble health insurance — or become even more important.

“That’s why you actually need to have participation between both employers and government in order to really normalize it and say, ‘This is not a social issue. This is actually an economic issue. This isn’t a mom issue. This is a family issue,’” Chang said. “We’re hearing from employers, for example, they’re not trying to say, ‘Hey, we’re gonna try this, and if it doesn’t work, we’re backing out.’ They’re actually saying, ‘How do we make this successful so there’s no longer an issue? How do we do this for two and three years because we want to make sure that it’s done correctly?’ And that is a significant shift from, say, just checking the box.”

Federal action on child care and other family policies has been slow to advance. Last month, the Senate voted against a bigger child tax credit. Also, federal law does not guarantee workers paid days off for parental, medical and family caregiving responsibilities.

But there have been efforts at the federal level to encourage companies to aid employees with child care, a move that has support from both Democrats and Republicans.

In 2022, Congress passed the CHIPS and Science Act, legislation that allocated $50 billion to companies expanding semiconductor manufacturing and research and offering child care to their employees.

When President Joe Biden was the presumptive Democratic nominee for president, in a debate with former President Donald Trump, he said, “We should significantly increase the child care tax credit. We should significantly increase the availability of women and men, or single parents, to be able to go back to work. And we should encourage businesses to hold, to have child care facilities,” as ways to deal with the child care crisis.

The Heritage Foundation, the conservative group that crafted Project 2025, a proposed blueprint for former President Donald Trump’s potential second term in office, calls for Congress to encourage on-site employee child care, saying it “puts the least stress on the parent-child bond.”

Some experts argue, however, that employer-sponsored child care is only a temporary solution to the child care crisis — and one that poses equity concerns.

For Elliot Haspel, a senior fellow at the family policy think tank Capita and the author of “Crawling Behind: America’s Child Care Crisis and How to Fix It,” employer-sponsored health insurance and its “uneven results” being mirrored in child care is something people should scrutinize. Haspel writes, “The only real solution to America’s child care needs is a system of choice that is funded by a permanent stream of public dollars,” and employer-based taxes is a way to start collecting those funds.

“We have a lot of precedents now at the state and local level of fair ways to fund more affordable, accessible, high-quality child care,” Haspel said, “In Vermont, they are funding a major child care reform bill via a small payroll tax, 0.44 percent, 75 percent of which is borne by the employer, and business owner after business owners went to the legislature and essentially said, ‘Tax us. This is important, this is worth it.’ That’s the kind of employer activity we need.”

Similarly, he said, Massachusetts, Washington, D.C., and Portland have all levied taxes on high-income households to help pay for child care.

“When we care about something and decide it has enough societal value — whether public schools or roads or parks — we find the money,” Haspel said.

Casey Peeks, the senior director of early childhood policy at the left-leaning Center for American Progress (CAP), believes employers should be more active as child care funding advocates, citing from the Council for Strong America’s report that the child care crisis costs the United States $122 billion every year in lost earnings, productivity, and revenue. She sees child care as both an economic and social issue.

“I describe it as a public good because I am not a parent, but I still benefit from child care. Every day I take the Metro to work, I benefit from the fact that my Metro driver, my bus driver, has their child in a safe, high-quality child care program so that they can go to work, and I can get to work,” Peeks said. “I definitely think there’s a role for businesses to play, and it’s in their best interest that we don’t have a child care crisis. … I think that whatever employers offer should, hopefully, be on top of whatever is provided through public investment.”

Another aspect of the child care crisis is supply. A June 2024 report from the Federal Reserve Bank of Chicago found that, despite the increasing cost of child care, child care workers earn an average of $14.60 per hour. The Chicago Fed attributes decreasing supply to the low pay and high responsibility of the job; child care employment in the fourth quarter of 2023 was 9 percent below pre-pandemic levels.

Anna Lovejoy, director of early childhood policy at CAP, acknowledges the effort being made by states to address the child care crisis, but isn’t convinced incentivizing businesses to provide care helps with the supply issue and may potentially create equity issues.

“When you do tie child care to employment, if someone loses their job or chooses to step away from their job, then they don’t have child care in the interim while they’re looking for work,” Lovejoy said. “And so that causes a disadvantage to families. I think, also, it just creates sort of an equity issue for those who have jobs versus don’t have jobs, have child care versus don’t have child care.”

© PeopleImages.com - Yuri A / Shutterstock

States Turn to Employers to Boost Child Care Benefits
Yesterday — 18 September 2024onderwijs

How AI Can Foster Creative Thinking in the Classroom and Beyond

18 September 2024 at 18:55

For many years, educators have envisioned personalized learning as a way to tailor education to each student's unique needs. With advances in artificial intelligence, this vision is becoming a reality. AI has the potential to transform classrooms by offering personalized learning experiences that align with individual strengths, interests and learning needs.

At the same time, there is a growing emphasis on fostering creativity and authenticity in student work. AI can play a pivotal role in supporting the creative process, from generating ideas to refining projects. By making the creative process more explicit and accessible, AI empowers students to overcome obstacles and express their unique perspectives. This approach not only boosts engagement but also prepares students for a future where creative thinking and problem-solving are indispensable skills.

Brian Johnsrud
Director of Education Learning and Advocacy, Adobe

Recently, EdSurge spoke with Brian Johnsrud, the director of education learning and advocacy at Adobe, about using educational tools that not only harness the power of AI but also uphold the creative integrity of students and teachers. He highlights how AI can help personalize learning by allowing students to present their understanding and ideas in diverse and individualized ways. This shift from standardized assignments to personalized projects can make learning more engaging and relevant for each student.

EdSurge: How can educators safely and responsibly leverage AI for more personalized learning?

Johnsrud: The dream of learning personalization has been around for decades. The first phase really focused on getting the right content to the right student at the right time. Now, with AI, we're in the second phase, which isn't just about personalizing content but also about how students present their understanding and share their knowledge. Because a hallmark of creativity is uniqueness. So if we want students to be doing creative thinking, then 30 assignments done by 30 different students should all look different.

As for deploying AI safely and responsibly, schools are paying attention to a number of things right now. The first step is to check if the AI tool is actually designed for education specifically. If it wasn't made for the classroom, it probably wasn't made to improve learning. It won’t necessarily have those pedagogical pieces baked in or the accessibility and other edtech integrations that you need.

Check if the AI tool is actually designed for education specifically. If it wasn't made for the classroom, it probably wasn't made to improve learning. It won’t necessarily have those pedagogical pieces baked in or the accessibility and other edtech integrations that you need.

— Brian Johnsrud

Part of being designed for safety and responsibility includes ensuring that the tools don't train their models on student or teacher projects because the creative work you develop as a teacher or student in the classroom should be respected and protected. If you're using a tool that benefits or takes inspiration from your creative masterpiece, it's not truly aligned with core creative values and academic integrity.

In what ways does AI help foster creativity while ensuring that student work remains authentic?

AI can support any part of the creative process. If a student is stuck in brainstorming, AI can help generate multiple ideas. If another student is good at brainstorming but needs help refining their work, AI can act as a thought partner, providing critique. This is what's exciting about AI designed for creativity! It makes the steps of the creative process explicit and helps students overcome obstacles. It removes that fear of the blank canvas.

I hope AI helps shift the focus from teachers being the content creators to students taking on that role. As an example inspired by my time as a social studies teacher, instead of asking students to write a paragraph about continuity and change in a historical era, you could have them choose an era, pick a topic that shows continuity, and design an imaginary propaganda poster from that period. The benefits of this creative assignment are clear to every educator. But with rigid standards and a packed curriculum, it's challenging to dedicate two weeks to it. The good news is, with AI, you could complete this assignment in just 30 minutes during class.

Interestingly, we crave authenticity more than ever in the age of AI. AI tools are moving beyond the basic prompt-and-result, “grab and go” approach. They're becoming integrated into our creative workflows, allowing us to bring our best ideas to life and express ourselves more genuinely. The goal isn't for AI to do the work for us but to help us create more authentic, meaningful content so we can be impactful storytellers. As a teacher, you should be able to see each student's unique voice in the work they produce.

The goal isn't for AI to do the work for us but to help us create more authentic, meaningful content so we can be impactful storytellers.

— Johnsrud

How do AI literacy and creative thinking equip students for future job market demands?

In just a few years, AI skills have become essential. The 2024 Work Trend Index Report found that 66 percent of industry leaders wouldn't hire someone without AI skills. It's amazing how quickly this has become a hiring dealbreaker. In that same report, 71 percent of leaders said they're more likely to hire a less experienced candidate with AI skills than a more experienced candidate without them. For students, this means having AI skills can level the playing field with more seasoned professionals.

At the same time, creativity and creative thinking are also in high demand. The World Economic Forum's 2023 Future of Jobs Report highlighted creative thinking as a top skill for the future. The creator economy is booming, with 200,000 new creative jobs created in the United States in 2023 alone. Students who can combine AI skills with creative problem-solving are able to seize some pretty incredible opportunities.

Research has shown that the more students are able to create, the more they thrive. And AI opens up more opportunities for student creation. A 2019 Gallup report found that educators who focus on creativity and use technology in transformative ways see significant gains — students are more engaged, demonstrate better critical thinking, retain more, make connections between subjects and achieve deeper learning. For educators, seeing students excited and proud of their work is incredibly rewarding, especially in a time of increased teacher burnout.

How can educators easily incorporate creative thinking into their lessons?

Start by identifying areas in your curriculum where students need to dive deep into a concept or fully demonstrate their understanding. These are the moments where creative activities can replace traditional methods like note-taking or multiple-choice questions and garner a much wider and deeper set of learning outcomes.

© Image Credit: Billion Photos / Shutterstock

How AI Can Foster Creative Thinking in the Classroom and Beyond

How to Level the Playing Field for Non-Traditional Learners

18 September 2024 at 17:34

An edtech founder shares some of his purposes and motivation for helping others. 

GUEST COLUMN | by Adrián Ridner

Among the approximately 41 million Americans with some college credit but no degree, about 40% are estimated to be first-generation students. As a first-generation college student myself and an immigrant from Latin America, I understand the unique struggles first-generation students face. Like many, I experienced economic hardship while earning my degree. Plus, the challenges associated with acclimating to a new culture, overcoming language barriers and simply navigating the higher education system made my college experience dramatically different than it was for my peers.

‘…the challenges associated with acclimating to a new culture, overcoming language barriers and simply navigating the higher education system made my college experience dramatically different…’

Unique Challenges

According to the Center for First-Generation Student Success, a first-generation student is one whose parents did not complete a four-year college or university degree — even if other family members have. As first-generation students, we face unique challenges, including financial constraints, lack of academic support, and other barriers that impede our ability to complete a degree. With such an enormous population dropping out of college, whether struggling from self-doubt, poor grades or being the first in the family to pursue higher education, the need for targeted educational pathways and support systems for all students to obtain a degree is critical to ensure economic mobility for our country.

Many who started down the path of higher education without completing their degrees are left with the burden of debt without the benefit of a credential. I recognize the challenges first-generation students face, having experienced the struggles of navigating an educational system that wasn’t built with students like us in mind.

Creating Opportunities 

This personal experience has fueled my commitment to democratize education and create opportunities for learners who, like I once did, find themselves outside the traditional system. Today, my company is a platform dedicated to providing accessible, affordable and flexible education for all—especially those who need it most. Our goal is to help learners open the door to the life-changing impact of education.

Not only can traditional educational pathways often leave students of color and those from historically underserved populations behind, but they also can reinforce systemic inequities and limit opportunities for upward mobility. First-generation students often live in rural areas, where there may be fewer community and school resources than in urban areas which tend to receive more funding. It also may come as a surprise that more than 40% of full-time students and more than 74% of part-time college students need to work while pursuing their education. 

In addition to work, they also may be juggling childcare responsibilities; one in four undergraduate students have children. Even with financial aid to help offset the cost of tuition, those who most need the support often fall short, especially among students with more family responsibilities or those from historically underserved populations. The need for non-traditional educational options has never been more urgent, and within this context, we must create innovative solutions to provide alternative pathways to success.

Making Education Accessible 

One example is the Keys to College initiative, which offers flexible on-ramps and pathways for students to earn an affordable degree at a fraction of the cost of traditional tuition. This initiative is built on the College Saver program, which offers low-cost college credits that transfer to more than 1,200 universities. By offering multiple pathways to degree completion – including full and partial – this approach has made education accessible to diverse learners, breaking down barriers that have long prevented them from achieving academic success.

The College Saver program includes the most extensive American Council on Education (ACE) online library, featuring more than 220 college or graduate level courses. Backed by decades of learning science research, the curriculum is designed to be engaging, supportive and personalized, helping learners build the confidence they need to succeed.

‘Backed by decades of learning science research, the curriculum is designed to be engaging, supportive and personalized, helping learners build the confidence they need to succeed.’

The impact of the College Saver program has been profound. To date, the program has saved students more than $270 million in tuition costs and empowered thousands of learners to earn over 400,000 college credits. These are not just numbers—they represent breakthrough moments for individuals who may have struggled academically or financially to further their education.

Take, for instance, Tiaka Hyatt-Geter, a San Francisco Bay Area single mom of three kids and an HR analyst, who completed her college degree while balancing work and family responsibilities. Her success is a testament to the life-changing potential of affordable and flexible education. Or, the son of migrant workers who spent his youth in Stockton, California balancing school with working in the fields. Like me, he is the first in his family to complete a college degree and has plans to continue his education by earning a master’s degree. Because of his determination and with the support of my company’s flexible online College Saver course library, he could continue his education while working and caring for his four-year-old son.

Transformative for Many

This program has been transformative for many, particularly women and people of color. Among a subset of College Saver students surveyed that received additional coaching support from Study.com tutors, 68% of graduates are women, and 77% identify as non-white. The findings underscore that technology can serve as a bridge to further education, but it can’t replace the importance of personal connection with a coach to provide motivation, accountability and support. Moreover, 67% of graduates report income growth, and 87% report increased confidence and skills in the job market. One such graduate, a working mother from the San Francisco Bay area, said the program helped her achieve her dreams without sacrificing her family’s well-being.

My company has always been guided by a mission to ensure that all learners, especially first-generation and non-traditional students, have access to the life-changing impact of education. As we look to the future, our vision is to continue innovating and scaling our efforts to provide alternative educational pathways that build a more diverse and inclusive workforce.

Together with community-based organizations and higher education institutions, we can fuel initiatives like Keys to College that offer on-ramps to success for all learners, regardless of where they start, to ensure everyone has the opportunity to achieve their full potential.

Adrián Ridner is CEO and Co-Founder of Study.com, a leading online learning platform helping over 30 million learners and educators monthly, on a mission to open the door to the life-changing impact of education for all. Connect with Adrián on LinkedIn. 

The post How to Level the Playing Field for Non-Traditional Learners appeared first on EdTech Digest.

“Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn” 

18 September 2024 at 11:27

Dat de starters- en stimuleringsbeurzen zouden worden opgeofferd om de sectorplannen te kunnen behouden, werd vorige week al bekend. Anders dan verwacht begint het bezuinigen echter al met 175 miljoen euro op 1 januari 2025. “Dat is een jaar eerder dan aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord”, stelt UNL vast. “Hierdoor zullen tijdens het lopende collegejaar al negatieve effecten merkbaar worden voor medewerkers en studenten.”

Precair genoeg is dat geld al toegekend aan jonge onderzoekers, waardoor het universiteiten direct in de problemen brengt, zegt UNL-voorzitter Caspar van den Berg. “Met de bezuiniging op de startersbeurzen lijkt het kabinet er bovendien voor te kiezen een aantal universiteiten extra hard te raken. Deze drie jonge universiteiten krijgen relatief meer startersbeurzen omdat zij een lagere vaste bekostiging ontvangen. Een bekostiging die nu niet langer wordt gecompenseerd, wat wel de afspraak was”, stelt hij vast.

Land van kennis en innovatie

Voor UNL is het duidelijk: “Het kabinet zegt zich in te zetten voor een goede concurrentiepositie en een uitstekend vestigingsklimaat, maar doet met deze bezuinigingen precies het tegenovergestelde.” 

NWO en de Kenniscoalitie zijn echter duidelijk nog niet van plan om naar de wapens te grijpen. De Kenniscoalitie” constateert dat het kabinet positieve punten heeft uitgewerkt die ook belangrijk zijn voor Nederlands positie als kennis- en innovatieland”, bijvoorbeeld door de sectorplannen te behouden, zich uit te spreken “voor een aantrekkelijke fiscale kenniswerkersregeling” en te blijven streven naar de Lissabon-norm van drie procent.   

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Tegelijkertijd concludeert NWO- en Kenniscoalitievoorzitter Marcel Levi dat zowel private als publieke investeringen flink moeten stijgen als Nederland in 2030 drie procent van het bbp wil investeren in onderzoek en ontwikkeling. “De Kenniscoalitie is dan ook benieuwd hoe het kabinet van plan is te zorgen dat die investeringen aangejaagd worden”, aldus Levi, die het streven naar de Lissabon-norm wel “hoopvol” noemt. 

Een land dat zo bezuinigt, is verloren 

Minder hoopvol is WOinActie. “Een land dat vier miljard euro bezuinigt op onderwijs, is verloren. Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn.” Daar zal de actiegroep zich echter niet bij neerleggen, schrijft men. Samen met twaalf partners gaat WOinActie de “meest disruptieve staking in het onderwijs ooit” voorbereiden, een belofte die al werd gedaan tijdens de alternatieve opening van het academisch jaar.  “Laten we echt hopen dat het niet nodig is”, zei WOinActie-voorman Rens Bod er toen bij, maar die hoop zal inmiddels zijn vervlogen. 

Ook studentenorganisaties ISO en de LSVb doen mee aan de voorbereidingen van de staking. In reactie op de OCW-begroting laat ISO-voorzitter Mylou Miché optekenen dat studenten het zwaar te verduren krijgen. “Een boete van 3000 euro staat op de planning en de koopkracht van studenten daalt drastisch. Naast het feit dat de bezuinigingen op het onderwijs studenten al zwaar zullen treffen, zorgt de invoering van de langstudeerboete voor een extra harde realiteit: studeren wordt minder toegankelijk.” 

Belofte van kabinet blijkt een leugen 

De koopkracht van studenten daalt namelijk met zeven procent, berekende het Nibud onlangs. Daarbij zijn verdiensten uit stages of bijdragen van ouders al opgeteld, tekent de LSVb aan – “terwijl veel studenten geen stagevergoeding ontvangen of een bijdrage van de ouders.” De studentenvakbond is daarom ziedend. “De belofte van het kabinet dat iedereen erop voor uit gaat, blijkt dus een leugen. Studenten worden financieel keihard geraakt”, aldus LSVb-voorzitter Abdelkader Karbache. “Dat is schandalig en onacceptabel.” 

Ook voor de LSVb is daarom duidelijk wat hen te doen staat: de vakbond gaat “komende tijd fel actievoeren en protesteren met studenten, docenten, bezorgde ouders en de onderwijsinstellingen om deze bezuinigingen tegen te houden. Want als we onze toekomst aan dit kabinet overlaten, wordt die gewoon volledig gesloopt!” 

Hogescholen minder geraakt 

De Vereniging Hogescholen betoogt in een reactie dat de kabinetsplannen de opleiding van voldoende gekwalificeerde mensen dreigt te bemoeilijken. “Dit terwijl juist hogescholen bij uitstek de plek zijn om mensen snel en effectief voor te bereiden op de arbeidsmarkt”, aldus VH-voorzitter Maurice Limmen. Hij hekelt ook het doorzetten van de langstudeerboete en de bezuinigingen op internationale studenten. Die laatste kwestie vindt het hbo geen probleem van zichzelf, maar van het wo. 

Vergeleken met universiteiten worden hogescholen op instellingsniveau nog relatief gespaard. Zo stijgt het budget voor praktijkgericht onderzoek weliswaar niet, maar wordt daar ook niet bezuinigd. Ook de middelen voor het Professional Doctorate blijven intact.

The post “Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn”  first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “Nederland zal over vijf jaar een achtergebleven land zijn”  verscheen eerst op ScienceGuide.

Bericht van de redactie

18 September 2024 at 11:23

Redacties horen niet over zichzelf te berichten, maar soms kan het niet anders. De overgang van een partner-model naar een betaalde abonnementen-exploitatie is bijna een feit. ScienceGuide is daarmee herrezen uit de dood. Dat voor de redactie het moment om dank uit te spreken naar alle instellingen die ooit partner zijn geweest.  

Vooral de founders van het platform verdienen een dankbetuiging: Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Arnhem Nijmegen, SURF, Platform Talent voor Technologie en Saxion Hogeschool. Uitsluitend door de bestuurders van deze instellingen en hun geloof in de visie dat het hoger onderwijs een onafhankelijk platform nodig heeft, bestaat ScienceGuide na meer dan 20 jaar nog steeds. De missie blijft onverkort gelden: het hoger onderwijs mag niet afhankelijk zijn van afkalvende traditionele media of Big Tech, de verruwende sociale media, of platforms die uitsluitend artikelen plaatsen om zoveel mogelijk bezoekers te krijgen en lezersdata te kunnen verkopen. 

Anka Mulder, bestuursvoorzitter van Saxion Hogeschool, is blij dat ScienceGuide kan doorgaan. “Ik vind het heel belangrijk dat er een plek is specifiek voor nieuws over het hoger onderwijs. Die plek is ScienceGuide al jaren!” 

Ook voor HAN-bestuursvoorzitter Rob Verhofstad bestaat er geen twijfel. “Een sector die zichzelf serieus neemt en serieus genomen wil worden door anderen, heeft een onafhankelijk journalistiek platform nodig. Als ScienceGuide niet bestond, zouden we het moeten bedenken.” 

Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert 

Ron Bormans, oud-bestuursvoorzitter van de Hogeschool Rotterdam en voorzitter van het Strategic Education Alliance-programma van de vier Koninkrijkslanden, vindt dat het hoger onderwijs trots moet zijn dat het als enige sector letterlijk in de eigen keuken laat kijken door journalistieke universiteits- en hogeschoolbladen. “En het moet het er trots op zijn dat het daarnaast een platform heeft waar kritisch en respectvol wordt geschreven over het hoger onderwijs. Dat past uitstekend bij een sector die het vrije woord koestert, elkaar kritisch bevraagt en in vrijheid tot nieuwe gedachten, concepten, kunst en technologieën komt. Vaak is het goed nieuws, en hebben we een etalage waarin onze verworvenheden uitgestald staan.” 

Redacties zijn zeker niet feilloos. Bormans erkent dat ook transparantie een prijs heeft. “Soms schuurt het, is het pijnlijk, leidt het tot stevige, boze reacties (ook een journalist moet scherp blijven). Dat is onvermijdelijk. Maar als het hoger onderwijs de samenleving niet laat zien wat het belang en de kracht zijn van openheid, transparantie en kritische bejegening, wie dan wel?” 

In UNL-verband is een banvloek uitgesproken 

En geschuurd heeft het op zijn tijd. In het verleden is een paar keer geprobeerd om ScienceGuide voorgoed het zwijgen op te leggen. Dat is vandaag de dag nog steeds zo; volgens de felste tegenstanders wegens “onzorgvuldige journalistiek”. Niettemin werd eerder dit jaar in UNL-verband nog een banvloek over het platform uitgesproken toen ScienceGuide dreigde te moeten stoppen.  

Als gevolg daarvan weigert een aantal CvB-voorzitters van universiteiten nog steeds om hun medewerkers en studenten in staat te stellen om ScienceGuide te lezen. De toekomst van het platform is nu echter verzekerd, met dank aan de lezers en bestuurders van instellingen die wel een transparant en onafhankelijk platform willen. En kunnen ook de bestuurders, die het platform verketteren, alle artikelen blijven lezen als zij een abonnement nemen. 

ScienceGuide kan nu groeien  

ScienceGuide kan nu gaan groeien. Dat betekent: meer actueel nieuws over het hoger onderwijs, meer onderzoeken en analyses over ontwikkelingen binnen ho-instellingen, en meer externe opinie- en onderzoeksartikelen publiceren. Met een laagdrempelig podium kunnen auteurs de kans krijgen voor het voetlicht te treden – ook als ze geen bekende publicist zijn, maar wel over relevante kennis beschikken die voor anderen belangrijk kan zijn. 

Ondanks de betaalmuur, waardoor het aantal incidentele lezers zal afnemen, is de maatschappelijke impact van het platform gewaarborgd door het brede draagvlak en de grotere actieve betrokkenheid van instellingen en individuele lezers. 

The post Bericht van de redactie first appeared on ScienceGuide.

Het bericht Bericht van de redactie verscheen eerst op ScienceGuide.

To Address Climate Anxiety, Consider How Students Get Their News on the Issue

18 September 2024 at 10:00

College students around the world have deep-seated fears, if not despair about the existential threat of climate change — fears they may have harbored since childhood. As the frequency of severe weather events increases and the Earth’s temperature inches upward, emotions have intensified for a lot of students in the United States and it turns out that many keep their concerns about living on a warming planet to themselves.

At Project Information Literacy (PIL), the nonprofit independent research institute I lead, a group of library and information science and new media researchers — including myself — conduct national research about the information seeking behavior of college students and recent graduates. As the director and a principal investigator at PIL with 25 years of experience as a professor of new media and communication theory, I'm focused on investigating what it’s like to be a student in the digital age.

Earlier this year, we surveyed nearly 1,600 undergraduate students from nine U.S. colleges and universities as part of a larger study on how people living in America encounter and respond to climate change news and information. Our survey delved into why some students are distrustful or ambivalent while others still have hope in the midst of gloom. This research was part of a yearlong study we led, examining how our sharply divergent attitudes and beliefs about climate change are shaped by news and information we encounter, curate, engage with and share.

According to our survey data, 78 percent of the students who responded indicated that climate change made them anxious about their future and 88 percent reported that they are anxious for future generations. As one respondent put it in an open response question, “This is our future, and we’re watching it be destroyed.” Another wrote: “There has been so much damage and loss of life as a result of climate change that I feel as though I’m becoming numb to it — it’s just the new normal, especially for my generation.”

Amid the anxiety, however, are notable glimmers of hope. Of our survey respondents, 90 percent agreed that humanity has the ability to mitigate climate change, 78 percent believed in the power of individual action and more than 80 percent were motivated to be part of the climate change solution.

There’s good news in findings like these for educators looking for opportunities to affect change. Even if students say they are “sad,” “worried,” “anxious” and “angry” about living on a planet in peril, many are taking individual steps to fight climate change, no matter how small they seem. Hannah Ritchie, senior researcher in the Programme for Global Development at the University of Oxford and deputy editor at “Our World in Data” refers to the growing attention to do something about climate change as “urgent optimism.” Ritchie suggests reframing how we talk about climate change and that developing a sense of optimism and hope can be steps toward collective action.

In an opinion essay published by “Scientific American,” Matthew Schneider-Mayerson, associate professor at Colby College wrote that the key to talking with students about climate change is letting them express their feelings and fears before introducing any scientific facts. That’s when discussions can happen and students can see how community climate action amplifies solutions, which can then counter despair, inform policy making and spark hope.

If faculty, librarians and administrators at colleges and universities want to bring more attention to climate change, it’s critical to understand not just what students know about the climate crisis but how they know it and how this shapes their beliefs and attitudes. How do students encounter and respond to the topic of climate change in the media, in conversations with others, and in relation to themselves?

When analyzing our survey data, we found that most student respondents curate information streams that include climate change news, but they are not consumed by it. While they followed news of all kinds, most said they had read, listened to, or heard only “some” or “a little” climate change news during the past week.

One reason for this may be the bleak tone of climate change coverage by the media. More than three-quarters of the student sample agreed with the statement, “The media focuses more on the negative impacts of climate change rather than solutions.” What appears lacking in most climate coverage from left- or right-leaning sources alike is not so much a sense of urgency, but possible solutions and adaptations offering a way forward.

An earlier PIL study about how students engage with the news involved a survey of 5,844 undergraduates at 11 American colleges, found that the college classroom is an influential incubator for discussing news and interpreting current events. In that study, seven in 10 respondents to our survey said they had learned of news about a range of topics in discussions with professors during the preceding week.

From open responses to our current survey, we learned that the college classroom is also a crucial source of information for helping students learn about climate change and what role they might play in doing something about it. As one student put it, “hearing about climate change makes me want to be part of a solution, it’s why I’m studying environmental science.”

While a majority of students say they had similar opinions about climate change as people in their orbit, including family and friends, their participation in the public square was notably limited. Only 26 percent of students said they shared ideas or links to climate change news and information through in-person conversations or on social media in the month prior to taking the survey.

This contradiction is one of the complexities that surfaced from our findings about climate change discourse: Students are motivated to be part of the solution but they’re not actively talking with like-minded people in their lives about how they could collectively take action.

Surprisingly, many of the students we surveyed say they trust the veracity of climate scientists. This kind of trust gets parlayed into making efficient decisions about truthfulness of climate information: A significant majority (82 percent) agreed scientists understand the causes of climate change, and more than half believed most news about the climate crisis was credible.

Many students also expressed that they combined their innate trust with other methods of verifying the reliability of news, like comparing one source with another for fact-checking. While growing up, many say they’ve learned about media and information literacy and have made source evaluation a habitual practice. This finding confirms the success of librarians’ research instruction with students.

Since the rising generation of college students will be the ones to live with the consequences of climate change decisions we make now, knowing their perspective is vital for addressing climate change today. Given that many feel overwhelmed by anxiety and despair, we must figure out how to transform their concerns and fears into a sense that we are not doomed and that collective action is still possible and desperately needed.

The snapshot of our survey about how college students respond to climate change tells us they have devoted considerably more attention to thinking about climate change than their counterparts in the general population have. Higher education faculty and administrators have a critical role to play in helping students gain a sense of agency as we confront a global climate challenge.

The classroom may be the best place for faculty to start. Class discussions about climate change news can help students see connections between their news practices and their academic work, while showing that familiarity with news is a social practice and a form of civic engagement. Several studies in the social sciences and sciences have shown discussions like these can build critical thinking and disciplinary knowledge.

There is still much work to be done to help students translate climate anxiety into shared action. But as one student wrote: “It’s very easy to feel hopeless about a situation you don’t directly have control over, but progress always starts from the bottom.”

© Irie.Graphics / Shutterstock

To Address Climate Anxiety, Consider How Students Get Their News on the Issue

“We moeten nog veel meer vluchtelingen richting het onderwijs helpen”

18 September 2024 at 10:43

Voordat Mirjam Huisman zo’n vier maanden geleden begon bij het UAF, was ze acht jaar bestuurder bij Vluchtelingenwerk Nederland. Nog eerder was ze directeur opvang bij het COA – “dus ik ken de sector rond vluchtelingen”, vertelt ze. 

Het UAF is een mensenrechtenorganisatie die zich inzet voor gevluchte studenten, professionals en wetenschappers, vertelt Huisman. “De mensen die wij helpen bevinden zich aan het eind van de vluchtelingenketen en het begin van de integratieketen. Dat vind ik het leuke aan dit werk: het is veel meer toekomstgericht, en medewerkers hebben hier veel ruimte om cliënten met maatwerk te begeleiden bij hun integratie en onderwijs in Nederland.”

Met persoonlijke kernwaarden zoals rechtvaardigheid en het belang van onderwijs zit ze bij het UAF goed op haar plek, zegt de nieuwe bestuurder. “Onderwijs, en het grote belang daarvan, kreeg ik thuis met de paplepel ingegoten: mijn ouders zaten namelijk allebei in het onderwijs.”

Begeleiding vluchtelingen begint al in AZC

Op verzoek van de overheid werd het UAF in 1948 door deskundige vrijwilligers in het leven werd geroepen voor academici die vluchtten voor de Russische bezetting van onder andere Tsjecho-Slowakije. Inmiddels telt de organisatie zo’n tachtig werknemers en helpt het UAF gevluchte studenten en academici die vanuit allerlei landen naar Nederland komen. Dat begint al tijdens de wachttijd van vluchtelingen in het AZC. 

“Die wachttijd is vaak niet erg zinvol; ze kunnen daar meestal niks doen, terwijl ze na het verkrijgen van een status ineens onder stoom en kokend water moeten inburgeren. Daarom hebben we een UAF Academy opgezet, waarmee we taalmodules beschikbaar stellen. Als mensen met een diploma uit het land van herkomst eenmaal het Nederlands goed genoeg beheersen, op B1-niveau, dan kunnen ze zich bij ons aanmelden en advies krijgen.”

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Samen met een UAF-trajectbegeleider wordt gekeken waarmee de persoon in kwestie geholpen zou zijn. “Dat kan gaan over competentieontwikkeling of hulp bij selectie, maar ook over het kiezen van en voorbereiden op een studie. Denk dan aan praktische hulp bij inschrijving of het aanvragen van studiefinanciering, en soms zelfs directe financiële steun voor mensen die tussen wal en schip vallen”, vertelt Huisman. 

Hoewel een trajectbegeleider bij alle voorbereidingen kan helpen, is de gevluchte student of professional bij het studeren uiteindelijk aangewezen op zichzelf. Precies daar zou Huisman in de toekomst nog extra ondersteuning willen organiseren, en wel in de vorm van een buddy-systeem. “Hoe mooi zou het zijn als iedere vluchtelingstudent iemand uit de eigen opleiding heeft door wie diegene af en toe geholpen kan worden? Dat is ook goed voor het opdoen van contacten.” Het UAF bekijkt momenteel ook of nieuwe vluchtelingstudenten kunnen worden gekoppeld aan alumni met dezelfde ervaringen. “Die weten nog beter hoe het is, en op die manier werken we aan een stukje community building. Dat is heel belangrijk.”

Terugkeer Scholars at Risk

Momenteel helpt het UAF ongeveer 3200 mensen. Elk jaar komen daar zo’n zes- of zevenhonderd bij, en stroomt een soortgelijk aantal weer uit. “Dat vind ik te weinig”, zegt Huisman stellig. “Als ik kijk naar ons potentiële bereik, zou dat veel meer moeten zijn. Natuurlijk worden we beperkt door ons budget, waarvoor we bijna volledig afhankelijk zijn van fondsenwerving en donateurs – maar in principe zou iedere statushouder die baat heeft bij hulp vanuit het UAF, begeleiding moeten kunnen krijgen. Dat moet de intentie zijn.”

Wilt u het UAF helpen bij hun werk voor gevluchte studenten, professionals en wetenschappers? Doneren kan via deze QR-code.  

Niet alleen studenten, ook gevluchte academici kunnen terecht bij het UAF. Hoewel de organisatie zo’n vijf jaar geleden vanwege verscherpte prioriteiten nog stopte met Scholars at Risk, gaat het UAF nu weer participeren, vertelt Huisman. “Scholars at Risk zorgt ervoor dat bedreigde wetenschappers een plek krijgen op universiteiten in Nederland of elders in Europa, zodat ze hun onderzoek veilig kunnen vervolgen. Het is belangrijk dat onderzoeken niet verdwijnen doordat ze bijvoorbeeld worden uitgevoerd in een dictatoriaal land en de onderzoekers worden bedreigd. Academische vrijheid is een hoeksteen van democratische samenlevingen, en op deze manier willen wij daaraan bijdragen.” 

Overheid moet vluchtelingen toegang tot onderwijs blijven bieden

Academische vrijheid is in deze tijd een spannend begrip, beseft Huisman. “Ook in veel westerse landen is er eigenlijk geen sprake meer van academische vrijheid”, ziet ze. “Als je voor financiering afhankelijk bent van externe geldschieters, zijn zij daarmee ook degenen die bepalen welk onderzoek wel of niet uitgevoerd kan worden. Met vertegenwoordigers van universiteiten hebben we daarover al interessante gesprekken gehad; ook zij spraken daarover hun zorgen uit.”

Voor vluchtelingen zoals studenten, professionals en wetenschappers is het intussen essentieel om toegang te hebben tot goed onderwijs en goede begeleiding, benadrukt Huisman. “Wij roepen de overheid daarom op om te blijven investeren in gelijke onderwijskansen voor iedereen, zodat gevluchte mensen de steun krijgen die ze nodig hebben om snel, duurzaam en volwaardig te participeren. Het UAF blijft zich daarvoor in elk geval, samen met zijn partners, onvermoeibaar inzetten.”

The post “We moeten nog veel meer vluchtelingen richting het onderwijs helpen” first appeared on ScienceGuide.

Het bericht “We moeten nog veel meer vluchtelingen richting het onderwijs helpen” verscheen eerst op ScienceGuide.

❌
❌